BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.26

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.26

Bericht door Hans Bernard » za 12 jul 2014, 07:10

BLAUW BLOED/OVAA


HOOFDSTUK 26

“Wil je nog iets eten? Eleonoor heeft blijkbaar gedacht dat we een hele week honger hebben geleden.”
Thom liet zijn ogen dwalen over al het lekkers dat er nog op de schaal lag. Sven zuchtte en zei:
“Ik heb genoeg gehad maar als jij wil, ga je gang. Eleonoor heeft ze speciaal voor jou gemaakt.
Ik ben toch wel heel blij dat jullie zo goed voor me zorgen en jij in het bijzonder, Thom. Het gesprek van vanmorgen heeft veel bij me losgemaakt. Hoe langer ik erover denk, des te meer besef ik dat ik jou wel het meest dankbaar mag zijn van allemaal. Wat moet ik vaak toch onuitstaanbaar zijn geweest en wat heb ik nog een lange weg te gaan om te veranderen.”
“Als je het veranderen dan maar goed ziet,” onderbrak Thom hem, “weet je nog dat ik je ooit heb gezegd dat ik van je hield om wie je was, om wat je was en zoals je was, jij unieke Sven met al je tekortkomingen maar ook je goede kanten. Dus blijf die unieke lieve jongen, maar werk aan je karakter en je minder prettige eigenschappen.”
Het was doodstil in de slaapkamer na de laatste woorden van Thom. Sven lag roerloos in zijn bed en keek hem zwijgend aan. Dan strekte hij hulpeloos zijn armen naar Thom, een gebaar dat meer zei dan duizend woorden. Thom pakte zijn handen en voor het eerst sinds hij bij Sven was, voelde hij weer genegenheid voor hem.
“Probeer nog maar wat te rusten,” zei hij zachtjes en liet Sven los.
Hij had wat tijd nodig om zijn gevoelens, verward door het plotselinge gevoel van genegenheid te plaatsen. Eén moment had hij Sven zelfs in zijn armen willen nemen maar hij wilde hem geen ijdele hoop geven zolang hij niet zeker was van zichzelf.
Sven lag met zijn ogen dicht. Thom ging in de stoel naast het bed zitten en keek naar hem. Zag hij het goed? Ja, er biggelde een traan over zijn wang. Opnieuw voelde hij de behoefte om Sven te troosten maar hij wilde geen broze gevoelens vertrappen. Ze moesten allebei door deze onzekere fase voor ze samen opnieuw konden beginnen. Hij sloot zijn ogen en zakte wat onderuit in de stoel. Sven had intussen zijn ogen opengedaan en keek naar Thom. Zou het ooit weer goed komen?
Thom werd wakker met pijn in zijn rug. Hij moest zich even oriënteren. Hij zat in de slaapkamer naast het bed van Sven, was zeker in slaap gevallen en had ongelukkig gezeten. Eerst maar wat rek- en strekoefeningen doen om de pijn te laten verdwijnen. Niet in de gaten dat Sven hem geïnteresseerd gadesloeg begon hij fanatiek aan wat gym oefeningen. Toen hij stopte klonk er vanuit het bed een applaus. Wat verlegen lachend ging hij weer in de stoel zitten.
“Heb je ergens zin in, moet ik iets voor je doen of heb jij een ander idee om de middag verder door te komen?” Thom keek Sven vragend aan.
“Wel, zo'n optreden als daarnet, met charmante en elegante bewegingen is het aanzien waard. Heb jij ooit balletles gehad?” plaagde Sven, zijn lach inhoudend.
“Het is dat je stil moet blijven liggen, anders zou ik je er van langs geven,” bromde Thom.
“Maar...alle gekheid op een stokje, wat gaan we doen of ben je te moe en wil je rusten?”
“Laten we het eens hebben over wat ik zou moeten gaan doen in plaats van de OVAA, als oom Harald tenminste zijn goedkeuring geeft aan mijn plan om daar te stoppen. We zouden het daar samen al over gehad hebben maar daar is nu niets van gekomen. Laten we er vanuit gaan dat hij het goed vindt dat ik stop, wat zou ik dan kunnen gaan doen.”
“Wat hoor ik nu, wil jij weg op de OVAA?” Thom keek of hij het in Keulen hoorde donderen.
“Ohh, sorry hoor Thom, ik vergeet inderdaad dat jij daar helemaal niet van op de hoogte bent. Ik had eigenlijk het idee dat JP je dat wel verteld zou hebben.”
“Dan moet ik jou iets vertellen, dat je nog niet weet. JP en ik hebben een tijdje een band gehad maar uiteindelijk bleek dat we niet echt voor elkaar bestemd waren. Sindsdien hebben we nog maar sporadisch contact. Dus heeft hij mij niets kunnen vertellen.”
Sven wist niet wat te zeggen. Het was dus waar wat hij gehoord had dat ze een verhouding hadden gehad. Thom zag de aarzeling en was hem voor:
“Ik wil er liever niet over praten.”
Sven knikte en zei: “maar je weet nu dat ik naar huis wil en een andere opleiding zou willen volgen.”
“Heb je zelf een idee?” vroeg Thom.
“Ja kijk, als ik in de toekomst het landgoed moet bestieren, heb ik kennis nodig over alles wat daarbij komt kijken. Ik denk dan aan bestuurlijke ervaring, financiën, personeelsbeleid en ga zo maar door.”
“Dat lijkt me niet zo'n gekke keuze, als oom Harald maar niet denkt dat je zijn plaats nu al wilt innemen.”
“Ik denk eerder dat hij het fijn zal vinden een opvolger te kunnen inwerken, aan wie hij Dennehaghe kan overlaten.”
Sven wachtte een moment voor hij verder ging. Hij gokte erop dat Thom er niets achter zou zoeken en niet zou denken dat hij hem met mooie woorden zou willen ompraten en zei aarzelend:
“Thom, ik heb ook aan jou gedacht bij het maken van deze keuze, omdat ik steun nodig zal hebben, wil ik goed kunnen functioneren.” Sven had een kleur gekregen.
Thom was verrast toen hij hoorde dat hij een rol speelde in de plannen van Sven, een teken, dat Sven zich niet alleen meer belangrijk vond. Nieuwsgierig keek hij hem aan. Wat zou hij voor hem in petto hebben?
Sven haalde diep adem: “Ik zou jou graag als rentmeester van Dennehaghe, naast me zien.”
De laatste woorden waren bijna onhoorbaar uitgesproken alsof hij bang was voor de reactie van Thom.
Die stond Sven ongelovig aan te kijken. Meende hij dat nu? Zo'n belangrijke post voor hem? Hij stond met zijn mond vol tanden, niet in staat onmiddellijk te reageren. Sven, die daaruit opmaakte dat Thom niet in was voor zo'n functie, haastte zich te zeggen dat hij op dat idee was gekomen omdat het belangrijk was wie er in zo'n functie naast je stond omdat je op een rentmeester blindelings moest kunnen vertrouwen. Hij struikelde over zijn woorden toen hij verder ging en uitlegde dat Thom natuurlijk zijn eigen keuzes moest maken maar dat hij hem ook wilde laten weten wat zijn visie op de toekomst was.
“Sven, Sven, rustig maar. Je loopt wel erg hard van stapel. Natuurlijk is het een geweldig compliment om samen Dennehaghe te beheren. Maar heb je er wel aan gedacht dat onze persoonlijke gevoelens daar ook een rol bij spelen. Heb je je afgevraagd of ik dat nog wel wil na alles wat er gebeurd is? De weg daar naartoe moeten we nog afleggen, moeilijkheden overwinnen en onze liefde voor elkaar terug vinden. Laten we eerst daaraan werken voor we volgende stappen zetten. Laten we proberen een stevige basis te leggen waarop we kunnen bouwen en niet op de zaken vooruit lopen.”
Hoewel Sven teleurgesteld was door de weinig enthousiaste maar vooral rationele benadering van Thom, moest hij hem wel gelijk geven. Ze hadden nog een hele klim voor de boeg als Thom al bereid zou zijn hem een kans te geven, iets waar hij nog steeds aan twijfelde. Hij moest oppassen dat hij geen druk ging uitoefenen, dan was hij bij Thom zeker aan het verkeerde adres. Het besef, dat hij dit allemaal aan zichzelf te danken had, maakte het er niet beter op. Hij werd er bijna wanhopig van als hij dacht aan een leven zonder Thom. Waarom was hij zo dom geweest al die tijd zo lichtzinnig met Thoms gevoelens om te springen. Hij had hun vriendschap op het spel gezet, hij zou het weer moeten herstellen. Ging dat ooit lukken?

Er kwam een belletje van beneden of het goed was straks gezamenlijk te dineren op de slaapkamer?
“Dat wordt dan eten met het bord op schoot,” antwoordde een lachende Thom, die de huistelefoon had aangenomen” maar dat kan heel gezellig zijn. Moet ik nog naar beneden komen om te helpen?”
“Je hoeft niet te helpen want JP is zojuist thuisgekomen en die wil wel een handje toesteken.”
Bedachtzaam legde Thom de hoorn neer. Dit zou de eerste hindernis worden in het hink-stap-spring circuit. Kijken hoe zij drieën zich daaruit zouden redden.
“We eten hier op de kamer want JP is weer terug en die wil wel een handje helpen,” meldde Thom neutraal.
“Fijn toch, is het niet zo zwaar voor oom Harald en Eleonoor.” was de laconieke reactie van Sven.

Nog geen half uur later werd er geklopt en stapte JP binnen.
Oprecht belangstellend informeerde hij naar Svens toestand en al gauw waren ze met drieën in een geanimeerd gesprek gewikkeld. Sven zag aan de manier waarop Thom en JP ongedwongen met elkaar omgingen dat ze hun verhouding op een goede manier afgesloten hadden. JP vertelde dat hij naar Bourgonje was geweest en dat hij Sven de groeten moest overbrengen van Armand en zijn vriendinnetje maar ook van de baron zelf, die nog steeds hoopte dat hij Sven een keer op zijn Baronie mocht begroeten. Op de vraag hoe het met Carl gesteld was bleef JP vaag. Via hem had hij met het personeel kennis gemaakt en daaruit waren wat vriendschappen ontstaan en kwam hij van tijd tot tijd op Bourgonje. Het gebeurde echter zelden dat hij Carl daar trof. Daar liet JP het bij en noch Sven, noch Thom hadden behoefte aan verdere informatie over Carl. Sven nam zich wel voor te zijner tijd eens met Thom te overleggen of ze niet samen een bezoek aan landgoed Bourgonje zouden kunnen brengen.

Met de hulp van JP werd de slaapkamer van Sven provisorisch tot eetkamer omgebouwd zodat het dineren niet beperkt bleef tot 'met het bord op schoot'.
De eenvoudige, doch verzorgde maaltijd viel erg in de smaak en door allemaal een handje toe te steken was na afloop de slaapkamer in een mum van tijd weer opgeruimd. JP had voorgesteld dat hij de taken van Thom zou overnemen om de jonkheer te ontlasten, met dien verstande dat Sven er niet op moest rekenen dat hij dan de hele dag naast zijn bed zou zitten. Dit laatste had hij plagend opgemerkt. De jonkheer, die dit ontgaan was, kwam meteen serieus met de mededeling dat hij graag van die tijd gebruik wilde maken om met Sven te praten.
“Nee, ik zal hem niet vermoeien. Hij moet maar aangeven als het teveel voor hem wordt,” bracht oom Harald te berde.
“Ik vind het fijn als we morgen samen rustig kunnen praten want er moet toch het een en ander beslist en misschien ook al wel geregeld worden,” zei Sven.
Daarna trok het gezelschap zich terug na Sven een goede nacht te hebben gewenst en sprak oom Harald af met Thom dat die een seintje zou geven als hij vertrok.

“Vind je het goed als ik rond negenen ervan door ga? Ik moet nog wat huiswerk maken voor morgen.”
“Natuurlijk, ik ben al heel dankbaar, dat jij je hele zondag voor mij opgeofferd heb. Het was zo fijn dat je hier was.”
“Doe niet zo gek, joh, dat spreekt toch vanzelf,” zei Thom, die getroffen was door de warmte waarmee Sven hem bedankte.
“Wanneer zie ik je weer?” vroeg Sven.
“Dat kan ik zo niet zeggen maar ik laat wel iets van me horen.”
Sven slikte opnieuw zijn teleurstelling weg en zei:
“Ik moet niet zeuren, jij hebt je eigen leven en ik weet dat je komt, zo gauw het jou uitkomt. Ik kijk er nu al naar uit. Weet je Thom, ga maar lekker naar huis dan wordt het niet zo laat voor je om je huiswerk te maken. Ik red me hier wel en als ik iets nodig heb is er voldoende hulp aanwezig.
“Weet je het zeker? Het is wel fijn als ik een beetje op tijd thuis ben. Is er iets dat ik voor je doen kan voor ik wegga?”
“Nee hoor, je hebt al meer dan genoeg gedaan.”
Thom pakte zijn spullen, wenste Sven een rustige nacht. Hij draaide zich bij de deur nog eens om en zwaaide voor hij de deur achter zich sloot.
Had hij Sven nu toch niet een kus moeten geven? Nee dacht hij, zo is het goed, geen verkeerde signalen afgeven.
Hij stond een ogenblik in gedachten verzonken. Het feit, dat hij twijfelde over het al dan niet Sven een kus geven bij het weggaan, betekende nogal iets. Sven had ontegenzeglijk vandaag een snaar geraakt en dat was iets wat Thom niet had verwacht.

Na zijn huiswerk zette hij een nieuwe CD op met beroemde duetten uit de operawereld. Zijn geliefde duet, 'De Parelvissers” opende de rij. Zachtjes mee neuriënd overzag hij de dag, die heel anders gelopen was dan hij zich voorgesteld had. Een paar uurtjes 's morgens waren een hele dag geworden. Een nogal egoïstische Sven bleek ineens verder te kijken dan zijn neus lang was, had oog voor anderen en straalde uit dat hij er alles voor over had om hun vriendschap te herstellen. 'Waar een flinke hersenschudding al niet toe leidde' dacht Thom cynisch. Nee, dat was niet eerlijk van hem om zo over de omslag van Sven te denken. Hij moest toegeven dat hij een oprechte Sven had gezien met geen verborgen agenda, daar was hij te open en te eerlijk voor geweest. Maar niet te vroeg gejuicht, eerst maar eens rustig de kat uit de boom kijken. Dat was ook de goede raad van zijn moeder geweest. Zij gunde haar Thom alle geluk van de wereld. Verbaasde zich niet meer dat haar jongen heil zag in een leven in een gouden kooi. Had even gedacht Thom te smeken niet weer opnieuw met Sven in zee te gaan. Het was een aardige jongen maar ze was echter nog steeds boos op hem omdat hij haar zoon zo'n verdriet had bezorgd en ze wilde niet dat hij voor een tweede keer Thom in de kou liet staan. Ze had zich ingehouden. Thom was mans genoeg zijn eigen boontjes te doppen. Hij had zijn lesje geleerd. Ze wist nu dat ze de juiste weg had bewandeld want toen hij straks thuis kwam had zij aan een blik voldoende, om te zien hoe het ervoor stond. Zij kende Thom als geen ander. Praten als Brugman zou geen zoden aan de dijk zetten. Hij had een beslissing genomen, zijn besluit stond vast. Dat zag zij zo aan zijn vastberaden gezicht.


juli 2014© Hans Bernard

Gesloten