Het droomhuisje van Jip, deel 4

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Luuk
Berichten: 24
Lid geworden op: ma 29 feb 2016, 19:22
Vul het getal in: 123

Het droomhuisje van Jip, deel 4

Bericht door Luuk » vr 04 mar 2016, 13:18

Deel 4, Caspar

Zwijgend keek hij rond. Hoe is mogelijk dat iemand in dit huisje kon wonen! De oude man haalde weer
zijn petroleumstelletje tevoorschijn. Hij vulde daarna het pannetje met water. Uit de kast haalde hij het
koffiekannetje met de bus gemalen koffie. 'Lust u ook een kopje koffie?' vroeg hij, en schonk even
later het gekookte water in de koffiefilter. Echt sprakeloos stond de vader van Jip nog rond te kijken.
Weer krabbelde hij achter zijn oren. Daarna schudde hij met zijn hoofd. Jip en Tom kwamen op het
juiste ogenblik naar binnen voor de koffie. 'Hebben jullie het nou al die aardige meneer gevraagd of
hij het goed vind dat jullie in zijn tuin gaat spitten?' vroeg de vader aan de twee. De twee vrienden zaten
met een rode neus, en verkleumd van de regen samen op het bankje te genieten van de koffie. Jip
keek een ogenblik naar zijn vriend. 'Dat vindt hij vast wel goed' zei Tom. 'O ja? Hoe weet jij dat zeker?'
vroeg de vader Jip 'Hoe meer wij omspitten, hoe meer groenten hij kan zaaien, en hoe meer hij kan
verkopen op de markt' reageerde een ad remme Tom. Jip verslikte zich bijna van het lachen. Tom keek
naar de oudere man. 'Eigenlijk weten wij nog steeds uw naam niet' zei hij ineens. Een por van Jip
kreeg hij in zijn zij. De oude man glimlachte 'Jullie zijn een mooi stel samen' zei hij weer. 'Mijn naam is
Caspar' zei hij 'Caspar?' vroeg Tom nieuwsgierig 'Ik ben geboren op Driekoningendag, zes januari'
zei Caspar weer. 'Mijn moeder kon kiezen uit drie namen; Melchior, Balthasar of Caspar' vervolgde
hij rustig. Ze besloot mij Caspar te noemen, omdat dat het beste bij mij paste' 'Ik heet gewoon Tom' zei
Tom. 'Volgens mij heette mijn overgrootvader ook zo'. 'Tom is een mooie naam' zei de oude man weer.
Daarna keek hij naar Jip. 'Volgens mij hebben jouw ouders vroeger graag verhaaltjes gelezen van
Annie MG Schmidt zei hij de vader van Jip lachend aankijkend. 'Jip' zei Jip alleen maar. Zijn vader
schonk hem een glimlach. 'Klopt helemaal Caspar' zei hij weer 'Jip heeft nog een twee jaar jongere
broertje, Jorrie'. 'Dan is het maar goed dat Jip een broertje heeft, en geen zusje' zei Tom met een
plagende lach om zijn mond 'Want dan waren ze Jip en Janneke geweest, hé schat?' zei hij met een
ondeugende blik in zijn ogen. Opnieuw wist Jip niet of hij het goed gehoord had 'hé schat?' En zijn
vader en de oudere man zaten hem ook al zo raar aan te kijken.

Na de koffie liepen Jip en Tom samen weer terug naar buiten. Gelukkig was het opgehouden met hard
regenen. Het miezerde alleen nog maar. De vader van Jip keek vanuit de deuropening naar de beiden
vrienden. Zijn gedachten waren even ergens anders. Zijn zoon kreeg signalen van zijn beste vriend.
Signalen, waaruit bleek dat Tom meer wilde dan alleen maar 'vriendschap'. Maar begreep Jip wel die
signalen? Al een paar keer had Tom 'lieverd' en 'schat' tegen hem geroepen. Onduidelijk was of die
woorden wel bij Jip waren doorgedrongen. Jip had er in ieder geval niet op gereageerd. Durfde hij
dat niet, of was Tom zijn type? Met een zucht keek hij in het rond. Deze oude man kon onmogelijk
hier blijven wonen. Hij had gezien hoe de man met zijn been trok. Onopvallend misschien, maar als je
goed keek, dan mankeerde hij er zeker wat aan! En dan soms dat hij zachte kuchte. Echt gezond klonk
het ook weer niet. Maar ja, wat wil je? Als je in zo'n krot woont als dit huisje, dan wordt je wel ziek! Stil
keek hij naar Jip en Tom. IJverig waren ze bezig. Je kon wel zien wie de leiding had, Tom! Je kon niet
horen wat hij zei tegen Jip, maar blijkbaar waren zijn aanwijzingen wel duidelijk voor zijn zoon. Jip
luisterde gewillig naar zijn vriend. En daardoor waren ze al een flink eind opgeschoten met hun werk.
Caspar was bezig in de stal. Een zacht gehinnik was te horen van Bruno. De vader sloot zijn ogen. Dat
arme dier was te kreupel om buiten te kunnen lopen. De zon probeerde door te komen. De vader zag
weer hoe Tom telkens naar Jip keek. Soms bleef hij even staren naar zijn vriend. Jip zag het blijkbaar
niet, want hij werkte onvermoeid door. De vader probeerde alles op een rijtje te zetten. Zal hij Jip thuis
laten, zodat hij samen met Tom hier orde op zaken te stellen. Of hem toch maar meenemen, en dan
over drie weken verder zien? Zwijgend kwam Caspar achter hem staan. 'Ik weet ook uw naam nog
steeds niet' zei hij op een rustige toon. De vader van Jip draaide zich om. 'Och sorry, dat ik mij nog
helemaal niet heb voorgesteld' zei hij verontschuldigend. 'Ik heet Flip' zei hij vriendelijk. Caspar schonk
hem een glimlach. 'Dan zal ik maar niet vragen hoe de moeder van Jip heet' grinnikte hij zacht. Flip
moest er hartelijk om lachen, omdat hij zich nu pas realiseerde dan zijn gezin, echt onbedoeld, een
onbewuste connectie had met beroemdste kinderboeken en kinderversjes schrijfster van Nederland.
Lachend vertelde hij dat zijn vrouw, het is te hilarisch voor woorden, Minoes heette. 'Jullie zijn een heel
bijzonder gezin' zei Caspar. Samen keken ze nog even naar de hard werkende vrienden. De regen
was opgehouden. Druk waren ze beiden bezig met het proberen af te wateren van het vele regenwater,
wat gevallen was op hun omgespitte stuk grond. Ineens tikte Caspar Flip op zijn schouder. Flip draaide
zich om en zag Caspar wijzen naar de vrienden. Ze stonden beiden met hun rug naar hen gekeerd.
Flip en Caspar zag hoe twee handen elkaar zochten. 'Volgens mij hebben ze zelf niet in de gaten' zei
Caspar met een glimlach. Nu was het voor Flip nog moeilijker om te besluiten of hij Jip wel of niet mee
op vakantie ging nemen, de volgende dag. Druk pratend en lachend kwamen Jip en Tom naar binnen
gelopen. 'Papa, gaan wij samen naar de winkel om groenten zaad te kopen?' vroeg Jip luid. 'Heb jij je
geld uit je spaarpot meegenomen dan?' vroeg Flip met een lach. Grijnzend haalde Jip uit zijn broekzak
een buideltje geld, en zwaaide er mee. 'Is 100 euro genoeg?' vroeg hij. Tom trok grote ogen naar Jip.
Het gezicht van Caspar keek bedenkelijk. 'Wat zijn jullie allemaal van plan?' vroeg hij nieuwsgierig, en
wilde in zijn stoel gaan zitten. Maar doordat hij niet goed oplette struikelde hij over een rand van de mat.
Met een grote klap viel hij achterover. 'Auwwwww!' gilde hij. 'Auwwwwwww! Mijn been! Auwwwwwww!'
Kermend van de pijn lag Caspar op de grond. Flip en de vrienden haasten zich om hem overeind te
helpen. 'Aaaauwwwwwww!' riep Caspar alsmaar. 'Mijn been, ik heb mijn been gebroken!' Het zag er
niet goed uit. 'Rustig blijven liggen' zei Flip. Jip en Tom bekeken het been, wat er heel raar bij lag.
Flip pakte zijn mobiel uit zijn broekzak en belde 112. Binnen tien minuten stond de ambulance voor het
huisje. De ambulancebroeders keken wel een beetje raar toen ze binnen kwamen, en zagen wat voor
een armoe in het huisje was. Voorzichtig werd Caspar tussen twee scheppen opgetild, en uit zijn huisje
werd weggedragen. Verdrietig keken de twee vrienden hem na. In ieder geval was zijn dijbeen flink
gebroken, en het was nog maar de vraag of hij ooit nog zou kunnen lopen. 'Hoe moet het nu verder?'
vroeg een verdrietige Jip. Dikke tranen liepen over zijn wang. Ook Tom keek beteuterd. Wat hadden ze
veel plannen willen maken om de oudere man te helpen. 'Wie verzorgd nou Bruno?' vroeg Tom weer.
Flip was zelf ook een beetje in de war geraakt. De val van Caspar had alles weer in een ander
perspectief gebracht. Een beetje moedeloos ging hij zitten, en voelde iets hards in zijn broekzak zitten.
Het was de sleutel van het huisje. Vlak voordat Caspar in de ambulance werd gedragen had hij nog
vlug de sleutel aan Flip gegeven. 'Geef de sleutel maar aan de jongens, dan kunnen zij een oogje in het
zeil houden. Ik vertrouw ze' had hij gezegd. Nog voordat Flip iets had kunnen zeggen waren de deuren
van de ambulance dicht. Met loeiende sirenes en zwaailicht werd Caspar naar het ziekenhuis gebracht.

De jongens keken verbaasd naar de sleutel. Tom was de eerste die wat zei. 'Waarom heeft Caspar
ons de sleutel van het huisje gegeven?' vroeg hij zacht. Geen van beiden begrepen het. De vader van
Jip keek naar zijn zoon 'Ik denk dat wij morgen maar met ons drieën naar Spanje gaan' zei hij hem
aankijkend. Jip staarde nog altijd naar de sleutel. 'Jullie hebben samen de taak gekregen om voor het
huisje van Caspar te zorgen' zei Flip weer. Jip keek zijn vader niet begrijpend aan. 'Wij samen?' vroeg
hij zacht. 'Ja schat. Je pa vertrouwd ons de volledige verantwoordelijkheid van het huisje van Caspar
toe' zei Tom lachend, en hij pakte de hand van Jip vast. Flip zag het ook, en glimlachte naar de beiden
vrienden. 'Caspar heeft Bruno eten gegeven, toen jullie bezig waren. Dus die redt het wel voor morgen'
zei hij rustig. 'Wij sluiten alles goed af. Tom, jij doet de blinden dicht. Jip jij veegt de vloer wat schoon'
zei de vader van Jip. 'Ik loop nog een rondje rond het huis, om te zien of we niks vergeten. Ik wil niet
dat er straks inbrekers komen, die het laatste wegroven van wat Caspar nog heeft' Tom liep naar buiten
en sloot alle blinden voor de ramen. Wat niet goed sloot, werd vastgeknoopt met een gevonden touw.
Jip had al vlug een bezem gevonden; het was meer een ouwe steel met een bos takken, dan een
bezem. Zorgvuldig veegde hij alles schoon. Het emmertje was alweer helemaal tot aan de rand gevuld
met water. Jip leegde het emmertje. Eigenlijk was het emmertje veel te klein, en zou zo weer gevuld
met water zijn, omdat buiten het opnieuw harder was begonnen te regenen. Samen met Tom bracht hij
een grote regenton naar binnen. Daarna sloten ze het huisje goed af. In de stromende regen reden
ze terug naar huis.

Gesloten