Ronald en Ruben dl.4

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Torenvalk
Berichten: 57
Lid geworden op: za 20 jun 2009, 01:22

Ronald en Ruben dl.4

Bericht door Torenvalk » zo 02 aug 2015, 06:58

Ronald en Ruben dl. 4

Nadat ze enigszins bekomen waren van alle commotie besloten de beide jongens eerst Klaus aan de tand te voelen voor ze de leiding van het park zouden inlichten. Ze wilden ook niet hals over kop te werk gaan en besloten te wachten tot zich een geschikt moment zou voordoen om Klaus de oren te wassen.
Ze hadden zich buiten op het terras geïnstalleerd en genoten van het prachtige weer. Het was erg rustig. De meesten gasten waren naar het strand.
"Het lijkt wel of we het hele park voor ons alleen hebben." Ronald keek tevreden rond.
"Lekker, als we nu maar niet gestoord worden," zei Ruben.
"Zeg dat nu niet Ru, het is de goden verzoeken. Dadelijk verschijnt er iemand op het terras."
Ruben dreigde: "die zet ik dan eigenhandig buiten de deur."
"Dat hoop ik toch niet," hoorden ze een stem op het terras zeggen.
Als door een wesp gestoken vloog Ru overeind en snauwde woest : "O nee? Moet jij eens zien. Hoe durf jij je nog te vertonen. Ik sla je van het terras. Vooruit opgesodemieterd."
Klaus, want die was het, meende dat het een geintje van Ruben was, maar toen die boos op hem afkwam, begreep hij dat hij te ver was gegaan. Hij maakte zich onmiddellijk uit de voeten.
Ronald had met stijgende verbazing zitten kijken. Zo had hij zijn vriend nog nooit meegemaakt. Hij schrok ervan Ruben zo tekeer te horen gaan. Ruben die doorgaans de rust zelve was.
"Nu heb je hem wel weggejaagd en we hadden afgesproken dat we eerst naar zijn uitleg zouden luisteren en die kans heb je voorbij laten gaan."
"Je hebt helemaal gelijk," zei Ru schuldbewust, "sorry maar ik werd ook zo kwaad. Dat hij de moed had weer zomaar binnen te vallen. Ik dacht eigenlijk dat het personeel geen contacten mocht leggen met de vakantiegangers op het park. Dus is hij al aardig over de schreef gegaan."
Ronald antwoordde gevat: "Als jij dat zo goed wist waarom ben je dan gisterenavond op zijn uitnodiging ingegaan om samen te gaan eten?"
Ruben kreeg een kleur en stond met zijn mond vol tanden. Hij stamelde wat onverstaanbaars en verdween naar binnen. Ronald genoot ervan dat hij zijn vriend ook eens een keer te pakken had.
Hij draaide zijn stoel wat meer naar de zon en sloot zijn ogen.

Hij hoorde lawaai en geschreeuw? Voorzichtig keek hij door de spleetjes van zijn ogen. Wat hij zag, verbaasde hem zo, dat hij zijn ogen wijd open sperden. Een blote Ruben rende met een stok achter een eveneens blote Klaus en sloeg hem waar hij hem maar raken kon. Ze schreeuwden van alles naar elkaar, maar hoe Ronald zich ook inspande, hij zag wel hun lippen bewegen maar verstond niet wat zij zeiden.
Hij riep: "Hou op, zijn jullie gek geworden?" Er kwam geen geluid over Ronalds lippen. Hij probeerde het nog een keer maar tevergeefs, zijn stem was weg. Hij wilde opstaan en naar hen toelopen maar het lukte hem niet uit zijn stoel te komen, het was of hij aan de stoel vastgeplakt was. Er zat niets anders op dan lijdzaam toe te kijken. Ruben had zijn stok weggegooid en pakte nu een emmer vol water. Hij liep op Klaus af, die zich achter de stoel van Ronald verschanst had en keerde de emmer om. Het was niet Klaus die de volle laag kreeg maar Ro.
Met een verschrikte kreet, sprong hij uit zijn stoel omhoog.
"Waarom doe je dat?" vroeg hij boos aan Ruben, die hem angstig aan stond te kijken.
"Voel jij je wel goed?"
Ruben haastte zich uitleg te geven: "Ik ben me rot geschrokken. Toen ik terugkwam op het terras leek het of je in slaap was gevallen en een nare droom had. Je maakte allerlei spastische bewegingen en ik wilde je wakker maken. Maar wat ik ook deed, ik kreeg je niet bij je positieven. Het was alsof je in een andere wereld te verkeerde. Ten einde raad besloot ik een emmer koud water over je heen te gooien en dat hielp. Shit, ik dacht dat je in hypnose was en dat je niet meer wakker zou worden. Ik heb je zelfs een paar klappen gegeven om je weer bij te krijgen. Weet je Ro, het deed me denken aan gisteren in de duinen, toen je ook helemaal van de wereld was en wij aan een lichte zonnesteek dachten."
Ronald had stil naar Ruben zitten luisteren. Hij zag plotseling allerlei onverklaarbare gebeurtenissen van de laatste weken als een film aan zich voorbij trekken.
"Ik was waarschijnlijk wat oververmoeid en ben in slaap gevallen. Ik was heel ver weg. Ik weet dat ik verschrikkelijk raar droomde. Jij zat in je blootje Klaus, die ook in zijn nakie liep, achterna. Jij had een stok waar je hem telkens mee sloeg. Ik probeerde jullie op te laten houden, maar ik kreeg geen geluid over mijn lippen en ik werd wakker van je emmer water. Dus lieverd als het nogmaals gebeurt, weet je wat je moet doen," lachte hij zijn eigen schrik weg.
Ja je praat er zo makkelijk over heen. Ik vraag me echter af waarom jij zomaar, tot twee keer toe, compleet van de wereld bent.
Ronald liep naar Ruben, pakte hem beet en drukte zijn lief tegen zich aan er niet aan denkend dat hij kletsnat was. Ru gaf een gil en riep: "Shit, wat koud." Hij pakte Ronald bij de hand: "Kom, eerst een warme douche en droge kleren."
Samen verdwenen ze in de bungalow.
"Wacht, ik doe de boel op slot. We hebben geen pottenkijkers nodig."

"Wat gaan we vanmiddag doen?" vroeg Ronald een uurtje later, toen ze al weer lang en breed genoten van hun terras. Na de douche hadden ze koffie gedronken en zitten praten over van alles en nog wat maar angstvallig het gebeurde vermeden. Niemand was hen komen storen en nu was het zaak een leuke invulling voor de middag te bedenken. Volgens de weerberichten zou het nogal bewolkt worden met flinke kans op een stortbui.
Het zou dus een indoor activiteit moeten zijn.
"Wat vind je van een museumbezoek? Niet ver hier vandaan ligt een museum met een
grote collectie magisch realistisch werk." Ruben keek Ro vragend aan.
"Ik wil daar al heel lang naar toe," zei Ronald enthousiast.
"Dan doen we dat," en Ruben liep naar binnen om vast de spullen te pakken die mee moesten.

Hoe dichter ze bij het museum kwamen, hoe meer ze onder de indruk van de enorme Jugendstil gevel raakten. Het was een imposant gebouw. Er waren niet veel bezoekers.
"We treffen het dat het niet druk is," fluisterde Ruben toen ze naar binnen gingen.
In de grote inkomst hal gaven zij hun spullen af bij de garderobe en kregen ieder een muntje met nummer. Ronald zag dat hij hetzelfde getal had als zijn leeftijd: 17
Hij stootte Ruben aan en liet zijn munt zien: "Ook toevallig hè?"
Ruben keek hem niet begrijpend aan.
"Kijk het nummer van mijn munt is mijn leeftijd, ook toevallig niet?" vroeg Ronald.
"Dat is stom toeval"
"Laat jouw nummer dan eens zien?"
Zuchtend haalde Ru zijn garderobe munt uit zijn broekzak: 17
"Shit, ik heb hetzelfde nummer als jij.
"Dat is ook vreemd, we leveren onafhankelijk van elkaar onze eigendommen in maar krijgen toch een zelfde nummer. Ik ga eens vragen hoe dat zit," zei Ronald.
"Vooruit lieverd, houd eens op met zeuren. Wat maakt het jou uit wat voor een nummer wij hebben, als wij straks maar onze eigen spullen terug krijgen. Kom, we gaan aan de rondgang beginnen." Ronald stribbelde nog wat tegen maar liep toen gedwee achter Ru aan.

Pijlen gaven de looprichting aan. Bij de eerst pijl moesten ze meteen een keuze maken. Links lag de zaal van Salvador Dali en rechts leidde de gang naar René Margritte. Zij sloegen rechtsaf, betraden de eerste zaal en bewonderden de schilderijen van Margritte, die zijn geschilderde figuren en voorwerpen tegen een magische achtergrond plaatste. Vooral het bekende schilderij van de man met de bolhoed en de groene appel had een grote aantrekkingskracht op Ronald. Hij wist dat er een poster was van dit schilderij. Misschien koop ik de poster 'The Son of man' wel," zei Ronald. De bolhoed en de groene appel fascineren me mateloos."

Nog vol met indrukken van de schitterende schilderijen, liepen ze naar de volgende zaal.
Ze betraden een ruimte met uitsluitend werk van de Nederlandse kunstschilder Carel
Willink en waren onder de indruk van de enorme doeken van Willink, de belangrijkste Nederlandse schilder van het magisch realisme. Zijn werken hadden door licht, kleur, vorm en diepte een vervreemdende sfeer. Het leek of ze in een andere wereld verkeerden. Vooral Ronald huiverde bij het zien van sommige schilderijen.

Op naar de volgende zaal.
Opnieuw moesten ze een keuze maken: Escher of Ensor? Zij kozen voor de laatste.
De tegenstelling tussen Willink en het oeuvre van James Ensor in de volgende zaal, kon niet groter zijn. Ensor zijn schilderijen, met clowneske figuren maakten evenwel diepe indruk op de vrienden.
'James Ensor wordt gezien als de belangrijkste vernieuwer van de moderne kunst in België', lazen ze onder een van de vele zelfportretten. Het was een explosie van tegenstellingen en rariteiten, uitgewerkt in carnavaleske doeken met talloze kleurige figuren en zottenkappen, kortom een kleurrijk monument van de schilder. Het leek één grote carnavalsstoet. Ook zijn zelfportretten lieten een diepe indruk na op de jongens.

Moe van het slenteren en vol met indrukken waren ze, op een van de banken voor de bezoekers, gaan zitten.
"Laten we in het restaurant wat drinken," stelde Ru voor.
"Ja lekker, ik heb er dorst van gekregen."
Het was behoorlijk druk in het restaurant maar gelukkig was er achteraan in de hoek nog een tafeltje vrij.
"Als jij vast daar gaat zitten dan haal ik wel wat."
Ro liep naar de hoek met de nog vrije plaatsen en zag Ruben in de rij bij het buffet aanschuiven. Op het tafeltje stond zoals gewoonlijk wat informatie materiaal zoals een kleine kaart, een dranken kaart en een ijzeren blokje met het nummer van het tafeltje. Shit ze zaten aan tafel 17. Ro, die erg bijgelovig was, kreeg het er nu toch warm van.
"Zijn deze stoelen soms vrij?" hoorde hij iemand vragen. Ro keek op, zag een mooie jongen naast hem staan, die hem vragend aankeek. Ro reageerde niet maar keek gebiologeerd naar het T shirt van de knaap. Het was donkerblauw met het cijfer 17 erop gedrukt. Hij keek hem verdwaasd aan. De jongen haalde zijn schouders op toen hij geen antwoord kreeg en liep weg. Intussen was Ruben met een blad met koffie en gebak bij het tafeltje aangekomen.
"Hé dromer, zou je niet eens een handje helpen?"
Ro schrok op maar was zo afwezig dat hij nog vergat dat wat Ru meegebracht had aan te pakken.
"Wie was die lekkere knul, die met jou stond te praten?" plaagde Ruben. Maar Ro gaf geen antwoord en staarde alleen maar voor zich uit tot Ruben hem een duw tegen zijn schouder gaf.
"Hè, wat, wat zeg je?" Volkomen afwezig keek Ro hem aan.
"Laat maar, niks," zei Ruben enigszins geërgerd en pakte zijn koffie.
Alsof er niets gebeurd was smulden ze beiden van de appeltaart met slagroom en reageerde Ronald weer normaal.
"Was het erg duur?" vroeg hij aan Ruben.
"Nou, in ieder geval niet goedkoop. Ik was voor twee koffie met gebak precies 17 euro kwijt."
Ro trok wit weg, weer die 17. Dit kon geen toeval zijn.
"Schrikt je daar zo van, dat is ook weer niet nodig of voel je je niet lekker lieverd?"
"Nee hoor, er is niets," haastte Ronald zich te zeggen.
Ruben nam zijn laatste slok koffie en keek naar buiten.
"Wat was er toch met zijn vriend aan de hand?" Ruben keek hem onderzoekend aan.
Zijn zin om nog verder het museum in te gaan was over en hij stelde voor om dadelijk maar weer richting het vakantiepark te gaan. Ronald knikte, sputterde niet tegen en stond al op om naar de garderobe te lopen. Ze leverde hun munten in en kregen ieder keurig hun eigendommen terug.
"Hebben de heren dit gezien?" De juffrouw van de garderobe wees op een tekst boven hun hoofden: Degene met nummer 17 krijgt zijn entree terug betaald.
"Mooi meegenomen," zei Ruben nuchter. "Dat is dan twee keer want we hebben allebei nummer 17."
"Dat is onmogelijk, ieder nummer komt maar één keer voor." De juffrouw keek hem ijzig aan.
Ruben en Roland legden triomfantelijk hun munt op de balie. De medewerkster stond met open mond te kijken: "Dat is onmogelijk," zei ze nog een keer
"Kan best zijn, maar wij krijgen twee keer ons entreegeld terug," hield Ruben aan.
"We begrijpen dat u verrast bent maar het is prima als we één keer de entree terug krijgen," zei Ronald vriendelijk.
Ruben hield wijselijk zijn mond en de juffrouw betaalde keurig eenmaal het entree geld terug.
Buiten gekomen keken ze nog een keer om naar het imposante gebouw met zijn Jugendstil gevel. In prachtige cijfers stond daar het huisnummer in verwerkt: 17
Dit keer viel het Ruben ook meteen op.


2 augustus 2015 © Torenvalk.

Gesloten