BLAUW BLOED Hfdst. 2

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BLAUW BLOED Hfdst. 2

Bericht door Hans Bernard » do 23 jan 2014, 00:05

HOOFDSTUK 2.



De volgende ochtend stond Thom op met een enorme kater. Hij voelde zich rot en was tegen de morgen misselijk geworden. Gelukkig zakte dat nu. Als hij dacht aan gisteren kon hij wel janken. Eigenlijk snapte hij helemaal niets van Sven. In de tijd dat zij samen gechat hadden, was er een band ontstaan en wederzijds vertrouwen. Als hij aan gisteren dacht was er van die vriendschap weinig meer over. Thom voelde een knoop in zijn maag. De gedachte alleen al maakte hem wanhopig. Nu hij wat afstand had genomen vond hij het ook wel een beetje overdreven van zichzelf zoals hij zich opgesteld had. Waarom zouden Sven en hij geen vrienden kunnen zijn? Als je bereid was je te verdiepen in de levenswijze van de ander dan groeide je vanzelf in een ander milieu en kon je wel van een dubbeltje een kwartje worden. De vraag was of je bereid was jezelf te veranderen.
Hij hoorde dat de badkamer vrij was want Rop liep fluitend door de gang. Hij pakte zijn handdoek, griste een broekje uit de kast en rende naakt de gang over naar de badkamer. Zonder te kloppen, want er was niemand, dook hij naar binnen en stond oog in oog met Rop.
“Kun je niet even kloppen”? vroeg hij met een rood hoofd, gezien de toestand waarin hij verkeerde. Thom, die zo mogelijk nog roder kleurde toen hij begreep waar zijn broer mee bezig was, wist niet hoe snel hij moest verdwijnen. Ook stom dat hij er zonder meer van uit was gegaan dat Rop uit de badkamer kwam en er niet bij stilstond dat hij er ook naar toe had kunnen gaan gaan. Dat was aan het fluiten niet te horen.
Vijf minuten later klonk er vanaf de gang: “Je kunt erbij hoor”.
Opnieuw vertrok Thom naar de douche en een kwartiertje later liep hij aangekleed en wel naar beneden. Liz, zijn moeder had de ontbijttafel gedekt en was nu thee aan het zetten.
“Lekker geslapen, jongen”?
Thom knikte en bromde iets dat leek op:”Het gaat wel”.
“Vertel eens, hoe was het gisteren”?
Liz keek hem verwachtingsvol aan. Zij was best benieuwd hoe het was geweest bij de jonkheer. Ze hadden met drieën, Rop,Liz en Els, zo zitten lachen onder het avondeten. De een had nog gekker gedaan dan de ander. Rop was begonnen en had met geaffecteerde stem gezegd: “Zag vant, geef mijn eens de 'pommes de terre' an.”en “Mijn lief, je hebt waaaaaanzinnig gekokkereld”. Ze kon het allemaal niet meer precies navertellen maar ze hadden ontzettend veel lol gehad. De twee kinderen hadden er een dolle avond van gemaakt toen ze samen het diner bij de jonkheer hadden nagespeeld. Tegelijkertijd was 'onze prins' lichtelijk in de maling genomen. Thom zou het eens moeten weten maar had het echt aan zichzelf te danken. Hij kon met ontzag heel overdreven praten over mensen uit zgn. hogere milieus. Mensen met dure villa's, belangrijke banen, veel geld. Grote auto's en ga zo maar door. Hijzelf probeerde op allerlei manieren zich anders voor te doen dan hij was. Nee, hij vertelde geen leugens maar manipuleerde de waarheid zodat de ander een betere dunk van hem kreeg. Gisterenavond was het uit de hand gelopen. Ze hadden er een soort rollenspel van gemaakt. Dubbel van het lachen hadden zij gelegen. Vooral Rop kon zijn broer feilloos imiteren en als hij diens stem nadeed zou je zweren dat Thom zelf praatte.
Thom, onze prins, die een boterham met hagelslag naar binnen werkte, had het onaangename gevoel dat er iets gaande was waarvan hij het middelpunt was.
“Wat doen jullie toch allemaal lacherig, wat is er aan de hand”?
“Niks lieverd, we hebben zomaar binnenpretjes”.
“Niet zo verwaand zijn broertje en denken dat je zo belangrijk bent, dat wij het over je hebben. Wij lachen om gisterenavond maar toen was jij er niet dus we kunnen je niet mee laten genieten”, zei Rop plagend.
“Zouden jullie niet eens opschieten, jullie komen stuk voor stuk te laat”.
“Nee ma, wij hebben het eerste uur vrij”, riep dochter Els.
Thom, die totaal geen zin had om naar school te gaan, hield wijselijk zijn mond. Alleen Rop, die inderdaad al lang naar school had moeten zijn, propte het laatste stukje brood in zijn mond en rende de keuken uit.
Toen ook Els de keuken uitging om haar kamer op te ruimen zag Liz de kans schoon om Thom opnieuw te vragen hoe het gisteren bij Sven was geweest. Thom, die had gedacht dat hij er mooi onderuit kwam omdat het gesprek een andere wending had genomen, begreep dat er niets anders opzat dan ma een verslag te doen van zijn bezoek aan Dennenhaghe. Hij beschreef de rijke aankleding, de grootte van de kamers en het diner maar zweeg over Carl de bediende. Eerlijk gezegd was Liz nogal verbaasd over het gebrek aan enthousiasme.
“Heb je het wel een beetje leuk gehad”, vroeg ze terwijl ze hem onderzoekend aankeek.
Toen Thom lang moest nadenken over zijn antwoord trok Liz haar conclusie dat het op een of andere manier toch tegen gevallen was.
“Weet je ma, ik voelde me er niet zo op mijn gemak. De oom van Sven was alleraardigst, daar mag ik niets van zeggen en ook Sven probeerde het gezellig te maken maar het is zo'n andere wereld. Neem alleen maar het feit dat er bediendes rond lopen en dat Sven als hij iets te drinken wil hebben maar op een belletje hoeft te drukken. De kamers zijn zo groot dat je er bij wijze van spreken in verdwaald en door hun afmetingen zijn ze ook niet gezellig.”
Liz luisterde met stijgende verbazing. Was dit dezelfde Thom, die altijd zijn mond vol had over het milieu waarin hij geboren was en mensen uit de betere kringen? Ze had gedacht dat hij wel helemaal euforisch zou zijn geweest over Dennenhaghe en haar bewoners. Zou er iets gebeurd zijn waardoor het wel leek alsof hij totaal omgedraaid was. Of was het verschil te groot. Ook in de betere kringen is er verschil. Durfde ze nog doorvragen over Sven? Ze had de laatste weken gemerkt dat er een stevige belangstelling voor die jongen was gegroeid want Thom had zowat ieder vrij uur met hem zitten chatten. Ze vond echter dat hij daar zelf maar over moest beginnen, dus stond ze op en begon de tafel af te ruimen.
Onwillekeurig vergeleek Thom het ontbijt met het diner van gisterenavond. Hij was behoorlijk onder de indruk geweest van het hele gebeuren rondom zo'n diner. Alles was tot in de puntjes verzorgd en het diner zelf verliep volgens de regels van de etiquette. Hij had het wel wat onvrij gevonden dat het personeel constant aanwezig was om bij gebrek aan iets meteen te kunnen reageren. Ze hoorden natuurlijk alles wat er besproken werd en daarom had hij maar zoveel mogelijk gezwegen om geen blunders te maken. Met Sven wat lol maken had hij helemaal maar achterwegen gelaten ook vanwege de verkilde sfeer, die tussen hen ontstaan was. Hij twijfelde even of hij ma dit zou vertellen maar hield toch zijn mond maar.
“Ik ga mijn spullen pakken voor school en dan ga ik. Er zullen al wel klasgenoten zijn, die ook vroeg komen. Ma knikte en zette de vaatwasser aan.
“Als jij weggaat dat ben ik al boodschappen doen. Werk ze vandaag en tot straks”.
Boven kwam Thom zijn zus tegen, die net uit de badkamer kwam en in de lach schoot. Thom keek geïrriteerd. Hij kon maar beter net doen alsof hij niets in de gaten had. Hij pakte zijn boeken voor vandaag en liet wat hij voor het eerste uur, voor Nederlands nodig had gehad, op zijn bureau liggen. Wel jammer dat hij Nederlands miste. Zeebregts was een toffe docent, eigenlijk wel de beste, die ze hadden.
Thom bleef nog wat hangen op zijn kamer anders was hij toch te vroeg voor het tweede uur. Hij ging graag naar de muziekles van Thomasse ook al kon je merken dat die vroeger in het klooster had gezeten. Hij was echter al weer een aantal jaren getrouwd nadat hij was uitgetreden maar die pater streken was hij nog niet helemaal kwijt. Het werd hem graag vergeven gezien zijn populariteit.
Zou hij Sven een smsje sturen. Hij stond in dubio. Wat moest hij er in zetten? Hij kon onmogelijk bedanken voor een gezellige avond dat zou hypocriet zijn. Ineens wist hij het:
'Ik heb je gemist, gisterenavond' x Thom.'
Zo gezegd, zo gedaan. Met een gevoel van opluchting stopte hij zijn phablet weer weg. Nu maar hopen dat Sven zou reageren. Zou hij ook zo'n last van misselijkheid gehad hebben. Thom voelde zich nog steeds geen honderd procent. Nu moest hij toch echt opschieten anders haalde hij het tweede uur niet. Fluitend liep hij naar beneden, keek of Liz al weg was, zag dat Els haar tas er niet meer stond dus sloot hij de deur achter zich, pakte zijn fiets en vertrok. Hij zag niet dat er een oude auto voor hun huis stopte.
Op school rende hij zo snel hij kon de trappen op naar de derde verdieping, weerstond de verleiding om gauw de kleine lift te nemen, waar moeilijk ter been zijnde docenten gebruik van mochten maken. Er werd wel veel gezondigd tegen die regel en menig leerling probeerde stiekem van de lift gebruik te maken. Werd je echter door een van de conciërges gesnapt dan was je er gloeiend bij. De straf was erger dan een lijfstraf van 20 stokslagen. Dat antwoord kreeg je ook altijd van een gestrafte leerling. Het was absoluut verboden om te vertellen waaruit de straf bestond en dit op straffe van schorsing. Daarom werd dit het best bewaarde geheim van de school. Hijgend stormde hij het muzieklokaal in, onmiddellijk tot kalmte gemaand door Thomasse, die met een opgeheven vingertje zijn waarschuwing onderstreepte.
Het werd een schooldag als alle andere. Leuke lessen en taaie lesuren. Nogal eens werd Thom tot de orde geroepen als hij weer weg droomde naar Dennehage waar hij met Sven door de tuin dwaalde, verliefd naar hem keek.......
”Thom, waar ben je met je gedachten, je lijkt wel verliefd met die hemelse blik. Is ze knap”?
De klas begon als één man te joelen: “Hij is hoomooooo!”
Gelukkig ging op dat moment de zoemer ten teken dat de laatste les eindigde. Nog na lachend verlieten de leerlingen het lokaal.
Zou hij meteen naar huis fietsen of reed hij nog langs Dennehage. Hij twijfelde, van Sven was er geen enkele reactie gekomen op zijn smsje. Thom besloot ondanks dat, wel langs Dennehage te rijden en te kijken of Sven thuis was. Onderweg bedacht hij allerlei redenen, waarom hij niets meer van zich had laten horen. Hoe dichter hij bij het oude huis kwam hoe onzekerder hij werd. Zou Sven wel met hem willen praten? Bijna was hij omgedraaid maar nu hij al zo dichtbij was moest hij ook flink zijn en doorzetten. Hij zette zijn fiets onder aan de trap naar de voordeur. Met trillende hand trok hij aan het touw van de bel.
Voor de tweede keer hoorde hij het galmende geluid als een echo door het huis rollen. Op zijn bellen deed Carl open, iets waarop Thom niet gerekend had. Bij het zien van de bediende voelde Thom zich nog onzekerder dan hij al was. Carl keek hem dreigend aan en beet hem toe: “Ik heb je gewaarschuwd, jij hebt hier niets te zoeken, oprotten jij. Met een klap werd de deur voor zijn neus dicht gegooid.
Ontgoocheld draaide Thom zich om, liep de trappen af en stapte op zijn fiets.

Sven stond voor het raam op de eerste verdieping. Het gebeurde niet zo vaak dat er gebeld werd. Nieuwsgierig naar de bezoeker, was hij naar de voorkant gelopen om te kijken wie er gebeld had. Hij voelde zich lamlendig. Het hele gebeuren met Thom had hem meer aangegrepen dan hij gedacht had. Toen hij het smsje kreeg was er even een blij gevoel maar al gauw sloeg de neerslachtigheid weer toe. Hij wist zich geen raad. Wat moest hij doen. Hij kon er met niemand over praten. Leefden zijn ouders nog maar. Hij miste ze zo verschrikkelijk, vooral mama. Met haar had hij altijd goed kunnen praten als hij ergens mee zat. Hij herinnerde zich nog zo goed hoe lief ze hem had opgevangen toen hij vertelde dat hij homo was. Ze was er altijd voor hem. Uren hadden ze gepraat over zijn toekomst. Over het feit dat hij verplicht was aan zijn afkomst de normen en waarden daarvan na te leven. Daarbij had ze hem duidelijk gemaakt dat hij niet meer was dan zijn schoolmaten maar wel anders door zijn opvoeding. Dat het ook voor hem een rijkdom was dat tegenwoordig rangen en standen vervaagden en hij dus ook kon genieten van hun manier van leven. Als hij ooit een partner uit een ander milieu zou tegenkomen, moest hij daar geen probleem van maken maar zich wel realiseren dat hij dan niet de makkelijkste weg koos. Het proces van naar elkaar toegroeien zou minder gemakkelijk zijn dan wanneer je uit het zelfde milieu kwam.
Dat alles had vandaag door zijn hoofd gespeeld. Tot het hem teveel was geworden en hij in een huilbui was geschoten. Het had hem, vreemd genoeg, opgelucht.

Hij hoorde de dubbele voordeur beneden, opengaan. De stem van Carl weerklonk maar hij kon niet verstaan wat hij zei. Hé, de deur werd met een klap dichtgedaan, zo snel dat er onmogelijk iemand binnen was gelaten. Sven drukte zijn hoofd tegen de ruit en zag een jongen de trap aflopen. Nu zag hij ook de fiets onder aan de trap. Maar dat was Thom! Waarom kwam hij niet binnen? Sven was zo verrast en verbaasd dat hij niets ondernam maar alleen maar als verdoofd naar Thom keek, die nu op zijn fiets sprong en weg reed. Sven, die uit zijn verdoving weer tot zijn positieven kwam, bonkte als een bezetene op het raam. Thom reageerde niet en verdween uit het zicht. Als een haas repte Sven zich naar beneden naar de keuken waar Carl meestal zat. De keuken was leeg. Het liefst had Sven heel hard door het huis willen schreeuwen “Carl” maar één van de eerste dingen die hij geleerd had was nooit hard schreeuwen in huis en dat zat er zo diep in dat hij ook nooit zou schreeuwen in de gangen en dus nu ook niet. Hoe hij ook zocht, Carl leek van de aardbodem verdwenen en onverrichter zaken ging Sven teleurgesteld terug naar zijn kamer. Hij besloot onmiddellijk een smsje naar Thom te sturen. Dat besluit vrolijkte hem helemaal weer op. Indachtig de woorden van mama 'als het je waard is, vecht er dan ook voor.'

Gesloten