BLAUW BLOED/OVAA Hfdst.18

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED/OVAA Hfdst.18

Bericht door Hans Bernard » do 08 mei 2014, 07:50

BLAUW BLOED/OVAA


HOOFDSTUK 18

Stomverbaasd keek Sven naar zijn oom. Hoe kwam die nu ineens hier?
“Ben je niet blij me te zien?”
“Natuurlijk wel.”
Sven sprong op en omhelsde zijn oom hartelijk.
“Ja jongen, ik moest toevallig voor zaken in de buurt zijn en wilde je goedendag komen zeggen en meteen kijken hoe je hier zat. Ik heb me keurig bij de directie gemeld en zij hadden geen bezwaar tegen een kort bezoekje. Kunnen we een rondje maken door het gebouw, zodat ik een beeld krijg van hoe je woont en leeft?”
Sven vond het een prima idee. Zo kon hij weer onder de ogen van de anderen komen en hoefde hij zich niet pas bij het diner laten zien. Wat een geluk dat zijn oom nu juist verscheen.
Samen liepen ze volop pratend naar het hoofdgebouw en daar gaf Sven zijn oom een rondleiding. Trots stelde hij hem voor aan wie hij het nodig vond en de jonkheer genoot van het feit dat Sven het zo naar zijn zin had. Uit niets bleek dat Sven wel het een en ander al te verduren had gehad. Iedereen was positief over zijn neefje. Ook kamergenoot Armand gedroeg zich voorbeeldig en oom was onder de indruk van zijn charmante optreden.
“Je mag in je handen knijpen met zo'n kamergenoot,” zei hij tegen zijn neef. Sven liet het zomaar. Hij knikte en bracht het gesprek op een ander onderwerp.
“Hoe bent u eigenlijk hier?”
“JP heeft gereden en wacht nu op het parkeerterrein tot ik terugkom. Hij wilde liever in de auto blijven. Maar ik ga je niet langer lastigvallen. Ik weet nu hoe je zit en ik zie dat je het naar je zin hebt. Maar al die positieve berichten had ik ook al van Thom en JP vernomen.”
Sven liep met oom Harald naar de auto om hem uit te zwaaien. JP stond tegen de auto geleund. Sven gaf hem een hand en allebei deden ze alsof er niets vervelends gebeurd was. Hij wachtte tot de auto uit het zicht verdwenen was. Toen hij terugliep naar zijn kamer om zich om te kleden voor het diner drong het pas goed tot hem door wat zijn oom gezegd had over Thom en JP. Ze hadden dus niets gezegd over het nare afscheid toen hij niet wist hoe ze voor te stellen aan Armand en had gedaan alsof ze personeel waren. Toch tof van hen.
De jonkheer liet tijdens de terugreis zijn gedachten gaan over het korte bezoek. Hem was heel duidelijk opgevallen dat zijn neefje amper naar Thom gevraagd had maar wel mee was gelopen naar de auto om JP te groeten. Hij moest maar eens praten met Thom en met JP.
“Jongeheer Sven zag er goed uit, hij leek het erg naar zijn zin te hebben,” merkte JP op, waarop de jonkheer opgewekt vertelde over wat hij gehoord en gezien had.

Hoewel Sven toch wel tegen het diner opgezien had, niet wetende hoe men zou reageren na het 'natte voorval' van die morgen, stapte hij als een van de laatsten de diner zaal in. Bij het binnenkomen, had een kort applaus geklonken, als teken dat gewaardeerd werd dat hij zo flink was om sans rancune te verschijnen. Daarmee kwam voorlopig een eind aan de plagerijtjes. Sven begon zich steeds meer op zijn gemak te voelen, raakte gewend aan het internaat leven, kreeg meer plezier in de colleges en maakte diverse vrienden. Hij chatte regelmatig met Thom maar hun gesprekken bleven erg oppervlakkig. De eerste keer dat hij contact met hem had gezocht was hij nogal zenuwachtig geweest. Met het onvergeeflijke gedrag nog vers in zijn geheugen had hij behoorlijk opgezien tegen hun gesprek. Na wat over en weer gepraat had hij toch de moed gehad om erover te beginnen maar Thom had er nauwelijks op gereageerd. Eigenlijk waren al hun gesprekken nietszeggend en zag Sven er ook steeds meer tegenop. Het bleef bij wat over en weer uitwisselen van wat ze die dag gedaan hadden en een van de twee had altijd wel een reden waarom hij die avond weinig tijd had om lang te chatten. Een persoon kwam nooit aan bod. Over JP werd niet gesproken. Zowel Sven als Thom vermeden angstvallig iets over hem te beginnen, bang dat er zaken naar boven zouden komen die ze allebei voorlopig wilden vermijden. Wel werd het steeds duidelijker dat ze meer en meer uit elkaar groeiden en hun relatie er erg onder leed.

Voor Sven er erg in had waren de eerste veertien dagen voorbij en stond Koen, de bediende die in rangorde meteen onder JP kwam, voor de deur om hem op te halen voor een weekend op Dennehaghe. Sven had erg tegen dit moment had aangehikt, en was blij verrast dat het niet JP was die hem kwam halen. Koen was alleen en tijdens de rit naar huis vertelde Sven honderduit over zijn twee weken op de OVAA. Hij luisterde heel belangstellend en vond dat de jongeheer aardig veranderd was in zo'n korte tijd. Sven had zich altijd wat afstandelijk gedragen maar nu praatte hij volop. Koen verheugde zich er nu al op dat hij 's avonds de anderen kon vertellen hoe jongeheer Sven het op de OVAA stelde, had hij ook eens wat nieuws. Meestal waren JP en Eleonoor aan het woord, maar nu was het zijn beurt. Bovendien was JP er niet, die zou wel weer de hort op zijn. De geruchten gingen dat hij het aanlegde met Thom maar niemand waagde het, dat hardop te zeggen. Maar als het waar was dan zou dat nog een hele ophef gaan geven. Koen draaide de oprijlaan op, stopte op verzoek van Sven bij de zij ingang en laadde de bagage uit.
Sven bedankte hem voor de veilige rit en liep naar binnen terwijl Koen de auto in de garage zette.

Het weekend zelf werd niet echt een succes. Sven miste zijn vrienden van de opleiding. Hij vond het stil en saai op Dennehaghe, zo in zijn eentje. Thom was volgens zijn zeggen dit weekend met vrienden op stap naar Zeeland. Dat was natuurlijk een teken aan de wand. Hij had netjes verteld dat hij er niet zou zijn als hij voor de eerste keer naar huis kwam. Sven vond het eigenlijk wel best zo, hoefde hij ook niet de confrontatie aan te gaan. Dat ook JP er niet was zette hem wel aan het denken. Voor de hand lag dat die twee samen in Zeeland zaten. Die gedachte deed wel even zeer, maar als Sven eerlijk tegen zichzelf was dan moest hij toegeven dat hij dit had zien aankomen. Thom en hij waren te hard van stapel gelopen. Zij hadden verliefdheid voor liefde aangezien.

Zondagmorgen, de regen viel met bakken uit de hemel, belde oom Harald naar boven en vroeg hem om naar de bibliotheek te komen. Sven was wat verbaasd want zij hadden samen ontbeten. Hij wist echter dat een uitnodiging duidde op een serieus onderhoud en dus ging hij meteen naar beneden.
Nadat Eleonoor de koffie had gebracht omdat JP een vrije dag had, stak oom Harald meteen van wal.
“Lieve neef, wij moeten nog eens serieus met elkaar praten.”
Wanneer oom Harald zo afstandelijk sprak, wist Sven, dan waren er problemen. Hij ging rechtop zitten en bereidde zich voor op wat komen ging.
De jonkheer viel meteen met de deur in huis:
“Wat is er gebeurd tussen jou en Thom? Zolang als jij weg bent heb ik hem niet meer gezien, noch iets van hem gehoord. Er gaan hier in huis verhalen rond over het afscheid op de OVAA toen JP en Thom jou hebben weggebracht en als klap op de vuurpijl kwam Eleonoor met een verdachtmaking over Thom en JP.
Jou hoor ik ook nauwelijks over Thom praten, trouwens het feit dat hij er niet is en dit weekend weg is, zegt eigenlijk al voldoende.”
Sven begreep dat hij het bij het verkeerde eind had gehad toen hij dacht dat niemand iets wist van wat er gepasseerd was. Hij moest zich nu maar als een kerel gedragen en alles open en eerlijk bespreken, wilde hij niet nog verder in leugens verstrikt raken.
“Oom Harald, u heeft gelijk er is het een en ander gaande. Ik ben daar voor het grootste deel schuld aan. Mijn jaloerse houding heeft, denk ik, Thom in de armen van JP gedreven. Het zou mij niets verbazen als ze op dit moment bij elkaar zijn.”
De jonkheer was met stomheid geslagen. Hij keek naar Sven, die rustig en beheerst vertelde over zijn eigen leven en de problemen waar hij mee kampte. Het verbaasde hem opnieuw dat Sven, in zo'n korte tijd op de OVAA, zo veranderd was en ongelooflijk volwassen gedrag vertoonde.
“Wil je er er over praten?” vroeg hij meelevend.
Hij wilde niets dwingen en begreep dat dit onderhoud een vertrouwelijk gesprek moest worden tussen twee mensen die van elkaar hielden.
Sven, die voelde dat zijn oom echt met hem begaan was, vertelde hem alles over zijn verliefdheid op en zijn verlangen naar Thom, maar ook zijn jaloersheid en de angst hem te verliezen door de affiniteit die Thom voelde voor JeanPaul. Dan waren er de problemen bij het naar elkaar toe te groeien omdat beiden een andere achtergrond hadden. Dat alles en het nog verder van elkaar verwijderd raken door zijn studie op de OVAA hadden hem doen inzien dat Thom en hij waarschijnlijk niet voor elkaar bestemd waren. Hij had zich al enigszins neergelegd hij de gedachte dat het niet meer goed kon komen met Thom. Soms had hij het daar erg moeilijk mee en versterkte zijn eigen gevoel van eenzaamheid door het verlies van zijn ouders dit verdriet. Hij haastte zich oom Harald te vertellen dat hij hem erg dankbaar was voor zijn liefdevolle verzorging en dat hij zich geen betere vervanger van zijn ouders had kunnen wensen maar toch, als hij zich eenzaam voelde kwam ook het verlies van zijn ouders bovendrijven.
Oom Harald had met tranen in zijn ogen zitten luisteren naar Sven. Hij hield van hem als was hij zijn eigen zoon. Maar opgevoed met de regel dat je niet je gevoel mocht tonen, had hij zich ook nooit goed kunnen uiten tegen zijn neefje, laat staan hem aanhalen of liefkozen.
Enigszins trillend van de emotie stond hij op en liep naar Sven. Hij legde zijn handen op Svens schouders, keek hem liefdevol aan en zei:
“Lieve jongen, ik heb altijd van je gehouden alsof je mijn eigen zoon bent. Ik beschouw je ook als mijn eigen zoon en ik wil alles voor je doen om je gelukkig te maken. Ik heb zoveel aan jou te danken, je hebt mijn leven een doel gegeven. Daar ben ik je eeuwig dankbaar voor.”
Hij deed een stapje naar voren en omhelsde Sven, die was gaan staan
Sven gaf zijn oom een kus en fluisterde: “Dank je wel.”
Oom Harald was zichtbaar ontroerd.
Sven, die eigenlijk al voor de lunch naar de OVAA had willen terugkeren, wilde niet overhaast nu vertrekken. Hij merkte dat zijn oom nog graag wat herinneringen aan vroeger wilde ophalen en ook hijzelf vond het fijn om over zijn ouders te praten. Bovendien kon zijn oom boeiend vertellen en was het een genot om naar hem te luisteren. Zo eindigde het weekend op Dennehaghe alsnog op een prettige manier.
Na de lunch stond Koen weer klaar om Sven terug te brengen. Hij nam afscheid van oom Harald en stapte in de auto. Hij was blij dat hij wat langer gebleven was toen hij de eenzame figuur op het bordes voor de hoofdingang zag staan.


Rond vier uur betrad Sven het gebouw van de OVAA. Hij was blij weer “thuis” te zijn, zo voelde het. Op zijn bureau vond hij de post die zaterdag bezorgd was. Hij herkende meteen het handschrift van de brief die bovenop lag. Het was een brief van Thom. Hij ruimde eerst zijn weekendtas uit en liet de brief onaangeroerd. Telkens als hij in de buurt van zijn bureau kwam wierp hij een blik op de brief. Eigenlijk durfde hij de envelop niet open te maken, bang voor de inhoud. Hij wist nu al bijna zeker dat het geen goed nieuws betrof. Toen hij klaar was met opruimen kon hij er niet langer omheen. Hij zette zich aan zijn bureau, pakte de briefopener en maakt de envelop open.



Mei 2014 © Hans Bernard

Gesloten