BLAUW BLOED/OVAA Hfdst.17

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED/OVAA Hfdst.17

Bericht door Hans Bernard » do 01 mei 2014, 06:56

BLAUW BLOED/OVAA

HOOFDSTUK 17

“Sven. Sven, lieverd. Lieverd, sliep je?”
Sven deed een oog open en merkte dat iemand zich over hem heen boog.
Het was te donker om te zien wie er over hem heen hing.
Hij keek op zijn wekkertje en zag dat het half drie in de nacht was.
Hij stak zijn hand uit en knipte het nachtlampje aan.
In het zachte schijnsel ontwaarde hij een naakte Armand, wiens stijve geslacht op hem gericht was.
“Wat is er?” vroeg hij nog half slapend.
“Ik wil met je spelen, fluistert Armand en liet zijn hand in Svens slip glijden.
Sven was zo geil, dat de aanraking alleen al, hem bijna tot ontlading bracht. Hij keek gebiologeerd
naar het harde lid van Armand en voelde een ontzettende aandrang om het vast te pakken.
Intussen was Armand hard op weg hem naar een hoogtepunt te brengen. Sven kronkelde onder
de masserende hand en strekte nu zijn arm uit om Armands harde geslacht vast te pakken.
Iemand hield hem tegen en toen hij opzij keek wie hem belette de harde pik vast te pakken, zag hij Thom.
Op hetzelfde moment werd hij wakker en keek om zich heen. In het donker kon hij nauwelijks iets onderscheiden. Toen zijn ogen aan de duisternis gewend waren stond hij zachtjes op, zo min mogelijk geluid makend. Hij liep om de kast zodat hij het bed van Armand kon zien. Die lag keurig onder het dekbed in diepe slaap verzonken.
Hij had het dus allemaal gedroomd. Het beeld van een blote, op bed liggende kamergenoot was in zijn brein aan het spoken gegaan. Jammer dat de droom net voor het moment suprême, in het niets vervlogen was. Daar stond hij nu, met een harde stijve. Er zat niets anders op dan zelf maar het heft in handen te nemen. Hij liep stilletjes naar de badkamer en begon zich boven de wastafel af te trekken. Al vlug voelde hij zijn hoogtepunt naderen en even later spoot zijn zaad in de wasbak. Een zacht kuchje deed hem verschrikt omkijken. In de deuropening stond een grijnslachende Armand.

De volgende morgen werd Sven om 7 uur gewekt door de bel, die door het hele gebouw weerklonk. Meteen hoorde hij zijn kamergenoot achter de kast rommelen en even later poedelnaakt naar de badkamer gaan. Toen Armand, na zich gedoucht te hebben opnieuw, zonder iets aan te hebben, weer de kamer in kwam vroeg Sven:
“Is het gebruikelijk dat we hier bloot rondlopen wanneer we alleen op onze kamer zijn?”
Armand lachte toen hij antwoordde dat hij meende dat het geen probleem was om in voorkomende gevallen niet telkens een ochtendjas of een om geknoopte handdoek te moeten gebruiken. Bovendien zo redeneerde hij, had hij het idee dat Sven het wel opwindend vond om naakt rond te lopen en daarbij wees Armand op diens bepaald niet slap hangende pik. Sven begreep dat zijn opmerking alleen maar lachwekkend werd gevonden en stond op, liet zich niet kennen en verdween in adamskostuum in de badkamer. Discussie gesloten. Toen hij klaar was en de kamer kwam, was Armand reeds verdwenen en had hij het hele rijk voor zich alleen. Hij had alle tijd want pas om kwart over acht werd iedereen verwacht in de diner rooms voor het ontbijt. Het schoot Sven te binnen dat hij Thom nog steeds niets had laten horen. Hij zag er tegen op. Hoe zou Thom reageren? Zou hij boos zijn om het het feit dat bij het afscheid door hem als personeel bestempeld was. Sven had voor zijn onacceptabel gedrag al allerlei excuses bedacht die echter nergens op sloegen. Hij keek op zijn horloge. Als hij nu belde had hij een prima excuus om het kort te houden. Hij moest op tijd bij het ontbijt zijn. Zijn telefoon ging een zestal keren over voor er opgenomen werd. De moeder van Thom nam op en op de vraag of hij Thom even kon spreken, vertelde zij hem dat hij al naar school was en zijn mobieltje vergeten had. Daarom had zij opgenomen. Sven vroeg haar om hem de vriendelijke groeten over te brengen en beloofde 's avonds terug te bellen. Zo, de eerste stap was gezet, hij had in ieder geval vast iets van zich laten horen. Hij pakte zijn sleutel, liep de kamer uit en sloot de deur. Hoe dichter hij bij de ontbijtzalen kwam hoe meer studenten dezelfde weg aflegde. Een jongeman in een strakke jeans, zo erg dat alles zich duidelijk aftekende en er niets te raden overbleef, gaf hem een duwtje in zijn zij en vroeg zachtjes: “Weet je wie er sinds kort bij Armand thuis op het landgoed werkt? Nee? Je kent hem anders goed: Carl Batenburg.”
Een stomp recht in zijn gezicht, had niet harder aan kunnen komen. Hij wilde wat zeggen maar zag dat de knul verdwenen was. Lichtelijk ontdaan ging hij de diner room binnen. Hij zocht zijn plaats aan tafel en voelde zijn maag knorren. Na een ogenblik stilte, weerklonk een luid getik, gekletter en geschuif van messen, vorken en borden. Brood en beleg, verdwenen als sneeuw voor de zon. Onder het ontbijt bleef de opmerking over Carl maar door zijn hoofd spoken. Waarom had die onbekende kerel hem dat verteld? Het had geklonken alsof hij van die kant nog wat verwachten kon. Hij nam zich voor bij gelegenheid Armand eens te polsen.

Tussen ontbijt en eerste college zat maar weinig tijd. Sven rende dan ook min of meer naar hun kamer om nog snel een zakdoek te pakken. Hij maakte de deur open, schoof naar binnen en ving nog juist de laatste woorden op van een gesprek dat achter de kast plaats vond: “….Carl zint op wraak en ik moet hem daarbij helpen.” Sven stond doodstil maar had gelukkig het besef met veel lawaai de deur opnieuw te openen en daarna dicht te slaan, alsof hij nu pas binnen kwam. Onmiddellijk verscheen Armand, met in zijn kielzog een puisterige lange slungel, die onnozel lachend, hinnikte en zich voorstelde als: “Harrie Duivendael, rentmeester op landgoed Duivendael. Zeg maar 'Harrie het Telraam'. Sven haastte zich voor te stellen en vertrok, met zakdoek, naar de college zaal. Hij zuchtte opgelucht en was er zeker van dat geen van twee iets gemerkt had van de eerste keer dat hij de kamer in kwam. Hij wilde er verder niet meer aan denken en sloot zich aan bij een groepje studenten, dat ook op weg was naar hun eerste college. In de zaal zag hij al snel zijn groep en zocht een vrije plaats naast Wolfgang, die zijn hand onder de tafel op Svens bovenbeen legde en hem in het oor fluisterde:
“Lekker, dat je naast me komt zitten.” Hij schoof nog wat dichter naar Sven, waarop deze hem bevreemd aankeek.
In de deuropening verscheen een rijzige man, die op zijn gemak zijn ogen over de aanwezigen liet gaan en vervolgens naar de lessenaar liep. Hij stelde zich voor en begon meteen met zijn college. Sven deed zijn uiterste best om de man te volgen en zijn college in zich op te nemen. Het viel niet mee weer “in de schoolbanken” te zitten. Telkens dwaalden zijn gedachten af. Hij was dan ook blij toen de zoemer klonk voor de pauze. De rest van de morgen verliep zonder incidenten en Sven begon zowaar plezier te krijgen in het college over etiketten dat hij nu volgde. Wolfgang was gelukkig op een andere plaats gaan zitten, zodat hij hij zich goed kon concentreren en niet afgeleid werd.
Na de lunch kregen ze training in het zich presenteren en in het spreken in het openbaar. Vlak voor het tijd was schoven links en rechts een onbekende student naast Sven. Zij hadden, zoals zoveel studenten een flesje water bij zich, iets dat je tegenwoordig overal zag. Ze knikten Sven vriendelijk toe, die zich niet erg op zijn gemak voelde. Iets in hun gedrag zei hem dat zij ergens op uit waren.
Na een korte inleiding waarin de trainer een schoolvoorbeeld gaf van hoe je jezelf moet voorstellen, kreeg Sven als eerste een beurt. Voor hij naar voren moest komen, werden hem nog enkele persoonlijke vragen gesteld en tijdens die ondervraging voelde hij nattigheid, letterlijk en figuurlijk. Zijn buren lieten doodgemoedereerd hun waterflesjes leeglopen tussen zijn benen zodat toen hij naar voren moest komen het leek of hij in zijn broek geplast had. Algemene hilariteit bij de aanwezigen. Ook de trainer wist niet goed raad met de situatie. Sven kon wel door de grond zakken. In plaats van naar voren te komen, rende hij de collegezaal uit. De vernedering was totaal.

Wolfgang kwam na het college meteen naar de kamer van Sven. Hij moest alles uit de kast halen om hem te bewegen zich niet te laten kennen en 's avonds gewoon aan het diner te verschijnen, anders maakte hij zich volkomen belachelijk en onmogelijk. Hij moest het als een grap zien in het kader van de ontgroening. Wolfgang, in de rol van groepsoudste, had zijn arm om de schouder van Sven geslagen en gedroeg zich als een troostende ouder. Hij ging helemaal op in zijn rol en genoot zichtbaar. Vanaf het eerste contact had hij zich aangetrokken gevoeld tot deze nieuwe student. Hij hoopte maar dat Armand voorlopig niet op zijn kamer moest zijn. Ze zaten op de rand van het bed. Hij zette zijn argumenten kracht bij door Sven zo nu en dan stevig tegen zich aan te trekken. Hij wilde doortastend verder gaan, toen de kamerdeur plots openging. Verdorie, toch Armand die op zijn kamer moest zijn. Wolfgang liet Sven meteen los en schoof een stukje van hem vandaan om te voorkomen dat Armand iets in de gaten kreeg. Toen die naar de badkamer liep, stuitte hij op de twee. Hij deed of hij uit zijn neus bloedde en knikte. Wolfgang was al opgestaan en liep naar het zitgedeelte van Sven, die braaf achter hem aan kwam en beloofde aan het diner te verschijnen, waarop Wolfgang snel de kamer verliet.
“Zo kereltje, hadden ze jou even te pakken. Dom dat je weggelopen bent. Je moet ze niet de lol gunnen dat hun grap geslaagd is. Laat je niet kennen, lach mee en je bent het eerst verlost van hun plagerijtjes.” Armand stond in de deuropening van de badkamer. Sven zag dat hij het serieus meende. Armand had toch wel wat medelijden met zijn kamergenoot, die bij nader inzien best geschikt leek. Hij had het slechter kunnen treffen.
Sven was blij met Armands goede raad en besloot door de zure appel heen te bijten en straks gewoon naar het avonddiner te gaan. Misschien was het verstandig om zich al vast weer gewoon onder de anderen te begeven en niet te wachten tot het diner. Hij had nog tijd genoeg om de tuin in te lopen en op een bankje wat te genieten van het lekkere weer.

Het was heerlijk buiten en hij genoot van de prachtig aangelegde tuin achter het grote gebouw. Bij de vijver was nog een bankje vrij en kon hij inderdaad van de avondzon profiteren. Af en toe passeerden anderen en nu en dan voelde hij dat men nog napret had over de ontgroeningsgrap. Met zijn ogen dicht koesterde hij zich in het zonnetje en zag niet dat er iemand op hem toe kwam lopen.
“Vind je het goed dat ik bij je kom zitten?”
Sven herkende meteen de stem en deed zijn ogen open.



April 2014 © Hans Bernard

Gesloten