BLAUW BLOED.
Hoofdstuk 13
Maandagmorgen, prachtig weer, een lichte nevel over bos en beemd, de donkerblauwe Honda Legend uit 2009, blinkend gepoetst en JP in chauffeursuniform met pet. Het gezelschap daalde de treden van het bordes af. Jonkheer De Wijckerslooth de Weerdestijn nam voorin plaats, de beide knapen achterin en uiteraard JeanPaul achter het stuur. De motor startte, zacht zoemend met een behoorlijke vaart reed de wagen de oprijlaan af. Het was maar goed dat de jonkheer niet overal ogen had want dan had hij gezien hoe achter talloze ramen nieuwsgierige ogen hen hadden zien wegrijden. Met het gemak van een ervaren chauffeur loodste JP de auto door het verkeer en binnen de kortste keren zoefde de Honda over het asfalt van de A 17 op weg naar de OVAA. De jonkheer bemoeide zich voornamelijk met JP en de jeugd achterin bediende zich vooral van heimelijke blikken en voor buitenstaanders niet te volgen geheime conversatie. Zo had oom Harald beslist niet in de gaten dat zij via hun smartphone een melig gesprek voerden met voorstellen die het daglicht niet konden verdragen en waar ze elkaar rode oortjes mee bezorgden. JP daarentegen begreep al snel dat de jongens zich uitstekend vermaakten met hun speeltjes. Tot oom Harald zich tot hen richtte en Sven vroeg hoe hij zich voelde nu het allemaal wel erg dichtbij kwam. Sven, intussen wijs geworden, schaamde zich er niet voor te bekennen dat, naarmate ze dichter bij de opleiding kwamen zijn zenuwen hem ook meer parten speelden. Hierop mengde JP zich bescheiden in het gesprek. Hij vertelde dat hij op zijn opleiding had geleerd negatieve krachten om te zetten in positieve energie. Daardoor ontstond er plotseling een levendige discussie en waren ze bij de OVAA, voor ze er erg in hadden. Bij de toegangspoort werden ze verwelkomd door een ouderejaars, die hen de weg wees naar de parking en verder meedeelde dat ze daar opgewacht werden door een jaargenoot, die hen gedurende het hele bezoek zou begeleiden. Op de parking aangekomen werden ze inderdaad opgevangen door een jongeman die de jonkheer en Sven met zich mee nam en JP en Thom uitlegde welke mogelijkheden er voor hen waren om op een aangename wijze het wachten te bekorten. Zo lag er pal naast de parking een tearoom met een uitnodigend terras. “Zullen we......?” zei Thom en knikte naar het terras. “Graag, ik ben wel toe aan een kop koffie. Terwijl ze een plaatsje zochten op het met plantenbakken aangeklede terras keek Thom nog even om naar Sven. Die was echter druk in gesprek met oom Harald. Het viel Thom op dat er aan aandacht voor JP geen gebrek was. En niet alleen van de dames. JP scheen het normaal te vinden en leek, zo op het eerste gezicht, er geen last van te hebben. Integendeel, Thom had sterk de indruk dat hij wel genoot van die extra belangstelling. Hij was eigenlijk wel benieuwd van welke aandacht JP het meest gecharmeerd was, de vrouwelijke of de mannelijke. Hij keek eens rond. De mannelijke studenten mochten er ook zijn. Geen wonder, ze zaten stuk voor stuk allemaal strak in het pak en luidde het spreekwoord niet, 'Kleren maken de man'? Een moment schoot het door Thoms hoofd: liep er op Dennehaghe één verleidelijke man rond, hier kon Sven er wel uit tientallen kiezen. Hij schoot in de lach bij die belachelijke gedachte. Als er iemand dus angst zou moeten hebben, was hij het en niet Sven.
JP zette twee cappuccino's op het tafeltje. “Binnenpretje?” Thom kreeg er een kleur van. Hij herpakte zich snel en zei op neutrale toon: “Dat hebben we allemaal wel eens.” Het zonnetje scheen, de koffie smaakte naar meer en JP hing met zijn lange lijf onderuitgezakt in zijn stoel. Ieder zo met zijn eigen gedachten. Opnieuw speelde het door Thoms hoofd of hij dit leven in keurslijf wel wilde. Hij dacht terug aan de keer dat Sven en hij hadden zitten plussen en minnen naar aanleiding van de OVAA. Hij zou dit ook eens moeten doen met het oog op zijn eigen toekomst. Misschien heel voorzichtig de mening van JP eens peilen?
“Mag ik jou je mening vragen over een voor mij belangrijke beslissing in mijn leven?”
JP ging onmiddellijk rechtop zitten en zei vriendelijk:
“Kom maar op Thom. Sorry, of heb je liever dat ik jongeheer Thom zeg.”
Thom kleurde tot achter zijn oren en haastte zich te zeggen dat hij liever gewoon met zijn voornaam aangesproken wilde worden, vooral als ze onder elkaar waren.
Hij vervolgde: “Hoe denk jij er over als iemand die niet van adel is, zich toch in adellijke kringen beweegt?”
Hoewel JP daar een duidelijke mening over had, wilde hij die toch niet zomaar prijsgeven. Hij wist dat, als hij hierover zijn mening gaf, hij zich op glad ijs waagde.
Hij speelde hij de bal terug: “Hoe denk jij daar zelf over?
Thom begreep dat hij nu zorgvuldig zijn woorden moest kiezen: “Het is geen makkelijke vraag omdat het mij zelf aangaat. Je mag me niet verwijten dat ik niet objectief ben".
“Dat begrijp ik,” zei JP, nieuwsgierig naar Thoms verdere redenering.
“Ik kom door mijn relatie met Sven in een andere maatschappelijke omgeving dan ik van thuis uit kom.”
“Kost het je moeite om je daar ook happy te voelen?”
“Niet echt, door mijn vaders baan zijn we thuis wel gewend met belangrijke personen om te gaan. Hij nodigt die mensen nogal eens uit om te komen eten. Daardoor heb ik wel geleerd om met mensen uit een ander milieu om te gaan.”
“Komt daar je verlangen vandaan om hogerop te komen?”
“Ja, mijn nieuwsgierigheid werd daardoor gewekt en ik wilde graag weten hoe het er in hogere kringen aan toe ging.
“En...hoe is het je bevallen?”
“Nu ik daarmee kennis heb gemaakt, zie ik ook duidelijk de beperkingen die je worden opgelegd door de gewoontes die er heersen en ik besef dat ik me daaraan moet aanpassen wil ik geaccepteerd worden. Of zie ik dat verkeerd en moet ik zoveel mogelijk mezelf blijven?”
JP had met belangstelling geluisterd. Hij begreep heel goed waar Thom tegen aanliep.
“Als ik je goed begrijp is het de gekunstelde cultuur, die je in hogere kringen tegenkomt, die je niet prettig vindt, al begrijp je wel dat daar niet aan te ontkomen is als jij je relatie met Sven verstevigt.”
JP kreeg nog meer waardering voor deze knul, die al zo jong serieus met dit probleem omging. Hij vond dan ook dat Thom een eerlijk antwoord verdiende van hem.
“Kijk Thom, ik heb bewust gekozen voor deze wereld. Ik wilde graag een dienstverlenend beroep en stuitte op mogelijkheden, maar wel in het hogere segment van de maatschappij. Tijdens mijn stage kreeg ik duidelijk zicht op de voordelen maar ook de nadelen van het soort werk zoals op Dennehaghe.”
“Wat trok je daarin aan?” vroeg Thom.
“ Vooral de correcte omgang zowel met je werkgever als met je collega's, want dat wordt van je verwacht, en de hele ceremonie daaromheen.”
JP vervolgde: “Het verschil met jou is, dat jij strak 24 uur per dag gevangen zit in dat keurslijf, maar ik slechts gedurende mijn werktijd.”
Thom had geboeid zitten luisteren en begon JP steeds aardiger te vinden. Bij een tweede kop koffie zetten ze hun gesprek voort en genoten intussen van het mooie weer. Ze waren zo intens aan het discussiëren dat ze niet eens merkten dat oom Harald en Sven achter hen stonden. Zodoende ontging hen het ontgoochelde gezicht van Sven bij het zien van de manier waarop ze in elkaar opgingen in hun geanimeerd gesprek. De ongedwongenheid waarmee ze met elkaar spraken, was natuurlijk omdat ze beide uit eenzelfde laag van de maatschappij kwamen. Zou Thom ooit in hun kringen zo frank en vrij kunnen participeren?
Op de terugweg was het verdacht stil op de achterbank. Sven wendde voor last van een migraine aanval te hebben en liet oom Harald uitleg geven over het kennismakingsbezoek. JP hield zich afzijdig maar luisterde met belangstelling naar het verhaal van zijn werkgever. Thom keek van tijd tot tijd bezorgd naar zijn vriendje. Die lag echter met gesloten ogen achterover in de leren kussens van de achterbank. Hij wendde voor in diepe rust te zijn. Toch had Thom, en hij was niet de enige, sterk de indruk dat er niets aan zijn aandacht ontglipte.
De thuisreis verliep voorspoedig op een kleine file na. Zo gauw ze uitgestapt waren gaf Sven te kennen het liefst zo snel mogelijk het bed in te duiken en zich van de buitenwereld af te sluiten. Het aanbod van Thom om hem te vergezellen sloeg hij resoluut af. Oom Harald keek niet begrijpend naar zijn neef. Wat mankeerde die jongen toch de laatste tijd? Hij stelde zijn wispelturig gedrag allerminst op prijs. Al vergoelijkte hij zijn wens om naar bed te gaan wel een beetje omdat een echte migraine aanval niet mis was. Maar waarom twijfelde hij daaraan? Dus ontfermde hij zich over Thom in de hoop van hem wat opheldering te krijgen. Bovendien wilde hij al lang eens rustig met Thom alleen praten. Daar had hij nu dan mooi de gelegenheid voor. Toen ze in de bibliotheek kwamen gaf Thom te kennen dat hij ondanks Svens wens toch even wilde gaan kijken hoe het met hem was. Boven gekomen deed hij voorzichtig de deur open en zag dat Sven op de bank zat en nors voor zich uit staarde. Hij reageerde nauwelijks op Thoms binnenkomst. Toen die naast hem op de grond knielde en hem aankeek, leek hij opeens te ontdooien.
"Thom, het spijt me zo dat ik me weer als een verwend kind heb gedragen. Ik wil alsmaar dat je alleen aandacht hebt voor mij. Wat moet je toch met zo'n jaloerse kerel?”
“Geef ik dan aanleiding om jaloers te zijn?”
“Ik word jaloers als ik je zo gezellig met JP zie omgaan. Het feit dat jullie zo spontaan met elkaar zaten te praten, zet me aan het denken. Zul jij je ooit in onze kringen zo vrij voelen?”
Thom had Sven zijn hand gepakt en en speelde met zijn vingers.
“Misschien moet je maar een andere vriend zoeken, die niet zo gauw jaloers is en wel aardig is.
Thom hief zijn hoofd en keek Sven verliefd aan.
“Waarom zou ik jou ineens niet meer aardig vinden? Jij snapt het nog steeds niet, hè? Het maakt toch niet uit hoe je je voordoet? Het gaat erom wie je bent. En jij lieve Sven, bent gewoon een goed mens met het hart op de juiste plaats en een hoop talenten. Dat is wat telt. De rest is bijzaak. En zeg nou niet tegen jezelf, dat het niet zo is... Neem maar gewoon van mij aan dat het zo is. En daarom hou ik van je. Dat gevoel gaat niet over als je ineens wat 'merkwaardige' trekjes blijkt te hebben hoor... Integendeel, merkwaardige trekjes maken een persoon alleen maar interessanter. Mijn gevoel voor jou verandert niet, dat kan niet. Ik wil niemand anders dan jou, lieverd. Ik hou van je.
April 2014 © Hans Bernard.
BLAUW BLOED Hfdst. 13
-
- Berichten: 378
- Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
- Vul het getal in: 0
- Locatie: Heemskerk