16. Vannacht leek het zo logisch
“Heb je zin om ergens wat te gaan drinken?”, vraagt Manuel terwijl hij de keycard in de gleuf steekt en de deur openduwt.
“Andere keer, oké?”, onderdruk ik een geeuw. “Ik ben moe. Het was een lange rit.”
“Kom op, man! Het is pas half tien!”
“Nee, jongen. Morgen wordt een lange dag. Ik wil nog even douchen, misschien wat TV kijken en dan slapen. Om zeven uur gaat de wekker weer.”
“Zo vroeg? Die fotograaf komt toch pas om elf uur?”
“Weet ik. Maar we kunnen al om negen uur in de kerk terecht. Ik dacht, als we dan ’s ochtends beginnen met de registratie uitzoeken, kunnen we ’s avonds, voor het concert begint, rustig aan doen.”
“Hmm, misschien kan ik dan ook maar beter niet te laat gaan slapen”, knikt hij.
“Lijkt me niet onverstandig”, beaam ik. “Half acht ontbijten?”
“Is goed. Welterusten voor straks.”
Ik glimlach. “Jij ook.”
Met een diepe zucht duw ik deur achter me dicht en leg mijn koffer op het kleine bureautje. Pfff, het ergste zit erop, zes uur lang met hem in een auto en doen alsof hij me koud laat…
De hele reis kostte het me de grootste moeite mijn aandacht bij het verkeer te houden. Telkens weer betrapte ik mezelf erop dat ik glimlachend weg zat te dromen bij de gedachte aan hem. God, wat wil ik hem graag tegen me aan voelen…
Manuel had niks in de gaten. Opgewonden pratend zat hij naast me, vroeg belangstellend hoe onze trouwdag was geweest en wilde natuurlijk weten wat Ciska van het kettinkje vond. Ik was erop voorbereid, had een antwoord klaar en vertelde dat ik het thuis in de binnenzak van mijn andere jasje had laten zitten en uiteindelijk maar besloten had het voor een andere gelegenheid te bewaren.
Verbaasd had hij zijn hoofd geschud. “Hoe kun je zoiets nou vergeten?”
Tja, ik kon hem toch moeilijk vertellen dat ik het bewust niet gegeven heb omdat hij me zo bezighoudt?
In gedachten verzonken, leg ik de kledinghoes met concertkleding op het bed en rits hem open.
“Shit, nee hè?” Verbaasd haal ik Manuel’s pak tevoorschijn. “Heb ik nou… Nee… die van mij lag toch boven op? Of niet? Goed, even ruilen dan maar.”
“Manuel”, wil ik op de deur kloppen als die plotseling opengetrokken wordt en Manuel met een vaart tegen me aan botst.
In een reflex pak ik hem vast. Geschrokken kijk ik op, recht in zijn mooie, donkere ogen die op me neer kijken. Mijn hart mist een slag. Een fractie van een seconde ben ik ervan overtuigd dat hij me gaat kussen. Prompt word ik overspoeld door een golf van opwinding.
Verschrikt duw ik hem van me af als ik me realiseer wat het is dat ik, door de stugge stof van zijn spijkerbroek heen, tegen mijn groeiende erectie voel.
“Sorry”, stamel ik. “Ik…” In paniek gris ik de hoes uit zijn handen en geef hem de zijne.
“Rustig, man. Er is toch niks aan de hand? Zoiets kan de beste overkomen”, lacht hij.
***
“Oh God”, kreun in getergd. Met gesloten ogen leun ik tegen de deur, de kledinghoes met mijn pak erin nog in mijn hand. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik doe mijn best mijn ademhaling onder controle te krijgen maar het wil niet lukken.
Hij werd hard, verdorie! Het zweet breekt me uit. Het kan niet anders dan dat hij de mijne ook gevoeld heeft. Shit, als dat zo is, denkt hij vast dat ik…
‘Maak je niet zo druk, Vic’, fluistert het stemmetje in mijn hoofd. ‘Geniet er gewoon van, hij snapt heus wel dat niemand het mag weten.’
“Hou op!”, foeter ik. ‘Ik gá Ciska niet bedriegen! Waar zie je me voor aan?”
Opgefokt rits ik de kledinghoes open, haal mijn pak eruit en hang het in de kast. “Bovendien, wat moet die jongen met mij? Ik heb hem toch niks te bieden? Ik ben getrouwd!”
‘Nou en? Dat maakte jou vroeger toch ook niks uit?’, gaat het stemmetje onverstoorbaar verder. ‘Het is maar seks, Vic. Wat is daar nou zo erg aan? Kom op, man, maak er niet zo’n probleem van. Doe het nou maar!’
Heel even aarzel ik maar dan schud ik resoluut mijn hoofd. “Niks ervan, ik ga er niet aan toegeven. Dan ben ik geen haar beter dan een vent die zijn vrouw met een andere vrouw bedriegt!”
Vastberaden pak ik mijn laptoptas en wil mijn MacBook eruit halen.
“Nee, eerst douchen, dan lekker in bed kruipen en wat afleiding zoeken”, dwing ik mezelf niet meteen toe te geven aan mijn opgekropte seksuele verlangens.
Tevreden, omdat ik mezelf weer in de hand heb, doe ik de gordijnen dicht en kleed me uit. Mijn piemel hangt groot en zwaar tussen mijn benen. Heel bewust negeer ik het lichte kloppen in mijn eikel en probeer mijn erectie te onderdrukken.
“Zelfbeheersing, Vic. Daar gaat het om. Denk aan Ciska en de kinderen. Die wil je niet kwijt.”
Glimlachend loop ik de badkamer in, zet de douche aan, stap eronder en begin me in te zepen. Nee, ik ga geen domme dingen doen. Ik zal haar zo nog even bellen. Haar stem horen, dat zal me goed doen.
Ineens wordt aan de andere kant van de muur een kraan opengedraaid. Abrupt word ik uit mijn overpeinzingen gehaald. Kraan? Douche?
Manuel… Van het één op het andere moment bonkt mijn hart opnieuw in mijn keel. In gedachten zie ik hem staan. Naakt… Nat… Zo dichtbij… Ik kreun. Als die muur er eens niet zou zijn…
Terwijl ik mijn voorhuid naar achteren schuif om mijn eikel te wassen, sluit ik mijn ogen en leun tegen de douchewand. Traag schuif ik het velletje een paar keer heen en weer. Owh… Als hij dat eens zou doen… Opnieuw kreun ik.
“Verdorie, Vic, ophouden! Voed dit nou niet!”, foeter ik als tot me doordringt waar ik mee bezig ben. “Kappen hiermee. Douchen en dan online. Niet aan hem denken.” Beschaamd laat ik mijn inmiddels volle erectie los en draai de kraan dicht.
Adrenaline raast door mijn lijf als ik even later een flink stuk wc papier van de rol trek en het flesje olijfolie, dat ik vorige week stiekem bij de supermarkt heb gekocht, uit mijn toilettas pak. Poedelnaakt, en met een stijve van heb ik jou daar, loop ik de badkamer uit. Opgewonden leg ik alles op het nachtkastje.
Wifi. Zoekend kijk ik om me heen. Op het tafeltje voor het raam ligt een brochure van het hotel. Haastig blader ik er doorheen. Wekservice, roomservice, wasserij, TV kanalen en, ah, het wifi wachtwoord! Mooi.
Ongeduldig rits ik mijn laptoptas open, trek mijn MacBook eruit en installeer me op bed. Mijn kloppende paal ligt vol verwachting op mijn buik.
Met trillende vingers klap ik de laptop open.
“What the fuck!” Overdonderd staar ik naar het strookje papier dat onmiskenbaar boven het toetsenbord is geplakt. Prompt zakt mijn erectie af.
Nogmaals lees ik de tekst die erop staat.
‘Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten.’ Galaten 5:16.
“Wel potverdorie! Nou moet het niet mooier worden! Wat flikt ze me nou? Hier heb ik dus echt geen zin in!” Boos pak ik mijn telefoon.
“Waar ben jij mee bezig?”, val ik met de deur in huis als ze opneemt.
“Wat bedoel je?”, reageert ze, alsof ze niet weet wat ik bedoel.
“Doe niet zo onschuldig”, reageer ik verontwaardigd. “Wat moet die jongen wel niet denken als hij die tekst ziet? Dat ik één of andere oversekste idioot ben? Denk jij wel eens na voor je wat doet? Ik dacht dat wij het zo goed hadden de laatste tijd? Waarom vertrouw je me dan niet?”, gooi ik eruit.
“Vic, ik…”
“Mens, denk toch eens na!”, geef ik haar geen kans uit te praten. “Als je maar weet dat ik die tekst eraf haal!”
“Sorry”, klinkt het timide aan de andere kant. “Ik dacht… Ik… Omdat het net zo goed gaat… Ik weet heus wel hoe moeilijk het voor je is en toen dacht ik… Ik wou je echt alleen maar helpen”, verontschuldigt ze zich.
“We hebben het er wel over als ik weer thuis ben.” Boos kap ik haar af en hang op.
Woedend ijsbeer ik door de kamer. Wat wil ze nou eigenlijk? Dat ik me in zijn armen stort? Ik moet toch wat om hem uit mijn kop te krijgen?
Pisnijdig trek ik de minibar open en pak een flesje whisky. In één teug giet ik het naar binnen, installeer me weer op bed en trek mijn laptop naar me toe. Kwaad scheur ik de bijbeltekst eraf en zet de wifi verbinding op.
Wat denkt ze wel niet? Dat ik niet online ga door die tekst? Nou, mooi wel! Ik ben geen klein kind, ik weet heus wel waar ik mee bezig ben!
Met een verbeten gezicht type ik het adres in van een site waar ik vroeger vaak kwam en klik een filmpje aan. Twee jongen die elkaar in stadje negenzestig pijpen.
Het moet echt afgelopen zijn met die flauwekul! Ze is verdorie geen steek beter dan mijn vader! Alles moet op haar manier, alles wil ze sturen en in de gaten houden.
Driftig klik ik een ander filmpje aan. Twee neukende mannen op een bank.
Geen greintje vertrouwen heeft ze in me. Ik doe het toch alleen maar voor haar? En ik wilde het sowieso al vertellen als we weer thuis zijn.
Gefrustreerd klap ik een half uur later mijn laptop dicht. Dit heeft geen zin. Mijn piemel ligt nog steeds slap tegen mijn been. Is ze niet eens hier, krijg ik hem nog niet omhoog door dat stomme gezeur van haar!
Zuchtend knip ik het licht uit en kruip onder het dekbed.
Onrustig lig ik te draaien. Zou hij nu ook in bed liggen? Gespannen spits ik mijn oren. Prompt begint mijn piemel te groeien.
“Shit! Nu wel, hè? Houdt dit nou nooit op?” Geïrriteerd kom ik overeind en doe het licht aan.
‘Geef er nou maar aan toe, Victor’, spoort het stemmetje in mijn hoofd me aan. ‘Wat maakt het uit of je over onbekende mannen fantaseert of over hem? Goeie kans dat ze sowieso niet gelooft dat je het alleen bij porno wilt laten.’
Een diepe frons verschijnt in mijn voorhoofd. Is dat zo? Waarschijnlijk wel… Ze vertrouwt me nu al niet, laat staan dat ze me vertrouwt als ik haar vertel dat ik een uitlaatklep voor mijn homoseksuele gevoelens nodig heb! Ze zal beslist denken dat ik meer wil.
Ik bijt op mijn lip. Heeft ze eigenlijk niet gewoon gelijk? Als ik heel eerlijk bent, wil ik toch niks liever dan toegeven aan mijn verlangens? Waarom vertel ik haar dat dan niet? Misschien begrijpt ze het wel.
Maar wat als ze het niet begrijpt? Wat als ze niet met me verder wil? Ik wil haar en de kinderen toch niet kwijt?
‘Wat wil je dan, Vic? Je hele leven blijven knokken tegen een verlangen dat nooit weggaat?’, bemoeit het stemmetje zich er weer mee.
“Nee”, schud ik resoluut mijn hoofd. “Dat wil ik ook niet. Dat kan ik niet meer. Niet sinds ik hem ken.”
Zuchtend sta ik op en pak nog een flesje whisky uit de minibar.
***
“Vic? Ben je al wakker?”, wordt er op de deur geklopt.
Verschrikt schiet ik overeind. “Ahh”, grijp ik naar mijn hoofd. “Momentje, ik kom eraan.” Snel schiet ik in mijn broek, grijp een strip paracetamol uit mijn koffer en open de deur.
“Man, wat zie jij eruit!”, brengt Manuel geschrokken uit als ik hem binnenlaat. Razendsnel flitsen zijn ogen langs mijn ontblote bovenlijf.
“En bedankt voor het compliment”, reageer ik knorrig.
“Slecht geslapen? Je ziet eruit alsof er een trein over je heen gereden is.”
“Zo voel ik me ook ongeveer”, zucht ik, mezelf realiserend dat ik het grootste deel van de nacht heb liggen piekeren.
Hoofdschuddend kijkt hij me aan. “Zo kun jij toch niet op de foto? Ik zie het al staan in de bladen: ‘Zware nacht voor Victor Bos en zijn nieuwe registrant’, kopt hij het artikel. “Daar krijg je praatjes van”, grinnikt hij.
Smekend kijk ik hem aan. “Alsjeblieft Manuel, geen geintjes vandaag. Ik kan er even niet tegen, oké?”
“Sorry”, verontschuldigt hij zich. “Ik zeg al niks meer. Maar serieus, hoe krijgen we jou gefatsoeneerd voor die shoot? Dit kan echt niet! Heb je jezelf al in de spiegel gezien?”
“Als ik maar een beetje zou kunnen ontspannen, dan zou die hoofdpijn misschien weggaan”, zucht ik. “Maar goed, dit zal ook wel helpen”, druk ik twee paracetamolletjes uit de strip en vul een glas water.
Terwijl ik de pilletjes naar binnen werk, kijkt Manuel me nadenkend aan. “Oké”, wijst hij ineens naar mijn bed. “Ga maar liggen, dan geef ik je een ontspanningsmassage.”
“Een wat?”, piep ik. Oh God, dat gaat nooit goed! Koppijn of niet, ik word geheid bloedgeil van zijn zachte, warme handen op mijn blote huid. En dan? Wat als hij dat merkt en erop reageert?
Het zweet breekt me uit, mijn slapen bonken. Vannacht leek het allemaal zo logisch. Maar vannacht was ik kwaad op Ciska en bovendien had ik wat gedronken…
wordt vervolgd...
© Michael van Beek, 2015
Aan de andere kant... Deel 16
Aan de andere kant... Deel 16
[i]**Als je alles loslaat, heb je twee handen vrij om de toekomst te grijpen**[/i]