Deel 10, Oom Bert schiet te hulp
Tom belde zijn oom Bert op, en vroeg hem naar het oude huisje te komen. Nieuwsgierig kwam oom
Bert een half uurtje later. 'Hoe ben je in vredesnaam hier terecht gekomen?' vroeg hij zijn neef. Tom
gaf hem een knipoog, en zei niks. Eerst moest oom Bert gaan kijken naar Bruno, daarna de rest.
Samen liepen ze naar Bruno. 'Jongen jongen toch' zei hij weer. Zijn hand streelde zacht de snoet van
Bruno. 'Dat ziet er niet goed uit' sprak hij zacht. Op een afstandje keken de twee vrienden toe hoe
oom Bert zich ontfermde over Bruno. Aandachtig bekeek hij de achterpoot van Bruno. Bruno hinnikte
zacht. 'Wat moet hij een pijn hebben' sprak oom Bert daarna. Vragend keek Tom hem aan. 'Jullie
kunnen gerust die dierenarts afbellen. Ik vrees dat hij hem anders laat inslapen' zei oom Bert ernstig.
In de ogen van Tom kwamen tranen. Dit had hij totaal niet verwacht. Hij hoopte dat het wel meeviel.
Zacht streelde hij Bruno tussen zijn oren. Alweer kregen ze een klap bij het horen van dit nieuws.
Als jullie het goed vinden dan neem ik hem mee naar mijn boerderijtje. Thuis kan ik rustig op gemak
kijken of ik hem op kan lappen' sprak oom Bert opnieuw. Bemoedigend sloeg oom Bert zijn arm over
de schouder van Tom. 'Ik ga mijn best voor je doen jongen' zei hij zacht. 'En de kosten?' vroeg Jip
even later. 'Kosten? Welke kosten?' vroeg hij Jip 'De kosten van verzorging en behandeling, bedoelt
Jip' zei Tom zacht. 'Ik ben allang blij dat je mij gebeld hebt, alvorens je er een dierenarts naar Bruno
laat kijken. Ik ben trots op je Tom' zei oom Bert 'Jij bent een waarlijk dierenvriend'. Daarna vertelde
Tom, hoe hij en Jip die ochtend ook al een aannemer aan deur hadden gehad, en dat ze eerst
duizend euro moesten betalen als voorschot. 'De oplichter!' gromde oom Bert. 'Die dacht er zeker een
slaatje uit te slaan' gromde hij weer. 'Maar ik weet nou nog altijd niet wat hier allemaal de bedoeling van
is? Van wie is dit huisje? Waar is de eigenaar? Hoe zijn jullie hier terecht gekomen? En wat zijn jullie
van plan met dit huisje? Want zo te zien zat het een enorme zware klus worden om dit huisje opnieuw
bewoonbaar te maken!' zuchtte oom Bert. 'Ga er dan maar eens voor zitten, want wat Jip en ik u ga
vertellen is een heel verhaal' grinnikte Tom. In geuren en kleuren vertelden de beiden vrienden hoe Jip
hier terecht was gekomen, en hoe hij Caspar wilde helpen. Hoe hij hulp aan zijn papa had gevraagd, en
hoe Caspar was gevallen, en in het ziekenhuis terecht was gekomen. Hoe de ouders van Jip besloten
hadden het huisje te kopen, en dat ze samen opdracht hadden gekregen de komende drie weken goed
voor het huisje te zorgen, en alle gebreken op moesten sporen, en opschrijven. Oom Bert zat met
grote verbazing er naar te luisteren. 'En hoe zit het nou tussen jullie tweeën?' wees oom Bert van Tom
naar Jip, en van Jip naar Tom. 'Jip en ik zijn verliefd op elkaar, oom Bert' bekende Tom hem rustig.
Op het gezicht van oom Bert verscheen een glimlach. 'Ik heb altijd al geweten dat jij meer om jongens
gaf, dan om meisjes' zei hij lachend. 'En zo te zien heb je nog goede smaak ook'. Vol bewondering
keek hij naar Jip. Jip kreeg er een kleur van, en werd een beetje verlegen. Glunderend keek Tom naar
zijn oom. Wat had hij toch een fantastische oom. 'Hoe gaat het nu met die Caspar?' vroeg oom Bert
daarna. 'Caspar ligt voorlopig nog wel een tijdje in het ziekenhuis. Daarna heeft hij een lange weg te
gaan om te revalideren' sprak Jip. 'Mijn papa betaald alle kosten voor hem' zei hij daarna. 'Er zijn toch
nog mensen die hun hart op de goede plek hebben zitten' zei een bewonderenswaardige oom Bert.
Plots werd er op de deur geklopt. Daar stond de dierenarts. Verschrikt keek Tom naar zijn oom. Oom
Bert nam de dierenarts mee naar Bruno. Vol spanning bleven de twee vrienden achter. Niet lang
daarna kwamen ze terug. 'Je mag trots zijn op zo'n verstandige oom' zei de dierenarts vriendelijk tegen
Tom. Oom Bert en hij spraken over het behandelplan van Bruno. De dierenarts was de kwaadste nog
niet. Oom Bert kon hem altijd bellen. En voor de kosten zou wel een oplossing gevonden worden.
Jip belde zijn papa op om het goede nieuws van Bruno te vertellen. Ook vertelde hij over de oom van
Tom. Dat deed Flip goed. En alweer sprak hij zijn bewondering uit over hoe goed de beiden vrienden
omgingen met de situatie. Oom Bert beloofde dat hij goed voor Bruno zou zorgen. Laat in de middag
kwam hij voorgereden met zijn auto en paardentrailer. Heel voorzichtig werd Bruno in de trailer gezet.
Daarna vertrok oom Bert. Een beetje verdrietig zwaaide Tom hem uit. Hij wist dat Bruno nu geholpen
zou worden, en niet naar het slachthuis zou gaan. Jip troostte zijn vriend. Met volle moed begonnen
ze de paardenstal leeg te halen. De mest werd opgeladen, en een eind verderop op een hoop gegooid.
Daarna werd met man en macht gewerkt om de stal schoon te maken. Beiden wisten ook wel dat
Bruno niet meer terug zou keren naar het huisje. Maar om nu gelijk zijn stal af te breken ging even te
ver. Dat kon later nog. Het was alweer bijna schemer geworden toen ineens een hond om de hoek
kwam gerend. 'Bikkel! Verdorie kom terug!' hoorden ze Marie roepen. Jip en Tom zaten buiten op hun
bankje uit te rusten van hun schoonmaakwerk. 'Bikkel!!' riep Marie hard. Bikkel liep rechtstreeks naar
Tom, en ging voor hem zitten. Tom keek hem aan. Hijgend bleef Bikkel zitten. Ineens kroop hij naar
Tom en likte aan zijn hand. Verbaasd stond Marie op een afstand te kijken. Tom knuffelde Bikkel lief.
Jip keek ook al verbaasd ernaar 'Dat is nou de eerste keer dat hij dit doet bij een vreemde' zei Marie
nog altijd verbaasd. 'Het lijkt wel alsof hij jou al jaren ken! Zelfs mijn zoon kan dat niet doen met hem'
wees ze Jip aankijkend. Het was ongelooflijk te zien hoe Tom en Bikkel met elkaar bezig waren. Tom
en hij rende op en neer. Bikkel blafte wel, maar likte daarna weer de hand van Tom. Hij gaf hem zelfs
likken op zijn gezicht! Helemaal overdonderd zaten Jip en Marie te kijken naar Tom en Bikkel. Tom
speelde en rende met Bikkel. Sprak er zacht tegen. En gaf hem zowaar ook een kus. Die twee hadden
vriendschap voor het leven gesloten! Ook Jip mocht Bikkel aaien. De lieve herdershond vond de twee
vrienden heel leuk. Hij wilde zelfs niet met Marie terug naar huis. Hoe Marie ook riep. Bikkel luisterde
niet naar haar. 'Waarom laat u Bikkel vannacht niet bij ons?' vroeg Tom ineens. Jip keek zijn vriend
aan. 'Ik zou het wel leuk vinden' riep Tom, en speelde nog altijd met Bikkel. En waar moet Bikkel dan
slapen?' vroeg ze rondkijkend door de deur naar binnen. Zonder een woord te zeggen stond Tom op
en liep naar het stalletje van Bruno. Van een laatste restje hooi, wat in een hoekje lag, maakte Tom een
zacht bedje. Bikkel zat erbij en keek ernaar. Hij pakte een oud schaaltje en vulde deze met water. Het
was ongelooflijk hoe hij in de weer was voor zijn nieuwe vriend. Zacht likkend aan zijn hand ging Bikkel
liggen. 'Ik ben echt sprakeloos' zei Marie. Jip gaf zijn vriend een kusje op zijn hoofd. 'Hoe Marie ook
riep; Bikkel wilde niet meer haar mee naar huis. 'Ik kom je morgen wel ophalen' zei ze zacht tegen
hem, bij het afscheid nemen. 's Morgens staat hier Bruno nog, en vannacht hebben wij ineens logé'
zei Jip lachend. Buiten begon het alweer te regenen. Moe van de dag kropen ze even later in hun bed.
Hoe lang hij geslapen had wist Jip niet, maar plotseling werd hij wakker van een raar geluid. Het leek
wel alsof iemand aan de achterdeur zat te morrelen. Muisstil luisterde hij. Zacht gaf hij Tom een duwtje.
Tom werd niet wakker. 'Waarom blaft Bikkel niet?' dacht hij. Opnieuw hoorde hij het vreemde geluid
weer. Jip zat meteen overeind. 'Tom! Tom wordt wakker' fluisterde Jip. Maar Tom reageerde weer
totaal niet op Jip. 'Tom! Tom' Wakker worden! Hé! Inbrekers!' Met een ruk kwam Tom overeind. 'Sssst'
zei Jip weer. Nog half slapend keek Tom in het maanlicht naar Jip. Nu hoorde hij het ook. 'Bikkel?'
vroeg hij zacht. 'Sssst' zei Jip weer. Tom zat nu ook overeind in bed. Hij keek op zijn horloge. Deze
wees bijna half drie aan. Hij liet een zucht. 'Sssst' zei Jip weer. Opnieuw was het rare geluid beneden
te horen. Voorzichtig kroop Tom uit bed. Jip aarzelde nog even. 'Pas op!' fluisterde Jip naar Tom.
Tom zocht zijn broek en trok deze vlug aan. Daarna ging hij plat op zijn buik liggen luisteren. Jip trok
ook zijn kleren aan. Buiten was het opnieuw gaan regenen. 'Ik ga kijken' fluisterde Tom naar zijn vriend.
Nog voordat Jip antwoord terug kon geven was Tom al halverwege de trap. Jip wilde zijn vriend niet in
de steek laten en volgde hem nieuwsgierig. Heel stil liepen de twee de trap af. Beneden was het aarde
donker. Alle kaarsjes, die ze aangestoken hadden de vorige avond, waren uit. Onder aan de trap bleef
Tom wachten op zijn vriend. 'Waarom blaft Bikkel nou niet?' fluisterde Tom in het oor van Jip. 'Het
geluid komt vanuit de stal' fluisterde Jip. Jip had boven nog gauw een zaklantaarn meegenomen. Tom
liep zacht naar het kacheltje en vond de kachelpook. Zacht op hun tenen slopen ze richting de stal.
Beiden hielden hun adem in. Achter de deur van de stal was nog steeds het vreemde geluid te horen.
Jip keek naar Tom; Tom keek naar Jip. 'Ik tel tot drie, en dan gooien we de deur open' fluisterde een
nerveuze Tom, die de kachelpook in de aanslag hield. 'Jip' zei Jip zacht fluisterend. 'Eén..Twee..Drie!'
riep Tom keihard. Bij 'drie' gaven beiden vrienden de staldeur een flinke trap. Van schrik rolden ze
beiden onderste boven op de grond. Een piepend geluid was te horen aan de andere kant; de kant
waar Tom het zacht hooibedje voor Bikkel had gemaakt. 'Auw! Mijn hoofd' kreunde Jip, die over Tom
tegen een plank was geduikeld. 'Auw! Mijn voet!' kreunde Tom, die klem zat tussen hem en Jip. Versuft
zaten beiden op de grond. Jip zocht in het donker naar zijn zaklantaarn, en deed deze aan. Heel de
grond was bezaaid met voer; hondenvoer! Stom verbaasd stonden de twee vrienden ernaar te kijken.
Bikkel kwam zacht jankend aangelopen, met de staart tussen zijn benen. Zacht en nederig begon hij
aan de hand van Tom te likken. Jip proestte als eerste het uit van het lachen. 'Waar heeft hij Bikkel
dat hondenvoer nou gevonden?' vroeg Tom rondkijkend. De zak waar het hondenvoer in had gezeten
lag kapot gescheurd op de grond. 'Ik zou het niet weten' zei een nog lachende Jip. Bikkel zat stil bij de
staldeur te kijken. Jip scheen met zijn zaklantaarn alle kanten op. Tom knuffelde Bikkel. Bikkel likte met
zijn tong in zijn gezicht. Zacht praatte Tom tegen Bikkel. Jip zag ineens een plank aan de zijkant van
de muur. En toen was het een kwestie slim nadenken. Daar had natuurlijk die zak opgestaan! Bikkel
was omhoog gesprongen, en had met zijn poot de zak eraf getrokken. Beiden moesten er hartelijk om
lachen. 'Laat maar liggen. Dat ruimen wij morgen wel op' zei Tom. Hij pakte het bedje hooi op en droeg
het de stal uit. In het huisje legde hij het vlakbij de kachel. 'En nou stil gaan slapen. Eten heb je genoeg
op' zei hij zacht tegen Bikkel. Bikkel jankte nog even, maar luisterde wel naar Tom. Stil kroop hij terug
in zijn hooibedje, en keek Tom nog even aan. Jip en Tom gingen weer terug naar hun eigen bed op
zolder. Zacht kropen ze tegen elkaar aan. Beneden was Bikkel in slaap gevallen. Zijn buikje was vol.