BLANCO deel 3 - hoofdstuk 27

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 3 - hoofdstuk 27

Bericht door Lucky Eye » di 30 dec 2014, 18:16

BLANCO deel 3

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 27

Jasper komt op haar toe gereden. Haar zoon is veranderd in de loop van de afgelopen zeven jaar. Hij heeft duidelijk meer trekken van Martin gekregen. Of misschien beter gezegd, die trekken zijn meer tot uiting gekomen. Logisch ook want hij is inmiddels zeven jaar ouder en niet meer de jongvolwassene van toen. Zijn lichtblonde haren draagt hij gelukkig weer langer. Toen hij die ene dag van de kapper teruggekomen was met dat bijna helemaal kale hoofd had ze het helemaal niets gevonden maar aan hem niets laten merken. Niet omdat ze hem wilde negeren maar om te oefenen in het loslaten. Ze wist dat er momenten zouden komen dat haar kinderen andere keuzes zouden maken dan die zij voorstond en dat was goed. Maar dat was wel oefenen en die middag was zo'n oefenmoment geweest. Ze staat op en loopt naar hem toe om hem het laatste eindje over het gras te helpen. Bij de bank aangekomen vraagt ze hem of hij in zijn rolstoel wil blijven zitten of dat hij liever bij haar op de bank wil zitten. Hij kiest voor het laatste en daarom verbouwt ze de bank gedeeltelijk. De leuning gaat eraf en dan zet ze Jaspers rolstoel er vlak naast zodat Jasper heel gemakkelijk uit zijn rolstoel kan schuiven en op de bank plaatsnemen. Heel handig dat er mannen in de familie zijn die van dit soort zaken verstand hebben, zo denkt ze. Als hij goed zit en ze de leuning weer terug heeft gezet, kijkt ze naar hem en ziet dat hij naar de jongens in de verte kijkt.

"Mooi hè, dat Robin is gaan schilderen," zegt ze terwijl ze naast hem gaat zitten. "Vind je niet?"

"Ja. Heel goed van hem. Hij heeft talent en dan is het goed om dat wat je kunt uit te proberen."

"Pieter wil nog steeds niet, hè?"

Jasper knikt als bevestiging op haar opmerking. Vaak genoeg heeft hij het er met zijn vriend over gehad en hij weet dat het niets te maken heeft met niet kunnen of twijfelen aan zijn eigen kunnen maar dat het veel meer iets uit zijn verleden is. Pieter ziet als hij Astrid bij haar werk gadeslaat nog steeds zijn moeder. Ook vanwege de gelijkenis tussen de twee en dat doet hem pijn. Daarom wil hij gewoon niet schilderen. Marion kent dit geheim omdat Pieter het met haar gedeeld heeft. "Nee. Dat wil hij nog steeds niet en het is goed om dat zo te laten tenzij hij alsnog besluit het wel te gaan doen."

"Helemaal met je eens, jongen. We hoeven niet al onze problemen te overwinnen. Soms is het goed om om bepaalde blokkades heen te lopen."

"Ja. Helemaal mee eens en aan den lijve ondervonden," spreekt Jasper op plechtstatige toon om er vervolgens met een heel andere, heel gewone, intonatie aan toe te voegen: "Als ik naar die twee daar kijk, heb ik af en toe het idee dat er iets aan mij voorbijgaat. Alsof ik iets gemist heb. Alsof mij iets ontglipt is."

Marion weet heel goed wat hij bedoelt maar doet of haar neus bloedt en vraagt: "Dat begrijp ik niet helemaal."

"Dat is het probleem. Ik eigenlijk ook niet. Ik weet dat ze heel goede vrienden zijn maar… Als ik mijn gevoel mag geloven… "

Marion weet nu heel zeker dat Jasper het weet van Maarten en Robin. Ze wacht of hij het toch onder woorden brengt, maar dat doet hij niet.

Nou ja… laat ook maar. Het is niet belangrijk. En die andere twee? Wat denk je daarvan?"

"Gut! Geen idee!" En dat heeft ze inderdaad ook niet. "Ze zijn nog erg jong. En gedragen zich ook zo. Soms lijkt het of ze verliefd op elkaar zijn maar dan ineens vliegt om het minste of geringste de vlam in de pan en hebben ze een knallende ruzie met elkaar. Schelden ze elkaar uit voor van alles en nog wat en… Tja… ik weet het dus niet."

"Waar zijn ze nu?"

"Ze zijn met z'n tweeën naar Elburg gefietst om wat voor opa Simeons verjaardag te kopen en verkeren gelukkig in wat rustiger vaarwater. Zo-even voelde ik dat ze plezier hebben met elkaar."

"En dan is het goed, nietwaar?" Jasper ziet hoe zijn moeder knikt. "En Maarten wil geen astronaut meer worden, zo vertelde hij me laatst. Hij heeft een blik op zijn toekomst gehad die heel ergens anders ligt."

"En misschien maar goed ook. Hij zou heimwee krijgen."

"Denk je?"

"Ja. Hij is wat dat betreft precies zoals jij, Jasper. Toen je klein was wilde je piloot worden maar dan moest je wel op het weiland achter ons huis kunnen landen."

Jasper lacht.

"Daarna wilde je bij de waterpolitie maar je wilde alleen maar patrouileren op het stukje IJssel in de buurt van Zwolle."

"Volgens mij heb ik nu dus de perfecte baan. Dicht bij huis en heel dicht bij mijn moeder."

"Zo is het maar net!" Hoewel Marion weet dat Jasper iets met haar wil bepraten, snijdt ze eerst toch een ander onderwerp aan: "Geloof je in wonderen, Jasper?"

"Ik weet het niet, mam. Misschien hangt het ervan af wat je precies bedoelt." Een korte stilte valt er tussen moeder en zoon. Beiden hebben ze daar geen probleem mee. Gaten in gesprekken hoeven niet altijd opgevuld te worden maar na enige tijd gaat Jasper verder. "Als je het woord 'wonder' in een woordenboek opzoekt, krijg je verschillende betekenissen. Eén daarvan heeft te maken met religie. Een door of met hulp van God, Allah, of welke godheid dan ook, verrichte handeling die zelfs de natuurkrachten te boven kan gaan, of zoiets. Een tweede betekenis is een buitengewone handeling. Zoals we dat bijvoorbeeld gebruiken in spreekwoorden als 'de wonderen zijn de wereld nog niet uit' of 'een wonder boven wonder'."

"Ik vraag me af of jij in dat eerste gelooft."

"Goed gezien, mam. Ik geloof meer in dat wat ik in maart volgens mij eens las op een van de blaadjes van jouw Happinez-kalender die je voor mij bewaart zodat ik ze ook kan lezen."

"En? Wat stond daar? Je oude moeder kan niet meer alles onthouden hoor!"

Jasper lacht. Met het geheugen van zijn moeder is nog helemaal niets mis, zo weet hij. Zelf heeft hij zich voorgenomen om niet van alles en nog wat te willen onthouden en daarom heeft hij altijd een notitieboekje bij zich om dingen op te schrijven en zodoende te bewaren. Inmiddels heeft hij een hele rij van die boekjes thuis op een boekenplank staan en de inhoud daarvan ook overgenomen op zijn computer zodat hij alles weer snel terug kan vinden. Uit de rugzak die aan zijn rolstoel hangt haalt hij een groen notitieboekje met een sluitelastiek tevoorschijn. Het is even zoeken maar dan heeft hij het gevonden en leest het volgende voor: "De wonderen zijn de wereld nog niet uit, maar ze hebben wel de hand van een mens nodig om zich te openbaren."

"Ja, jongen. Dat is ook meer mijn interpretatie van een wonder."

"Kon me al niet voorstellen dat jij, ook gezien jouw geschiedenis, weer in een godheid was gaan geloven."

"Nee, dat is voorgoed verleden tijd. Een boek dat uit is en dat ik niet meer zal openen. Geloof me, er zijn me heel veel goede dingen geleerd. Maar aan de uitvoering daarvan schortte het vooral. Liefde is een heel belangrijk woord in de bijbel maar mijn ouders wisten niet hoe ze dat moesten praktiseren. Nou ja, niet helemaal waar. Zolang je maar braaf deed wat je gezegd werd, dan ging het nog wel maar was je een uitzondering, zoals Afie en ik dat waren, dan… dan hield het op. Dan was er geen ruimte meer voor liefde, zo leek het."

Jasper voelt de pijn in haar laatste zinnen. Hij pakt haar hand. "Terwijl het ook zo heel anders kan, nietwaar?"

Hem niet begrijpend kijkt Marion haar zoon aan. "Leg me eens uit wat je bedoelt."

"Ik heb het over mezelf. Ik was ook niet bepaald een gewoon kind." Hij merkt dat zijn moeder wil protesteren en knijpt haar even stevig in haar hand. Hij merkt dat ze de woorden die ze wilde zeggen, inslikt en hem de gelegenheid geeft door te praten. "De eerste keer dat ik de brugklas deed, ging het flink mis. Jullie hebben veel verdriet gehad toen. Niet omdat ik het bewust deed! Het gebeurde. Het was zoals het was. Maar jullie zorgden er wel voor dat ik jullie liefde voor mij bleef voelen. Ik wist toen al dat ik op jongens viel. Ook niet echt gewoon. Ik behoorde tot een minderheid. Toen ik het jou en pap jaren later vertelde, voelde ik alleen maar liefde. Geen enkel protest, geen enkel verwijt. Alleen maar liefde. Al snel na mijn coming out liep alles weer in het honderd. Opnieuw overkwam mij iets en opnieuw haakten jullie niet af. Jullie accepteerden dat het is zoals het is. En ook ik heb dat opnieuw geleerd. Opnieuw moeten leren. Moeten leren leven met mijn nieuwe leven. Een leven dat … dat heel anders is dan ik me ooit had voorgesteld waarschijnlijk, maar dat weet ik eigenlijk ook niet." Even stopt Jasper en glimlacht hij naar zijn moeder van wie hij de hand nog steeds stevig vasthoudt. "Ik weet dat ik nog geen definitieve plannen had gemaakt maar… het zou toch vast en zeker anders zijn geweest dan mijn leven van nu. Maar ja… ook dat weet ik eigenlijk niet zeker. Maar het is in elk geval niet minder dan welke voorstelling dan ook. Absoluut niet! Ik geniet van dit leven! Ik ben gelukkig! Ik ben blij! Soms krijgen mensen een tweede kans in hun leven maar ik ben wat dat betreft bijzonder bevoorrecht. Ik kreeg een tweede maar ook een derde kans op het leven. En ja… misschien is dat wel een wonder. En ook in de betekenis van het citaat op dat kalenderblaadje want… de hand van mensen was beide keren heel duidelijk nodig. De eerste keer jullie niet aflatende liefde die mij omringde en de vastberadenheid van Astrid, als mijn psycholoog, om mij te helpen, mij erdoor heen te slepen. De tweede keer waren jullie er opnieuw en ook Astrid toevalligerwijs. Nou ja… wat is toeval. Misschien maakt dat wel gewoon deel uit van het wonder. En Pieter was er ook. Ik heb het vast wel vaker gezegd maar als ik Pieter niet had gekend voor die datum van 17 mei 2007 dan was ik bij mijn eerste ontmoeting toen ik wakker werd, meteen verliefd op hem geworden. Weer een menselijke hand in het wonder. Tenminste, zo zie ik het." Even laat Jasper een moment van rust vallen om te kijken of hij alles heeft gezegd wat hij wilde zeggen. Nee, nog niet alles. "Maar ik doel ook op het gedicht dat Astrid hier in de Zendo heeft hangen. Je kent het, hè?"

Marion kent het maar vindt de overgang naar dat gedicht wat abrupt. Ze weet niet precies hoe hij de eerder uitgesproken woorden wil rijmen met dat gedicht. Ze laat haar verbazing echter niet merken en reageert met: "Ik ken het uit mijn hoofd."

"En dan zit je te zeuren dat het zo slecht gesteld is met je geheugen?"

"Ach, laat je moeder af en toe maar wat kletsen, jongen."

"Niets ervan! Ik wil het niet opzoeken dat gedicht dus aan jou de eer."

En dan begint Marion het gedicht van Erich Fried dat door Remco Campert vertaald werd in het Nederlands voor te dragen:

-
Wat is het

Het is onzin
Zegt het verstand.
Het is wat het is
Zegt de liefde.

Het is ongeluk
Zegt de berekening.
Het is alleen maar verdriet
Zegt de angst.
Het is uitzichtloos
Zegt het inzicht.
Het is wat het is
Zegt de liefde.

Het is belachelijk
Zegt de trots
Het is lichtzinnigheid
Zegt de voorzichtigheid.
Het is onmogelijk
Zegt de ervaring.
Het is wat het is
Zegt de liefde.
--

"Ja, zo mooi, mam. Zo waar. De liefde … die alle obstakels in ons leven … " Jasper zoekt naar woorden. Hij vindt ze even niet omdat hij te emotioneel is. Tranen verstikken zijn stem en hij weet dat als hij nu zou gaan praten er alleen maar gekraak uit zijn mond zou komen.

Even laat Marion hem geworden. Even kijken of hij de woorden die hij waarschijnlijk zoekt, toch kan vinden. Maar dan kijkt hij haar aan en weet ze dat hij wil dat zij het voor hem afmaakt. "We zien in ons leven vaak overal obstakels. Net als in het gedicht. We laten ons vaak inperken door het verstand, de berekening, de angst, inzicht, trots, voorzichtigheid, ervaring en waarschijnlijk nog heel veel meer dingen. Terwijl we ook zouden kunnen kiezen om dat wat er gebeurt gewoon te nemen zoals het is. Niet buigen voor verdriet, uitzichtloosheid die we voelen, onmogelijkheden die we zien. En jij, Jasper, jij bent daarvan het levende voorbeeld voor mij."

"Maar ik kon het niet alleen doen."

"Dat hoefde je ook niet. Je had een duwtje in de juiste richting nodig en die kreeg je toen dat nodig was. Toen zag je wat er allemaal te zien was. Richtte je je niet meer alleen op dat zwarte, dat donkere, dat negatieve, dat gevoel dat je machteloos maakt, dat je vernietigt. Je zag wat drie keer in dit gedicht herhaald wordt: 'Het is wat het is, zegt de liefde'. En dat is wezenlijk. Iedereen krijgt in zijn leven te maken met obstakels en barrières. En o zo vaak proberen we die op te ruimen, te slechten, er met geweld dwars doorheen te gaan, terwijl we ze ook zouden kunnen proberen te zien als een opstapje. Een hulpmiddel om er overheen te komen. Niet met geweld. Geweld lost nooit iets op. Maar met liefde."

"En ja, in mijn leven, ook al kan ik me daarvan alleen maar de laatste zeven jaren herinneren, heb ik dat heel erg veel ontvangen."

"En ook uitgedeeld! Vergeet dat niet, Jasper."

"Ben ik een beetje duidelijk geweest in mijn antwoord op jouw vraag?"

"Ja. Voor mij wel maar ik zou zo zeggen, spreek het nog eens uit, Jasper."

Hij lacht naar haar. "Het handelen van mensen dat wonderen doet manifesteren is de liefde!"

"Je bent een kanjer, Jasper. Maar ik begon dit gesprek terwijl ik weet dat jij ergens mee zit. Dat er iets maalt in je hoofd. En ook dat je er vandaag met mij over wilt praten."

"Ontkennen heeft zeker geen zin, hè?" Hij weet dat hij niet eens hoeft te wachten op een bevestiging in woord of gebaar van zijn moeder. Ze weet wat er in hem omgaat. "Soms vraag ik me wel eens af of… Hoe alles gegaan was als… Als… Shit… het lukt even niet. Het lijkt alsof ik het niet in woorden kan gieten."

"Ik heb het woordje 'als' gehoord. Is dat het misschien?" Haar vraag is een retorische vraag en daarom gaat ze verder zonder op een antwoord te wachten. "Als is vaak een uitdrukking van twijfel bij heel veel mensen. En dan bedoel ik dat men zich afvraagt of dingen anders gegaan zouden zijn als, en dan volgt er in de meeste gevallen een terugblik op een eerder gemaakte keuze. Alsof ze terug willen gaan in de tijd om dezelfde beslissing nog eens te nemen en dan nu te kiezen voor een van de andere mogelijkheden. Alsof ze regisseur in de film van hun eigen leven zijn, de opname stil zetten en het nog eens opnieuw willen doen. Bedoel je dat?"

"Ja. Denk het wel. Soms vraag ik me af hoe alles gegaan zou zijn als… als ik bijvoorbeeld Pieter niet had gekend. Hoe was alles dan afgelopen met mij?"

"Ik weet het niet, schat. Maar denk je dat het zoveel anders gegaan zou zijn?" Marion ziet hoe Jasper onbewust een denkrimpel in zijn voorhoofd trekt. Ze veegt er met de punt van haar wijsvinger langs en kust hem op het plekje boven zijn neus. "Zo-even las ik dat prachtige gedicht voor. En jij had daarvoor een definitie gegeven van wat een wonder is. Ook zonder Pieter zouden er mensen in jouw leven geweest zijn die je liefhebben,van je houden, die met die liefde voor jou wonderen hadden kunnen verrichten. Denk alleen maar aan dat stel vrienden van je. Ze zouden je nooit hebben laten vallen!"

"Maar... "

"Nee, sorry, ik ga nog even verder, lieve Jasper. Natuurlijk, het feit dat jij verliefd bent geworden op Pieter en Pieter op jou heeft heel veel dingen heel gemakkelijk gemaakt. We zijn hier als gezin prachtig opgevangen op 'Boschlust'. Jij kon hier revalideren. Allemaal voordelen omdat Pieter en jij voor elkaar hadden gekozen. Ik houd niet van het woordje 'als' maar om jou enigszins tegemoet te komen, zal ik je een plaatje schetsen hoe het geweest had kunnen zijn. Oké?"

Jasper knikt.

"We woonden heel erg mooi aan de Jan van Arkelweg. Een zee van ruimte rondom het huis dat nog niet zo lang geleden al verbouwd was. Jij had ook thuis kunnen revalideren. De slaapkamer beneden was groot genoeg. En bovendien, hadden we er het een en ander kunnen bijbouwen. Ruimte genoeg. Natuurlijk had dat geld en tijd gekost maar veel handen hadden licht werk gemaakt. Je weet heel erg goed dat jouw vrienden al hun vrije tijd besteed zouden hebben om het werk met je vader te klaren. En niet alleen zij maar ook hun ouders. Zo hebben we altijd klaar gestaan voor elkaar. Dat weet je omdat we jou die verhalen verteld hebben. Toen de vader van Leo een tijd in het ziekenhuis in Groningen lag hebben wij als ouders er met elkaar voor gezorgd dat er altijd iemand met zijn moeder meeging zodat zij niet alleen hoefde te rijden. En jij hebt niet alleen die vrienden. Je hebt er veel meer, jongen. Vrienden die… " Nu wordt het Marion even te veel en schiet ze vol.

Jasper zegt haar dat het goed is en als hij ziet hoe ze haar tranen weg veegt en begint te lachen, moet hij dat zelf ook. "Ik snap het, mam. Alles zou goed gekomen zijn." Zijn telefoon gaat over. Aan de ringtone hoort hij dat het een Whatsappje van Pieter is maar hij pakt het toestel niet op om het bericht te lezen. "Misschien op een andere manier dan nu maar toch zou het goed gekomen zijn."

"Ja, en bovendien kende je Astrid al en waren jullie heel goede maatjes. Denk je dat zij aan de zijlijn was blijven staan?"

"Nee."

"En dan had je misschien via haar, haar broer leren kennen en was je alsnog verliefd geworden op Pieter."

Opnieuw moet Jasper lachen.

"En, in als kun je niet wonen."

Jasper begrijpt deze opmerking totaal niet maar hoeft niet lang te wachten op een uitleg.

"Een verhaal van de dichter Rumi. Ik zal het je in mijn eigen woorden vertellen. Een man zocht voor zijn verblijf in de stad een huis om in te wonen. Een vriend nam hem mee naar zijn eigen huis. Daarnaast stond een geheel vervallen woning. De vriend zei: 'Als dit huis een dak had, zou je naast mij kunnen wonen. Je gezin zou er comfortabel in kunnen leven. Tenminste, als er een tweede kamer in het huis zou zijn.' 'Jazeker,' zei de man, 'het is fijn om naast vrienden te kunnen wonen. Helaas kan ik niet wonen in als.' "

Dit keer verspreidt er zich een brede glimlach over Jaspers gezicht.

Marion knijpt hem stevig in zijn hand. "Ik houd van je, Jasper, en mijn liefde voor jou is zo groot dat ik in mijn eentje ook heel wat wonderen in jouw leven, hoe dat er ook uit zou hebben gezien, zou hebben verricht."

"Daarmee ben je je hele leven al bezig geweest, mam. En daarvoor bedank ik je. Ook dat je die liefde niet onder stoelen of banken steekt maar het mij, en mijn gezin en ook alle anderen om je heen, steeds weer laat merken. Maar… nog één ding en dan houd ik echt op te zeuren." Jasper voelt de vermanend harde knijp in zijn hand.

Marion hoort op Jaspers telefoon voor de tweede keer hetzelfde geluidje: opnieuw een berichtje van Pieter, zo weet ze. Maar ook dit keer lijkt Jasper niet van plan te reageren. Ze probeert hem met een blik zover te krijgen dat hij het toch doet maar zover gaat haar invloed niet en daarom staakt ze haar poging en reageert ze met: "Die vraag houdt je al heel lang bezig, nietwaar?"

Jasper weet dat ze precies weet wat hem dwars zit. En toch, alsof hij het haar nog helemaal moet uitleggen, begint hij hij te praten. "Eigenlijk al vanaf het allereerste moment dat ik wakker werd in het ziekenhuis. En het is opnieuw een 'als-vraag'. Maar ik zal proberen het woordje zelf te vermijden. Stel nou eens dat het allemaal totaal verkeerd gegaan was." Hij kijkt naar zijn moeder en ziet hoe haar gezicht betrekt. Ze kan dan wel niet houden van dit soort gedachtesprongen maar kan zich toch wel heel goed inleven, zo heeft hij het gevoel. "Wat nou als… " Hij schiet in de lach. "Probeer ik het uit alle macht te voorkomen om dat woordje te gebruiken en heb ik het al heel snel toch te pakken."

"Het geeft niet, Jasper. Leg me alsjeblieft uit wat je precies bedoelt." Hoewel ze zijn zielenroerselen heel goed kent, heeft ze toch liever dat hij het onder woorden brengt. Dat hij het eindelijk eens ventileert.

"Als ik nou eens doodgegaan was aan de kant van de weg of later in het ziekenhuis. Wat dan?"

"Dat zou vreselijk geweest zijn!" zegt Marion werkelijk aangeslagen.

"Maar wat ik eigenlijk probeer uit te vissen is… tjonge… lastig hoor... " Een tijdje blijft het stil. Heel erg stil. "Zou het het waard geweest zijn?"

Even is Marion terug in het verleden. Levendig kan ze zich voorstellen hoe het geweest zou zijn als ze hem, haar oudste zoon, had verloren op dat moment. In het begin waren die gedachten er ook wel geweest. Hadden ze zich aan haar opgedrongen tot zij ze gestuit had door er heel bewust niet aan te willen denken. Maar toch… heel vaak waren ze teruggekomen. Wat als… En dan kwam er een hele riedel achteraan. En steeds maar weer dat als… wat als… Waarschijnlijk had ze daar haar allergie voor dat kleine woordje aan over gehouden. Maar… ze dwaalt af.

"Je snapt me wel, hè? Je weet waar ik het over heb, hè?" Jasper ziet hoe zijn moeder knikt met haar hoofd. "Ik heb me tegen het geweld dat Marcel gebruikte verdedigd. Ik heb hem buiten gevecht gesteld en me daarmee zijn woede en haat op de hals gehaald. Dat leidde er toe dat hij een moordaanslag op me pleegde, want anders kan ik het niet noemen. Hij wilde me dood hebben! Maar… "

Marion ziet hoe het kippenvel op Jaspers armen staat. De lichtblonde haren op zijn armen staan rechtovereind. Nu ze hoort hoe hij zijn gedachten, de gedachten die hem al heel lang plagen, onder woorden brengt raakt het haar enorm. Als hij stil blijft en even helemaal geen woorden meer kan vinden, neemt zij het woord over: "Je weet dat ik absoluut geen voorstander van geweld ben. Geweld lokt altijd geweld uit. Maar soms moet je wel!" benadrukt ze. "Het verhaal van Maarten en die pester bij hem in de klas is daarvan een heel goed voorbeeld. Eerst kwam hij bij ons om erover te praten. Wij hebben hem een advies gegeven maar dat werkte niet. Een dag of zo wel maar daarna begon de jongen toch opnieuw met pesten. Helaas kwam hij toen niet opnieuw bij ons om erover te praten want dan hadden wij hem vast nog een andere optie gegeven. Ik weet van hem dat hij het vervelend vond om ons te vertellen dat het niet gelukt was. Dat hij bang was om ons verdriet te doen."

Jasper herkent zijn broer heel duidelijk in dat wat zijn moeder vertelt.

"Gelukkig praatte hij er wel met jou over. Jouw voorstel was dat hij eerst duidelijk maken zou maken dat hij het niet pikte en als dat niet voldoende was vervolgens een klap uitdelen. Trouwens, je vader was meteen al voorstander van een flinke mep. Ik wilde het graag eerst anders proberen. Jouw methode werkte heel erg goed. Je moet soms wel, zoals ik eerder al zei. Je kunt het niet toelaten dat de botteriken in deze wereld het voor het zeggen hebben doordat ze geweld gebruiken."

Maar toch zit het Jasper nog steeds niet lekker. "Ik gebruikte geweld tegen Marcel en dat heeft tot gevolg gehad dat ik mijn benen niet kan gebruiken en dat ik een heel stuk van mijn verleden niet ken. Een heel stuk van mijn leven niet ken. Ik had dood kunnen zijn! Zou dat het waard geweest?"

"Wat denk jij?"

Jasper slaakt een diepe zucht. Om daarna meteen een glimlach te produceren. Dat is nou zijn moeder. Nooit meteen aanwezig met een pasklaar antwoord maar de ander aan het denken zetten. En hij weet dat juist dat het probleem is. Hij weet het niet. Heel vaak is die vraag bij hem de afgelopen jaren opgekomen en steeds heeft hij beide mogelijkheden - het was het wel waard of het was het niet waard - overwogen, maar een duidelijk antwoord is er nooit gekomen. "Mam, ik weet het niet," komt het haast fluisterend uit zijn mond. "En dat… dat is het meest moeilijke, dat ik het niet weet. Na zoveel jaren zou ik het antwoord toch moeten weten of zou ik er in elk geval niet meer mee moeten zitten. Toch?"

"Tijd heelt niet alle wonden, lieve schat. Sommige wonden zullen nooit helen. Het is een spreekwoord dat helemaal nergens op slaat! Volgens mij althans. Als iets heel erg ingrijpend is, en dat was het incident van zeven jaar geleden, dan draag je dat waarschijnlijk de rest van je leven mee."

"Geldt dat ook voor wat jou is overkomen toen je klein was?"

"Ja. Dat wat mij thuis vroeger is overkomen, kan ik niet ontkennen of wegstoppen. Het blijft aanwezig in me. Het staat gelukkig lang niet altijd op de voorgrond en volop in de schijnwerpers maar het is er wel heel erg vaak nog. Dus ja, voor mij gaat dat ook op. Gelukkig kan ik het een plaats geven en belemmert het mij niet in mijn doen en laten maar daarmee is het nog niet weg."

"Maar heb je dan nooit spijt van de keuzes die je gemaakt hebt?"

"Nee!" Klink het vastberaden. "De keuzes die ik gemaakt heb zijn de juiste geweest. Natuurlijk schudde mijn hele leven op zijn grondvesten maar ik heb er geen spijt van gehad. En… dat zou ik jou ook willen aanraden, lieve Jasper. Spijt is achterom kijken en jezelf steeds blijven afvragen of het wel goed geweest is. Stop daarmee, als het kan. Je maakt de wond die er is en nooit weg zal gaan steeds weer opnieuw open met spijt en opnieuw heroverwegen of het wel goed is geweest wat je hebt gedaan."

"Maar de gevolgen… "

"Ja," onderbreekt Marion haar zoon, "die zijn er. En daarmee zul je verder moeten. Maar wat was je andere optie?" Heel strak kijkt ze hem nu recht in de ogen aan. Ze is blij dat hij zijn blik niet neerslaat maar haar blik blijft vasthouden. "Jasper, een andere optie was er niet voor jou. Ik ken jou, lieve jongen! Geen moment is er in jou de gedachte opgekomen om Marcel toe te staan dat van jou te nemen wat hij wilde. Dat hij jou zou verkrachten! Nooit! En natuurlijk had je het geluk dat hij op dat moment in zijn eentje thuis was en dat die ander er niet was. Heel veel jongens hadden dat geluk niet. Maar… het was het vechten, en de gevolgen ervan, waard, Jasper. Toen Afie zich verdedigde tegen onze vader had ze ook geen andere keuze. Ze moest hem van zich af houden. Grote gevolgen voor haar. Ze kon niet meer thuis wonen en was nog zo jong! En voor mij was het precies zo na die klap die mijn vader mij gaf. Ik was nog te klein om me goed te verweren maar ik vluchtte. Bij Hennie thuis leerde ik hoe ik me zou kunnen verdedigen en ja, daar zou ik geweld bij gebruikt moeten hebben maar ik zou het hebben gedaan. Ik wist precies waar ik hem zou kunnen raken als hij ooit weer van plan zou zijn om mij te slaan en ik zou het hebben gedaan ook!" Ze slaakt een diepe zucht en haalt haar neus op. "Je weet dat ik het liefst zoveel mogelijk geweld vermijd. Als het kan altijd. Als het kan overal. Maar… soms kan het gewoon niet. Soms moet ook ik wel eens het vuur van de draak laten zien om iemand duidelijk te maken dat ik het niet pik als er een grens dreigt te worden overschreden. En het is goed om grenzen te trekken. Tot hiertoe en niet verder! En als die grens dan toch wordt overschreden, moet je optreden. Moet je jezelf er toe zetten om toch die eerste klap uit te delen, zoals Maarten uiteindelijk deed en zoals jij deed bij Marcel. Jezelf verdedigen is iets anders dan gewelddadig zijn." Tijdens haar relaas heeft ze gezien hoe Jaspers ogen zich langzaam vulden met tranen. "En ja, natuurlijk huil je dan om wat je verloren hebt, Jasper. Niets mis mee. Blijf dat vooral ook doen maar… "

"Ik kan ook verder, mam," snottert Jasper.

"Ja, en dat is juist zo sterk van jou, lieve jongen. Met wat dipjes heb je toch steeds weer de kracht gevonden om verder te gaan. Heb je verdomd moeilijke klippen weten te omzeilen zodat je kon blijven varen. Je bent zo sterk, Jasper!"

"Niet altijd."

"Dat hoeft ook niet! Kan ook helemaal niet! Soms zal het wat inzakken maar… "

"Ik kom er wel doorheen. Denk je dat ik er ook eens met Astrid over moet praten?"

"Lijkt me een goed idee."

"Denk niet dat ze iets heel anders dan jij zult zeggen."

"De kern zal, zo denk ik, precies hetzelfde zijn maar misschien kiest zij net andere woorden. Woorden die… Ach, ik weet het ook niet. Probeer maar uit. En kom nu hier want dan veeg ik de tranen van je gezicht zodat Jonas, die wakker aan het worden is, die straks niet ziet." Marion voegt de daad bij het woord en veegt met een zakdoekje Jasper gezicht droog.

"Mag hij die tranen niet zien van jou?" klinkt het dan bezorgd.

"Uiteindelijk zul je hem eens het verhaal van jouw leven vertellen. Hem dat onthouden mag gewoon niet. Maar nu nog niet. En als hij je dan vraagt of je verdriet hebt, wees dan eerlijk tegenover hem maar verzeker hem ook dat het niets met hem te maken heeft."

"Dank je, mam. Je bent echt geweldig."

"Ja, en jij gaat nu eindelijk eens die berichtjes van Pieter beantwoorden."

"Ohhhh, is dat een opdracht?" luidt het haast verontwaardigd.

"Ja! Waarom heb je dat ding anders meegenomen," reageert Marion die grote verbazing in haar stem legt.

"Omdat ik van jou, Pieter, Astrid en de hele rest van de familie niet zonder mijn smartphone van huis mag!"

"Ohh, auw… zit dat nog steeds zo diep bij je?" klinkt het nu gekscherend.

Eerst bromt Jasper wat maar dan geeft hij toch toe dat het heel goed is dat hij zijn telefoon altijd bij zich heeft.

"En ga je nou nog kijken wat Pieter wil?" dringt Marion aan. "Misschien is het wel iets belangrijks?"

"Ja, misschien is hij wel uit bed gevallen," reageert Jasper lachend.

Marion hoort hoe Jonas reageert op de stem van zijn vader.

"Ja, Jonas, papa Pieter is uit bed gevallen. Grappig, hè?" reageert Jasper op zijn zoon. "Papa Jasper, komt je uit bed halen."

Marion helpt Jasper in zijn rolstoel en dan gaan ze samen naar Jonas toe. Ze tilt de kleuter uit zijn bed en zet hem meteen bij Jasper op schoot neer. Die krijgt meteen een kus van Jonas. Als ze terug bij de lounge set zijn, geeft Marion Jonas zijn beker met water. De kleine begint meteen te drinken. "Alsjeblieft, kijk nou gewoon wat Pieter van je wil. En als je het niet voor jezelf wilt doen, doe het dan voor mij." Ze ziet hoe Jasper toch nog met de nodige tegenzin het toestel uit zijn broekzak haalt en de berichtjes leest.

Jasper leest het eerste bericht voor dat inhoudt dat Pieter wakker is. Ook het tweede leest hij hardop voor: 'Kom je nog even bij me liggen?' "Tevreden, mam?"

"Nee, want het lijkt er niet op dat je van plan bent er ook maar iets mee te doen."

"Hij denkt dat ik beneden in huis rondhang terwijl, als hij even de moeite neemt om op de wekker te kijken, hij heus wel weet dat ik bij jou moet zijn om Jonas op te halen volgens afspraak."

"En?"

"Wat nou 'en'?'. Dat weet hij toch?"

"Vast wel. Maar met een afspraak kun je toch flexibel omgaan?"

Jasper kijkt zijn moeder met een frons in het voorhoofd aan. Waar wil ze nou naar toe? Ze hadden toch duidelijk afgesproken dat hij Jonas om drie uur van haar zou overnemen?

"Ik bedoel, dat als jij zin hebt om nog even bij Pieter te gaan liggen dat gerust kan. Ik kan heus nog wel wat langer op Jonas passen."

"Maar dat is niet de afspraak! Je bent de hele dag al zijn oppas geweest!"

"Oh ja, dat is ook zo en je oude moeder kan het echt niet langer aan om nog langer op dat vreselijk lastige kind van jullie te passen. Ze is echt aan het eind van haar Latijn." Ze glimlacht breed naar Jasper. "Toe nou, jongen! Ga naar Pieter toe!"

In zijn hoofd voert Jasper een harde strijd. Enerzijds zou het best leuk zijn om nog even bij Pieter te liggen maar aan de andere kant hebben ze ook hun verplichtingen tegenover Jonas en het gebeurt al heel erg vaak dat Jonas bij anderen hier op 'Boschlust' is.

"Stop het denken, Jasper. Doe wat je graag wilt!"

Dan geeft Jasper het denken op en geeft hij zich gewonnen. "Oké. Zal ik je laten weten wanneer je Jonas thuis kunt brengen?"

"Ben je bang dat ik jullie overloop?" Ze ziet een rode blos op Jaspers wangen verschijnen. "Sinds wanneer ben jij preuts, Jasper Verhulst?"

"Nou… "

"Toen je zeventien was en al een heel erg mooie jongeman, ging je nog met ons op vakantie naar een naturistencamping in Noord-Italië en zag ik je elke dag helemaal bloot. Toen je in het ziekenhuis lag heb ik je elke dag samen met Pieter gewassen en… "

"Ja, ho maar, mam. Ik begrijp wat je bedoelt maar mij bloot zien of twee mannen die met elkaar seks hebben is toch heel wat anders."

"Ik… "

Hij onderbreekt zijn moeder omdat hij precies weet wat ze wil gaan zeggen. "Je zou er niet van blikken of blozen, dat wil je zeggen toch?"

"Je kent me goed, lieve jongen. Als je vader en ik seks hebben… "

"Mam! Op jullie leeftijd nog?" dolt hij haar met een olijke glimlach op zijn gezicht.

"Als je vader en ik seks hebben doen we dat, en ik hoop Pieter en jij en heel veel anderen ook, als bezegeling van onze liefde voor elkaar. En ja, vreemd genoeg, doen we dat meestal in het verborgene van een slaapkamer of zo. Maar… waarom eigenlijk? Gek toch? Alsof niet iedereen mag weten dat we vreselijk veel van elkaar houden!"

"Ik snap wat je bedoelt, mam, maar Pieter en ik, wij blijven het toch maar doen op een plek die helemaal alleen voor ons is."

"Dat is goed, lieverd. En voor jouw gemoedsrust; je vader en ik zullen het ook niet doen waar anderen het kunnen zien."

"Mam!!!"

"Ik stel voor dat ik Jonas straks mee neem naar huis. Wij hebben kleren genoeg daar voor hem en dan nemen wij hem mee naar het avondeten en zien we jullie daar." Opnieuw lijkt het alsof haar zoon wil protesteren en daarom snoert ze hem snel de mond. "Hup! Ga naar je man en geniet met en van elkaar. Kom, Jonas, papa Jasper gaat nog even naar huis en jij blijft nog even bij oma." De kleine laat zich zonder bezwaren overhevelen van de schoot van Jasper naar de armen van zijn oma.

Met Jonas in haar armen, kijkt Marion hoe Jasper in de richting van zijn huis rijdt. Jonas roept hem achterna en als Jasper de rolstoel omdraait, drukt de kleine een kus op zijn hand, houdt die vervolgens voor zijn mond en blaast erover er zo voor zorgend dat het kusje bij Jasper komt. Jasper doet het terug en Jonas lacht van de pret.

"Papa Jaspuh lief. Papa Pietuh lief," zegt Jonas die de rollende R nog niet goed beheerst.

"Ja, lieve jongen, jij hebt de allerliefste papa's van de hele wereld!"

EINDE

Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk



NAWOORD: opus magnus of zwanenzang?

Als eerste wil ik al mijn lezers heel erg bedanken voor de tijd - de enorm lange tijd - die ze mij gegeven hebben om BLANCO af te maken. Het is nooit mijn bedoeling geweest om er zo lang over te doen maar… ik heb nou eenmaal niet alles in de hand.

Ook een woord van dank voor de operators van de sites waar ik zelf mijn verhalen plaats of waar iemand anders daarvoor zorgt. Zonder hun platform zouden mijn verhalen nooit bij mijn lezers gekomen zijn.

Het eerste hoofdstuk van BLANCO deel 1 verscheen in september 2010 en het laatste hoofdstuk van deel 3 hebben jullie zojuist gelezen. Een periode van meer dan vier jaar heeft het mij gekost om dit verhaal af te ronden.

Toen ik aan BLANCO begon, was het mijn bedoeling om er een verhaal van te maken dat zou bestaan uit twee delen: één voor het misdrijf dat leidde tot Jaspers geheugenverlies, en één er na. Het pakte echter heel anders uit.

BLANCO was voor mij een project: iets geheel nieuws. Een verhaal dat veel meer personen zou bevatten dan mijn eerdere verhalen en met veel meer oog voor details. Dat niet iedereen daar blij mee was, bleek al snel. Sommige lezers waren ook in de veronderstelling - een misvatting - dat mijn verhaal interactief was. Zij reageerden, stelden iets voor en hadden het idee dat ik het voorgestelde zou opnemen in het verhaal. Prachtig als een schrijver dat kan, maar ik kan dat niet. Natuurlijk komt het wel eens voor dat ik met een reactie van een lezer iets doe. Zo was er tijdens de wording van BLANCO iemand die graag iets zou willen horen over de daders of één van de daders. Niet mijn eerste opzet, maar de figuur van Lex was snel geboren. Zo werkt het soms dus ook wel. Maar - zeg ik vanuit mijn aangeboren Groningse stijfkoppigheid - alleen als mij dat goed uitkomt en het goed in het verhaal past dat in mijn hoofd in de regel al helemaal klaar is.

Om in twee delen alles te beschrijven wat ik wilde zeggen, bleek een onmogelijkheid. Ik had in deel 1 een aantal personen ten tonele gevoerd en kon niet om hun gevoelens heen. Dat wat er met Jasper was gebeurd aan het eind van deel 1 had gevolgen voor die mensen en dat wilde ik beschrijven. Eraan voorbijgaan, of me er snel van af maken, was een onmogelijkheid voor mij. Zodoende werd deel 2 bijna helemaal gevuld zonder Jasper.

Het wachten op deel 3 duurde heel erg lang. Op een gegeven moment begon ik toch met het publiceren van de hoofdstukken die al helemaal uitgeschreven waren. Dat in de hoop dat ik ondertussen de rest zou kunnen afschrijven. Dat lukte niet. Opnieuw moest ik mijn lezers om tijd vragen. Tijd die ik ook nodig had om mijn "rampjaar 2014" - met twee operaties - goed door te komen en de door in mij het leven geroepen personages tot hun recht te laten komen.

Mijn lezers gaven er keer op keer blijk van dat mijn gezondheid belangrijker was dan het verhaal. Daar kon ik het alleen maar mee eens zijn maar… het bleef wel kriebelen. Ik wilde het zo ontzettend graag ook zelf allemaal verteld hebben!

BLANCO is een deel van mijn leven geworden. Meer dan vier jaar van mijn leven. En of dit project geslaagd is, dat hoef ik gelukkig niet zelf te beoordelen. Een lezer noemde het al tijdens de publicatie van de eerste hoofdstukken van deel 3 mijn magnus opus. Dat komt uit het Latijn en betekent letterlijk: groot werk. Het is de benaming die meestal aan het grootste of belangrijkste werk van een componist of schrijver wordt gegeven. In één opzicht heeft deze lezer gelijk gekregen. Het is mijn grootste werk want geen enkel ander verhaal heeft in mijn computer de ruimte ingenomen van 620 pagina's A4. Nou is dat niet alleen maar tekst voor het verhaal want in dit document, dat de werknaam 040 kreeg, staat ook heel veel achtergrondinformatie. Voor dit verhaal deed ik onder andere onderzoek naar botbreuken, geheugenverlies en heel veel andere dingen waaarover ik schreef. Daarnaast had ik met al die personen en leeftijden ook een tijdlijn nodig om geen stomme fouten te maken. En één van mijn lezers, ik heb hem er geloof ik al voor bedankt, maakte voor mij een bestand met daarin alle door mij opgevoerde personages. Een geluk voor mijn lezers want ik ben vreselijk slecht in het onthouden van namen en zij die mijn eerdere verhalen kennen, weten dat ik er soms wel eens mee heb gegoocheld.

Is dit project geslaagd? Is dit mijn magnus opus? Ik weet het niet. Vanwege de problemen waar ik bij het schrijven regelmatig tegenaan loop, veroorzaakt door mijn chronische ziekte, heb ik tijdens het schrijven van BLANCO een aantal malen overwogen om van dit verhaal mijn allerlaatste verhaal te maken: mijn zwanenzang. Maar de liefde voor mijn verhalen heeft me ook steeds doen terugkomen op dat besluit. Mijn verhalen zijn mij allemaal even dierbaar. Geslaagd of niet, mijn grootste werk of niet, het doet er voor mij niet toe. Ik heb aan al mijn verhalen enorm veel plezier beleefd. Natuurlijk frustreert het af en toe ook wel eens als ik geen letter op papier kan krijgen omdat de concentratie helemaal weg is of dat het maar niet lijkt te vlotten omdat ik van alles en nog wat door elkaar haal en ik opnieuw grote stukken tekst moet schrappen en corrigeren maar… ik beleef nog steeds plezier aan het schrijven. En zolang dat er is, zal ik blijven schrijven.

Maar… het zal nooit meer een verhaal met de omvang van BLANCO kunnen worden. Ik ga dus terug naar het formaat van verhalen voor BLANCO en mijn werkwijze van eerst volledig uitschrijven en dan pas publiceren. Voordeel voor mijn lezers is dat als ik begin te publiceren het verhaal ook vlot achter elkaar zal verschijnen.

Groeten en tot ziens,
Lucky Eye



©Lucky Eye, december 2014.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten