VAKANTIE 2002 - hoofdstuk 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VAKANTIE 2002 - hoofdstuk 6

Bericht door Lucky Eye » vr 17 apr 2015, 17:12

VAKANTIE 2002

Een verhaal van Lucky Eye

Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 6

Toen ik gegeten had en de afwas gedaan was, kleedde ik me om voor een avondje uit. Ik liep naar het huisje van de Walters en klopte aan. Marja deed open.

“Goedenavond, is Ken ook thuis?”

“Ja, ik zal hem even roepen. Kom binnen.” Haar stem klonk door het huisje en de lange slungelachtige jongen kwam naar beneden gelopen ervoor zorgend dat hij zijn hoofd niet stootte.

“Zeg, heb je misschien zin om mee te gaan naar Slenaken vanavond? Er is daar op woensdag altijd muziek en ik ga erheen dus als je zin hebt …”

Ik zag zijn ogen even oplichten maar meteen ook doofde het vuur weer. “Weet niet,” klonk het zachte antwoord. “Denk het niet.”

“Waarom niet, Ken?” vroeg zijn moeder. “Dan ben je er eens een avondje uit. Is goed voor je, jongen.”

“Ja, je hoeft niet steeds bij ons te blijven zitten,” vulde zijn vader aan. “En bovendien is het hartstikke aardig van Rogier dat hij je meevraagt.”

“Vinden jullie het goed dan?” Volkomen ongeloof klonk door Kens stem.

“Ja,” zei zijn moeder.

“Natuurlijk,” bevestigde zijn vader.

“Dan ga ik even wat anders aantrekken,” zei hij en rende terug naar boven. Ik nam plaats op een stoel en Jan knipoogde naar mij.

“Hoe laat zijn jullie terug?” vroeg Marja me.

“Weet het niet precies. Maar het lijkt me beter dat jullie niet opblijven. Geef hem een sleutel mee dan kan hij er altijd zelf in.” Een vertwijfelde blik vloog heen en weer. “Echt als jullie hem los willen laten is dat beter,” sprak ik gedempt. “Geef hem het gevoel dat hij zelf verantwoordelijk is.”

In een keurige, donkerblauwe, strakke spijkerbroek en een rood poloshirt kwam Ken naar beneden gezet. De ketting die hij die ochtend gekocht had op de markt was zichtbaar bij de halsopening. Ik kon zien dat hij zijn lange haren gekamd of geborsteld had want er zat warempel enig model in. Zijn vader stond op en overhandigde hem een sleutel.

“Hier, jongen, dan hoeven we niet op je te wachten straks. En hier wat geld om Rogier ook eens te trakteren.”

“Dank je, pap. En mag ik …”

“Ja, natuurlijk. Je bent zestien en mag wat drinken als je dat wilt. Ik neem aan dat je je grenzen kent en weet wanneer je moet stoppen.” Van zijn zoon gleed zijn blik naar mij. Ik voelde hoe hij me verantwoordelijk stelde en ik zou ervoor zorgen dat de jongen niet bezopen thuis zou komen. Zelf ben ik ook geen echte drinker dus dat zou geen probleem zijn. Ken trok een spijkerjack aan en samen liepen we naar mijn auto toe. Zijn ouders stonden op de stoep.

Meteen toen we in de auto zaten begon hij te praten. “Ik snap hier helemaal niets van! Knijp me want ik heb het gevoel dat ik droom!. Nog nooit hebben ze me een avond uit laten gaan!”

“Heb je er wel om gevraagd dan?”

“Nee, eigenlijk ook niet maar ik weet gewoon dat ze me liever thuis hebben. Veilig bij hen!”

Ik reed achteruit en toen de parkeerplaats af. Ken stak een hand op naar zijn vader en moeder.

“Heb er misschien zelf ook niet zo’n behoefte aan gehad en ik weet gewoon dat ik hen bezorgd zou maken als ik uit zou gaan. Het zijn prima ouders en ze houden heel veel van me maar ze zijn zo vreselijk bang gewoon dat mij iets overkomt en ik …”

“Jij wilt ze geen verdriet doen en daarom stel je je eigen wensen steeds bij aan die van hen.”

“Ja, dat is een goede samenvatting van mijn gedrag, denk ik.”

“Maar zo kun je niet blijven leven, Ken. Je moet ook eens voor jezelf durven opkomen. Anders ontplooi je jezelf nooit, komt er nooit uit je wat er allemaal inzit.”

“Maar het heeft zoiets van … van ondankbaar zijn als ik niet doe wat ze van me vragen en ongezegd vragen.”

Ik begreep hem en knikte.

“Ik wil dat ze van me blijven houden … zie je?”

“Ik begrijp je helemaal, Ken, maar je moet ook je eigen leven proberen te gaan leiden.”

“Ja, dat weet ik ook wel maar dat valt niet mee. Het is moeilijk om volwassen te worden. Het is veel makkelijker als je alle verantwoordelijkheid van je af kunt schuiven.”

Vanachter het stuur keek ik naar hem om te zien of hij een grapje maakte of het serieus meende.

Toen hij mijn twijfelachtige blik zag zei hij: “Ik meen het Rogier. Ik vind het vreselijk om verantwoordelijkheid te moeten dragen.”

“Dat komt omdat je het nooit gewend bent geweest. Toen ik klein was en bij mijn vader woonde, leerde die me al vroeg wat mijn verantwoordelijkheden waren. Ik kreeg taken en zo, en af en toe vroeg hij me gewoon ‘Wat vind jij daar nou van?’. En dat soort dingen heeft mij in elk geval geleerd dat ik over heel veel dingen een eigen mening moest zien te krijgen. Niet gemakkelijk natuurlijk, maar wel uitdagend.”

“Bij mij thuis ligt dat niet zo gemakkelijk. Mijn ouders beslissen alles en ik weet heus wel dat zij het goed menen maar dan leer je dat soort dingen dus niet! En daarnaast wil ik ze, zoals ik al zei, geen verdriet doen. Bovendien als ik soms al vreselijk kwaad ben, houd ik me in …”

“Waarom? Waarom explodeer je niet een keer? Laat je niet eens zien dat je echt kwaad bent?”

“Mijn vader heeft een hartkwaal en als ik kwaad word, zal hij kwaad worden en ik wil niet schuldig zijn aan een hartaanval of zo!”

Dat kon ik me heel erg goed voorstellen. Een complicatie waarvan ik geen weet had gehad. “Nee, dat kan ik me voorstellen maar misschien zal hij alleen maar verbaasd zijn als jij boos wordt en niet eens weten hoe te moeten reageren.”

“Kan ook, maar ik vind het vreselijk beangstigend die hele situatie.”

“Ja, begrijp ik. Maar je moet niet altijd je mond houden en steeds maar weer buigen. Je moet leren te leven, Ken!” Opnieuw keek ik hem eventjes zijdelings aan. Hij glimlachte. “Mijn vader was een hele vreemde! Echt! Hij is vorig jaar overleden aan kanker …”

“God, wat erg, man! Ik wist het niet!”

“Nee, logisch want ik had het je nog niet verteld.” Ik glimlachte naar hem. “Vanaf het moment dat hij het mij vertelde, was ik bijna altijd bij hem. Maar op een avond stuurde hij me het huis uit. ‘Ga uit, ga leven, Rogier!’ zei hij en duwde me letterlijk de deur uit. Ik ging weg om hem dat plezier te doen. Stapte in mijn auto en reed naar het plantsoen in de buurt. Daar ging ik op een bankje zitten en wachtte tot het laat genoeg was om weer naar huis te gaan. Ik vergat te leven op dat moment of eigenlijk moet ik het anders zeggen. Mijn leven bestond op dat moment alleen maar uit de ziekte en de komende dood van mijn vader. Thuisgekomen zat hij nog op en wilde alles weten over mijn avondje uit. Eerst was er paniek in mij maar toen begon ik te fantaseren. Ik zoog hele verhalen uit mijn duim om hem te plezieren, om hem de indruk te geven dat ik ‘geleefd’ had die avond.” De inhoud van die verhalen hield ik voor Ken achter. Daar had hij niets mee nodig. “En ik zag hoe de man opleefde, hoe hij genoot. En dus bleef ik ‘uitgaan’. Ik verzon de prachtigste dingen en ik weet niet of hij alles geloofde wat ik vertelde maar ik zag aan zijn gezicht, zijn ogen, dat hij vreselijk plezier had en dat maakte alles goed.” Opnieuw keek ik opzij. “Je zit toch niet te janken, wel?”

“Sorry, maar ik ben wat gevoelig de laatste tijd,” antwoordde hij terwijl hij met de mouw van zijn jas over zijn ogen wreef.

“Hé, lachen moet je!” Speels stompte ik hem tegen zijn schouder. Gelukkig kwam zijn lach snel weer terug. We naderden Slenaken en ik zocht een parkeerplaats op. De festiviteiten waren in het centrum van het dorp en met een paar minuten lopen waren we er. Deze avond was niet echt mijn stijl, bleek me al snel toen ik de hoempapa muziek van een tiroler muziekgroep ontwaarde. Met een bedenkelijk gezicht keek ik Ken aan.

“Niet zeuren, Rogier,” zei hij en sleurde me aan mijn arm verder de menigte in.

“Vind jij dit mooi?”

“Nee, niet echt maar uit is uit en de kans op een avondje uit laat ik me echt niet ontnemen! Niet nu meer, niet nu je me zo aangespoord hebt om dingen te doen die ik nog nooit gedaan heb. Eigen schuld.” Ik lachte luid en zag hoe omstanders me vreemd aankeken. Nou en!

Ondanks de in mijn ogen en oren ‘slechte’ muziek werd het een heel prettige avond zo samen met Ken. Hij dronk een Bacardi Breezer terwijl ik het hield bij cola. Ik moest tenslotte nog rijden. Op zijn verzoek nam ik ook een slok uit zijn flesje omdat ik dat spul nog nooit gedronken had en ik zal je eerlijk zeggen dat ik er geen klap aanvond. Net ranja met een scheut alcohol. Hij lachte me uit en zei dat ik niet wist wat lekker was. Ik liet hem in die waan. We zaten op een groot en goed gevuld terras en praatten de gehele avond. Hij vertelde over school en zijn hobby en ik over mijn werk en de sport die mijn hobby was. De tijd vloog om en alhoewel de muziekgroep een behoorlijk groot repertoire had, werd ik het echt zat toen ik voor de derde keer het loflied op Kufstein hoorde.

“Kom, Ken, we gaan! Ik vind het nu wel welletjes! Dat eeuwige gejodel in mijn oren maakt dat mijn hersens zowat gekruld zijn.”

“Net zo gekruld als je haren?”

“Ja, zowat slimmerd!” Ik stond op en baande me een uitweg door de menigte. Ken volgde me lachend. “Zeg je hebt toch niet te veel van die ranja gehad, hè?”

“Welnee! maar twee!”

“Nou, ik weet het zo net nog niet! Je gaat nog rijmen ook!” Hij proestte het uit en ik was blij dat ik hem deze onbezorgde avond had kunnen bezorgen. Zo zag ik deze jonge knaap graag: lachend. Zijn hele gezicht was één grote lach! Bij de auto aangekomen hoorden we het luide applaus ten teken dat het concert voor deze avond was afgelopen. Ineens stond Ken recht tegenover me en niet zoals ik verwacht had aan de passagierszijde van mijn wagen.

“Vertel me eens, waarom doe je dit voor mij?”

“Hoe bedoel je?”

“Waarom nodig jij iemand die je nauwelijks kent zomaar uit voor een avond als dit?”

“Omdat ik mensen graag een plezier doe, Ken. En aangezien jij ook tot de mensen behoort …”

Eventjes lachte hij maar al snel weer was hij serieus. “Nee, zo bedoel ik het niet. Nog nooit heeft iemand zoiets voor mij gedaan, Rogier. Niemand anders heeft ooit zo veel belangstelling voor mij getoond, met uitzondering van mijn ouders dan natuurlijk. En waarom?”

“Ik heb je mijn antwoord gegeven, Ken. Heus er steekt verder helemaal niets achter als je dat misschien denkt.”

Langdurig bleef hij me aankijken. “Ben je homo?”

De vraag die ik al zo vaak in mijn leven had gehoord. En uit ervaring wist ik dat als je het wilt ontkennen je meteen ‘nee’ moet zeggen. Lang met je antwoord wachten is fout en wat helemaal fout is, is een tegenvraag zoals ‘Ik? Of ik homo ben?’ Ik wilde echter niets ontkennen want ik schaamde en schaam me niet voor wat ik ben.

“Ja.”

“Doe je het omdat je op me valt?”

“Nee. Mijn eerste antwoord is het enige antwoord dat waar is. Ik geef om mensen en doe graag dingen voor mensen en dus ook voor jou.”

“Vind je me aantrekkelijk?”

“Zo heb ik nog niet over je nagedacht, Ken, maar als je wilt, wil ik er wel over nadenken.” Ik glimlachte naar hem. “Nou? wil je dat ik dat doe?” De twijfel was op zijn gezicht te lezen. Waar hij dacht dat hij mij in een hoekje had gedreven, had ik dat nu onbedoeld met hem gedaan.

“Sorry, dat ik zo doe.”

“Geeft niet, Ken. Ik blijf je aardig vinden. Zullen we gaan?”

Hij liep om de auto heen en stapte naast me in. “Kunnen we nog even blijven praten?”

“Natuurlijk wel.”

“Vond je het vervelend dat ik het vroeg?”

“Nee. Ik ben de vraag wel gewend maar hoe kwam je er zo bij om het te vragen. Loop ik gek? heb ik rare maniertjes of zo?”

Hij glimlachte in het donker. “Nee, dat is het helemaal niet. Je bent … gewoon heel erg mooi, vind ik. Knap, sportief. Alles wat ik niet ben.”

“Kom, Ken, je moet jezelf niet onderuit gaan halen.”

“Nee, misschien niet. Dat doen anderen wel voor me.”

“Aan anderen moet je lak hebben, jongen. Jij leeft je eigen leven op de manier die jij wilt en daarmee basta! En jij maakt er voor jezelf het beste van! Zorg daarvoor.”

“Ja, meester!” Een luide lach klonk door de auto.

“En hoe zit het met jou?” vroeg ik nieuwsgierig.

“Hoe bedoel je?”

“Waar gaat jouw voorkeur naar uit: meisjes of jongens?”

“Heb met geen van beide nog iets gehad, dus ik weet het niet.” Stilte tussen ons. Diverse auto’s om ons heen reden van de parkeerplaats af. En na een dik kwartier waren we de enig overgeblevenen. “Denk je dat seks zonder liefde goed is?” vroeg hij.

“Seks zonder liefde is mogelijk. Toen ik wist dat ik homo was en op ontdekkingstocht ging heb ik het ook gedaan. Uitproberen, kijken wat je zelf fijn vindt en hoe je die ander kunt plezieren.”

“En later?”

“Ja, zodra de liefde om de hoek kwam kijken, was het voor mij uit met de vrije seks. Ik houd onvoorwaardelijk van iemand en beperk me dan ook tot die ene.”

“En heb je nu een vriend?”

“Nee.”

“Ooit verliefd geweest?”

“Yep. Eén keer. Tot over mijn oren! Hij was ontzettend leuk!”

“Net zo leuk als jij?”

“Nee,” lachte ik, “nog veel leuker natuurlijk. Ik ben niet zo bijzonder.”

“Wel waar! Je bent heel knap, man!”

“Vind je?” viste ik naar een compliment.

“Ja! Je hebt prachtig mooi, donker krullend haar en bent heel mooi gespierd!”

“Dank je. Leuk om het te horen uit de mond van een ander. Maar over die verliefdheid. Hij was ook verliefd op mij. Tenminste in het begin. Na verloop van tijd, zo bleek later, nam hij het niet meer zo nauw met de trouw en sliep hij ook regelmatig bij anderen. Ik had niets door en was totaal verrast toen hij het uitmaakte en bij een ander introk.”

“Rot lijkt me dat.”

“Ja, dat is het ook. Het voelt als een dolksteek en zeker als je het niet hebt zien aankomen. Ik geloof in trouw, Ken! Als je elkaar niet kunt vertrouwen, is het ook onmogelijk om elkaar lief te hebben.”

“Ja, ben ik met je eens. Eigenlijk geloof ik dat ik best verliefd op een jongen kan worden. Verliefdheid hoeft toch niets te maken hebben met seks?”

“Helemaal met je eens. Kom, we gaan naar huis.” Ik startte de motor en reed de donkere parkeerplaats af richting Epen. Ken was stil en zat waarschijnlijk na te denken. Toen ik de naar beneden lopende weg bij onze huisjes opdraaide, schrok hij op uit zijn overpeinzingen.

“Zijn we er al?”

“Ja, Ken. Het is tijd om naar bed te gaan.” Ik parkeerde de auto en zag in mijn achteruitkijkspiegel de lichten in het huisje van Ken aangaan. Shit, waren zijn ouders toch nog op dus! Of in elk geval wakker! “Ze hebben op je gewacht, Ken,” zei ik terwijl ik de sleutel uit het contact haalde.

“Hmmm. Had je anders verwacht?”

“Eigenlijk niet, maar wel gehoopt.”

“Het zal niet makkelijk voor ze geweest zijn vanavond. Maar ik wil je wel zeggen dat ik heel veel lol gehad heb en daarvoor wil ik je bedanken.” Hij pakte mijn hand beet en kneep erin.

Ik glimlachte naar hem. “Zoiets moeten we vaker doen, Ken. Het lijkt me reuze leuk om wat meer tijd met je door te brengen.”

“Als ik mag van mijn ouders.”

“Vraag ze ernaar! Vraag je vader of je met mij mag fietsen, als je tenminste zelf ook wilt.” Zijn blinkende tanden lichtten op in het donker.

“Ja? Zou je dat echt willen?”

“Zeker, Ken, maar alleen als jij het zelf ook wilt.”

“Maar ik heb geen fiets.”

“Die kun je wel ergens huren hier hoor. Vraag ze ernaar! Kom voor jezelf op!”

“Doe ik! Ik beloof het je!”

“Prima. En misschien kunnen we ’s avonds eens samen een film kijken. Iets dat beter is in elk geval dan ‘Suzie Q’.”

Hij lachte. “Waar denk je aan dan?”

“Vrijdagavond komt er een film met Robin Williams ‘Jacob the Liar’. Lijkt me heel goed en in het weekend heb je altijd op zaterdag en zondag een avontuur van ‘Young Indiana Jones’.”

“Zegt me niets.”

“Cultuurbarbaar! Je kent Indiana Jones toch wel?”

Heftig schudde hij zijn hoofd.

“Je hebt nog heel wat te leren, jongen.”

“Alleen als jij mijn leermeester wilt zijn, Rogier.”

“Als jij belooft je te gedragen, zal ik dat overwegen.” Samen liepen we naar zijn voordeur. Voordat hij de sleutel in het slot kon doen, ging de deur al open.

“Gelukkig,” zei Jan Walters, “jullie zijn weer thuis.”

“Jullie hadden toch niet hoeven opblijven!” zei Ken.

“Nee, maar we waren toch wel een beetje ongerust. Voor ons is dit ook wennen, Ken. Heb je Rogier al bedankt?”

“Natuurlijk pap, wat denk jij dan.”

“Tot morgen, Ken.”

“Tot morgen, Rogier.”

Ik draaide me om en liep naar mijn huisje toe. Ik maakte nog een kop thee voor mezelf en kroop toen mijn bed in. Nee, ik had nog niet op die bepaalde manier aan Ken gedacht. Had me nog niet afgevraagd of ik hem aantrekkelijk vond maar toen ik in bed lag, voelde ik toch ineens iets heel bijzonders voor hem. Verliefdheid? Nee, ik praatte mezelf wat aan. Die Vincent ook met zijn gekke analyse!

Wordt vervolgd …



Reacties zijn welkom op de site maar ook op mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk

Gesloten