Stalker... HOOFDSTUK 3

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Fabiannnn
Berichten: 7
Lid geworden op: zo 19 apr 2015, 15:19
Vul het getal in: 123

Stalker... HOOFDSTUK 3

Bericht door Fabiannnn » za 25 apr 2015, 15:03

Ook al voelt Jack zich redelijk aangeschoten, wordt dit gevoel onderdrukt door een vleugje paniek omdat hij zich zorgen maakt om Stijn. Hij zet het op een ritmisch loopje wanneer hij de toiletten in zicht krijgt, en wurmt zich dan door een paar jongens die wankelend staan te wachten tot het hun beurt is om gebruik te maken van het toilet. ‘’Sorry, excuses’’, herhaalt Jack een paar keer vooraleer hij zich begeeft in het midden van de toiletten. Hij kijkt gauw in het rond maar hij krijgt geen hoogte van waar Stijn is. Zonder al te veel te twijfelen klopt hij een paar keer op de verschillende typische toiletdeuren. Aan de kreunen en lompe antwoorden die van de andere kant van de deur komen, stelt hij moeiteloos vast dat Stijn niet in deze ruimte is.

Jack staat nu midden in de gang en kijkt heen en weer. Hij denkt hardop wanneer hij zijn mobieltje met een handige beweging uit zijn zak schuift. Hij tikt even zenuwachtig met zijn vingers op het scherm en unlockt zijn telefoon. Met zijn aandacht alleen gevestigd op zijn mobieltje slentert hij naar buiten terwijl hij een berichtje stuurt naar Stijn waarin hij vraagt waar hij is. Hij verzendt de SMS en voelt even een koude rilling over zijn hele lichaam omdat hij vanuit een overwarme zaal in de koude buitenlucht stapt. Er staan en zitten een paar mensen te roken buiten en zoals altijd zijn er ook jongeren die zich hopeloos voelen en languit op de grond liggen, maar geen Stijn.

Hij zucht een keer diep en overloopt systematisch in zijn hoofd op welke plaats zijn vriend zich zou kunnen bevinden. Misschien overdrijft hij wel, en is Stijn gewoon weer aan het dansen, maar zijn ze elkaar misgelopen. Met die gedachtegang slentert hij de ingang van de feestzaal weer in. Hij springt toch een paar keer om boven de koppen uit te kijken, hij wurmt zich door de mensen heen en kijkt overal zorgvuldig, maar hij vangt geen enkele glimp van Stijn op. Het zit hem niet lekker, helemaal niet. Hij besluit rond te vragen aan mensen die er nog redelijk gangbaar uitzien of ze zijn vriend hebben gezien.

‘’Sorry, ehm..’’ begint Jack tegen de rug van een meisje met mooi lang blond haar dat sierlijk meebeweegt met haar gedans, terwijl hij haar zachtjes op de schouder tikt. Het meisje draait zich abrupt om en lacht Jack toe met een brede glimlach. Jack herkent haar gelukkig omdat hij al eens met haar heeft gedanst deze avond. ‘’Ja?’’ zegt het meisje nogal opgewekt terwijl ze op dezelfde liefelijke manier blijft lachen. De andere jongeren die rond het meisje stonden hebben hun aandacht nu ook gevestigd op Jack en zijn vastberaden om mee te luisteren met wat hij te vertellen heeft.

Jack voelt zich nogal ongemakkelijk maar hij besluit het toch te vragen. Hij brengt snel zijn mond naar het oor van het meisje ‘’Heb jij toevallig een wat langere, gespierde jongen gezien met bruin haar?’’ Het meisje draait haar hoofd en kijkt Jack met grote ogen aan terwijl ze schudt van niet. ‘’Uh.. nee’’ begint ze, ‘’Je bedoelt die jongen die er net bij was, bij jou?’’ vraagt ze snel erna. Jack knikt instemmend. Het meisje kijkt hem quasi zielig aan omdat ze de bezorgdheid uit zijn ogen kan aflezen. De jongeren rond het meisje kijken verward en vragen haar wat hij nu precies gezegd heeft.

Ze herhaalt snel wat Jack haar vroeg en vestigt daarna haar grote blauwe ogen weer op Jack. Ze brengt haar mond naar Jacks oor, ‘’Hoezo vraag je dat?’’ roept ze hard genoeg zodat Jack kan verstaan wat ze zegt doorheen het harde gebons van de muziek. ‘’Hij is al ruim een half uur weg en hij is nergens te vinden’’, roept Jack terug naar haar. Het meisje knikt zachtjes terwijl ze voor zich uit staart en maakt dan een gebaar naar Jack waarmee ze wilt aangeven dat hij haar moet volgen. ‘’Blijf maar hier jongens!’’ joelt ze naar haar vriendengroep en ze wandelt dan met handige passen naar de uitgang van de feestzaal.

‘’Ik ben Isabella trouwens’’, zegt het meisje op een vriendelijke toon wanneer de twee elkaar weer kunnen verstaan zonder hard te moeten roepen. ‘’Jack. Dankjewel dat je meekomt’’, antwoord hij twijfelachtig op haar non-verbale vraag om zijn naam. Isabella glimlacht lief. ‘’Geen probleem, je ziet er wel een aardige knul uit.’’ Ze zucht en vraagt daarna om verduidelijking: ‘’Wat is er nu precies gaande? Je ziet er bezorgd uit, ik kon je niet aan je lot overlaten.’’ Ze draait haar hoofd naar Jack en wacht geduldig op antwoord.

‘’Ik weet niet waar Stijn is,’’ begint hij. ‘’Hij zei iets tegen me maar ik verstond het niet, hij is gewoon weggegaan en ik heb geen idee waar hij is.’’ Hij zucht even tussendoor en gaat verder met zijn uitleg. ‘’Ik dacht dat hij zich niet goed voelde en dat hij naar de WC is gegaan, maar het duurde te lang, dus ik ben gaan rondkijken, maar ik kan hem echt nergens vinden.’’ Isabella kijkt bedenkelijk terwijl ze aandachtig luistert. ‘’Hij reageert ook niet op mijn SMSje, ik begin me echt zorgen te maken.’’

‘’Is hij niet gewoon naar huis gegaan?’’ vraagt Isabella hoopvol. ‘’Nee dat zou hij echt nooit doen, we slapen immers altijd bij elkaar, samen feesten en samen naar huis.’’ Kaatst Jack direct terug. Isabella maakt een paar geluidjes met haar tong om aan te geven dat ze aan het nadenken is en zegt eventjes erna ‘’Ik zou het echt niet weten dan, het spijt me.’’ Op dat ogenblik komt er een jongen aangerend die bijna buiten adem is en stopt voor de twee. ‘’Hebben jullie een langere jongen gezien, die een beetje de weg kwijt is?’’ zegt hij, struikelend over zijn eigen woorden. Jack kijkt snel op en fronst zijn wenkbrauwen. ‘’Stijn?’’ vraagt hij bedenkelijk. ‘’Ja!’’ reageert de jongen opgewekt waarna hij Jack en Isabella een voor een aankijkt. ‘’Nee, eigenlijk zijn we ook naar hem opzoek.’’ Brengt Isabella uit terwijl ze haar verbazing probeert in te houden. ‘’Hoezo ben je naar hem opzoek?’’ vraagt Jack verward, ‘’En de weg kwijt? Hoe bedoel je?’’ volgt paniekerig.

...

‘’Ik k.. kom zelf wel thuis’’, moppert Stijn stomdronken in zichzelf terwijl hij niet meer perfect kan inschatten hoe hij zijn balans moet behouden. Stijn voelt zich uitzonderlijk vaag worden, anders dan de andere keren dat hij iets te veel gedronken had. Hij wankelt over de stoeprand en struikelt over zijn eigen voeten. Hij breekt zijn val door zich vast te klampen aan een lantaarnpaal die maar een fragment van de lange straat naast het bos verlicht. ‘’Sukkels, i..ik kan het zelf wel’’, zegt hij binnensmonds wanneer hij zichzelf onhandig rechtzet om zijn nachtelijke avontuur naar huis door te zetten. ‘’We b-b..rengen je wel t-thuis’’, spot hij met een bijstander die hem 5 minuten geleden een helpende hand aanbood.

Stijn stopt abrupt met zijn geklaag wanneer hij geritsel hoort, en het gevoel heeft dat er iemand achter hem loopt. Hij voelt een koude rilling over zijn rug maar hij probeert toch zo normaal mogelijk – voor zo ver dat kan – door te sjokken. Hij heeft geen slecht geweten, maar toch voelt het niet goed. Hij probeert een beetje te versnellen, maar dat lukt hem in deze positie niet optimaal. Hij voelt zich benauwd worden wanneer hij echt voetstappen achter hem hoort. Hij stapt versneld verder, en probeert zich zo goed mogelijk te herstellen elke keer wanneer hij over zijn eigen voet struikelt. Het is pikkedonker in de lange straat, het is immers al 4 uur ’s nachts. Elk normaal mens ligt nu al lang onder de warme dekens en hebben de lichten in hun huisje al gedoofd. Niemand zou het snel genoeg merken moest er nu iets met hem gebeuren, denkt hij.

Het is niet lang meer voordat hij de volgende lantaarnpaal benaderd, en zo dichterbij een lichtbron in de buurt komt. Stijn raakt in complete paniek wanneer de voetstappen achter hem lijken te versnellen. Hij zet het op een lopen, maar hij houdt het niet vol, alles rond hem begint te draaien. Hij voelt zijn ledematen niet, alles verdooft geleidelijk door de angst, waardoor het lijkt alsof hij niet vooruit gaat. Hij voelt iets op zijn schouder duwen wanneer hij bijna bij de volgende lantaarnpaal is, een schok gaat door zijn hele lichaam wanneer hij onmiddellijk beseft dat iemand hem probeert tegen te houden. Hij probeert een laatste sprint in te zetten, maar slaagt daar niet in. Hij struikelt over een verhoogde stoeptegel, en valt met zijn volle gewicht recht op de koude grond. Hij voelt zich enorm duizelig door de heftige roes en moet veel moeite doen om bij bewustzijn te blijven.
Hij heeft de impact wel gevoeld. Zijn handen waren al ijskoud, en door de val doet dat dan extra zeer. Hij probeert met zijn laatste kracht zijn ogen op te tillen om naar de schaduw in het licht van de lantaarnpaal te kijken. Een zwarte schim dat een angstaanjagend mannelijk figuur vormt in het licht, nadert met trage stappen Stijns trillende lichaam.

Gesloten