VAKANTIE 2002 - Hoofdstuk 10

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VAKANTIE 2002 - Hoofdstuk 10

Bericht door Lucky Eye » wo 10 jun 2015, 19:31

VAKANTIE 2002

Een verhaal van Lucky Eye

Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 10

Maandag 29 juli 2002:
Het was al maandag toen we iets na drie uur thuiskwamen en meteen … wist je het al? Inderdaad … meteen ging het licht bij Kens ouders aan. De jongen slaakte een vloek van machteloosheid en ik kon ik me zijn teleurstelling heel goed voorstellen. Hij pakte mijn hand beet en drukte er een kusje op.

“Ik zal maar gaan. Anders vragen ze zich nog af waarom we zo lang in de auto blijven zitten.”

“Geef ze nog wat tijd, Ken. Ik zal er met je vader over praten. We moeten denk ik maar iets anders gaan bedenken. Dit werkt niet echt.” We stapten uit en wensten elkaar een goede nachtrust voor zover er nog iets van de nacht over was.

Waarschijnlijk had ik aan weinig slaap genoeg die nacht want opnieuw was ik vroeg wakker. Ik stopte de kleren die ik gisteravond gedragen had meteen bij de vuile was want ze stonken een uur in de wind. Gatverdamme, wat een vieze gewoonte was dat roken eigenlijk toch! Ik douchte me en kleedde me aan. Daarna werkte ik mijn ontbijt naar binnen en terwijl ik nog zat te lepelen zag ik Jans gezicht voor mijn zijraampje. Hij gebaarde of hij binnen mocht komen. Ik opende de deur voor hem en liep terug naar mijn bak met yoghurt en fruit. Hij ging naast me zitten.

“Sorry hoor, maar we konden beiden weer niet slapen en als je dan een auto hoort, ben je meteen helemaal wakker.”

“Maar had dan toch het licht uitgelaten?”

“Nee, dat konden we niet. We moesten weten dat hij veilig en wel weer terug was. Snap je het?”

“Ik snap het wel van jullie kant maar heb ook voor de tweede keer de teleurstelling op zijn gezicht gezien en dat is niet echt prettig.”

“Dat kan ik me ook voorstellen maar hoe kunnen we dit nou voorkomen?”

“Woensdag ben ik van plan om weer naar Slenaken te gaan en dan zou Ken best nadien bij mij kunnen blijven slapen. Jullie horen ons dan wel thuiskomen maar zullen dan wellicht niet de neiging hebben om het licht aan te doen en hem binnen te laten. Is dat misschien een idee?”

“Maar heb jij slaapplaats genoeg hier dan?”

“Kom, ik zal het je laten zien.” Ik ging hem voor de trap op en liet hem het kleine kamertje zien dat ik niet gebruikte. “Als hij hier zijn bed ’s middags opmaakt, kan hij hier net zo goed slapen als bij jullie.” Jan dacht na en nam er de tijd voor.

“Oké, dan moeten we het zo maar doen. Ik wil hem ook het gevoel geven dat we niet zo bezorgd zijn. Dat we hem vertrouwen. Dat heeft hij gewoon nodig.” Zo spraken we dus af.

Toen Ken eindelijk weer tot de levenden behoorde, ging ik met hem naar Oostmaarland. Daar is bij de Maas een mooi strand aangelegd. De hele dag bleven we daar. We lagen in de zon of zwommen in het koele water van de Maas. Ook zaten we nog een tijdje op een waterfiets. Het ding was echter zo vreselijk gammel dat ik het gevoel had mijn beenspieren compleet te forceren. Lang voordat onze tijd om was, stuurde ik het ding terug naar de wal en liet mijn ongenoegen duidelijk aan de verhuurder merken. Deze haalde alleen maar zijn schouders op.

Als middagmaaltijd namen we beiden patat met een kroket. Daarna was het weer bruin proberen te worden. Bij mijzelf kwam er niet zo heel veel kleur meer bij maar Ken werd nog steeds bruiner. En terwijl hij zo naast me lag begon ik me te bedenken hoe dat stukje lijf dat door zijn zwembroek (een blauwe, de tweede die hij gekocht had) werd bedekt af zou steken bij de rest van zijn mooi gekleurde lijf. Onwillekeurig begon in mijn zwembroek zich iets te roeren. Toen Ken zijn vingers om die van mij strengelde, schrok ik op uit mijn overpeinzingen.

“Hé,” fluisterde hij, “was je lekker aan het dromen?”

“Hoezo?”

“Kijk eens naar je kruis, man!” Ik keek naar beneden en zag dat ik behoorlijk hard was. Toen ik Ken aankeek zag ik weer zo’n plagerige lach op zijn gezicht. “Dacht je aan mij?”

“Ja,” erkende ik ruiterlijk en vertelde hem wat ik gedacht had.

“Vieze oude man,” berispte hij me op fluistertoon.

Toen het strand sloot, gingen we naar huis en we hadden eigenlijk eerder moeten opstappen want nu duurde het tijden voor we de parkeerplaats af konden. Thuisgekomen douchte ik als eerste terwijl Ken de boterhammen smeerde. Toen ik klaar was, stapte hij onder de douche. Zijn ouders wisten dat hij de hele dag bij mij zou zijn omdat er een goede film kwam op een van de commerciële zenders. Voordat de film begon, las de jongen de korte omschrijving van ‘Dead Poets Society’. Een film met opnieuw Robin Williams in de hoofdrol. Williams speelt in heel veel komische films maar deze werd aangekondigd als drama. Tijdens de zoveelste commercial break keek Ken me vragend aan.

“Is dit drama? Tot nu toe heb ik alleen nog maar gelachen!”

“Rustig maar, jongen. Het komt nog wel.” Ik kende de film en wist dat de dramatische wending pas op het einde kwam en toen die dan eindelijk kwam, zag ik hoe Ken tranen uit zijn ogen wiste. Ook was zijn boosheid ongemeen fel toen de leraar, de rol van Williams, het veld moest ruimen. “En?” vroeg ik hem na afloop.”

“Inderdaad een drama. God, wat moet die jongen wanhopig zijn geweest om zoiets te doen.”

“Ja. Hij kon geen kant op. Hij wist zijn eigen gevoelens niet goed onder woorden te brengen vanwege de dominantie van zijn vader. Bij die man klapte hij steeds dicht.”

“Ik kan me dat heel goed voorstellen. Het is net zoiets als bij mij thuis.”

“Echt?”

“Ja! Ook ik durf heel veel dingen gewoon niet te vertellen thuis. Niet tegenover mijn vader in elk geval. Ik zal hem nu in elk geval niet recht in de ogen durven te kijken om te zeggen dat ik homo ben en gevoelens voor jou heb.”

“Het is allemaal een kwestie van oefenen. Dat liet die leraar ook heel duidelijk zien. Je moet durven je los te maken. Je moet het wagen om eigen meningen erop na te houden. Goddank heeft mijn vader me dat al heel vroeg geleerd.”

“Je mag heel blij zijn dat je dat geleerd is, Rogier, want daarmee heb je een ontzettende voorsprong.”

“Ja, ik weet het. Ik zal geduld met je moeten hebben, Ken. Ik weet het. Maar probeer wel te blijven oefenen. Zoals ik je gisteren tijdens het koffiedrinken en het eten bij jullie zag, had ik het gevoel dat je al flink aan het oefenen was of zie ik het verkeerd?” Zijn glimlach vertelde me al dat ik het bij het rechte eind had.

“Eens moet ik toch beginnen nietwaar dus waarom nu niet!”

“Je hebt helemaal gelijk. Oefenen moet je!” Hij sloeg zijn armen om me heen en trok me dicht tegen zich aan. Het gaf me een heerlijk gevoel. Zijn lichaam zo dicht tegen het mijne aan. Zo had ik tijden met hem willen blijven zitten.

“Ik moet maar eens gaan. Ze weten vast ook hoe laat de film is afgelopen en anders komen ze me halen.”

“Goed, Ken, maar blijven oefenen, hè!”

Hij sprong in de houding en salueerde. En in stijl van de film zei hij: “Yes captain, my captain!” Ik was blij dat te horen en liet hem uit. Vluchtig kuste hij me op mijn voorhoofd en liet me alleen.

Dinsdag 30 juli 2002:
Het weer was nog steeds veel te warm om jezelf te gaan uitputten op de fiets. Bovendien zouden we liters water mee moeten torsen om hetgeen verloren zou gaan tijdens de sportieve inspanning weer aan te vullen. Dus: gewoon niet doen!

Om kwart voor negen klopte ik aan bij het huisje van Ken en zijn familie. Zijn ouders waren natuurlijk al wakker maar meneer zelf lag nog op één oor. Ik vertelde zijn ouders dat ik naar Gulpen wilde naar het zwembad. Marja ging naar boven om haar zoon wakker te maken en hem te zeggen dat hij op moest schieten. En zo reed ik een paar minuten later met hem weg terwijl hij onder het rijden zijn ontbijt naar binnen werkte. Hij was in elk geval stil dus!

Het zwembad ging om halftien open en we waren keurig op tijd. Gedurende de eerste uren konden we naar hartelust gebruik maken van de wildwaterbaan en de diverse waterglijbanen maar allengs werd het drukker en drukker. Tegen twaalven was de lol voor mij er goed af. Niet dat de pret in die dingen over was, maar het was me gewoon veel te druk en continue een voet in je buik, rug of edele delen vind ik nou niet echt prettig. En dus verlieten we het overdekte gedeelte en legden ons op de ligweide. Ik had boterhammen gesmeerd voor ons beiden en rekening gehouden met de geweldige eetlust van Ken zodat ik zelf ook genoeg zou kunnen krijgen. Lang lagen we in de zon en toen we tegen vijven bij de auto waren belde ik Kens ouders op dat we in Gulpen iets zouden eten en dat Ken daarna een film bij mij bleef kijken. Het was geen probleem. Ken koos voor pannenkoeken en in de verbouwde watermolen vlakbij het zwembad genoten we beiden niet alleen van het geserveerde maar ook van het gesprek. Het was gewoon ontzettend gezellig. Daarna terug naar huis. Ik maakte koffie en om precies 20.30 uur begon de film getiteld ‘If looks could kill’. Volgens de beschrijving op teletekst een komedie over een persoonverwisseling maar terwijl we zaten te kijken werd onze verbazing steeds groter. De omschrijving paste totaal niet. Het was veeleer een politiefilm maar pikant detail was dat de hoofdpersoon in het verhaal een biseksuele jongeman was die zijn geld verdiende als gigolo voor beide sekses en daarnaast nog heel veel meer geld bijeen wist te vergaren door allerlei duistere zaakjes als verzekeringsfraude en zo. De hoofdrolspeler was echt een knappe vent en regelmatig liet Ken me weten dat hij vond dat de jongen op mij leek en echt ik kon dat niet anders zien dan als een compliment. Gelukkig werd hij op het eind wel gepakt! Want een film of boek waarin de slechterik uiteindelijk de dans ontspringt, daar kan ik niet tegen. Daarna zaten we nog een hele tijd gezellig bij elkaar op de bank. De gordijnen waren gesloten en Ken had zijn arm op mijn schouder gelegd. Opnieuw voelde het enorm goed aan en wanhopig vroeg ik me af waarom ik nog steeds geen beslissing had genomen. Waarom had ik nog steeds niet gezegd dat ik van hem hield?

Kwart voor twaalf stond hij uit eigen beweging op, rekte zich uit en gaapte. “Moet maar eens gaan want wilde jij morgen niet om half tien al vertrekken?”

“Inderdaad, luiwammes, je hebt het helemaal juist. Geen uitslapen voor jou dus morgen.”

“En vandaag ook al niet. Als ik straks allemaal dikke blauwe wallen onder mijn ogen krijg, is het jouw schuld. Als je dat maar weet,” zei hij met een beschuldigend vinger in mijn richting. Daarna volgde vrijwel meteen een glimlach. “Tot morgen, Rogier.”

“Tot morgen, Ken.” Ik liet hem uit en sloot de deur achter hem. Snel kroop ik op de bank om de laatste bladzijden van het derde boek uit te lezen. Kon ik morgen mooi aan het vierde gaan beginnen.

Woensdag 31 juli 2002:
Ik las net de laatste woorden toen er hard op de deur gebonkt werd. “Rustig maar,” riep ik, “ik kom er al aan!” Ik opende de deur en werd verrast door het licht van heel veel kaarsjes op een grote taart. Driestemmig klonk het ‘Lang zal hij leven’ voor mij en de tranen sprongen me in de ogen. Waar ik verwacht had die eerste minuten van mijn verjaardag alleen te moeten doorbrengen, werd ik compleet verrast. Toen het koortje uitgezongen was, kuste Marja me drie keer en kreeg ik van Jan een stevige handdruk en van Ken een handdruk plus ondeugende knipoog. De familie kwam binnen en snel zorgde ik voor iets te drinken voor ons allen. Marja had inmiddels het broodmes gepakt en begon de taart op te delen in stukken.

“Zo,” sprak ze, “nu ieder een flink stuk dan hebben we later op de dag ook nog wat.”

“Op je gezondheid!” hief Jan zijn glas en daar dronken we op. Anderhalf uur later ongeveer stapte de familie Walters weer op maar niet voordat we besloten hadden om het vertrek een uurtje uit te stellen.

“Gelukkig,” verzuchtte Ken, “kom ik toch nog toe aan mijn schoonheidsslaapje.” Gelach alom.

Toen het weer stil geworden was, nam ik er rustig de tijd voor om nogmaals een glas te heffen op mijn vierentwintigste verjaardag: “Op jou, pa! Blijf alsjeblieft een beetje op me letten want ik heb je nodig. Nog steeds zo verschrikkelijk hard nodig!” De tranen blonken in mijn ogen en ik liet ze de vrije loop. Het was mijn eerste verjaardag zonder mijn vader en meteen ook de eerste met Ken. Toen die gedachte door mijn hoofd schoot, wist ik dat ik een beslissing genomen had.

Bij het wakker worden was het nog maar net zes uur. Ik had opnieuw een korte nacht gemaakt maar was gewoon klaarwakker. Ondanks dat mijn gordijnen dicht waren, kon ik al zien dat het weer heel anders was dan de vorige dagen waarop de zon altijd al behoorlijk hoog aan de hemel had gestaan. Toen we ons allen verzameld hadden bij mijn auto, Ken als allerlaatste natuurlijk, reed ik de familie Walters over dezelfde route die ik een week daarvoor met de fiets had gemaakt. In Eupen bezochten we een chocoladefabriek. In de fabriekshal konden we het proces van inpakken en verzenden zien en op een film zagen we ook nog de bereiding. Na de fabriek reed ik door Eupen naar de stuwdam toe. Bij het restaurant aldaar lieten we het ons goed smaken en alhoewel Jan als eerste zijn portemonnee trok, betaalde uiteindelijk ik. Tenslotte had ik hen uitgenodigd, nietwaar? Na het eten speelden Ken en ik in de speeltuin en niets was ons te dol. Jammer vond ik het dat vooral Jan zo sceptisch keek toen hij ons daar rond zag dollen. Marja genoot wel van ons druk gedoe, had ik het idee. Ik trok me er echter niets van aan en deed wat ik wilde doen. Daarna volgden we nog een rondleiding bij de elektriciteitscentrale. Ken was door het gespeel erg lacherig geworden en regelmatig vermaande zijn vader hem, zonder dat het iets hielp trouwens. En ik, ik moest ontzettend veel moeite doen om me goed te houden.

Op de terugweg stopten we bij de oorlogsbegraafplaats waar we met gepaste eerbied rondliepen. Onvoorstelbaar gewoon dat zoveel mensen gesneuveld zijn voor de vrijheid. En dit was nog maar een van de zovele oorlogsbegraafplaatsen.

Terug in Nederland stopten we ook nog eventjes in Slenaken bij ’t Brugske. Daar stond Jan erop dat hij de verteringen betaalde en ik liet hem. Op een aanplakbiljet lazen we dat er diezelfde avond een coverband zou optreden in het dorp en dus zou de muziek in elk geval beter zijn dan een week tevoren. Terug thuis nodigde Marja mij uit om bij hen brood te eten. De koffie werd die avond bij mij genuttigd en we lieten ons een nieuw stuk van de taart goed smaken.

“Voordat jullie zo weg gaan, moet jij je lakens en kussen maar even gaan halen, Ken!” zei Jan tegen zijn zoon. Ken keek hem met grote ogen aan. “Ja, dan hoeven wij vannacht niet wakker te blijven tot je thuis bent.”

“Dat had anders ook niet gehoeven hoor!” antwoordde hij.

“Nee,” begon zijn moeder, “dat weten we maar het is voor ons ook nog ongewoon. Als je nu vannacht bij Rogier hier blijft slapen, is het voor ons wellicht ook iets gemakkelijker.” Met zijn ouders ging hij terug naar huis en kwam even later met lakens en kussen terug.

“Ideetje van jou?” was het eerste wat hij zei toen hij binnen was.

“Ja.”

“Je bent een ondeugend baasje, geloof ik.”

“Nee, Ken. Helemaal niet. Kom mee!” Ik liep naar boven en opende de deur van het kleine kamertje. “Kijk, hier kun jij slapen en ik slaap in mijn eigen bed.”

“Hmm, jammer.”

“Wie is er nou ondeugend van ons tweeën?”

Netjes maakte hij het bed op en toen hij klaar was, reden we naar Slenaken. De muziek klonk goed en op hetzelfde terras als de vorige week was het net zo gezellig. Regelmatig kreeg Ken verzoekjes van meisjes om te dansen maar steeds wees hij het af.

“Kom jongen, laat nou eens zien dat je swingen kunt,” moedigde ik hem aan.

“Wil je dat echt zien?”

“Natuurlijk!”

Toen er opnieuw een meisje aan ons tafeltje verscheen, hapte Ken toe. Het was werkelijk geen gezicht. Ken was zo houterig als het maar kon en toen er een langzaam schuifelnummer volgde, bedankte hij het meisje en haastte zich terug naar zijn plaats. Met een big smile op mijn gezicht wachtte ik hem op.

“Zit niet zo gemeen te lachen,” beet hij me toe.

“Prachtig, Ken! Nog nooit heb ik iemand zo zien dansen.” Ik kon er niets aan doen maar moest gewoon lachen. Natuurlijk kreeg ik een por in mijn ribben. Daar had ik tenslotte ook om gevraagd. Ik probeerde die avond ook een Bacardi Breezer om Ken een plezier te doen maar heus die rommel is aan mij niet besteed.

Donderdag 1 augustus 2002:
Half twee werd het voor we opstapten. Korte tijd later waren we weer thuis.

“Mag ik gebruik maken van je douche?” vroeg Ken beleefd.

“Ga je gang. Als je klaar bent, roep dan even want dan ga ik ook nog even douchen.” Hij liep naar boven en ik waste ondertussen de koffiekopjes en schoteltjes van het gebak af.

“Klaar!” hoorde ik hem roepen en daarna het geluid van deuren. Eventjes bleef ik nog wachten en nadat ik de gordijnen dichtgetrokken had en de lampen had uitgedaan, ging ik naar boven. Ik kleedde me op de gang uit en nam een handdoek mee de badkamer in. Het water voelde weer eens lekker aan. Ik had me moe gevoeld maar het water deed me beseffen dat ik nog fut genoeg had. Terwijl ik daar zo stond, wist ik ineens dat ik nu Ken zou gaan zeggen dat ik van hem hield. Er was geen beter moment dan dit moment. Hij was bij mij en wat ervan zou komen zou ik wel zien. Ik droogde me af, opende de deur van mijn kamer om een short aan te trekken met de bedoeling daarna naar zijn kamer te gaan. Maar het liep anders. Toen ik mijn kamer binnenstapte zag ik hem languit en spiernaakt op mijn bed liggen. Zijn donkere haren lagen los en uitgewaaierd op het hoofdkussen. Van verbazing viel mijn mond open. Pas toen merkte ik dat hij in diepe slaap was. Eventjes stond ik in dubio wat te moeten doen. Zou ik hier bij hem in bed stappen? Of zou ik naar zijn kamer gaan? Ik koos voor het eerste. Het was tenslotte mijn bed, nietwaar? Ik trok een short aan, ging op mijn zij naast hem liggen en het licht van de volle maan gaf me voldoende zicht om dat prachtig mooie lijf van deze jonge kerel te bekijken. De witte plek rond zijn middel stak enorm af bij de rest van zijn gebruinde lichaam en maakte dat ik begon te glimlachen. Zijn pik was halfstijf en behoorlijk dik zo zag ik. Een grote bos donker schaamhaar zat erboven en ook zijn ballen waren stevig behaard. Ik genoot en kreeg alleen al van het kijken een stijve. Ik vouwde mijn armen onder mijn hoofd en probeerde in slaap te komen. Het viel niet mee. Toen Ken me zijn rug toekeerde had ik ook een mooi uitzicht op zijn achterste. Ik had al gezegd dat hij mager was maar ondanks dat, had hij toch lekkere billetjes. Snel daarna viel ik in slaap.

Geheel tegen mijn gewoonte in sliep ik gelukkig weer eens wat langer. Als je bijna steeds laat naar bed gaat, is het gewoon goed om eens wat langer te slapen. Op mijn horloge kijkend, dat naast het bed lag, zag ik dat het inmiddels half tien geweest was. Eventjes bleef ik nog liggen en genieten van het prachtige uitzicht op dat mooie jonge lijf van Ken maar toen dwong mijn maag me zowat het bed uit. Ik had honger en niet zo’n klein beetje ook! Ik trok een T-shirt aan, opende voorzichtig de iets krakende deur en ging naar beneden. Ik zette koffie en thee en begon aan het aanrecht de boterhammen te smeren. Een hele stapel voor Ken en drie voor mij. Ik hoorde de deur boven open gaan en zag hem naar beneden komen. Hij was nog steeds helemaal bloot.

“Goedemorgen, lieve Rogier,” zei hij toen hij naast me stond en zijn armen om me heen sloeg.

“Goedemorgen, Ken. Zou je niet iets aantrekken?”

“Nee, geen zin in,” zei hij terwijl hij zijn naakte lijf dicht tegen me aandrukte. Nu moest het gebeuren. Nu moest ik het zeggen.

“Ken, ik houd van je,” zei ik en ik zag hoe zijn vrolijke gezicht nog vrolijker werd en gewoonweg begon te stralen.

“ECHT???”

“Ja, ik had het je gisteravond al willen vertellen maar je was zo diep in slaap dat ik het zonde vond om je wakker te maken.”

“Shit, man! Had je moeten doen dan …”

“Nee, je sliep zo lekker!.” Ik hield mijn hoofd schuin om hem te kunnen kussen en toen, toen ineens zag ik het hoofd van Jan Walters voor het zijraampje. Shit! !k had geheel gedachteloos bij het naar beneden gaan het gordijntje open geschoven! “Verdomme, je vader!” zei ik terwijl ik me van hem terugtrok.

“SHIT!!!” riep Ken uit en rende naar boven. Vrijwel meteen daarna werd er hevig op mijn deur gebonkt. Snel liep ik ernaar toe en deed de deur van het slot. Jan stormde naar binnen.

“Waar is Ken!”

“Hij is naar boven gerend.”

Jan rende het trapje naar het keukengedeelte op en bleef onder aan de trap naar de eerste verdieping staan. “Ken! Kleed je onmiddellijk aan en kom dan mee naar huis!” schreeuwde hij naar boven. Er volgde geen reactie en Jan schreeuwde: “Heb je me gehoord!”

“JA!”

“En jij,” met een uitgestoken wijsvinger kwam hij op me af. “Ik vertrouwde je, Rogier! Ik heb je gevraagd om voor mijn zoon te zorgen en jij, jij hebt hem tot een flikker gemaakt! Tot hetzelfde walgelijke soort dat je zelf ook blijkt te zijn! Waarom ben je niet eerlijk tegen me geweest!”

“Je hebt me nooit naar mijn seksuele geaardheid gevraagd!” herinnerde ik hem.

“Maar verdomme je hebt hem misbruikt! Hij is nog een kind, verdomme!”

“Wat is er volgens jou dan gebeurd, Jan? Wat heb je gezien?”

“Ik heb genoeg gezien om te weten dat jij met je smerige klauwen aan mijn onschuldige zoon gezeten hebt!”

“Wat heb je gezien,” herhaalde ik zo kalm mogelijk.

“Hij stond bloot voor je en jij wou hem gaan zoenen.”

“Ja, dat klopt. Ik wilde hem gaan zoenen omdat hij mij vrijdagavond al verteld had dat hij van mij hield. Ik was daar nog niet aan toe toen. Had er problemen mee omdat ik mijn gevoelens voor hem niet op een rijtje had …”

“Kom op, Rogier! Geen smoesjes! Je hebt misbruik van hem gemaakt! Verdomme! Hij is nog maar zestien! Een kind nog!”

“Nee, hij is geen kind meer. Hij is een mens die verliefd is en normale seksuele verlangens heeft.”

“Noem jij wat jij met andere kerels doet normale seksuele verlangens?”

“Ja. Wat ik met anderen doe daar is helemaal niets mis mee.” Ineens schoot zijn hand in mijn richting. Ik onderschepte hem voordat hij me kon slaan. “Alsjeblieft, Jan. Ik kan me je boosheid, je machteloze woede wellicht voorstellen maar waag het niet me te slaan want dan sla ik je terug.”

“Je dreigt! Je durft mij te dreigen!”

“Nee, ik waarschuw je alleen maar. Scheldt op me. Laat me met woorden zien dat je boos en verontwaardigd bent maar waag het niet me te slaan.”

“Waar heeft dat jonk geslapen vannacht.”

Het woord ‘jonk’ sneed me door merg en been. Zo spreek je niet over je eigen kind.

“Ken heeft vannacht in mijn bed geslapen.”

“Vieze vuile flikker! Zie je wel dat je misbruik van hem gemaakt hebt! En niet alleen van hem maar ook van mijn, van ons vertrouwen in jou!”

“Er is helemaal niets gebeurd van wat jij veronderstelt! En …”

“Je hebt net zolang op me ingepraat tot hij hier bij jou bleef slapen. Netjes gedaan hoor Rogier! Keurig gespeeld! Goed voor zijn zelfvertrouwen, zijn eigen verantwoordelijkheid. Nee! Alleen maar goed voor jouw sekslust!”

“Hij lag slapend in mijn bed toen ik onder de douche vandaan kwam. Zo vond ik hem en ik heb hem laten slapen. Ik heb hem tot nu toe nog met geen vinger aangeraakt. De kus die ik hem wilde geven toen ik jou zag zou ons eerste, echte lijfelijke contact zijn geweest. Geloof me!”

“Ik geloof helemaal niets meer van jou! Je hebt handig gebruik gemaakt van ons verzoek om een jonge vent in je bed te krijgen en te misbruiken en je hebt hem tot een flikker gemaakt. Zo was hij niet. Zo is hij nooit geweest.”

“Je zoon is zoals hij is, Jan, en dat zul je moeten aanvaarden.”

“Nooit! Mijn zoon heeft geen afwijking!” Jan draaide zich om en liep naar de trap. “Schiet op, Ken kom naar beneden!”

Ken had boven staan luisteren waarschijnlijk want op het commando van zijn vader kwam hij naar beneden zetten. De tranen liepen hem over de wangen. Ik had ontzettend veel medelijden met hem dat hij onze felle discussie aan had moeten horen.

“Naar huis! Nu meteen!” Ken rende het huis uit. “En jij! Blijf uit de buurt van ons kind. Waag het niet hem nog aan te spreken of zelfs maar in zijn buurt te komen.” Woest draaide Jan zich om.

“Alleen als hij me zelf zegt dat alles voorbij is.” Meteen had ik spijt van mijn opmerking.

“Daar kan voor gezorgd worden!” Met grote passen liep Jan mijn huisje uit.

Verdomme! Ik vervloekte mezelf. Ken zou nooit tegen de dwang van zijn vader opgewassen zijn. Nog niet! Hij zou nog veel meer moeten oefenen voor hij zijn eigen mening zou durven uitspreken, voor hij de stemmen in zijn hoofd en hart zou durven te volgen en in daden omzetten. Dit wat ik van hem vroeg was teveel gevraagd. Nogmaals vervloekte ik mezelf.

Jan kwam terug en hield Ken beet aan diens arm. “Zeg het hem!”

De ogen op de grond gericht begon Ken te praten. “Het lijkt me beter,” snifte de jongen, “dat we elkaar niet meer zien.”

Ondanks dat ik het voorzien had, dat ik het helemaal kon volgen, voelde ik het toch als een messteek in mijn rug.

“Rot op, Rogier! Laat ons met rust!” siste Jan. De deur sloeg met een klap dicht en ik zakte langzaam op de grond.

Wordt vervolgd …

Gesloten