En toch..........deel 5

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

En toch..........deel 5

Bericht door Hans Bernard » za 14 feb 2015, 07:51

Om vijf voor half negen klonk de bel in de gang. Eveline deed open en verwelkomde de drie bezoekers. Met Hans Hartkamp, de directeur, waren Ann de Glas en Fons Verhoeven mee gekomen. Eveline bracht ze naar de keuken, de ruimte die haar het meest geschikt leek om te vergaderen. Alles bij de hand en de jeugd kon ongestoord in de kamer hun gang gaan. Na de formaliteiten van het kennismaken, nam de directeur de leiding en opende hij de bijeenkomst:
“Allemaal van harte welkom en een woord van dank aan mevrouw Stevens, die onmiddellijk bereid was, hier bij haar, deze vergadering te laten plaatsvinden. We zijn geschrokken van de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden en een snel ingrijpen is gewenst. Dan wil ik nu graag mevrouw Stevens vragen ons te vertellen wat zij tot nu toe heeft meegemaakt.”
Eveline begon met te zeggen dat zij het prettig vond als men haar bij haar voornaam aansprak en gaf daarna een verslag van haar belevenissen. Ze eindigde met: “En daarom vond ik het belangrijk om zo snel mogelijk actie te ondernemen en heb ik met meneer Hartkamp contact gezocht.”
“Laten we afspreken allemaal elkaar bij de voornaam te noemen,” zei Hans, dat werkt inderdaad wat makkelijker.”
Hij vervolgde: “We hebben hier te maken met acceptatie van homo's en de integratie van homoseksuele leerlingen in onze school in het bijzonder. Tot nu toe hebben we geen problemen van dien aard ondervonden, althans niet bekend bij mij. Nu worden we ineens geconfronteerd met de harde werkelijkheid en zullen we actie moeten ondernemen. Het lijkt mij het beste eerst wat korte gesprekjes te houden met de jongens, zodat we ook van hen weten hoe zij tegenover het gebeurde staan.”
De anderen knikten instemmend en een voor een kwamen Milko, Jurre en Tijn naar de keuken en vertelde hun verhaal. Vooral het verhaal van Tijn over de hardhandige aanpak door zijn vader, maakte indruk en wekte afschuw op.
“Moeten we hier geen aangifte van doen?” zei Ann toen Tijn weer terug was naar de kamer. Ze keek de kring rond. De anderen knikten en Hans maakte een aantekening dat ze het er later op zouden terugkomen.
Het was de leerkrachten en de directeur wel duidelijk dat het een hele kluif zou worden om de school om te turnen tot een homovriendelijke gemeenschap. Dit, en hoe men de thuisproblematiek moest aanpakken, zou in een algemene vergadering worden uitgewerkt. Bij het brainstormen kwam nadrukkelijk naar voren dat de school in ieder geval klassengesprekken zou moeten organiseren maar dat men ook hulp van buitenaf zou moeten aantrekken. De rest van de avond werd vooral gebruikt om ideeën aan te dragen.
Evelien was blij dat zij de verantwoordelijkheid niet langer alleen hoefde te dragen. Bij de rondvraag had men zich duidelijk uitgesproken wat haar rol zou zijn. De directeur had aangegeven haar te helpen met de opvang en begeleiding van de jongens, die zij zo liefdevol in huis had opgenomen. Hij zou morgen persoonlijk de ouders van Jurre en Tijn benaderen en proberen de weg te effenen voor een terugkeer van beide knapen naar huis. Lukte dit niet dan zou Hans instanties benaderen om de veiligheid van de knapen te waarborgen. Na een gesprek met de vader van Tijn zou pas besloten worden of tot aangifte zou worden overgegaan.

Terwijl in de keuken volop vergaderd werd, zaten de vrienden en Elfi in de kamer. De TV stond aan, maar niemand die echt geïnteresseerd zat te kijken.
“Toch wel fijn dat Hartkamp meteen bereid was om te komen praten,” zei Milko tegen Jurre.
“Zeker, maar het is ook een toffe gast, altijd bereid om naar je te luisteren” antwoordde hij. “Ik hoop dat het ze lukt de oproerkraaiers stil te krijgen, anders staat ons nog heel wat te wachten.”
“Dat zal ze toch wel lukken?” vroeg Tijn met een klein stemmetje.
“Ik hoop het voor jullie.” Milko's stem klonk niet erg overtuigd. “Ikzelf zal er niet veel last van hebben want ik heb onze klas aan mijn kant staan maar hoe denk je dat dat in jullie klas is?”
Jurre en Tijn keken allebei bedrukt voor zich uit.
Het was even stil.
“Kan een van jullie mij misschien iets meer over Ward vertellen?” vroeg Milko opeens.
Tijn antwoordde: “Wij weten niets meer dan jij. Het is een ongrijpbare figuur. Hij zit bij ons op school dacht ik, maar nu ik er langer over nadenk zou ik niet kunnen zeggen in welke klas. Je ziet hem eigenlijk nooit ergens lopen of zitten en toch schijnt hij er altijd te zijn. Controle in het klassenboek leert dat hij zelden of nooit verzuimt”.
Milko had bij zijn vraag met opzet zijn zusje aangekeken. Nog steeds was zij hem een verklaring schuldig over het feit dat zij Ward persoonlijk kende. Maar Elfi keek strak naar de grond en reageerde niet op zijn vraag. Toch vreemd dat zij er niet over wilde praten. Hij moest haar, zo gauw ze alleen waren, toch over zien te halen hem te vertellen waarvan ze Ward kende en wat ze van hem wist.

De moeder van Milko en Elfi kwam de kamer in, vergezeld door de directeur en de twee leerkrachten. Zij kwamen gedag zeggen en Hans gaf een kort verslag van wat er zoal besproken was. Hij zorgde daarbij voor een positieve strekking in zijn verhaal om de jongeren op die manier wat gerust te stellen. Dan vertrokken ze met een: “Welterusten” en “We zullen ons uiterste best doen om de problemen zo goed als mogelijk te verhelpen”.

“En nu wordt het zo langzamerhand tijd om te proberen wat te slapen,” kondigde Eveline even later aan, toen ze terugkwam in de kamer. Ze zag Jurre verschieten. O je, die was nog niet thuis geweest om zijn ouders in te lichten en had zich zo onopvallend mogelijk gedragen dat zij helemaal vergeten was te zeggen dat hij zijn ouders had moeten laten weten dat hij vannacht hier kon blijven slapen. Met een wit weggetrokken gezicht zat hij in de hoek van de bank angstig naar haar te kijken. Wat moest ze nu doen? Eerst maar eens aan Jurre vragen hoe hij er zelf over dacht.
“Wat ga jij doen, Jurre? Ga jij thuis slapen?”
Bijna niet verstaanbaar mompelde hij: “Liever niet.”
De deurbel snerpte door het huis. De jongens en ook Elfi schoten verschrikt overeind. Eveline stond op en ging, de kamerdeur achter zich dicht trekkend, de gang in. Het was doodstil in de kamer en de jongelui zaten met gespitste oren te luisteren of ze iets konden opvangen.
Zo te horen, was het een man. Ja hoor. Ze hoorde Eveline zeggen: “U bent de vader van Jurre?” Het antwoord was onverstaanbaar.
Elfi stond op uit de bank en liep zachtjes naar de kamerdeur, duwde de klink, zonder geluid te maken naar beneden en zette de deur op een kier. Ze konden nu bijna letterlijk verstaan wat er gezegd werd. Het was duidelijk dat de vader van Jurre niet van plan was om zonder zijn zoon te vertrekken. Zijn toon werd steeds bozer en overstemde Eveline, die uit alle macht probeerde hem te overreden om Jurre vannacht hier te laten slapen. Jurre die het allemaal aanhoorde had het niet meer maar besefte dat iemand de moeder van Milko moest gaan helpen. Juist toen hij al zijn moed bijeengeraapt had en van plan was op te staan om naar de gang te lopen, hoorden hij dat er iemand zich mengde in het gesprek.
“Het heeft geen zin om de jongen, net nu hij wat tot rust is gekomen weer van zijn veilige plek weg te halen. Laat hem in ieder geval vannacht bij zijn kameraden blijven waar hij zich nu geborgen voelt.”
“Dat is Hartkamp,” zei Jurre, “waarom is die terug gekomen?”
Ze keken elkaar vragend aan. Het gesprek nu was duidelijk veel rustiger en vanuit de kamer nauwelijks nog te volgen.

Na enkele minuten hoorden ze dat de voordeur dicht ging en even later kwamen Evelien en Hartkamp de kamer in. Ze vingen nog juist op dat Eveline zei: “Mijn God, wat was ik blij dat dat jij plotseling voor mijn neus stond. In mijn eentje had ik het nooit gered om hem buiten de deur te houden.” Nog lichtelijk hijgend van de opwinding deelde ze Jurre mee dat hij in ieder geval vannacht hier kon blijven slapen. Ze zag de opluchting en de natte ogen van blijdschap.
“Wel dame en heren, en nu als de bliksem naar boven, welterusten.”
Hans stond het met een welwillende glimlach van een afstandje te kijken. Onwillekeurig dacht hij met weemoed terug aan zijn vrouw, die nu anderhalf jaar geleden, gestorven was en die hij nog dagelijks mistte. Zij zou, net als de moeder van Milko, zo kordaat en liefdevol met de jongelui omgesprongen zijn. Hij vroeg zich af waarom er hier geen vader in het spel was. Hij had het geweten maar kon met de beste wil van de wereld niet opdiepen uit zijn geheugen hoe het zat. Afijn, wat deed het er ook toe. Het stel vertrok in optocht naar boven, hem in het voorbijgaan bedeesd welterusten wensend. Voor iedereen had hij een opbeurend woordje en legde hij een ogenblik zijn hand op de arm op of om schouder van zijn leerling. Eveline, die het stond te bekijken, kreeg een warm gevoel bij het zien van zo'n oprecht meeleven. Ze had nooit geweten dat Hartkamp zo'n aardige kerel was.
Toen het stel boven was zei ze tegen Hans: “Wat was ik blij jou weer te zien. Alleen had ik het nooit gered om de vader van Jurre buiten de deur te houden.”
Koortsachtig bedacht ze hoe ze hem kon overhalen nog even te blijven. Wacht, de fles wijn, die nog halfvol in de keuken stond.
Ze zei enigszins haperend: ”Wil je misschien nog iets drinken? Ik heb nog wat rode wijn. Eén glas kan toch wel?” Ze voelde haar hart in haar keel kloppen. Hans aarzelde geen moment: “Een super idee, ik doe mee.”

Zoals te verwachten was ging het er boven niet bepaald zachtjes aan toe. Op een zeker moment leek het wel of er een kussengevecht bezig was. Eveline keek naar Hans, die duidelijk zat te genieten van zijn rode wijn.
“Och, laat ze maar even. Het is voor hun een spannende dag geweest en die spanning moet er even uit. Het is logisch dat dit gebeurt. Bovendien hoe rumoeriger ze nu zijn, des te rustiger zullen ze slapen.”
Hans keek Eveline geruststellend aan en opnieuw kreeg hij een warm gevoel. Kom hij moest zich geen gekke gedachten in zijn hoofd halen.
“Ik hoop dat we het tot een goed einde kunnen brengen, al zal dat niet meevallen,” zei Hans.
Eveline, die weg zat te dromen, schrok op: “Wat zei je?”
Hans lachte: “Waar zat jij aan te denken? Kom het is al laat, je zult wel moe zijn.”
Hij dronk zijn glas leeg en stond op om opnieuw afscheid te nemen. Terwijl ze naar de gang liepen, bedacht Eveline dat ze nog niet gevraagd had waarom hij teruggekomen was.
Alsof Hans gedachten kon lezen zei hij: “Dat is waar ook, ik kwam eigenlijk terug omdat ik mijn vulpen miste. Het is het laatste cadeau dat ik van mijn vrouw gekregen heb, dus je begrijpt dat ik erg aan die pen gehecht ben. Ik weet bijna zeker dat ik hem in de keuken op de tafel heb laten liggen.”
Eveline, die zich niet kon herinneren een vulpen op de tafel te hebben gezien zei meteen: “Laten we dan eerst maar in de keuken gaan kijken.”
Ja hoor, onder de rand van de fruitschaal, die midden op de tafel stond, vonden ze de pen. Hans stopte hem zorgvuldig in de binnenzak van zijn colbert en zei: “Wat een geluk bij een ongeluk dat ik terug ben gekomen, want ik denk dat het met de vader van Jurre wel anders afgelopen zou zijn.” Hij gaf Eveline een hand en stapte in zijn auto.
“Ik hou je op de hoogte en nogmaals bedankt voor je goede zorgen vanavond, we houden contact. Je weet, als er iets is kun je me altijd bellen, al is het midden in de nacht.”
Hij stak zijn hand op ten afscheid en reed weg.

Het was de volgende ochtend een levendige drukte in huize Stevens. Eveline was vroeg opgestaan om zich ongestoord te kunnen aankleden en van de badkamer gebruik te maken. Om 7 uur zat zij klaar in de keuken, de tafel gedekt, te wachten op de 'gasten'. Die lieten overigens niet lang op zich wachten. Milko was de eerste, die met een opgewekt “goedemorgen” de keuken in kwam. Niet lang daarna verschenen stuk voor stuk de anderen. Met wat inschuiven lukte het om allemaal aan de tafel te kunnen zitten. Wat onwennig keken ze elkaar aan.
“Goed geslapen?” vroeg Eveline om de stilte te doorbreken. Schoorvoetend kwamen er van links en rechts opmerkingen. Maar al gauw werd het een vrolijke boel aan de ontbijttafel.

Zoals afgesproken met Hans zouden de jongelui gewoon naar school komen en zou hij persoonlijk een oogje in het zeil houden. Hoewel hij normaal gesproken nooit buiten surveilleerde, was hij deze morgen van de partij en liep hij ook op het schoolplein. Het was erg rustig, de leerlingen kwamen het plein op en zochten zoals gewoonlijk elkaar op zodat binnen de kortste keren de muurtjes bezet waren met druk pratende jongeren. Toen Milko, Jurre en Tijn aankwamen, draaien zich wat meer hoofden dan normaal hun kant uit maar daar bleef het dan ook bij.

Hans probeerde zo onopvallend mogelijk in de gaten te houden of hij uitzonderlijk gedrag zag bij de leerlingen toen 'de slachtoffers' door de poort kwamen. Voor zover hij kon zien, was er nergens enige opwinding te bemerken. Klokslag negen drukte de conciërge op de zoemer en begaf ieder zich rustig naar zijn of haar klaslokaal.


14 februari 2015 © Hans Bernard

Gesloten