“Helaas heb ik niet zo goed nieuws voor u allen”, zegt mevrouw Van der Staar.
“Wat is er dan?”, vraagt Sander met een angstige blik in zijn ogen.
“De operatie is niet helemaal geslaagd … We hebben dat stukje bot niet kunnen pakken … Het is verder in de zenuwbaan beland … Straks zullen we een nieuwe CT-scan maken … Om precies te zien wat het stukje bot nu blokkeert … Daarna zullen we opnieuw wat onderzoeken moeten doen om te zien of er meer beschadigd is”, legt de arts uit.
“Nee, waarom ik … De rest van mijn leven zit ik in een rolstoel … Mijn leven is definitief voorbij”, begint Sander te huilen.
“Is er een mogelijkheid om een nog een keer te opereren?”, vraagt Dennis hoopvol.
“Nee, wij proberen dit maar één keer … Omdat we anders misschien meer beschadigen, wat niet de bedoeling is”, vertelt de arts.
“Wanneer gaat u dan een nieuwe CT-scan maken”, vraagt Rick aangeslagen.
“Morgenochtend, dan gaat uw vriend meteen door de scanner en doen we daarna gelijk de diverse onderzoeken”, licht de arts toe, “Als u nog dringende vragen heeft, mag u mij laten oproepen … Dan kom ik zo snel mogelijk … Ik zie u sowieso morgen.”
Dan verlaat dokter Van der Staar de kamer en gaat verder met haar ronde. Sander kan het nog steeds niet bevatten, dat het mislukt is. Maar ook Rick en Dennis kunnen het amper geloven. Dennis verlaat na een tijd zwijgend de kamer. Rick wil achter hem aan. Maar Sander houdt hem tegen. Hij wil nu niet alleen zijn. Hij wil alleen maar, dat Rick bij hem is en hem troost. Buiten op de gang komt Dennis de ouders van Rick tegen en vertelt wat de arts heeft verteld. Katharina schrikt hier van en laat zich in dichtbij zijnde stoel zakken. Chris staat ook met een mond vol tanden. Hij slaat een arm om Dennis heen, die het zichtbaar moeilijk heeft.
“Laat die tranen maar gaan”, zegt Chris, “Want het is ook niet niks om te horen dat de operatie van je zoon mislukt is … Laat die tranen gewoon lopen … Sander ziet ze hier niet.”
“Dat is waar … Maar we moeten ons groothouden als we bij hem zijn … We moeten hem steunen … En hij moet op ons kunnen rekenen ... Dan heeft huilen geen zin”, zegt Dennis snotterend.
“Waar is Rick eigenlijk?”, vraagt Chris dan.
“Die is bij Sander, denk ik … Laat ze maar even alleen”, antwoordt Dennis.
“Dat lijkt mij een strak plan … Laten wij beneden in het restaurant een kop koffie gaan drinken”, stelt Chris voor. Waar de andere twee mee instemmen.
De dag gaat langzaam voorbij. Katharina heeft haar moeder en nichtje ingelicht, die net zoals iedereen schrokken. Aan Chantal heeft ze gevraagd om Anne op de hoogte te brengen. Maar ook om Astrid en Teun op de hoogte te brengen. Net als Tijn, zo weet iedereen de stand van zaken. Tegen het einde van het bezoektijd nemen Rick, Dennis, Katharina en Chris afscheid van Sander, die daarna alleen achter blijft en weer in huilen uitbarst.
De volgende dag zijn Rick en Dennis vroeg in het ziekenhuis. Alleen mogen ze nog niet naar Sander. Want er wordt op moment een nieuwe CT-scan gemaakt, maar ook worden er verschillende onderzoeken gedaan. Ze worden opgevangen door een revalidatiearts, die hen uitleg geeft over het mogelijke traject en ook hun vragen beantwoordt.
“Zodra er meer duidelijk is of er verdere beschadigingen zijn … dan gaan we precies kijken hoe we het revalidatietraject gaan invullen … Hij zal in ieder geval niet meer kunnen lopen en dansen … We gaan proberen om hem toch met behulp van wat medische apparaten zelfstandig dingen te laten doen”, vertelt de arts zijn aanpak.
“Maar moet er veel aangepast worden thuis?”, vraagt Rick.
“Dat ligt er aan in wat voor huis u woont”, kalmeert de arts.
“In een rijtjeshuis met een beneden en eerste verdieping”, antwoordt Rick.
“Dan moet u sowieso een traplift laten plaatsen … Ook een oprijplaat bij de voordeur en tuindeur … Daarnaast alle drempels verwijderen, zo dat de rolstoel overal makkelijk naar toe kan … Daarnaast zult u een douchstoeltje of douchelift moeten laten plaatsen … Maar ook tillift zodat uw vriend zelfstandig naar het toilet kan gaan en ook zelfstandig het bed in en uit kan … Of u moet een hoger bed aanschaffen … Zodat hij door flink te steunen op zijn armen zichzelf in bed kan hijsen en er uit kan … Dat zal hij leren tijdens de revalidatie … U bent daar ook altijd bij welkom. Zo leert u ook hoe of wat … Zodat u uw vriend kan helpen”, legt de arts uit.
“Hoelang duurt het voor Sander naar huis mag?”, vraagt Dennis.
“Dat durf ik nu niet te zeggen … Dat ligt aan het feit in hoe zwaar de beschadigingen zijn bij uw zoon … Maar ga van een halfjaar uit … Zodra alles hier in het ziekenhuis is afgerond … Gaat uw zoon naar het revalidatiehuis … Maar wanneer dat allemaal is, is momenteel onzeker … Hij staat nu op de lijst en zodra hij kan en er plek is, dan word hij daarnaar toe gebracht … Maar u wordt allemaal tijdig op de hoogte gebracht en dan is er ook een concreet plan voor de revalidatie”, legt de arts uit.
“Dit alles gaat een halfjaar duren?”, vraagt Rick geschrokken.
“Het kan sneller zijn, maar het kan ook langer duren … We beginnen deze week al met de eerste stappen van de revalidatie … Zoals een rolstoel aanmeten … Daarnaast gaan we voorzichtig wat armkracht trainingen doen … Zodat zijn armspieren wat sterker worden … Zodat hij makkelijk de rolstoel kan voortbewegen … Maar ook zich makkelijk in bed zou kunnen hijsen”, legt de arts uit; “Maar laten we eerst de komende dagen de resultaten afwachten van de onderzoeken en de CT-scan.”
De dagen trekken aan Sander, Rick en de rest voorbij. Gelukkig heeft de mislukte operatie verder geen nieuwe schade veroorzaakt. De revalidatiearts heeft met Sander, Rick en hun ouders een gesprek gehad over het revalidatieplan. Sander is een paar keer kwaad geworden en heeft zelfs met alles gegooid wat binnen handbereik was, toen de revalidatiearts met een rolstoel zijn kamer binnen kwam rollen. Want hij kan de rolstoel niet accepteren. De arts heeft gezegd, dat dit meestal voorkomt bij mensen die hun leven aan iets geven, waar ze hun hele lichaam bij nodig hebben. Zoals bij Sander het geval was. Dansen was zijn leven. Maar ze overhaasten niks. Al moet Sander toch eens in die rolstoel gaan zitten.
Anne heeft in tussen genoeg te regelen voor de show. Ze krijgt gelukkig hulp van Chantal, ook al heeft die het druk op het werk. Ze staat drie dagen per week voor de klas van Rick en dan ook nog eens twee dagen voor haar vaste invalklas. Maar Tijn staat Anne bij het regelen van de show.
Astrid is intussen met een paar moeders druk in de weer om alle kleding te maken. Anne en Chantal helpen daar ook bij als ze tijd hebben. Zelfs mevrouw Klomp helpt mee met alle stoffen door de naaimachine te halen. Iedereen is er druk mee bezig. Want het moet een top show worden. De datum en tijd staan vast en de kaartverkoop is gestart, die ook lekker loopt. Niemand heeft daar over te klagen. Anne is blij dat ze zich hier volledig op kan richten. Maar is ook blij dat Tijn gelijk tijd vrijmaakt, als zij hem belt. Als ze even niet wat ze moet doen. Want een show zet niet zomaar in elkaar. Maar Tijn vindt het ook geen probleem om tijd aan Anne te geven. Hij vindt haar wel leuk.
Op zaterdagmiddag staat Anne voor de spiegel. Ze twijfelt welke jurk ze aan zal doen. Ze is al een uur bezig het perfecte outfit te vinden. Nienke en Christien verklaarden haar voor gek. Ze heeft toch tenminste elke week een afspraak met Tijn.
“Anne, waarvoor maak je druk … Je hebt toch gewoon een bespreking met hem?”, vraagt Christien.
“Ik blijf het raar vinden .. een bespreking op zaterdagavond”, mompelt Nienke.
“Of het is een date?”, roept Christien luid.
“Lijkt mijn stug … Want oma kiest haar vriendjes”, lacht Nienke.
“Zeg, dames als jullie klaar zijn … Kunnen jullie mij dan advies geven”, vraagt Anne geïrriteerd.
“Dat kunnen we pas geven als we weten wat voor afspraak je hebt met Tijn”, zeggen de dames in koor.
“Hoe lang hebben jullie daar op geoefend?”, lacht Anne.
“Niet zolang … Denk gewoon toeval”, glimlacht Nienke.
“Maar Anne, voel jij iets voor Tijn?”, vraagt Christien.
“Ja, kom op vertel”, valt Nienke bij.
“We hebben geen bespreking maar een echte date”, bloost Anne.
“Ga weg meid … Dat meen je niet … Ben je verliefd op hem”, vraagt Christien.
“Denk het wel … Heb zo’n raar gevoel van binnen in mijn buik … Daarnaast denk ik ook steeds aan hem … Voor mijn gevoel zweef ik op een wolk … Het is een gevoel wat ik nog niet eerder heb gehad”, vertelt Anne blij.
“Dat gevoel in je buik noemen we nou vlinders … Ofte wel je bent verliefd … En ontkennen heeft geen zin … Want je straalt er gewoon van … Ik heb een zonnebril nodig want je straalt zo erg dat het pijn doet aan mijn ogen”, lacht Nienke.
“Heeft oma hem al goedgekeurd?”, vraagt Christien lachend.
“Kan mij niks boeien … Ik vindt hem geweldig. Hij is zo knap en helemaal mijn type”, zegt Anne vrolijk.
Een paar uur later gaat de bel van het meidenhuis. Nienke en Christien springen bij tegelijk op en rennen door het huis op weg naar de deur om hem te openen. Maar tot hun teleurstelling staat niet Tijn maar Stefan voor de deur. Die is op zijn beurt verbaasd, dat Christien niet blij is om hem te zien. Maar als Christien hem even later alles heeft verteld, moet hij lachen. Dan gaat de deurbel voor de tweede keer. Niet alleen Christien en Nienke rennen opnieuw naar de deur. Ook Stefan rent mee. Alleen zijn ze allemaal te laat. Want Anne opent de deur al. Tijn stapt binnen en stelt zich voor aan de anderen. Nadat Anne haar tasje heeft gepakt, gaan de twee op weg naar het restaurant, waar Tijn een tafeltje heeft gereserveerd.
Tijdens het diner hebben ze het over van alles en nog wat. Ze hebben afgesproken dat ze het niet over onderwerpen hebben, die met dansen en de show te maken hebben. Want het is geen werkafspraak maar een privéafspraakje. Al kan Tijn het niet laten om te vragen hoe het nou met Sander gaat.
“Het gaat … Hij kan nog steeds niet accepteren, dat hij de rest van zijn leven in een rolstoel moet doorbrengen … De dag, dat hij het wel accepteert, is waarschijnlijk de dag wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen”, maakt Anne er een grap van.
“Ik ken hem ook wel een beetje … Dus je hebt gelijk … Dat accepteren van die rolstoel gaat nog wel een hele lange tijd duren”, zegt Tijn.
“Maar ooit zal hij moeten”, vindt Anne.
“Daar heb je gelijk in”, stemt Tijn in, “Maar laten we het over onszelf hebben … Hoe was jij vroeger op school?”
“Dat wil je niet weten … Was de bad girl van de school”, zegt Anne zo serieus mogelijk.
“Dat had ik niet achter je gezocht”, reageert Tijn verbaasd.
“Ach ... de leerkrachten konden mij niet aan … Ik terroriseerde de hele school volgens hen … Spijbelde veel en als ik dan eens op school was … dan werd ik er uit gestuurd omdat ik de klas op stelten zette … Heb zelfs een keer de rector bedreigd”, blijft Anne met een strak gezicht zeggen.
“Uhm, ik kan het niet geloven”, zucht Tijn verbaasd.
“Ik wilde dat ik zo was … Maar helaas ... was ik nog net niet de nerd van de klas”, lacht Anne.
“Ik wou al zeggen … Het leek mij onvoorspelbaar dat jij de bad girl was van je klas … Want zo ben jij niet … Jij lief, zacht en aardig”, zegt Tijn opgelucht.
“Ik wou even kijken wat je reactie zou zijn … Maar hoe was jij op school?”
“O, ik was wel de nerd van de klas … Altijd hoge cijfers … Nooit ziek, altijd aanwezig en nooit te laat”, antwoord Tijn netjes.
“Daar geloof ik niks van”, lacht Anne.
“Het is net zo waar, zoals ik Tijn heet”, zegt Tijn met twee opgestoken vingers.
“Dan zal het wel zo zijn”, lacht Ann; “Ook al geloof ik het nog steeds niet.”
“Bij deze ben je uitgenodigd om eens een kopje koffie of thee met mijn ouders te gaan drinken … Zij zullen het bevestigen, dat ik de nerd van de klas was.”
Na het diner en heel wat verhalen verder, gaan ze richting de bioscoop. Tijdens de film kunnen ze zich allebei niet inhouden en zoenen ze elkaar voor het eerst. Niet veel later belanden ze bij Anne thuis op haar kamer.
“Nog één drankje en dan ga ik ook maar eens op huis aan”, zegt Tijn.
“Je kan ook blijven slapen … De bank in de woonkamer schijnt heerlijk te liggen”, lacht Anne.
“Dat is dan een mooie kans om die zelf uit te proberen … Want je gaat je gast toch niet de op bank laten slapen”, vraagt Tijn lachend.
“Waar dan wel”, vraagt Anne op haar beurt.
“In jouw bed … Dat hoor jij af te staan aan je gasten”, lacht Tijn.
“Maar ik ben een dame … En dames slapen niet op een bank”, kaats Anne de bal terug.
“O, en heren wel dan?”, vraagt Tijn.
“Ja, ik vind van wel.”
“Maar dat zullen we wel even bezien.”
“Wat was jij van plan, mannetje?”
“Helemaal niets bijzonders.”
de Danser hfdst. 17
de Danser hfdst. 17
©Geoff(dkz09), 2015
*Wees wie je bent en wees daar trost op*
*Wees wie je bent en wees daar trost op*