BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.25

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED/ OVAA Hfdst.25

Bericht door Hans Bernard » zo 06 jul 2014, 10:00

BLAUW BLOED/OVAA


HOOFDSTUK 25

Sven die zich, wonder boven wonder, na zo'n onrustige nacht toch een heel stuk opgeknapt voelde, lag naar het plafond te staren. Enerzijds kwam die val wel goed van pas, nu hoefde hij zondagavond zeker niet terug naar de OVAA. Straks maar aan oom Harald vragen of hij wilde bellen om de boodschap door te geven.
De slaapkamerdeur ging open: “Goedemorgen, hoe is het met onze patiënt?”
Verrast door zijn vroege komst: “Ha Thom, het gaat al een stuk beter. Wat ben jij vroeg,” groette Sven terug.
“Ja, ik was zo nieuwsgierig hoe je de nacht had doorgebracht, dat ik meteen gekomen ben. Oom Harald had gezegd dat ik altijd welkom was, op welk uur van de dag ook.”
Hij liep naar het bed en keek onderzoekend naar Sven: “Gaat het echt wel beter?”, vroeg hij bezorgd terwijl hij zich voorover boog en zijn hand voorzichtig op het hoofd van Sven legde. Op de gang hoorden ze gerinkel van servies. In de deuropening verschenen oom Harald en Eleonoor met een licht ontbijtje voor de patiënt.
“Kijk eens aan, zo vroeg al bezoek voor onze ongeluksvogel, goedemorgen heren.”
“Ook goedemorgen”, voegde Eleonoor er aan toe.
“Goedemorgen”, klonk het als uit één mond, door Sven en Thom.
“ We zullen eerst maar eens kijken hoe het met onze patiënt is,” zei oom Harald, benieuwd hoe zijn neefje zich voelde.
Sven antwoordde dat hij zich goed voelde en de hoofdpijn minder was geworden en vroeg:
“Zijn jullie niet doodop na zo'n nacht waarin je mij ieder uur hebt moeten wakker maken?”
“Och jongen, dat hebben we graag voor jou overgehad en we zullen vandaag wel hier of daar een uurtje slaap inhalen, maak je over ons maar geen zorgen. Kom Eleonoor, als jij nog een kopje voor Thom wilt halen en misschien wil hij ook een broodje, dan zal ik vast voor Sven thee inschenken.”
Thom mengde zich nu ook in het ontbijt serveren en bood de jonkheer aan voor het thee inschenken te zorgen. Sven keek vanuit zijn bed geamuseerd toe naar de bedrijvigheid om hem heen. Wat had hij dit toch gemist op de OVAA, met zoveel liefde verwend te worden.
Terwijl het ontbijt werd geserveerd, liep Eleonoor naar beneden om ook voor Thom nog een kopje te halen.
“Wat zijn jullie plannen voor vandaag nu Sven in bed moet blijven?” richtte oom Harald zich tot Thom.
“Sven en ik hadden al een afspraak om samen over belangrijke zaken te praten. Als u het goed vindt en het voor Sven niet te vermoeiend is, wilde ik vanmorgen hier blijven en de zorg voor hem op me nemen. Jullie hebben een zware nacht gehad, hoor ik en ik ben goed uitgerust. Tussendoor kunnen we dan wat praten.”
“Een prima idee, vind je ook niet, Sven? Dan is dat afgesproken,” zei de jonkheer nadat Sven ja had gezegd.
“Is het niet te druk voor jou als we nog een kwartiertje blijven zitten?”
“Nee hoor,” zei Sven en deed zich tegoed aan een van de heerlijke broodjes nadat hij eerst Thom had aangespoord ook een broodje te pakken.
Oom Harald, even praktisch als altijd zei plotseling: “Hoe doen we het met het wassen van jou, want je mag nog niet het bed uit?”
“Ik moet toch voor hem zorgen ,” zei Thom, “dan kan ik hem ook wel op bed wassen.”
“Prima idee jongen, dat is dan ook opgelost.”
De jongens lieten zich de klaargemaakte broodjes goed smaken en oom Harald genoot zichtbaar van de drukte om hem heen. Nauwgezet als hij was, stond hij na een kwartier op uit zijn stoel en zei dat het tijd was om weer naar beneden te gaan.
“Kom Eleonoor, laat de ontbijtboel maar staan dan kunnen ze later als ze zin hebben nog een broodje pakken.”
Rond het middaguur komen we terug. Slaap lekker Sven en Thom heel erg bedankt voor je onmisbare hulp,” voegde de jonkheer nog toe. Thom sloot de deur achter de twee en zei tegen Sven:
“Rust jij eerst maar eens uit, een uurtje slaap zal je goed doen, dan zal ik je daarna wassen. Er staat hiernaast in je kamer zoveel materiaal dat ik graag zou willen uitproberen, dat het voor mij geen straf is mezelf een uurtje bezig te houden.”
Hoewel Sven protesteerde, hield Thom voet bij stuk en lag de patiënt binnen het kwartier zachtjes te snurken.
Rond tien uur kwam Thom de slaapkamer weer in en zag hij dat Sven wakker was. Dan eerst maar het was ritueel.
Hij pakte uit de badkamer alles wat hij nodig had en liep lachend naar Sven.
“Ik hoop dat ik het goed doe want ik heb geen ervaring met het wassen van baby's,” zei hij plagend. Sven lachte ook wat zenuwachtig. Het was opeens wel heel intiem zo samen. Hij hoopte maar dat hij niet opgewonden werd.
Met uitgestreken gezicht hanteerde Thom, alsof hij dagelijks dit werk deed, de bad spons en handdoek vanaf kop naar teen. Even later lag de patiënt blozend en wel, fris gewassen tussen de lakens.
“Wat ben je toch lief voor me en zo zorgzaam. Waar heb ik het aan verdiend?” Sven keek Thom dankbaar aan.
“Ik ben zo dom geweest om zo lichtzinnig met jouw liefde om te springen dat ik het eigenlijk niet verdien dat je zo lief voor me zorgt maar misschien is er nog wat van die liefde voor mij over?”
Thom aarzelde: “Jij hebt me anders wel het een en ander geflikt, waardoor ik echt dacht dat je niets meer om me gaf. Ikzelf moet diep graven om nog gevoelens te vinden, die met liefde voor jou te maken hebben,” zei Thom met een ernstig gezicht.
Sven keek hem schuldbewust aan en zei verlegen: “Je hebt gelijk, ik heb me schandalig gedragen. Zul je me dat ooit kunnen vergeven?”
“Vergeven misschien wel maar vergeten................? ”
Sven had zijn ogen neergeslagen en keek strak naar het motief in de dekbedovertrek.
“Ik denk het wel, maar dan moet er veel veranderen,” zei Thom, “ik hoor echter dat het je raakt en dat is vast iets.”
Sven zag aan het gezicht van Thom, dat hij het serieus meende en zei licht geëmotioneerd:
“Je hebt volkomen gelijk, ik zal nog veel moeten leren en ik kan het niet alleen. Wil je mij dan daarbij helpen? Weet je Thom, dat ik misselijk wordt van mezelf als ik terug denk aan hoe ik je behandeld heb. Als ik in jouw schoenen had gestaan was ik er, net als jij, waarschijnlijk ook al lang van door gegaan nadat jij mij keer op keer vergeven had. Ik ben jou gewoon niet waard.”
Sven had een kleur gekregen en wond zich steeds meer op. Thom zag dat en besloot in te grijpen.
Ik zie dat jij je veel te druk maakt, dat is niet goed. Laten we straks maar verder praten. Dan ga ik beneden eens kijken en overleggen wat er voor vanmiddag geregeld is. Als iedereen het goed vindt, blijf ik vanmiddag ook nog hier om voor je te zorgen dan hebben we meer tijd voor ons gesprek. Of zullen we voor later in de week iets plannen, want rust is heel belangrijk voor je?” Thom keek Sven vragend aan.
“Ik heb liever dat je blijft. Regel alles maar met oom Harald, hoe kan me niet schelen, als jij maar blijft,” kwam er nog eens hoopvol achteraan.
“Probeer dan wat te slapen dan ga ik beneden kijken of je oom te bereiken is.”
Thom verliet de slaapkamer. Voor hij de deur achter zich had dicht getrokken sliep Sven alweer. Toen hij boven aan de eerste trede stond en van plan was de statige trap in de hal af te dalen stond hij een ogenblik stil. Thom besefte hoe hij zich thuis voelde en gewend was op Dennehaghe. Het was allemaal zo vertrouwd. Hij vroeg zich af of hij hier samen met Sven zijn leven zou willen slijten. Thom twijfelde heel sterk. Zeker, Sven was van goede wil, wilde zich veranderen maar kon hij dat ook? Hoe vaak had hij al van alles beloofd dat nooit uitgekomen was? Toch voelde het vandaag anders dan de vorige keren. Er zou echter nog veel moeten veranderen voor het zover was. Langzaam schreed hij naar beneden, wat kon je eigenlijk anders op zo'n imposante trap.

Na een klopje op de deur van de keuken stapte hij binnen en zag de Jonkheer en Eleonoor samen zitten lunchen. Verbaasd trok Thom zijn wenkbrauwen op. De jonkheer, die in de keuken zat te lunchen? Het moest niet gekker worden......
“Koffie, of iets anders?” vroeg de huishouster alsof er niets aan de hand was en zij altijd met de jonkheer in de keuken lunchte.
“Dank je, graag iets fris.”
“Neem een stoel en kom er gezellig bij zitten,” zei de jonkheer er in een adem aan toevoegend, even praktisch als altijd: “Hoe regelen we het voor vanmiddag?”
“Als u het goedvindt blijf ik ook vanmiddag bij Sven. Van praten is nog niet veel gekomen, hij windt zich veel te snel op. Misschien dat we tussen de slaapperiodes vanmiddag toch wat zaken kunnen rechtzetten. Voor onze gemoedsrust zou dat wel fijn zijn.”
“Goed plan jongen”, zei oom Harald hartelijk, “maar geef dan een seintje wanneer wij naar de patiënt kunnen komen kijken. Ik ben blij dat je zoveel tijd besteed aan Sven, ik zie dat het hem goed doet. Vind je ook niet Eleonoor?”
De huishoudster haastte zich de jonkheer bij te vallen.
“Ik heb lekkere verse bouillon getrokken, wil je die voor jullie meenemen naar boven?”
“Nee”, zei oom Harald,“ wij gaan zelf de bouillon brengen en kunnen dan weer een kwartiertje bij Sven zijn.”
“Natuurlijk, U heeft groot gelijk” reageerde Eleonoor, zich nog net op tijd herinnerend dat de afspraak was elkaar alleen maar te tutoyeren als ze alleen waren.
Thom dronk zijn glas leeg, stond op en zei: “Ik ben weer naar boven en dan zie ik jullie zo verschijnen”

Hij rende op zijn tenen door de gang, nam in tegenstelling tot straks de trap met twee treden tegelijk en deed behoedzaam de slaapkamerdeur open. Wat hij zag, deed hem schrikken. Sven zat op de rand van zijn bed en wilde kennelijk uit bed komen. Dat had de dokter absoluut verboden.
“Hé vriend, niks ervan, ga eens gauw terug liggen.
“Vooruit in bed jij, je oom en Eleonoor kunnen elk moment hier binnen komen met heerlijke bouillon en ik wil niet dat je al je bed uitkomt, dat is erg onverstandig en bovendien verboden. Hier, trek je T-shirt aan.”
Precies op tijd lag Sven weer in zijn bed toen de bouillon en nog een schaal vol andere heerlijkheden door de huishoudster werden binnengebracht. Zelfs oom Harald verwaardigde zich de theemuts te dragen.
“Is JP er niet?”, vroeg Sven plotseling, die het nu pas opviel dat Eleonoor en oom lief zelf overal voor zorgden.
“JP is vrij en wij wilden niet dat het te druk zou worden door het andere personeel voor je te laten zorgen. Thom en wij is al druk genoeg,” zei oom Harald met een bezorgd gezicht. Wij blijven daarom maar een kwartiertje en laten je verder over aan de goede zorgen van Thom.
“Als u het goed vindt en Sven ook, wil ik graag even op je kamer naar huis bellen dat ik ook vanmiddag hier blijf. Ik kan dan mijn moeder zeggen dat ik nog niet naar huis kom en haar vertellen hoe het met Sven gaat want zij is ook erg geschrokken toen ik haar vertelde dat hij zo hard op zijn hoofd gevallen was.”
“Maar natuurlijk Thom, ga je gang, doe of je thuis bent, wij houden wel de wacht bij onze jongen.”
Bij het horen van dat laatste 'onze jongen' schoten bij Sven de tranen in de ogen. Dat had hij oom Harald nog nooit horen zeggen 'onze jongen'. Ook Eleonoor snoot luidruchtig haar neus in een piepklein zakdoekje en Thom, met een brok in zijn keel, was blij even de kamer uit te kunnen.

Na zijn telefoontje naar huis bleef Thom aan het bureau zitten en liet zijn gedachten de vrije loop. Het was alsof het ongeluk met de fiets alles in een ander licht had gezet. De intimiteit, tussen Sven en hem, had vroegere gevoelens los gemaakt. Maar ook de veranderingen die in korte tijd van Sven een ander mens hadden gemaakt, deden hem nu met heel andere ogen naar hem kijken. Hij zag ook weer de verliefde blik in Svens ogen en kon niet ontkennen dat hijzelf ook niet onberoerd bleef. Hij hoorde gestommel in de slaapkamer. Het werd tijd dat hij terug ging naar Sven, dan konden de anderen ook hun gang gaan.
“Ik heb jouw drinken en wat broodjes voor je laten staan. Wel opeten hoor!” zei Eleonoor en zwaaide met haar wijsvinger voor zijn gezicht. Toch lief dat ze ook voor hem aandacht hadden, dacht Thom.
“Om een uur of drie komen we weer terug. Rust goed uit en probeer wat te slapen,” voegde de jonkheer toe en streek Sven over zijn bol.


Juli 2014 © Hans Bernard

Gesloten