VAKANTIE 2002
Een verhaal van Lucky Eye
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Hoofdstuk 7
Donderdag 25 juli:
De dag na die prachtige avond, met uitzondering van de muziek, in Slenaken sliep ik voor mijn doen een gat in de dag. Ik heb je al verteld dat ik in de regel altijd vroeg wakker ben maar deze ochtend dus niet. Ik werd wakker van het geluid van de bel aan mijn voordeur. Op de achterdeur moest je kloppen maar voor had ik een bel. En dat ding rinkelde dus en zo aanhoudend dat ik wel wakker moest worden!
Half verdoofd nog waggelde ik naar het raam, deed het open en stak mijn hoofd naar buiten. De lucht was koud en deed mijn blote bovenlijf rillen.
“Hé, je gaat me toch niet vertellen dat je nog sliep, hè?” hoorde ik iemand zeggen. Ik focuste, zag Ken staan en toverde een glimlach op mijn gezicht voor zover de spieren dat toelieten.
“Ja, ik sliep nog. Heel vreemd maar wel waar. Wacht ik kom naar beneden.” Hij riep nog iets maar dat hoorde ik al niet meer. Ik trok een T-shirt over mijn hoofd en drentelde de trap af naar beneden. “Kom binnen!” nodigde ik de jongen uit.
“Heel eventjes, hoor,” zei hij, “want ik ga met mijn moeder naar Vaals om wat korte broeken te gaan kopen.”
Ik glimlachte nu breeduit. “Verstandige keus, jongen!” Ook hij lachte. “En het wordt prachtig weer heb ik gisteren ergens op tv gezien dus als je geen zwembroek hebt, koop die dan ook meteen hoewel je er natuurlijk ook best een van mij mag lenen.”
“Ik zal er een uitzoeken. Heb je een voorkeur?” Hij lachte luid.
“Best wel maar dat vertel ik jou niet!”
“Maar kun je wel zwemmen hier ergens dan?”
“Jongen? Hoeveel jaar komen jullie hier al?”
“Geloof al acht jaar of zo!”
“En dan weet je niet dat je hier prachtig kunt zwemmen?”
“Nee! Maar hoe komt het dat jij dat wel weet dan?”
“Antoinette!” Verduidelijkte ik. “Op de dag dat ik aankwam heeft zij alle toeristische bezienswaardigheden in zo'n twintig minuten de revue laten passeren waaronder alle zwemgelegenheden.”
“Ah, je pronkt dus met de veren van iemand anders! Knap hoor!”
Ik lachte om zijn plaagstoot en vond het prachtig dat hij nog niets van zijn spontaniteit had verloren in een nacht slaap. “Zeg, wil je koffie of zo?”
“Nee, ik moet weer weg want anders komt m’n moeder vast kijken waar ik blijf.” Ineens stond hij pal voor me en drukte een kus op mijn wang.
“Wow? Waarvoor is dat?”
“Vanwege die prachtige avond die je me gisteren gegeven hebt. Ik had het willen doen toen we thuis waren maar toen ik merkte dat mijn ouders op waren en eventueel zouden kunnen meekijken, heb ik het achterwege gelaten.”
“Dank je, Ken.” Met mijn hand streelde ik over de gekuste wang. “Maar weet dat ik het niet alleen voor jou gedaan heb. Zelf heb ik ook enorm veel plezier gehad.”
Hij glimlachte en zei dat hij echt moest gaan en was verdwenen.
De deur sloeg met een knal achter hem dicht en ik stond daar nog steeds met mijn hand op mijn wang. Het voelde zo enorm goed. Wezenloos zette ik koffie en maakte ik mijn ontbijt. De kus had me totaal van mijn stuk gebracht. Het was zo onverwachts gekomen! Geheel nog in gedachten aan die plotse kus verzonken, zat ik aan het kleine tafeltje in de keuken te eten toen er op het zijraam geklopt werd. Eerst wachtte ik even omdat ik veronderstelde dat de peuters een grapje met me aan het uithalen waren maar even later werd er opnieuw geklopt. Ik stond op en schoof het gordijn open. Daar stond Jan Walters en stak een hand op.
“Koffie straks bij mij?”
“Prima. Geef me even wat tijd om te ontbijten en me aan te kleden.” En zo kwam het dat ik tegen tienen bij Jan thuis achter een kop koffie zat. “En hoe is het jullie bevallen?” viel ik meteen met de deur in huis toen hij ook was gaan zitten.
“Nou, het was erg moeilijk voor ons hoor dat mag je gerust weten. We hebben de hele avond bij elkaar gezeten zonder dat we echt iets gedaan hebben. Regelmatig onze zorgen tegen elkaar uitgesproken en toen het voor ons tegen halfelf tijd was om naar bed te gaan, hebben we dat wel gedaan maar we deden geen oog dicht. In het donker zaten we bij elkaar en hielden elkaars hand vast. Gewoon te bang dat hem iets zou overkomen.”
“Ik kan het me heel goed voorstellen. Ik heb dan zelf geen kinderen maar als je iets waarvan je heel erg houdt voor het eerst loslaat, lijkt me dat een bezoeking.”
“Inderdaad. Heel vaak hebben we ons ook afgevraagd of we er goed aan gedaan hadden maar toch steeds weer kwamen we erop uit dat het gewoon goed is. Goed voor ons maar vooral voor Ken. En daarvoor doen we het tenslotte. Heeft hij je gevraagd of je mee wilde gaan om een fiets te huren?”
“Nee, waarschijnlijk is hij dat in de haast,” en vanwege zijn voornemen om mij een zoen te geven, vulde ik in mijn hoofd aan, “helemaal vergeten. Maar dat komt straks vast nog wel. En jullie vinden het goed, neem ik aan?”
“Ja, we moeten nu doorzetten vind ik en Marja is het helemaal met me eens.”
“Toch zou ik graag wel willen dat jullie hem als hij uitgaat iets meer verantwoordelijkheid geven. Toen we thuiskwamen en bij jullie ineens het licht aanging, voelde ik dat de vrolijkheid die hij de hele avond had gehad ineens verschrompelde zo van ‘zie je wel ze vertrouwen me niet helemaal’. Ik begrijp het volkomen hoor en je hoeft je niet te verdedigen want je uitleg was duidelijk zat, maar probeer de volgende keer gewoon om je slapende te houden als hij laat voor de deur staat en anders moeten we iets anders proberen.”
“Hoe bedoel je?”
“Nou, hij zou bijvoorbeeld als we een avond uitgaan bij mij kunnen blijven slapen. Ik heb een extra slaapkamer met twee bedden dus hij kan nog kiezen ook!” maakte ik mijn voorstel met een grap af.
“Wanneer denk je dat jullie weer uitgaan?” Er lag een spoor van angst over de gestelde vraag.
“Jan! Kom op zeg! Doe niet zo angstig. Ik sta ervoor garant dat hem niets overkomt.”
“Maar stel je voor dat je een ongeluk krijgt of zo?”
“Dat kan nu ook gebeuren, Jan, nu hij met Marja naar Vaals is.”
“Je hebt gelijk. Ik moet het loslaten.”
“Zaterdag- of zondagavond gaan we uit naar Maastricht, denk ik. Dus dan kan het weer laat worden.”
“Ik zal het er met Marja over hebben. Ik wil haar er niet buiten houden dat zul je begrijpen, toch?”
Natuurlijk begreep ik dat en zei ik hem dat ook.
“En verder nog plannen voor de komende dagen?”
Ik legde hem het een en ander voor en hij vond alles goed.
“Zoals ik bemerk heb je voor vanavond niets ingevuld. Zou je het dan leuk vinden om bij ons op visite te komen voor een spelletje of zo?” vroeg hij.
“Ja, dat is een prima idee!” reageerde ik enthousiast zoals ik me ook voelde. Toen ik twee koppen koffie gedronken had, ging ik terug naar mijn eigen huisje.
Ken was om half twaalf met drie korte broeken en twee zwembroeken terug en liet ze me zien. “En hoe vind je ze?”
“Heel mooi, Ken!. Prachtig gewoon al zouden ze mooier zijn als je ze aan had!”
“Ja, ja. Straks hoor. Ik ga even naar huis om me om te kleden en dan gaan we ergens een fiets huren. Jij weet wel een adres toch?”
“Vond je vader het goed dan?”
“Ja! Geen enkel probleem! Ongelofelijk nietwaar?”
“Inderdaad,” loog ik schijnheilig. Een kwartier later reden Ken en ik in mijn auto het dal in. Ik had voor mezelf besloten dat we naar ‘Het Zinkviooltje’ zouden gaan om daar een fiets voor hem te huren. En het zou een gewone racefiets worden en niet een mountainbike. Ik wist dat hij nog niet zo heel erg sportief was en op zo’n gewone fiets zouden we rustig ons eigen tempo (zijn tempo) kunnen aanhouden en over gemakkelijk terrein rijden hoewel die heuvels hier nou niet echt gemakkelijk te noemen waren.
Ken liet de keuze van de fiets geheel aan mij over. We lieten hem daar afstellen op zijn lengte en met ons bezit en een paar routekaarten waren we al snel weer terug. Trots belde Ken aan bij zijn huisje en wachtte tot er open gedaan werd. Vader en moeder Walters verschenen aan de deur en lieten lovende geluiden horen over de fiets.
“En als het je nou goed bevalt, moet ik er dan thuis ook een voor je kopen?” vroeg zijn vader.
“Nou misschien wel. Als ik de smaak goed te pakken krijg!”
“Heb je ook kleding gehuurd?” luidde een praktische vraag van zijn moeder.
“Nee, mam, Rogier zei dat hij voldoende spullen had die ik zou mogen gebruiken.”
Even zag ik een bedenkelijke blik in de ogen van Pa en Ma maar toen reageerde zij heel praktisch: “Dat is mooi jongen maar dan wil ik wel dat ik jullie kleren uitwas. Dan voel ik me tenminste ook nog een beetje nuttig.” En zo werd het besloten.
Meteen na het middageten was Ken terug bij mij. Ik ging hem voor naar boven waar ik mijn rijke collectie fietskleren op het tweepersoonsbed had uitgestald.
“Kies er maar wat uit!” bood ik hem met een weids armgebaar aan.
“Wil je niet zelf eerst …”
Ik schudde mijn hoofd allang voor dat hij zijn zin kon afmaken. Hij koos het pak uit met het geel/rode bovenstuk en ik nam het blauw/groene. Ik begon mijn kleren uit te trekken om me te verkleden en zag hem een beetje moeilijk daar staan met zijn keuze in zijn hand. “Je mag het kamertje hiernaast ook wel gebruiken om je om te kleden hoor als je dat liever hebt.” Ik zelf was inmiddels op mijn sokken na helemaal bloot en begon het pak aan te trekken. Ik zag hem naar me kijken. “Is er iets?”
“Nee, uhh … maar moet je dat over je blote lijf aantrekken?”
“Ja,” zei ik met een glimlach, “in het broekgedeelte zit een zeemleer om het transpiratievocht op te nemen omdat je er anders last van krijgt tijdens het lange zitten en als je een onderbroek draagt dan heeft dat niet zoveel zin eigenlijk.” Ik was klaar en liet hem alleen. Waarschijnlijk vond hij het toch wat ongemakkelijk om zich in mijn bijzijn om te kleden. Beneden bekeek ik de routekaart en keek na waar we zoal langs zouden rijden deze middag. Ik was niet van plan hem meteen gigantisch ver te laten rijden want het was tenslotte zijn allereerste keer. Even later kwam hij in fietskledij naar beneden.
“En? Hoe staat het me?”
“Goed, Ken! Uitstekend zelfs!”
“Ja, dat idee heb ik dus ook. Maar ik heb wel het idee dat je in mijn kruis alles kunt zien zitten!” Ik lachte. “Moet ik maar geen stijve krijgen onderweg anders krijg jij nog rare ideeën.”
“Wat??? Als jij een stijve krijgt wie heeft er dan rare ideeën van ons???” Hij werd rood en ik lachte luid. “Kom op, idioot! Ik zal je zo afbeulen dat je geen rare gedachten zult kunnen krijgen.” De pedaalridders stapten op en ik voerde Ken door een prachtig gedeelte van het heuvelland. Tijdens de rit praatten we bijna voortdurend als dat mogelijk was en zo leerden we elkaar goed kennen. Ik vertelde hem op zijn verzoek over mijn vader en natuurlijk vroeg ik hem ook het een en ander over zijn ouders. Zo kwam ik te weten dat hij als kind heel lang ernstig ziek was geweest en ook hijzelf bracht hun zorgzaamheid onder andere in verband met die periode en het feit dat hij enig kind was. En ik kon me dat heel goed voorstellen. Het is gewoon vreselijk als iemand die je dierbaar is je ontvalt.
Tegen drieën nadat we zo’n twee uur gereden hadden, stopten we. We legden de fiets in de berm neer en gingen zelf een eindje verderop zitten. Beiden hadden we onze drinkfles meegenomen en net voordat Ken zijn fles aan de mond zette, zag ik dat hij een pil innam.
“Mag ik je vragen waarvoor die pil is? Je gebruikt toch geen stimulerende middelen, hè?”
Ken glimlachte. “Nee, dat niet. Was het maar waar. Dat is voor mijn migraine. Het is iets homeopathisch en het is maar de vraag of het werkt maar je blijft steeds proberen om er helemaal vanaf te komen.”
“Is dat niet reuze vervelend om dat te hebben?”
“Zeker, maar ik weet niet anders. Heb het al mijn hele leven en weet ermee om te gaan. Maar als zo’n aanval er is dan is dat heel vervelend.”
“Hoe vang je dat op dan?”
“Rustig blijven liggen in je bed met de gordijnen zo dicht mogelijk en zo weinig mogelijk lawaai en licht. Dat is voor mij in elk geval de beste remedie.”
“Duren ze lang die aanvallen?”
“De laatste tijd valt het gelukkig mee maar ik heb wel eens aanvallen gehad die drie dagen duurden.”
“Shit! Rot man! Zeker ook vaak verzuim van school dan!”
“Ja, en dan moet je later alles weer zien in te halen. Heel veel vakanties zijn er bij mij bij ingeschoten omdat ik weer bij moest zien te komen. En dat is best wel rot hoor. Iedereen lol en plezier en ik werken. Maar, zoals ik al zei, je doet er niets aan.
“Moedig, Ken!” En bewonderend klopte ik hem op zijn schouder.
Hij haalde zijn schouders op. “Niets bijzonders hoor!”
“Natuurlijk wel! Het is een extra opgave die het je leven er niet gemakkelijker opmaakt en als je je er dan zo doorheen slaat, is dat best een compliment waard. Vind ik in elk geval.”
“Dank je, zal ik dan maar zeggen.”
Ik glimlachte naar hem en klopte hem opnieuw op zijn schouder.
“Wat gaan we vanavond doen?”
Ik vertelde hem dat ik vanochtend met zijn vader gesproken had en bracht diens voorstel naar voren. “Hé, leuk zeg! Kan ik eindelijk eens zien hoe slim je bent.”
“Hoe bedoel je?”
“Mijn pa kennende haalt hij vast Trivial Pursuit te voorschijn en dan wil ik wel eens zien of je meer dan alleen maar knap bent.” Meteen begon hij te blozen.
Ik brak uit in een lachstuip en rolde door het gras.
“Doe niet zo idioot, man! Iedereen kan je zo zien hier langs de weg.”
Lange tijd wist ik geen fatsoenlijk woord uit te brengen maar toen ik eindelijk weer bijgekomen was zei ik: “Nou en?”
“Wat nou en?”
“Moet ik me iets aantrekken van wat anderen van me zouden kunnen denken?” Ik zag een denkrimpel op zijn voorhoofd komen.
“Niet dan?”
“Nee, natuurlijk niet! Als je steeds rekening moet houden met wat anderen van je zullen kunnen denken dan word je hartstikke gek, man! Dat doe ik dus mooi niet. Ik houd rekening met andere mensen en respecteer mensen maar verder ga ik niet!” Ik zag hem nadenken en een paar keer leek het of hij iets wilde gaan zeggen maar hij slikte het net zo snel ook weer in.
“Mijn ouders zijn daar altijd wel heel gevoelig voor. ‘Ken maak niet zoveel lawaai als je naar boven loopt. Wat moeten de buren er wel niet van denken’ en meer van dat soort dingen.”
“Ik ken die uitspraken, Ken, en vind ze vreselijk! Ik doe wat ik wil en wat iedereen daarvan denkt zal me worst zijn.”
“Wel makkelijk eigenlijk.”
“Ja, een stuk ongecompliceerder dan heel veel mensen leven. Heus hoor, ik wil best wel rekening houden met mensen. Bij mij in de flat wonen mensen met kleine kinderen dus zet ik ’s avonds mijn muziek nooit hard aan. Ik let dus wel op wat ik doe! Maar ik ga niet denken 'o jee, vanavond neem ik geen vriendje mee naar huis want de buren zullen wel denken nou heeft hij al een derde vriend deze week.' Dat doe ik dus mooi niet.”
Met ogen groot als schoteltjes keek hij me aan.
“Sorry, misschien was het niet zo’n goed voorbeeld,” verontschuldigde ik me.
“Nee, geeft niets.” Het was eventjes stil maar in die stilte bleef hij me strak aankijken. “Ben je echt zo’n versierder?”
Die vraag had ik voelen aankomen. Het was ook mijn eigen schuld met dat stomme voorbeeld van me. “Nee! Het was echt maar een voorbeeld en eentje die ik niet goed gekozen heb. De laatste jongen waar ik mee gevreeën heb is al weer bijna vier jaar geleden.”
“Mis je het dan niet? De seks?” De spanning die er even geweest was, was gelukkig weer gebroken.
“Ja, ik mis het best wel maar ik ben zoekende en wat kieskeuriger geworden wellicht want ik doe het niet zomaar meer.”
“Wel gedaan dus?”
“Ja, heb ik je gisteravond verteld. In het begin heb ik best wel seks gehad zonder dat ik gevoelens voor iemand had. Zomaar om te ontdekken.”
Opnieuw viel er een gat in ons gesprek. Die hij uiteindelijk opvulde met een glimlach en de vraag: “Hoe vond je mijn kus vanmorgen?”
Ik lachte terug. “Verrassend! Ik had het niet zien aankomen.” We bleven nog wat kletsen maar eigelijk over niets bijzonders meer. Na een half uurtje stapten we weer op en fietsen verder.
Even na vijf uur waren we terug in Camerig. “Nou? Goed bevallen?” vroeg ik hem toen we in mijn huisje waren.
“Prima,” zei hij. “Het is echt heel goed om dat te doen maar het beste bevalt me nog jouw gezelschap. Vind het echt heel fijn dat ik je heb leren kennen.”
“Dank je, Ken. Jouw aanwezigheid doet mij ook goed.”
“Dan ga ik maar naar huis om me te douchen en te eten. Zie ik je straks nog voor wat tafeltennis of lukt het je niet meer denk je.”
“Ik verpletter je, Ken Walters! Reken daar maar op! Maar wacht even.” Snel rende ik de trap op naar boven en schoot uit mijn sportkleren. Ik trok mijn badjas aan en liep met de bezwete spullen de trap weer af. “Hier, aan je moeder geven en zeg haar dat ze het met zo weinig mogelijk vloeibaar wasmiddel moet wassen, goed uitspoelen, niet centrifugeren en daarna nat ophangen op een plaats in de schaduw. Kun je dat allemaal onthouden?”
Hij herhaalde letterlijk alles wat ik gezegd had en knipoogde. “Zo goed, baas?”
“Zeker, maatje. En nou naar huis. Opgesodemieterd. Tot straks!” Ken verdween en ineens voelde ik me alleen. Een merkwaardig gevoel dat ik me alleen herinnerde van die eerste weken nadat mijn vader was overleden. Daarna had ik me eigenlijk nooit alleen gevoeld en nu, nu was dat gevoel ineens weer terug. Kom op, sprak ik mezelf toe. Geen aanstellerij. Onder de douche en wat te eten klaarmaken anders krijg je straks honger. En zo deed ik dus. De bezigheden hielden me van het denken af en dat vond ik goed, voor dat moment.
Na de maaltijd waste ik in alle rust af en zelfs toen Ken zich aandiende door op het raam te kloppen, zei ik hem dat hij even wachten moest omdat ik nog bezig was met de afwas. Heel behulpzaam kwam hij binnen en pakte een droogdoek. “Je hoeft me niet te helpen, hoor. Ik kan me heus zelf wel redden.”
“Dat weet ik ook wel maar als ik het nou wil?”
Schuins keek ik hem aan en ging verder met het schoonmaken van de spullen in het afwasteiltje. Daarna speelden we drie partijtjes tafeltennis waarvan ik er weer één won maar ook de twee andere verloor ik niet meer zo dik als in het begin. Ik werd duidelijk beter concludeerde ik met enige trots stilletjes van binnen. Toen op naar de koffie bij zijn ouders. Het was vanaf het allereerste begin meteen gezellig. Er werd vrijuit gepraat en heel veel gelachen en Ken kreeg gelijk: zijn vader haalde Trivial Pursuit tevoorschijn. De roze vragen waren een crime voor mij want van al die tv-series kende ik er verrekte weinig. Vragen over sport daarentegen werden mijn favoriet en ik moest vreselijk lachen om Marja die zodra er een sportvraag kwam waarbij een naam gevraagd werd meteen en altijd ‘O.J. Simpson’ riep. Hilarisch gewoon. Het werd erg laat en ik zag Marja tegen halfelf al eens bedenkelijk kijken naar haar man maar Jan wilde nog van geen ophouden weten.
Wordt vervolgd …
Reacties zijn welkom op de site maar ook op mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk