BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.27

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.27

Bericht door Hans Bernard » wo 23 jul 2014, 08:01

Blauw Bloed / OVAA

HOOFDSTUK 27


Om acht uur werd er geklopt en stapte JP de slaapkamer binnen.
“Goedemorgen, tijd om wakker te worden.”
Gebrom klonk van onder het dekbed.
Terwijl JP de gordijnen open schoof, verscheen het hoofd van Sven.
“Morgen JP.”
Achter JP verscheen Eleonoor, die het ontbijt binnen bracht, Sven voorzichtig een aai over zijn bol gaf en informeerde of hij goed geslapen had.
“Alles in orde zo of heb je nog wensen?
“Het is prima zo, JP. Jullie zijn bedankt”
Met een “smakelijk eten ” lieten ze Sven alleen.

De allereerste bezoeker die morgen na het ontbijt, was oom Harald.
“Ha mijn jongen, goed geslapen? Ik denk het wel, als ik je zo zie.”
Sven, die zo langzamerhand wel uitgerust was en tot zijn grote vreugde min of meer van zijn hoofdpijn verlost wenste zijn oom ook goedemorgen en beaamde zijn goede lichamelijke gesteldheid. Hij keek op zijn horloge en zag dat het half tien was. Oom trok een stoel naar het bed, nam plaats en zei plechtig:
“Mijn kind, zeg me wat gij op uw hart hebt en ik zal kijken of ik aan uw verzoek gehoor kan geven.”
Sven proestte het uit en ook de jonkheer schoot in de lach. Zijn oom had van die onverwachte grapjes die je niet direct bij hem zou verwachten.
“Vindt u het goed dat we de taal der gewone mensen spreken?”
Zonder een antwoord af te wachten, nam Sven het voortouw en viel meteen met de deur in huis:
“Ik wil met onmiddellijke ingang de OVAA verlaten om met het oog op de toekomst een gerichte opleiding te gaan volgen en mij tot slot, te begeleiden en mij te bekwamen in het runnen van Dennehaghe.
Oom Harald was voor de zoveelste maal met stomheid geslagen.
Toen hij zijn stem teruggevonden had zei hij alleen:
“Ik hoor zo'n duidelijke stelligheid in je stem dat ik er veel voor voel op voorhand positief te reageren op de voorstellen en ze niet zomaar af te wijzen. Je zult me echter alles haarfijn moeten uitleggen zodat ik gefundeerd beslissingen kan nemen.
Nu was het Sven, die verrast naar zijn oom keek. Hij zou akkoord gaan met de voorstellen zonder ze eerst bekeken te hebben. Sven was in zijn enthousiasme rechtop in bed gaan zitten maar werd streng gesommeerd onmiddellijk weer te gaan liggen.
“Dan ga ik nu naar je argumenten luisteren,” zei de jonkheer, zocht een gemakkelijke houding, deed met opzet zijn armen over elkaar, een bepaald niet uitnodigende houding, en keek Sven belangstellend aan.
“Oké daar gaan we......” Kort en bondig, maar wel volledig, bracht hij, met redenen omkleed, zijn oom op de hoogte waarom hij niet langer op de OVAA wilde blijven, schetste hij een beeld van de toekomst zoals hij die voor zich zag op Dennehaghe en verantwoordde daarmee de keuze voor de beoogde opleiding.
Sven keek oom Harald enigszins angstig maar ook hoopvol aan. Dan boog zijn oom zich voorover en zei helder en duidelijk: “Ik ben momenteel de gelukkigste mens op deze wereldbol. Je krijgt mijn volledige medewerking. Ik ben trots op je, je bent uit het goede hout gesneden en ik wens je alle geluk voor de toekomst. Nu heb ik wel een duidelijk beeld gekregen van je plannen en heb ik beloofd je er de toestemming voor te geven Maar zo makkelijk kom je niet van me af, ik heb nog wel wat vragen”
Sven keek zijn oom lachend aan en zei: “Ik dacht al waar blijft hij met zijn op en aanmerkingen?
Ik denk dat het verstandig is om dat niet nu te doen. Ik verwacht JP elk moment met de koffie en dan zal Eleonoor ook wel verschijnen, dus kunnen we toch niet ongestoord praten.”
Beneden klonk de gong van de voordeur en wat later stapte de huisarts de slaapkamer binnen.
Ja hij lustte wel een kopje koffie, “Zwart graag.” Hij wendde zich tot de patiënt: “Zo te zien gaat het goed met je. Nog last van misselijkheid gehad? En hoe is het met de hoofdpijn?” Al de vragen leverden een bevredigend antwoord op wat weer resulteerde in de toestemming om geleidelijk aan steeds langer uit bed te blijven maar wel nog dagelijks voldoende rust te nemen.
JP met het dienblad en Eleonoor in zijn kielzog kwamen de kamer in. De koffiepot was in een mum van tijd, leeg tot op de bodem en ook de aardbeienvlaaitjes vonden gretig aftrek. De dokter liet zich niet onbetuigd en genoot van de onverwachte traktatie. Daarna nam hij afscheid van Sven en de Jonkheer, wuifde naar JP en de huishoudster en verliet Dennehaghe. De jonkheer stelde voor om ook te vertrekken, zodat Sven de rust kreeg die hij nodig had. Bij het weggaan fluisterde zijn oom hem nog gauw toe: ”Wees verstandig en lunch vanmiddag nog hier boven en kom dan vanavond beneden dineren. Denk erom geen verplichte kleding, trek iets makkelijks aan.”
Nauwelijks waren oom Harald en de huishoudster de kamer uit of JP begon op te ruimen. Sven bekeek het met gemengde gevoelens en vroeg zich af of hij later ook zoveel personeel zou willen als oom Harald nu had.
“Hoe bevalt het je hier JP?” vroeg Sven om de stilte te doorbreken.
“Ik heb het goed naar mijn zin maar ik ben toch van plan uit te kijken naar een zwaardere en meer omvattende werkkring, waar ik me kan uitleven en alle aspecten van mijn opleiding kan toepassen. Ik heb al wat op het oog maar dat vertel ik je later. Voor je geruststelling, als het dat gaat worden dan ben ik nog zeker een jaar hier.”
Sven had met open mond liggen luisteren. Hij kon zich wel voorstellen dat JP het hier op Dennehaghe te rustig vond. Dat hij daarom al weer zou gaan vertrekken, verraste hem.
Toen JP weg was, maakte Sven een dagindeling voor zichzelf om te zorgen dat hij voldoende rust kreeg nu hij uit bed mocht. Hij belde met zijn oom om te vragen wanneer hij tijd kon vrijmaken voor het geplande gesprek. Dat bleek geen probleem. Hij stelde voor om na de thee een uurtje ervoor uit te trekken.
Om half vier begon het gesprek en de jonkheer draaide niet om de zaken heen maar ging meteen van start.
“Ik ben de hele dag bezig geweest met je voorstellen, Sven. Ik heb nagedacht, gewikt en gewogen, informatie ingewonnen en ruggespraak gehouden met vrienden, die in dezelfde positie verkeren als ik. Mijn conclusie is kort en goed: Ik sta volkomen achter je plannen, je kunt op me rekenen en ik zal je te helpen.
“Ja jongen, je had me vanmorgen al min of meer overtuigd maar ik wilde er rustig over denken voor ik je dat zou meedelen. Je had alles zo prima voorbereid dat er weinig of niets op aan te merken was. Daarbij komt dat ik ontzettend blij ben dat je weer thuis bent, dat je definitief besloten hebt om Dennehaghe te gaan beheren later en daar bereid voor bent om een gedegen opleiding voor te volgen. Ik wil je ook graag wat zeggen over Thom. We hebben het er nog nooit zo expliciet over gehad maar ik wil je dit zeggen, ik heb een hoge dunk van Thom, hij is een nuchtere jongen, goed onderlegd, past zich uitstekend aan, is uitermate betrouwbaar, kortom een voortreffelijke partner. Jullie zouden een goed span zijn. Nu weet ik wel dat ik me daar niet mee mag bemoeien maar ik vind het zo jammer dat jullie vriendschap op de klippen is gelopen. Ik denk echter dat jullie allebei diep in je hart daar erg veel spijt van hebben. Of je moeite gaat doen om die relatie nieuw leven in te blazen is aan jou maar weet dat ik ook volledig achter die keuze zou staan.”
Na het eten ging Sven onmiddellijk naar boven nadat hij zijn oom nog eens voor alles had bedankt. Hij was moe en morgen was er weer een dag.

Svens herstel verliep voorspoedig. Hij hield zich keurig aan de voorschriften van zijn huisarts. Oom Harald had contact gehad met de OVAA en zij hadden Sven als student uitgeschreven. Het gewone leven op Dennehaghe reeg de dagen aaneen. Thom liet zich bijna dagelijks even zien op het landgoed. Het voelde goed. Ze vonden het beide fijn om in elkaars gezelschap te zijn maar tot een echt gesprek was het nog niet gekomen. Het was alsof de tijd er nog niet rijp voor was. Geen van beiden wilde zaken overhaasten, beslissingen forceren, bang het broze nieuwe begin schade toe te brengen.

Sven sprak nu veel met oom Harald. Hun band was sinds de ongelukkige val veel intenser geworden. Dat kwam ook wel omdat oom Harald opener was geworden, zijn gevoelens meer uitte en hij hele verhalen vertelde over Sven zijn ouders. Er ging een hele nieuwe wereld voor Sven open.
“Waarom hebt u dat niet veel eerder gedaan, ik heb het gevoel dat ze nu pas voor mij gaan leven.”
“Lieve jongen, in het begin kon ik er niet over praten. Ik had geleerd mijn verdriet voor me te houden. Later dacht ik dat ik beter kon zwijgen dan met mijn verhalen jou verdrietig te maken. Ik wist natuurlijk niet hoe ik met kinderen om moest gaan. Ik dacht dat als ik je maar een goed thuis gaf, zorgde dat je materieel niets te kort kwam, je een goede opleiding liet volgen, kortom goed voor je zorgde, dat ik het dan goed deed. Nu weet ik dat ik schromelijk tekort geschoten ben. Jou mijn liefde geven, warmte en genegenheid, een warm nest kwam niet in mij op. Nu weet ik pas dat dat belangrijker is dan aardse bezittingen.”
Oom Harald zat met gebogen hoofd naar de grond te kijken. Sven besefte ineens dat hij zielsveel van die man hield maar dat hij in veel opzichten ook erg op hem leek. Ook hij had moeite zijn gevoelens te uiten. Sloot zich in zichzelf op en verlangde hartstochtelijk naar een arm om zich heen, een lief woordje van de ander als blijk van genegenheid. Daarom dacht men dat hij jaloers was. Niets was minder waar. Hij hunkerde naar liefde en als hij zag dat anderen dat kregen dan verborg hij die verlangens achter een hooghartig gedrag. En nu in het gesprek met oom Harald werd alles duidelijk. Sven stond op en liep naar zijn oom. Ging op zijn knieën bij hem zitten. “Lieve oom Harald u heb alles gedaan uit liefde voor mij, dan kan dat toch niet anders dan goed zijn. Door u ben ik geworden die ik nu ben, ik mag van u zijn zoals ik ben. Ik zal moeten leren de ander ook te accepteren zoals hij is. Verwijt u zichzelf nu niets. Ikzelf moet nu aan de afwerking van 'mijn zijn' gaan werken. Me niet verschuilen achter mijn opvoeding door u, maar eerlijk zijn en werken aan mijn eigen tekortkomingen. Als ik daar hulp bij nodig heb dan zal ik die professionele hulp ook inroepen.”


Hoe langer Sven nadacht over zijn laatste gesprek met zijn oom, hoe meer hij van zichzelf ging begrijpen. Het stond hem nu ook duidelijk voor ogen dat hij eerst zelf moest veranderen voor hij een echte relatie met Thom zou kunnen hebben. Want zijn onvermogen om liefde te geven was in wezen het punt waarop het fout was gelopen. Daarom ook waren zijn korte seksuele contacten te verklaren. Hij was op zoek geweest naar genegenheid en had daardoor telkens zijn neus gestoten omdat de ander in die contacten er louter op uit was eigen behoefte te bevredigen.
Ineens zat hij rechtop. Natuurlijk, daarom was hij ook naar de OVAA gegaan om er te zoeken wat hij op Dennehaghe miste. Hij zocht daar wat hij thuis al had maar niet zag. Thoms liefde voor hem had hij niet gezien omdat hij hem alsmaar naar zijn eigen hand wilde zetten. Hij wilde Thom wel maar dan zo als hij hem graag zag. Thom was steeds minder zichzelf geweest in zijn pogingen om aan Svens ideaalbeeld van hem te voldoen.
Sven zat nu echt te huilen. De confrontatie met zichzelf kwam hard aan. Oh, was Thom nu maar hier dan wist hij het wel. Maar misschien was het nog niet te laat. Hij zou Thom alles eerlijk opbiechten en hem duidelijk maken dat hij van hem hield zoals hij was. Dat hij zelf moest beslissen. Bijvoorbeeld als ze samen op Dennehaghe zouden wonen of hij wel of niet het rentmeesterschap op zich zou willen nemen. Zo zouden er nog tal van andere zaken zijn waarin ze samen beslissingen zouden moeten nemen. Dan zou er pas sprake zijn van een evenwichtige band.
Er werd geklopt en Eleonoor stapte, verborgen achter een enorme bos rode rozen, de kamer in.
“Whow, wat een boeket. Wie stuurt mij zulke prachtige rozen?”
“Daar hoef ik niet lang over te denken,”zei Eleonoor lachend.
“Zit er een kaartje bij?”
“Dat weet ik niet, het zijn jouw bloemen en dat ga ik niet stiekem kijken van wie ze komen.”
Terwijl ze dit zei kreeg ze een flinke rode kleur.
“Natuurlijk lieverd, daarom houd ik zo van jou omdat je niet nieuwsgierig bent. Maar van wie zijn ze nu?”
Eleonoor verraadde zich door meteen te zeggen: “Van Thom natuurlijk, domoor.”
Nu was Sven er als de kippen bij om het kaartje te lezen: “We moeten praten.” was alles wat er op het kaartje stond.

Gesloten