Inleiding en uitleg
Zoals de vaste lezers van dit verhaal weten, ben ik er een tijdje tussenuit geweest. De drukte rondom werk en een verhuizing naar het buitenland heeft er voor gezorgd dat ik bijna drie-kwart jaar niet geschreven heb. Inmiddels is alles achter de rug en heb ik besloten om de draad weer op te pakken. Voor degene die dit verhaal niet kennen of de vaste volgers die hun geheugen willen opfrissen, heb ik een link naar een e-pub bestand waar het volledige verhaal instaat (Tot en met het nieuwste deel hieronder).
Link naar het epub bestand: https://www.dropbox.com/s/99fv2rn04zav2 ... .epub?dl=0
Wat vooraf ging aan dit hoofstuk....
Thomas is een jongen die in zijn laatste jaar van de middelbare school zit. Hij heeft het er niet makkelijk in het begin. Zeker niet als zijn broer Mark besluit om hem op school uit de kast te trekken. Later blijkt dat Mark misschien niet zo slecht is als hij lijkt. Hij is zelf ook homo en heeft zijn gevoelens weggestopt. Door Thomas te pesten, kon hij het voor zichzelf dieper wegstoppen.
De vader van Mark en Thomas wil tot op heden niets weten van het feit dat zijn beide jongens homo zijn. Zijn vriendin Myrthe probeert te bemiddelen en stelt voor om even geen contact te hebben. Daar is tot op heden weinig verandering in gekomen.
Thomas wordt uiteindelijk verliefd op een jongen uit zijn klas, Matthijs. Tijdens een kampeerweekend samen met zijn vriend Joris en nog twee andere jongens durven beide jongens uit de kast te komen bij hun vrienden en in het openbaar. Ze genieten er van. Maar dan komen ze drie jongens tegen die het weekend goed weten te verpesten voor ze. Joris en Thomas worden het ziekenhuis ingeslagen. Matthijs raakt gewond aan zijn hoofd. En dat alles alleen maar omdat Matthijs en Thomas hand in hand liepen.
Thomas ligt nog in het ziekenhuis, evenals zijn vriend Joris. De ouders van Matthijs blijven vragen stellen over de toedracht van de vechtpartij en Matthijs ziet dan ook geen andere uitweg dan ze te vertellen hoe het zit....
Een nieuw begin Deel 19
Gespannen kijk ik naar de deur en zie de ouders van Matthijs binnen komen. Het zou ook niet kunnen missen, ik heb nog nooit iemand gekend die zo op zijn ouders lijkt. Zijn moeder loopt bezorgd mijn kant op terwijl zijn vader er een beetje onwennig achteraan slentert.
“Dag Thomas, mijn naam is Lisanne, hoe gaat het met je?”, vraagt ze terwijl ze me heel voorzichtig een hand geeft.
Ik zucht even. Ik voel me toch een beetje ongemakkelijk. “Het gaat wel”, zeg ik zacht.
“Bert…”, mompelt de vader van Matthijs en geeft me een hand. Dat doet hij iets minder voorzichtig dan zijn vrouw. Ik knik kort naar hem. Matthijs vertelt snel wat hij vandaag heeft gedaan. Zijn moeder knikt af en toe naar haar zoon maar kijkt mij ondertussen heel onderzoekend aan af en toe.
Als Matthijs klaar is met zijn verhaal, wendt zijn moeder zich tot mij.
“Zeg, maar die vechtpartij, die is toch niet zomaar begonnen, Thomas?”
Ik word rood. Met een lichte vorm van paniek in mijn ogen kijk ik naar Matthijs. “Ik eehm…”, stotter ik, terwijl ik Matthijs aan blijf kijken. Hij kijkt terug en zucht een keertje zacht. Dan kijkt hij naar zijn moeder en zegt: “We werden voor homo uitgescholden.”
De schrik in de ogen van zijn ouders is meteen zichtbaar. Zijn vader begint direct zenuwachtig op zijn stoel te wiebelen en zijn moeder verrekt geen spier. Het hele scenario duurt voor mijn gevoel minuten, ook al zullen het maar luttele seconden zijn geweest.
Matthijs ziet het ook en kijkt mij een beetje paniekerig aan. Hij heeft geen idee wat hij wil zeggen. Hoe gênant ik deze situatie ook vind, ik besluit geen initiatief te nemen. Dat is echt aan Matthijs op dit moment. Lisanne herstelt zich en kijkt Matthijs aan. "Waarom zeiden ze dat?"
“ik..ehm,” stamelt Matthijs, "ik weet het niet..."
Verbaasd kijk ik hem aan. Hij durft het gewoon niet te zeggen! Ik zie dat Toon aan de overkant van de kamer maar onder zijn deken is gekropen. Ik ben stiekem wel jaloers op hem op dit moment.
Bert ziet mijn verbaasde blik. "Ik vind het allemaal maar een vreemd verhaal", bromt hij, "Die gasten moeten daar toch een aanleiding voor hebben gehad?"
Matthijs zegt niets meer en staart naar de grond. Het wordt hem te veel. Er rolt een traan over zijn wang. Het liefst zou ik hem nu vast willen pakken en willen knuffelen. Lisanne ziet hoe moeilijk haar zoon het heeft. Ze staat op en zegt: "Kom Bert, wij gaan even koffie halen."
De vader van Matthijs wil eigenlijk nog iets zeggen maar slikt zijn woorden in. Met een lichte tegenzin volgt hij zijn vrouw naar de gang.
Zodra de deur dichtslaat barst Matthijs in huilen uit. Ik pak hem stevig vast en kus hem op z'n hoofd.
Matthijs tilt zijn hoofd weer op en kijkt me wanhopig en met betraande ogen aan. "Ik kan het niet Thomas, ik kan het niet!
Heel even weet ik niet wat ik moet zeggen maar ik herstel me snel. "Ik denk dat je hier nog niet klaar voor bent, Matthijs. We laten het nu zo en je zoekt gewoon een ander moment."
Nog voor Matthijs kan antwoorden, gaat de deur weer open. Van schrik laat ik Matthijs snel weer los. Lisanne komt binnen, maar dit keer niet gevolgd door haar man. Ze kijkt ons bezorgd aan en gaat weer aan de andere kant naast mijn bed zitten. Ze wendt zich tot Thomas. "Je vader staat nog in de gang te praten met iemand die hij kent van vroeger." Even zucht ze diep. "Lieverd, ik denk dat ik weet wat er aan de hand is, maar ik denk dat je dit nu beter even kunt laten rusten."
Matthijs kijkt haar verbaasd aan. "Wat bedoel je?"
"Je weet hoe je vader en ik denken over dit soort dingen..."
Die komt hard aan. Matthijs zwijgt. De bezorgde blik van Lisanne is veranderd in een een strenge doordringende blik richting van Matthijs.
Ik weet me totaal geen houding te geven en kijk naar Toon. Hij zit nog steeds half onder de dekens. Even heb ik de neiging om hetzelfde te doen. Dan staat Lisanne op en wenkt Matthijs. "Kom je, we moeten nog een eind rijden."
“Oh...", stamel ik, "gaan jullie nu al weg?"
“Ja", zegt Lisanne kort.
Matthijs is zichtbaar in de war. Hij staat op en loopt achter zijn moeder aan. Voordat hij door de deur verdwijnt, kijkt hij nog snel om met zijn betraande ogen en zegt: "Tot snel..."
Het hele tafereel gaat nog eens als een flits aan me voorbij. Zodra Lisanne door had gehad wat er speelde, wilde ze nog maar een ding: Weg. Ik kijk naar Toon die weer tevoorschijn is gekomen. Hij haalt zijn schouders op.
"Nou, ik zou niet weten wat ik hiermee moet, Thomas."
"Dat weet ik ook niet…", zeg ik zacht.
We zwijgen allebei. Ik heb de neiging om Anne te bellen. Ik snap trouwens niet waarom ik nog niets van haar heb gehoord. Mama zal haar toch wel hebben ingelicht?
Het is nog vroeg. Ik heb geen oog dichtgedaan. Er heeft de hele nacht van alles door mijn hoofd gespookt. De conclusie is vrij simpel. Dit gaat allemaal nog een hoop problemen geven. De ochtend kruipt voorbij voor mijn gevoel. Het enige positieve is dat ik naar huis mag. De arts heeft mijn moeder al gebeld en ze heeft doorgegeven dat ze me om 12 uur komt halen.
"Wat voor dag is het vandaag?”, vraag ik aan Toon.
"Dinsdag..."
"Gaat het wel met je?", vraagt hij bezorgd.
Zachtjes schud ik mijn hoofd. "Er gebeurt zoveel de laatste paar dagen. Ik weet het allemaal niet meer."
"Ik snap het, als ik geen lamme poot had, was ik je een knuffel komen geven!"
Ik lach even flauw. Natuurlijk kon ik wel een knuffel gebruiken op dit moment. Even twijfel ik, maar klim dan toch voorzichtig uit bed en loop naar dat van Toon. Hij ziet het, lacht en slaat uitnodigend zijn dekbed open. Ik kruip bij hem terwijl hij een arm om me heen slaat. We zeggen niets, maar het is goed zo. Gewoon even een arm om me heen en tijd om na te denken. Toch, als iemand op dit moment binnenkomt zou dat natuurlijk volledig de verkeerde indruk wekken. Ik grinnik er even om.
Later op de dag, als ik al weer een tijdje op mijn eigen bed zit, komt mijn moeder binnen. Ze heeft Anne meegenomen. Ze vliegt me gelijk om mijn nek. "Wat heb je nou toch weer allemaal uitgespookt, gek!", lacht ze.
Altijd vrolijk. Geen drama-gedoe. Net wat ik nu nodig heb. Samen met mijn moeder pak ik nog wat spullen in. Ik had me al omgekleed voordat ze kwamen. Toon kijkt me een beetje sip aan, als ik met mijn tas in mijn hand bij de deur sta.
"Je hebt mijn nummer, we appen!", zeg ik snel, om niet te laten merken dat ik het vervelend vind dat ik hem hier nu achterlaat. Oké, het was maar drie dagen, maar we hebben toch goed kunnen praten. Ik loop naar hem toe en geef hem een knuffel.
"Ik app je zodra ik hier uit ben, nog een paar dagen!", roept Toon vrolijk.
Ik lach nog even, loop naar de deur, waar Anne en mijn moeder zojuist al door verdwenen zijn. Zachtjes trek ik de deur achter me dicht. Op naar huis.
Anne en mijn moeder zijn vrolijk en praten over van alles en nog wat. Het gaat allemaal aan me voorbij. Ik staar naar buiten en denk aan Matthijs en aan wat er gebeurd was met zijn ouders gisteravond. Ik heb mijn moeder nog niet verteld hoe het precies ging. Ze heeft het ook niet gevraagd. Ik denk dat ze er niet meer aan heeft gedacht of misschien wil ze wachten tot Anne weg is.
“Sorry, ik ga even op bed liggen”, zeg ik zacht tegen Anne en mijn moeder terwijl ik opsta.
Anne knikt begrijpend. “Ga maar lekker, ik bel je morgen wel even, oké?”
“Is goed, lief dat je me bent komen halen samen met mama…”
“Natuurlijk gekkie!”, zegt ze, “dat spreekt toch voor zich?”
Ik lach nog even en verdwijn dan door de deur naar boven. Ik heb Matthijs als minstens drie berichten gestuurd maar ik heb nog niets terug gehad. Ik heb er geen goed gevoel bij.
Net als ik op mijn bed lig, hoor ik beneden de deur in het slot vallen. Dat zal Mark zijn die net uit school komt. Ik glimlach even als ik het gebonk op de trap hoor. Mark. Dat kan niet missen. Voorzichtig doet hij mijn deur open en kijkt me bezorgd aan.
“Hé, lig je alweer in bed? Gaat het wel?”
“Beetje moe…”
Mark doet de deur achter zich dicht en gaat op de rand van mijn bed zitten.
“Vertel,” zegt hij, “hoe ging het met Matthijs en zijn ouders?”
Ik zucht even diep en krijg dan tranen in mijn ogen. Mark ziet het en slaat gelijk een arm om mee heen.
“Niet zo goed, Mark…”, zeg ik met een jammerig stemmetje.
“Daar was ik al bang voor, Thomas.”
Ik vertel Mark het hele verhaal. Hoe zijn ouders hadden gekeken toen het woord homo werd gebruikt, hoe Lisanne terug kwam om haar zoon te halen en hem er even aan herinnerde dat zij , weet hoe ze er over denken.
Mark knikt begrijpelijk als ik het hem uitleg.
“Het ergste is dat hij niet eens echt heeft kunnen vertellen hoe het zit, maar dat ze het hele gesprek onderbroken hebben en weg zijn gegaan”, eindig ik mijn verhaal.
Ik zie dat Mark geïrriteerd is door de reactie van de ouders van Matthijs. Hij denk even na en zegt dan: “Misschien moet je daar heen gaan, om Matthijs te steunen?”
Ik schud van nee. “Dat lijkt me niet handig. Ik geloof dat ze mij daar nu niet bij willen hebben. En ik geloof dat ik mezelf dat ook liever niet aandoe. Het beste is om even af te wachten met wat voor verhaal Matthijs op de proppen komt, als ik hem al spreek.”
Vragend kijk Mark me aan. “Hoezo?”
“Hij reageert niet op mijn berichtjes, als sinds gisterenavond. Ik maak me wel zorgen eigenlijk.”
“En terecht,” zegt Mark bezorgd, “straks doen die lui hem iets aan!”
Ik schrik even van wat hij zegt maar probeer dan mezelf weer gerust te stellen. “Nee, dat zouden ze echt niet doen hoor…”
“Thomas, ik heb verhalen gelezen op internet over hoe het er aan toe kan gaan in gelovige gezinnen. Het kan heel erg zijn.”
Ik schud mijn hoofd. Hier moet ik nu echt niet aan gaan denken.
“Lekker opbeurend, Mark”, reageer ik me af op mijn broer.
“Ja, ik weet het, maar het kan toch gewoon echt fout gaan? Kijk naar papa!”
Daar had ik nog niet aan gedacht. Hij heeft gelijk. Sommige mensen kunnen niet normaal met een situatie als deze omgaan.
“Ik laat je met rust. Ik wilde eigenlijk alleen maar even kijken hoe het met je ging”, zegt Mark nadat we nog ruim een uur gepraat hebben.
Ik knik. “Ik ga even slapen, wil jij het tegen mama zeggen als ze er naar vraagt. Ik heb daar nu echt geen zin in.”
Mark knikt en gaat de kamer uit terwijl ik in gedachte naar het plafond staar. Ik probeer Matthijs op zijn mobiel te bellen maar die staat uit. Op zijn WhatsApp heeft hij voor het laatst gekeken vlak voordat hij op visite kwam met zijn ouders. Ik schud mijn hoofd. Mark heeft gelijk, dit is niet goed.
Een paar uurt later word ik wakker. Al bijna etenstijd. Als ik in mijn badjas naar beneden kom, zitten mijn moeder en Mark samen op de bank. Ze kijken me allebei bezorgd aan.
“Wat?”, vraag ik verschrikt. “Is er iets met Matthijs?”
Mijn moeder schudt haar hoofd. “Hoe voel je je?”
“Ja prima”, zeg ik snel.
“We werden net gebeld door de moeder van Joris. Ze wilde even laten weten dat Joris bij kennis is. Hij is aan de beterende hand.”
Ik glimlach. “Mooi! Gaan we hem morgen dan opzoeken?”
Mijn moeder denkt na en zegt dan: “Misschien overmorgen.”
“Ja maar mam, dat kan ech…”
“Geen discussie nu, Thomas. Overmorgen gaan we naar het ziekenhuis”, zegt ze streng.
Ik leg me er maar bij neer.
“Het wordt morgen sowieso een drukke dag…”
Vragend kijk ik haar aan.
“De ouders van Jasper en Maarten komen langs om te praten over wat er is gebeurd. De jongens komen zelf ook mee.”
Ik knik. “Oké, ik denk dat dat wel goed is. Komen Matthijs en zijn ouders ook?”, vraag ik hoopvol.
Mijn moeder haalt haar schouders op. “Ik weet het niet, ik heb ze gebeld maar er wordt niet opgenomen. De ouders van Joris en Jasper hadden hetzelfde probleem.”
Ik voel de teleurstelling opkomen.
“Heb je het verhaal van Mark gehoord?”, vraag ik.
“Ja jongen, ik weet niet wat ik er van moet denken. Hopelijk draaien ze snel bij.”
Ik knik.
Mijn moeder staat op en loopt naar de keuken. “We eten nasi vanavond. Mark, dek jij de tafel?”
Hij loopt naar de keuken en begint het servies uit het kastje te halen. Buiten regent het vreselijk hard en onweert het ook soms. Het is half schemerig. Ik ga voor het raam staan en kijk naar buiten. Ik mis Matthijs. Hoe zou het nu met hem gaan? Ik zucht diep.
Een nieuw begin (Deel 19)
-
- Berichten: 64
- Lid geworden op: za 23 nov 2013, 00:25
- Vul het getal in: 123
- Locatie: Deventer