Aan de andere kant... Deel 21

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Michael87
Berichten: 458
Lid geworden op: za 17 aug 2013, 08:22
Vul het getal in: 123
Contacteer:

Aan de andere kant... Deel 21

Bericht door Michael87 » zo 24 jan 2016, 09:45

21. Allemaal schijn



“Shit.” Geïrriteerd trek ik mijn telefoon weer uit mijn broekzak. “Daar zal je het hebben”, knik ik naar Manuel als ik Martin’s naam in de display zie staan.
“Martin”, neem ik op.
“Victor. Alles goed?”, probeert onze dominee het gesprek luchtig te beginnen.
“Prima”, brom ik.
“Ciska heeft het je zeker al verteld, of niet?”, klinkt hij gespannen.
“Ik snap er niks van. Ze zei dat jij hem betrapt hebt?”
“Gisteren, ja. Na afloop van de orgelmiddag. Ik vind het vreselijk, Vic, maar we konden niet anders dan hem op staande voet ontslaan.”
“Dat snap ik, maar…”
“Hij is welkom in de kerk, hoor”, haast Martin zich te zeggen. “Maar een functie bekleden? Dat is uitgesloten.”

Plotseling breekt het zweet me uit. Mijn baan! Shit, ben ik die kwijt als hij erachter komt dat Manuel en ik…?
Mijn hart bonkt in mijn keel. Zou de kerk zo moeilijk doen? Het gaat ze toch geen moer aan wat ik met Manuel doe?
Waarom doen ze eigenlijk zo? Wat is nou precies het probleem? Waarom maken ze zich zo druk om mijn zielenheil in plaats van dat van hunzelf? Is het dan zo verkeerd wat ik wil?
Oké, ik had niet met Ciska moeten trouwen, maar als ik het sec bekijk, heb ik dat alleen maar gedaan omdat iedereen het van me verwachtte. Niemand die riep dat het verkeerd was, sterker nog, ze moedigden me aan!
Ik zucht diep. Ik had gewoon alleen moeten blijven…

“Kun jij, als je weer thuis bent, niet een keer met haar gaan praten?”, dringt Martin’s stem weer tot me door.
“Praten?”, reageer ik verward. “Met wie? Waarover?”
“Wendy natuurlijk”, reageert Martin ongeduldig. “Haar vertellen over jezelf, hoe jij ermee omgaat. Misschien als ze van jou hoort dat het kan, dat ze inziet dat ze aan haar huwelijk moet werken in plaats van zich te laten verleiden door vleselijke lusten”
“Oh nee!”, roep ik geschrokken. “Geen sprake van.” Verdomme, wil hij nou dat ik haar ga vertellen dat het mij allemaal zo goed lukt? Die is gek! Vleselijke lusten! Pfff! Die man weet niet waar hij het over heeft!
“Ik weet wel dat je er niet trots op bent, maar je hebt het nu toch heel goed onder controle, of niet?”, negeert hij mijn gesputter. “Zie het als je Christenplicht, Victor. Jouw verhaal kan een huwelijk redden, of vind je dat niet de moeite waard?”

Mijn verhaal een huwelijk redden? Ik kan beter met Harro gaan praten en hem zeggen dat ik hem niks verwijt, dat ik het best snap. Misschien kan ik hem uitleggen hoe ik me voel, zodat hij Wendy een beetje gaat begrijpen want hij zal best kwaad op haar zijn.

“Denk er maar eens over na”, besluit hij zijn betoog.
“Zal ik doen”, brom ik met tegenzin.
“Mooi”, klinkt hij tevreden. “En verder heb je natuurlijk een vervanger nodig voor Harro. Nou dacht ik, zou dat wat voor Manuel zijn? Ik bedoel, jullie zijn inmiddels goed op elkaar ingespeeld. Misschien kun je het er eens met hem over hebben.”
Nerveus schiet ik in de lach. “Doe ik. Maar eh, ik moet ophangen, we hebben gereserveerd voor het eten.”

“Oh God”, kreun ik terwijl ik mijn telefoon naast me op het bed leg. “Ik dénk er alleen nog maar aan voor mezelf te kiezen en het lijkt wel of meteen alles op alles gezet wordt me bij de kudde te houden. Waarom moet ook uitgerekend nu bekend worden dat Wendy lesbisch is?” Opgefokt kom ik overeind.
“Wat is er dan, Vic?” Bezorgd kijkt Manuel me aan.
“Ach, niks”, wuif ik het weg. “Het is gewoon die houding. Ik ben het zo zat! Kom, we gaan eten”, trek ik hem omhoog. Lachend sla ik een arm om hem heen. “En hij stelde voor dat jij Harro’s plaats als mijn vaste registrant inneemt.”
“Oh, echt?”, grijnst hij. “Dat zou wel gaaf zijn.”
“Reken er maar niet op, jongen”, laat ik hem weer los. “Zodra bekend wordt dat wij een relatie hebben, ben ik persona non grata en valt er weinig meer te registreren. Ga je mee? Als we nog langer wachten, zijn we te laat. Douchen kan straks wel.”
“Serieus?”, loopt hij me achterna. “Raak jij je baan kwijt als wij een relatie hebben?”
“Daar ga ik wel vanuit, ja”, antwoord ik droog terwijl ik op het knopje van de lift druk.
“Jemig…”
“Tja, jongen, ik werk voor een kerk die de ‘homoseksuele praxis’ afwijst”, grijns ik ongemakkelijk.
“Maar je kunt je carrière toch niet zomaar opgeven voor mij, Vic, dat wil ik niet, hoor.”
“Niet voor jou, voor mezelf”, verbeter ik hem. “Ik raak mezelf steeds meer kwijt in mijn huwelijk. Het wringt voortdurend en zet me aan tot dingen die ik niet wil. Ik wil niet liegen, ik wil geen dingen verzwijgen. Ik haat het om me voortdurend schuldig te voelen over iets waar ik geen controle over heb. Ik sta alleen in ons huwelijk, kan bij haar niet kwijt wat erin me omgaat. Ze dwingt me in manieren van denken die passen in haar straatje, heeft verwachtingen die ik niet waar kan maken. Ik kan het echt niet meer, Manuel.”
“Shit, Vic.” Zachtjes wrijft hij over mijn rug.
Zwijgend stappen we de lift in.

“Ik moet woonruimte zoeken, en een baan, misschien lesgeven of zo”, pak ik de draad van ons gesprek weer op als we aan tafel plaatsnemen.
“Misschien kunnen we samen iets zoeken”, oppert hij.
“Samen?”, schiet ik in de lach. “Hoe stel jij je dat voor? Als Ciska merkt dat wij een relatie hebben, maakt ze me af! Dan denkt ze beslist dat ik alleen maar bij haar weg wil om bij jou te kunnen zijn en zal ze alles en iedereen inzetten om me tot inkeer te brengen. Nee, jongen, ik moet het zuiver houden, eerst de boel met haar afhandelen, daarna komen wij.”
“Je hebt gelijk”, knikt hij peinzend. “Ik moet sowieso thuis eerst maar eens vertellen dat ik op jongens val. Niet dat ik denk dat ze er een probleem van maken, maar om nou plompverloren te melden dat wij een relatie hebben en jij gaat scheiden, lijkt me nou ook weer niet zo slim.”
“Ach, misschien valt het allemaal wel mee, kunnen Ciska en ik er in goed overleg uitkomen”, stel ik de situatie bewust rooskleuriger voor dan hij is. “Als de scheiding eenmaal achter de rug is, kunnen we jouw ouders vast wel uitleggen hoe het in elkaar zit. Kom, eten”, duw ik hem de menukaart in de hand. “Ik heb honger als een paard.”

***

“Meneer Bos!” Met een brede grijns op zijn gezicht grijpt de grote, breedgeschouderde man, mijn uitgestoken hand.
Lachend trek ik hem naar me toen en klop hem op zijn rug. “Herr Kleemann!”, grijns ik als ik hem weer loslaat. “Goed om jou weer te zien.”
“Dat is lang geleden, Vic”, lacht hij. “Hoe is het?”
“Goed”, antwoord ik automatisch. “Met jou? Nog steeds vrijgezellig?”, grinnik ik, wetend hoe erg hij gesteld is op zijn vrijheid.
“Ikke wel, aan mijn lijf geen polonaise.” Nieuwsgierig gluurt hij naar Manuel. “Harro’s vervanger, is het niet?” steekt hij zijn hand uit. “Bernd Kleemann. Oud-studiegenoot van Victor en nu kantor van de Paulus Kirche.”
“Manuel Mulder”, schudt Manuel hem de hand.
“Je doet het goed, las ik in de krant”, lacht Bernd. “Mooie foto ook, van jullie samen.”
“Dank u”, lacht Manuel.
“Is dit de opstap naar een eigen carrière?”
Manuel lacht bescheiden. “Daarvoor ben ik nog lang niet goed genoeg.”
“Maar het is wel je doel?”
Hij knikt. “Victor geeft me les.”
“Oh?” Verbaasd richt Bernd zich tot mij. “Sinds wanneer geef jij les?”
“Sinds ik hem ken”, grinnik ik. Langzaam voel ik mijn hoofd rood worden.
Bernd fronst zijn voorhoofd. “En wat maakt hem zo bijzonder?”
“Hij raakte mijn ziel”, glimlach ik.
“Ah, op die manier”, grinnikt Bernd. “Dan wil ik jou ook wel eens horen spelen”, knipoogt hij naar Manuel. “Kom, dan laat ik je het orgel zien.”

“Wat heeft die ineens overdreven veel belangstelling voor jou”, fluister ik als we achter Bernd aan, richting het podium waarop de speeltafel klaar is gezet, lopen.
“Jaloers?”, plaagt hij.
“Halve gare”, por ik hem in zijn zij.
“Ik meen het”, grijnst hij. “Die gast kleedt me zowat met zijn ogen uit.”
“Jij bent gek!”, schiet ik in de lach. “Bernd is kantor!”
“Nou en? Jij bent organist. Dat zegt toch allemaal niks?”
Weifelend kijk ik hem aan. “Denk je?”
Grijnzend haalt hij zijn schouders op.

“Kom, Manuel, laat eens wat horen”, wenkt Bernd.
Glimlachend kijk ik toe Manuel de stapel bladmuziek uit zijn koffertje haalt en er doorheen bladert. Ik weet wat hij zoekt, hij weet wat ik hem zo graag hoor spelen. Hij heeft de bladmuziek eigenlijk niet meer nodig, maar het voelt wel veilig, natuurlijk. Voor hij het boek tegen de lessenaar zet, draait hij even naar me toe en lacht.
‘Love you’, vorm ik met mijn lippen.
Hij grijnst, legt zijn handen op de toetsen en zet de eerste, voorzichtige tonen van de Danse Macabre in.
Bernd draait zijn hoofd mijn kant op en knikt goedkeurend. Trots als een pauw grijns ik. Dat is mijn vent!

***

Net als bij mijn vorige concerten, zit de kerk ook deze avond stampvol. Terwijl Bernd mij introduceert, wachten Manuel en ik in de consistoriekamer. Glimlachend kijk ik opzij, pak zijn hand vast en knijp er liefdevol in. Onvoorstelbaar hoe onze verstandhouding is veranderd! Twee maanden geleden voelde ik me zo gespannen en onzeker als hij in mijn buurt was. En nu? Nu voelt het alleen maar fijn en vertrouwd!
Jammer dat het morgen afgelopen is. Ik zou er heel wat voor over hebben als ik niet naar huis zou hoeven. Ik zucht. Hopelijk begrijpt Ciska het een beetje en doet ze niet al te moeilijk.

“Dames en heren, Victor Bos!”, hoor ik Bernd zeggen.
“We moeten”, fluistert Manuel en duwt me naar voren.
Het publiek met een hoofdknik begroetend, loop ik, op de voet gevolg door Manuel, naar voren en neem plaats achter het orgel.
Heel even voel ik zijn hand op mijn schouder. Glimlachend kijk ik opzij en leg mijn vingers op de toetsen. Dan zet ik het Allegro uit de zesde Symfonie van Widor in en vergeet alles om me heen.

***

Terwijl de kerk na afloop van het concert langzaam leegstroomt, komt Bernd onze kant op. “Victor”, roept hij enthousiast. “Elk jaar kijk ik uit naar je concert, maar dit jaar! Man, je hebt jezelf overtroffen!”
“Dankzij Manuel, Bernd”, lach ik terwijl ik Manuel naar me toe trek. Trots sla ik een arm om hem heen en kijk hem glimlachend aan.
“Gaan jullie nog even mee een terrasje pakken?”, wil Bernd weten.
“Prima plan”, lach ik.

Met enige moeite weten we een vrij tafeltje te bemachtigen op één van de overvolle terrassen langs de rivier. Ondanks dat de schemering al begint te vallen, is het nog steeds drukkend warm.
“Zo, jongens, gezellig”, lacht Bernd vergenoegd terwijl hij de ober wenkt. “Je zou eens wat vaker deze kant op moeten komen, Vic. We zien elkaar veel te weinig. Biertje?”, kijkt hij ons om beurten aan.
Manuel knikt. “Lekker.”
“Ik weet het, ik weet het”, knik ik. “Ja, lekker. Het is druk, Bernd. Met de kinderen en zo…”
“Je had ook naar mij moeten luisteren”, grinnikt hij. “Het vrijgezellenleven bevalt mij nog altijd prima! Drie bier”, bestelt hij als de ober onze kant op komt.
Ik lach als een boer met kiespijn.
“Wat is er, jongen?”, kijkt hij bezorgd. “Troubles in Paradise?”

Ik aarzel. Zal ik het hem vertellen? Als er iemand is die ik vertrouw, is hij het wel. Ergens zou het best fijn zijn er met iemand over te praten die er niet direct bij betrokken is. En hij kent Ciska niet persoonlijk.
Zou hij het snappen? Of heeft hij ook meteen zijn oordeel klaar? Nee, zo is hij niet…

“Bernd”, begin ik aarzelend. “Als ik jou iets in vertrouwen vertel, kun jij dan beloven het voor je te houden?”
Verschrikt kijkt Manuel opzij. “Vic, nee…”
“Rustig, jongen”, glimlach ik.
Verbaasd kijkt Bernd ons aan. “Je gaat me toch niet vertellen dat je iemand vermoord hebt, hè?”, grinnikt hij.
“Serieus, Bernd. Kan ik je vertrouwen?”
“Tuurlijk”, haast hij zich te zeggen. “Dat je dat nog moet vragen.”

Langzaam ontwikkelt zich een flinke knoop in mijn maag. Mijn hart bonkt in mijn keel. Als ik nu doorga, is er geen weg meer terug, dan is er iemand die het weet. In gedachten sta ik op de hoge duikplank. Ik verzamel moed, loop naar het puntje van de plank, haal diep adem en zet af…

“Ik wil scheiden”, gooi ik eruit.
“Scheiden?”, herhaalt hij overdonderd. “Van Ciska?”
Nerveus schiet ik in de lach. “Van Ciska, ja. Van wie anders? Ik heb maar één vrouw.”
“Maar, Vic…” Verbijsterd kijkt hij me aan. “Waarom? Ik dacht dat jullie zo gelukkig samen waren?”
“Allemaal schijn, Bernd.”
“Heb je een ander?”
Ik schud mijn hoofd. “Nee. Of eigenlijk… ja. Maar ook weer niet”, hakkel ik onsamenhangend. “Geen vrouw”, grijns ik ongemakkelijk. “Hem”, knik ik met mijn hoofd richting Manuel.
“Wat?”, spert Bernd zijn ogen open.


wordt vervolgd...

© Michael van Beek, 2016
[i]**Als je alles loslaat, heb je twee handen vrij om de toekomst te grijpen**[/i]

Gesloten