Groen licht (Deel 7)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Groen licht (Deel 7)

Bericht door Amexic » zo 21 jun 2015, 21:11

Groen licht (Deel 7)

Ik belde hem diezelfde avond niet lang nadat ik thuis kwam. Zijn moeder nam op.
'Steven!' riep ze, 'telefoon'. Hij was intussen thuis.
'Kunnen we nog eens afspreken?' Die zin verwoordde alles wat ik wilde.
'Waarom?' antwoordde hij koel. Ik smeekte hem. Ik moet erg wanhopig geklonken hebben.
We spraken af aan het station de komende zondagavond. Hij vertrok naar Gent op zondag al. Ik nam normaal pas de maandagmorgen een vroege bus.
'Vertrek je nu reeds?' vroeg mijn moeder.
'Ja, ik moet nog een cursus inkijken en die ligt op kot.' loog ik. Ik heb een hekel aan liegen.
Ik hoopte hem op de bus te zien. Geen Steven. Het wachten in het station duurde oneindig lang en mijn handen waren klam en koud.
'Hoi.' klonk het van achter mij.
'Ik had je niet zien komen.'
Ik gaf hem geen kus. Hij mij ook niet.
'Gaan we naar 't Groot Ongenoegen?'
Ik was opgelucht dat hij met me mee wilde gaan. We gingen naar hetzelfde café waar hij het uit maakte. Het plekje waar we de vorige keer zaten was bezet.
Het hoefde voor mij niet vrij te zijn.
Ik stortte een woordenvloed over hem uit: 'Ik voel wél iets voor jou. Ik kan je niet missen. De hele week heb ik aan je gedacht tot ik wanhopig werd.' Dat soort dingen liet ik op Steven los.
'Dat laat je in ieder geval nauwelijks merken. Je geeft de indruk dat je er niet voor wil gaan.'
'Ik wil er wel voor gaan.' Ik ging met hem mee naar het station en pakte zijn hand. Hij wilde de laatste trein halen.
'Je kan bij me blijven slapen.'
'Nee.' zei hij. 'Ga ik niet doen.' We stonden op het perron. Ik drukte hem tegen me aan tot ik hem moest loslaten, wilde hij zijn trein halen.
'Tot vrijdag?'
'Tot vrijdag, het gekende uur.'
De woorden klonken hard uit zijn mond. Hij maakte me blij met de strohalm 'het gekende uur' waar ik me de rest van de week aan vastklampte.
De hele week leefde ik naar het moment van zijn aankomst in het station toe. Zijn bescheiden kusje bij het weerzien maakte me blij.
'Zondag geen Chiro.' vertelde hij op de bus.
'Dan hebben we alle tijd.' besloot ik. 'Wanneer spreken we af?'
Mijn moeder vond het maar niks dat ik zondagmiddag naar mijn kot vertrok.
'Ik ben er alleen nog om je was te doen.'
' 't Is maar voor één keer. Steven heeft geen Chiro en wij gaan Antwerpen in.'
' Oh met Steven.' merkte ze op. Met propere kleren en proviand voor een paar dagen stapte ik op de bus en zette me naast Steven die plaats voor me gehouden had.
'Al gegeten?'
'Ja, een beetje te vroeg.'
We gingen niet rondhangen in de stad, het was er het weer niet voor. Ik nam Steven mee naar het caféetje waar ik met de jongens van ons kot soms kwam kaarten.
'Dag Pieter." begroette de cafébaas me.
"Hij kent je?'
'Ja dit is ons stamcafé. Mijn kot is hier vlakbij.'
We zetten ons aan een tafeltje bij het raam. In de week kon het soms druk zijn, nu zaten er een paar oude mannen aan de toog. De baas kwam de bestelling opnemen.
'Een pintje?'
'Nee, vandaag iets speciaals.'
Ze hadden hier veel soorten bier. Ik had er intussen een aantal geprobeerd.
'Geef maar een Orval.'
'En jij jongeheer...?'
'Dit is mijn vriend Steven.'
'Ik heb je hier nog nooit gezien.' zei de man.
'Ik studeer in Gent.' antwoordde Steven.
Hij bestelde hetzelfde als ik.
'Raar flesje.' Hij bekeek het buikige flesje en las het etiket.
'Dit is een trappistenbier.' besloot ik het over-koetjes-en-kalfjes gesprek.
Ik moest kleur bekennen. Ik wist best hoe afstandelijk ik me de laatste tijd had gedragen. Ik was doordrongen van de gedachte: 'Het is mijn schuld.'
Steven kreeg mijn hele verhaal te horen. Hoe ik mijn schooltijd beleefd had. Dat ik me mijn hele leven al anders gevoeld heb dan de rest; ik ben linkshandig. Mijn verliefdheid op Chris, die onbereikbaar voor me bleef op de middelbare school. De schrik dat iemand dat zou door hebben. Dat hij, Steven, toen in mijn leven verschenen was en hoe hij mijn hoofd op hol gebracht had. Mijn ouders op de achtergrond. Er zaten nog enkele biertjes tussen, ik raakte behoorlijk op dreef. Steven luisterde vooral.
Ik vertelde hoe onze vakantie me veranderd had, me de zekerheid gegeven had dat ik homo was. Dat woord sprak ik nooit eerder uit tegen iemand. Ik vertelde over de onzekerheid die zijn uit de kast komen bij mij veroorzaakt had. Over hoe ik me schaamde tegenover zijn ouders al was daar geen reden toe.
Ik wilde geen lessen missen. Ik wilde er door geraken. 't Was niet dat hij niet welkom was geweest op mijn kot. De angst die ik had gehad dat mijn kotgenoten zouden te weten komen dat ik homo was...
Alles wat ik nog nooit gezegd had, passeerde de revue.
'Sorry', zei ik, ' ik ben een moeilijk geval. Bij jou gaat alles gemakkelijk. Jij vertelt het je ouders en floeps, alles komt in orde. en ik, ik durf niets.'
'Ik ben alleen maar je vriend.' antwoordde Steven, ' Ik ben niet groter of sterker dan jij. Ik heb het ook niet gemakkelijk gehad, al denk je dat. Maar je bent zo gesloten. dat maakt het zo moeilijk.Het spijt me dat ik je in de steek heb gelaten.'
We praatten de hele namiddag vol en dronken aan een gezapig tempo. Ik ben geen grote drinker. Ik wil altijd de controle over mezelf houden dus hou ik er niet van me te laten gaan. Maar zonder alcohol zou het me nooit gelukt zijn mijn ziel zo bloot te geven, binnenmens die ik ben. Tenslotte stonden we allebei op straat, redelijk in de wind.
'Ik heb goesting in een vettige friet.' stelde Steven vast.
'We gaan eerst naar mijn kot, dan kan ik mijn baggage dumpen.' We werden verwelkomd door Johan.
' Ho,wat ben je vroeg. Ik ben blij dat ik mensen zie. Sinds vrijdag sprak ik geen kat meer.'
Johan's ouders waren gescheiden. Zijn kot beschouwde hij een beetje als zijn thuis. Soms wist ik, bleef hij het weekend daar in plaats van naar één van zijn ouders te versassen.
'Dit is mijn vriend Steven', stelde ik Steven voor. 'Ik laat hem de stad eens zien.'
'Ik ging net de spaghetti in het water gooien. Eten jullie mee? Dan gaat het hele pak er in. Maar saus voor ons met drie zal krap te zijn.'
'Ik eet rode kolen.' zei ik 'Of is iemand kandidaat?' Mijn moeder had een portie rode kolen meegeven met worst en patatten.
'Ik wil wel.' zei Steven.'
'Gelukkig,' besloot ik, 'want het is de overschot van deze middag. Ik heb mijn portie al binnen.'
Johan verslikte zich in zijn spaghetti. We waren moppen beginnen tappen tijdens het eten.
'Zin om nog iets te gaan drinken?' stelde Johan voor.
'Zullen we niet eerst de afwas doen?'
'Doe ik straks wel.' Ik spoelde toch de borden af zodat de restjes niet konden vastklitten. We hadden beter ineens afgewassen.
'Zijn jullie der weer.' stelde de cafébaas vast. We dronken twee pintjes én een colaatje, drie zou echt te veel geweest zijn en begaven ons terug naar mijn kot. Johan trok zich op zijn kamer terug en ik nam Steven mee naar binnen op mijn kleine kamertje waar zijn tas nog stond. Ik kuste hem stevig, niet vluchtig zoals de laatste tijd het geval geweest was.
'Blijf je slapen?'
Hij keek naar mijn bed.
'Smal geval. Ik kan morgen een vroege trein nemen.' Hij zette zich op mijn bed en veerde enkele keren op en neer. 'Gaat lukken. Slaap jij op de grond?'
'Dat had je misschien gewild! Je mag gebruik maken van alle faciliteiten. De douche en de WC is beneden. Je vindt de weg wel hé.'
Hij diepte terstond een handdoek op uit zijn tas en ik gaf hem een fles shampoo. Terwijl hij beneden zijn ding deed, friste ik me op aan de lavabo, gemakkelijkheidshalve. Hij klopte wat later op de deur. Ik had intussen mijn pyjama aangetrokken en stond me in te zepen om me te scheren.
'Heb je je vanmorgen niet geschoren?'
'Jawel, maar ik wil niet prikken.'
'Gaan we zo vroeg al slapen?'
'Gaan we er dan nog nog eentje drinken?'
'Natuurlijk niet.'
Ik presenteerde Steven mijn Gilettemesje: 'Jij ook?' Hij nam het aan, schoor zijn dagstoppels terwijl ik plaats opeiste om mijn tanden te poetsen.
'Als je niet vies van me bent, mag je mijn tandenborstel gebruiken.'
'Wablief?'
Ik articuleerde de zin opnieuw met m'n tazndenborstel in de mond.
Terwijl hij even later zijn tanden poetste, lag ik in bed in mijn flanellen pyjama op hem te wachten.
'Gaan we echt al slapen?'
'Proberen. Gewoon naast mij komen liggen en we zullen zien.'
Ik had het deken over me heen getrokken terwijl Steven zich uitkleedde. Zijn kleren plooide hij netjes op en legde ze op tafel.
Enkel zijn onderbroek hield hij aan. Ik kreeg het er warm van en knelde mijn piemel tussen mijn benen.
'Doe jij het licht uit? De schakelaar zit naast de deur. Een nachtlampje heb ik niet.'
Het dakvenster liet te weinig licht door om Steven zijn weg te zien zoeken. Ik had plaats voor hem gemaakt en het deken opengelegd. Het deken trok ik over ons. Met mijn arm over hem heen trok ik hem lekker dicht tegen me aan. Ik herkende mijn shampoo in de zoete geur van zijn haren.
'Van in de lagere school val ik op jongens. Ik worstelde niet om te winnen maar om het contact met de jongens compleet onwetend wat dat betekende.' zei ik. 'Sinds ik jou ken ben ik helemaal zeker.'
Een gezonde spanning die me niet overheerste verhelderde mijn benevelde geest. We keuvelden lekker over onze jeugd. Met een suggestief rukje aan mijn pyjamavest gaf Steven aan dat hij die uit wilde. Na wat geschuifel lukte het me liggend om ze over mijn hoofd te torsen. Mijn piemel ontsnapte van tussen mijn benen en klaar voor de start werd hij onmiddellijk hard.
'Heb jij ooit een vriendje gehad?'
'Nee.' antwoordde ik verrast.
'Jij?'
'Niet echt.'
'Dus toch wel eigenlijk?'
'Eerst werd ik hopeloos verliefd op een ontzettend knappe jongen die een jaar hoger zat. Er is nooit iets van gekomen want ik durfde zelfs geen gesprek met hem aanknopen. Mijn gevoelens voor hem zijn langzaamaan overgegaan toen ik besefte dat dit mijn type niet was. In het vijfde werd het serieuzer. Met een goede vriend, klasgenoot is het tot aanraken gekomen. Een arm strelen en zo. Hij liet dat toe, beantwoordde dat zelfs. Hij gaf me de illusie dat ik verder mocht gaan. Ik droomde er op los. Op een bepaald moment duwde hij me weg met de boodschap: 'Ik ben zo niet.' Ik was er kapot van. Ik smeekte hem het niet verder te vertellen. Aan die belofte heeft hij zich gelukkig gehouden. Sindsdien gedroeg hij zich koel tegen me. Toen jij de laatste tijd afstandelijk tegen me begon te doen, dacht ik dat het tussen ons ook niets werd. Misschien had de sfeer je tijdens onze vakantie over de streep getrokken, een vakantieliefde, dacht ik. Misschien had je geëxperimenteerd.
Dan kon ik het je beter zelf zeggen vond ik, voor jij me het deksel op de neus gaf... Sorry, ik heb je pijn gedaan hé.'
Ik begreep hem helemaal.
Steven draaide zich plots naar me toe en zijn blinde zoen kwam op mijn neus terecht. Zijn hand vond zonder aarzelen mijn piemel en we lagen snel daarna naakt.
'Heb jij iets om het proper te houden?.
'Er liggen zakdoeken of washandjes in de kast.'
Steven stond op en knipte het licht aan. Hij stond onbeschaamd in de kast te turen. Zelf zou ik nog een aantal maanden tijd nodig hebben om niet meer die belachelijke drang te moeten onderdrukken mijn handen voor m'n edele delen te houden in dit soort situaties. Steven stond gewoon in in mijn kast te kijken met zijn eikel als derde oog alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was.
'Zie je ze niet? Vlak voor je. Ze bijten bijna.'
De aanblik van zijn geslacht dat fier naar voren priemde en het besef dat ik hem in die toestand bracht, wonden me op. Ik ben geen piemelfanaat. Zijn ronde poepje en die slanke benen bekoorden me meer. Steven behoorde niet tot het type 'struise kerel'. Maar de natuur en daarbovenop zijn sportiviteit hadden hem voorzien van een heerlijk poepje en dat aardig stel benen.
Hij vond washandjes.
'Deze?'
'Ja. Je bent een slechte zoeker.'
'Licht aan of uit?'
'Doe maar uit.'
Zijn huid voelde fris aan toen hij terug tegen me aankroop.
In de gang kraakte een sleutel luid in het slot. Ik schrok maar besefte dat niemand van ons afwist.
'Dat is Filip.' zei ik zachtjes in Stevens' oor. Filip bezette de kamer tegenover mij. We bleven een tijdje roerloos liggen voor we verder genoten van elkaar. De washandjes kwamen van pas.
'Ik ga even plassen.'
'Je kan hier in de lavabo, doe ik soms ook.' fluisterde ik.
'Dat is vies, ik ga wel beneden.'
'Als je goed naspoelt is het proper.' probeerde ik nog. Maar ik voelde me betrapt en kreeg het schaamrood op de wangen. Steven verdween naar het toilet terwijl ik de twee washandjes zo goed mogelijk uitwaste.
Ging dat beter met koud of warm water? Ik spoot wat shampoo in de twee washandjes en vergeleek het resultaat.
Slapen met twee in zo'n klein bed zou moeilijk zijn ook zonder de aanwezigheid van Steven in beschouwing te nemen.
Zonder ontbijt vertrok Steven in alle vroegte. Hij sloop zo stil mogelijk de trap af. Ik nestelde me nog een paar uur zalig in bed, eindelijk rust.
'Je hebt post.' .... Luc gooide een brief binnen toen ik woensdagavond van de les binnenkwam. 'Een brief van je lief.' Er stond geen afzender op de achterkant, enkel, met rode balpen, een klein hartje. Luc had het hartje zeker opgemerkt, niet erg, er stond geen naam bij. Ik kreeg nooit post op kot.
'Toen ik jou voor het eerst zag...' begon de brief die drie A4's in beslag nam. Ik had nooit beseft dat ik Stevens aandacht van in het begin getrokken had. Een mens bekijkt de wereld in de eerste plaats door zijn eigen bril!
En ik die dacht dat Steven het gemakkelijk had en ik moeilijk... Ik las de brief verschillende malen na elkaar en voor ik ging slapen nogmaals.
'Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij. Ik ben maar je vriend op je weg al een heel jaar lang. En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet: je hoeft nooit alleen te vechten of te huilen want ik wil je vriend zijn op jouw weg.' Hij sprak die gedachte een paar dagen tevoren uit maar op papier herlas ik het nog en nog en nog...
Deze eerste van een hele reeks romantische brieven bewaar ik voor eeuwig in mijn nachtkastje verstopt onder een aantal attributen die zich in de meeste nachtkastjes ophopen, in de loop der jaren. De andere brieven heb ik weggegooid.
'Tot vrijdag (én zaterdag?')' besloot hij de brief.
De hele week voelde ik me prima. Ik ging een keer niet volleyballen op zaterdag maar at bij Steven thuis. Hij hoefde geen moeite te doen om me een keer de volleybalwedstrijd te laten annuleren.
'Dag Pieter, lang geleden dat je nog eens bij ons kwam' zei z'n moeder, ' Onze Steven heeft het moeilijk gehad de laatste tijd. Ik ben blij dat alles terug in orde is.'
'Mamaa... 't Is genoeg.' onderbrak Steven haar. De sfeer zat goed. Ik zou er voor gaan had ik besloten. Ik wilde hem nooit meer verliezen.
Ik had mijn lesje geleerd.

Gesloten