Reacties op dit verhaal kun je hier achterlaten: http://forum.oliversverhalen.nl/viewtop ... 9&start=50
Een nieuw begin Deel 11
Mark en ik liggen samen op het bed van Mark naar de film te kijken. Lang geleden dat we dit hebben gedaan. Ik ben blij dat we nu weer zo met elkaar kunnen omgaan. Als ik eerlijk ben, merk ik aan mezelf dat ik het hem steeds minder kwalijk neem allemaal. Zeker als ik kijk hoe alles nu gaat, afgezien van de situatie met mijn vader, ben ik best tevreden. Toch gaat de film grotendeels aan me voorbij. Ik denk aan Matthijs. Ik krijg gewoon geen hoogte van die jongen. Ik weet ook echt gewoon niet zeker of Matthijs wel op jongens valt. Misschien is hij gewoon heel open-minded. Dat zou natuurlijk ook kunnen. Ik denk aan vanochtend, hoe we elkaar zo aankeken. Het kan gewoon bijna niet missen. Misschien toch maar eens proberen met Matthijs te praten. Een beetje polsen. Niet op de man af, dat durf ik echt niet.
“Waar zit jij met je gedachten?”
De stem van Mark. Ik kijk op. “Niets…”
Mark grijnst. “Matthijs, hè?”
Hij lijkt oprecht geïnteresseerd, maar ik weet gewoon niet of ik hem nu al kan vertrouwen naar alles wat er gebeurd is. Nu nog niet in ieder geval.
“Laat maar even, komt nog wel”, zeg ik zo nuchter mogelijk.
Mark knikt en kijkt weer naar het scherm. Mooi, ik hoef even niet te praten.
Als de film afgelopen is, ga ik naar mijn eigen kamer. Het is al laat en ik moet morgen weer naar school. Geen zin in. Ik pak mijn telefoon uit de lader en kijk naar het scherm. Twee nieuwe berichten. Het eerste bericht is van Anne.
Yo Thom! Ik heb ff een beetje gebabbeld met Joris. Matthijs is echt niet straight hoor. Joris twijfelt ook. Morgen eerste pauze op het muurtje? Dan praat ik je bij. Kus!
Ik staar naar het scherm. Het bericht maakt me helemaal zenuwachtig. Wat is ze te weten gekomen? Ik besluit tot morgen te wachten en haar nu niet meer te bellen, ze zal vast al slapen. Ik stuur morgenochtend wel iets terug. Op naar het volgende bericht. Mijn hart maakt een sprongetje als ik zie van wie het is. Het is van Matthijs. Snel begin ik te lezen.
Hoi Thomas, morgen samen fietsen? Half 9 bij jou doen? x Matthijs.
Oké, het bericht zelf is niet zo spannend, maar de afsluiting wel. Ik heb nog nooit een berichtje gehad van een jongen die afsluit met een x’je. Het is misschien gek, maar ik word er helemaal vrolijk van. Dat doet hij toch niet zomaar? Ik probeer het enigszins van me af te zetten. Geen valse hoop kweken. Ik ga morgen gewoon met Anne praten en dan ga ik Matthijs gewoon heel subtiel uithoren. Ik moet dit echt weten. Als ik in bed lig, stuur ik Matthijs na lang twijfelen een bericht terug. Geen twijfel of ik iets zal sturen, maar wat ik zal sturen. Uiteindelijk kom ik niet verder dan:
Gezellig! Zie je morgen. X
Al bijna een kwartier loop ik te ijsberen door de gang. Het is pas kwart over acht, dus ik heb nog ruim een kwartier. Ik ben zenuwachtig. Matthijs komt me zo ophalen. Vandaag is de dag dat ik ga uitzoeken hoe het zit met hem. Hoe het zit tussen ons. Er is nog geen ons natuurlijk, maar je snapt wat ik bedoel. Ineens hoor ik mijn moeder naar beneden komen. Ze kijkt me verbaasd aan. “Het is kwart over acht en jij staat al klaar in de gang?”
Ik lach een beetje zenuwachtig. “Ja, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, hè?”
Een bedenkelijke blik van mijn moeder. “Interessant. En de reden is?”
Ik voel mezelf een beetje rood worden. Ik kan natuurlijk zeggen dat mijn wekker te vroeg is afgegaan. Maar die zou ik uit hebben geslagen en ik zou tot de laatste minuut blijven liggen.
“Eehm…. Geen idee…” stotter ik.
“Geen idee?” zegt ze. “Ik kan het wel raden, denk ik.”
Ik kijk haar vragend aan.
“Matthijs komt je halen”, lacht ze.
Hoe weet ze dat nou weer? Ik weet me geen houding te geven. Voorzichtig knik ik. Ik voel me een beetje betrapt. Ook al doe ik niets verkeerd natuurlijk.
Ze ziet het en lacht. “Geeft toch niet, Thomas.”
Voor ik iets kan zeggen, loopt ze al de woonkamer in. Dan gaat de bel. Ik schrik een beetje. Zenuwachtig loop ik naar de voordeur en doe hem open. Daar staat hij. Matthijs.
Voor mijn gevoel staar ik hem secondelang aan voordat ik iets zeg.
“Hoi, kom binnen…” zeg ik net iets te verlegen.
Matthijs is vrolijk zo te zien.
“Hey, goedemorgen! Lekker geslapen?”
“Gaat wel,” antwoord ik, “en jij?”
Hij lacht. “Niet zo goed als gisteren.”
Ik kijk hem een beetje verbaasd aan en ik voel mezelf rood worden. Wat moet ik hier nou weer op zeggen?
“Ik ook…”, zeg ik snel.
Matthijs glimlacht en stapt naar binnen.
“Mijn fiets staat al aan de voorkant”, zegt hij.
“Mooi, ik pak die van mij nog even. Die staat nog in de schuur. Ik ben zo terug.”
Als ik naar buiten loop, hoor ik Matthijs nog snel “goedemorgen” zeggen tegen mijn moeder. Het liefste blijf ik erbij om horen wat ze zeggen. Snel pak ik mijn fiets en zet hem naast die van Matthijs.
“Ik ben klaar!” roep ik vanuit de gang.
Matthijs komt uit de woonkamer en volgt me naar buiten.
“Tot vanmiddag, mam!” roep ik vrolijk.
Ze verschijnt in de deuropening van de woonkamer. Ze kijkt me grijzend aan. “Tot vanmiddag!”
Ik voel me een beetje onzeker worden. Ze zal toch niets tegen Matthijs hebben gezegd?
We fietsen de straat uit.
“Thomas?” begint Matthijs ineens onzeker.
“Ja?”
Hij kijkt me met een rood hoofd aan. “Mag ik je iets geks vragen?”
Ik kijk verbaasd. Hij mag me natuurlijk alles vragen. Ik word een beetje zenuwachtig. Straks gaat hij vragen wat ik… of ik…
“Mag ik vanavond nog een nachtje bij jou logeren?” vraagt hij zacht.
Mijn hart maakt een klein sprongetje. Natuurlijk mag hij dat.
“Er is vannacht weer ingebroken bij de buren,” gaat hij verder, “en aangezien mijn ouders er niet zijn, vind ik het niet zo fijn om alleen te slapen.”
Ik knik. “Ja, dat snap ik wel. Ik zal het nog aan mijn moeder vragen, maar dat is waarschijnlijk geen probleem.”
Matthijs kijkt opgelucht. “Ik vind het wel gezellig ook.”
Een warm gevoel van binnen. “Dat vind ik ook, Matthijs.”
Verder praten we over een film die we allebei willen zien. We besluiten die vanavond dan gelijk maar te gaan kijken. Eenmaal op school merk ik dat we een beetje vroeg zijn.
“Ik loop nog even naar mijn kluisje”, zegt Matthijs.
“Is goed, ik wacht hier wel even.”
Dan heb ik gelijk mooi de tijd om even mijn moeder een bericht te sturen. Zoals verwacht stuurt ze binnen een paar seconden terug dat het geen probleem is.
“Ah, daar ben je!”
Ik draai me om. Anne staat hijgend achter me.
“Ik heb me helemaal kapot gefietst. Wat een wind!”
Ik lach een beetje plagerig. “Arme jij!”
Ze lacht en geeft me een por in m’n zij. “Eerste pauze, op het muurtje. Niet vergeten, hè?”
“Ik zou niet durven”, lach ik en voor ik het weet is ze alweer weg.
Wat is ze precies te weten gekomen? Ik heb wel een vermoeden na haar bericht van gisteren, maar ik wil mezelf geen valse hoop geven. Ik zie Matthijs weer aan komen lopen, samen met Joris.
“Zullen we?” vraagt hij.
Ik knik. Met z’n drieën lopen we naar ons lokaal.
De ochtend gaat snel voorbij. We bespreken een paar oefenexamens en kijken nog een leuk filmpje ter afsluiting. Als de bel voor de pauze gaat, begint mijn hart sneller te kloppen. Snel loop ik naar buiten en loop in een rechte lijn naar de hoofdingang, naar het muurtje. Anne zit er al.
Ik ga naast haar zitten en ik val meteen met de deur in huis. “Nou vertel…”
Anne grijnst. “Jij bent nieuwsgierig!”
“Ja,” zeg ik, “natuurlijk ben ik dat.”
“Goed,” zegt ze, “waar zal ik eens beginnen? Gisteren ben ik dus naar Joris gegaan.”
Ik kijk haar een beetje boos aan. “Je weet dat ik…”
“Ja, jij vindt dat niet leuk,” zegt ze streng, “maar dat is nu te laat.”
Ze kijkt me een beetje vals aan en ze gaat verder. “Ik heb Joris gevraagd of hij iets weet van Matthijs. Toen vertelde Joris dat hij nooit iets aan Matthijs heeft gemerkt. Tot die middag dat jullie naar Amsterdam zijn geweest. Ze hebben jou toen een soort van ondervraagd. Joris dacht toen te zien dat Matthijs op een bepaalde manier naar jou keek. “Hoe?” vraag ik.
“Gewoon, alsof hij je leuk vindt.”
Ik kijk een beetje verbaasd. “Dat is mij toen niet opgevallen.”
“Luister nou even!” lacht ze.
“Joris heeft later die dag aan Matthijs gevraagd of hij homo is. Dat was dus zeg maar niet zo’n goede zet. Matthijs was heel kwaad geworden en ze hebben de hele dag ruzie gehad. De volgende dag heeft Joris z’n excuses aangeboden. Matthijs heeft ze geaccepteerd, maar volgens Joris zit Matthijs er toch nog een beetje mee.”
Ik voel langzaam een gevoel van teleurstelling opkomen. “Nou, dat is dan duidelijk. Matthijs is hetero.”
“Joris denkt van niet,” gaat Anne verder, “en ik denk dat als je hetero bent, je echt niet zo reageert tegen je beste vriend. Ik denk dat Joris gelijk heeft en dat Matthijs er gewoon voor zichzelf niet helemaal uit is, dat hij het wel weet, maar het nog niet accepteert.”
Ik kijk een beetje bedenkelijk voor me uit. Dit was bij mij natuurlijk ook het geval. Ik wist het wel, maar ik wilde het niet. Niet voor de buitenwereld. Dat is nu wel anders. Langzaam word ik een beetje chagrijnig. Ik schiet hier dus niet zoveel mee op. En ik maar denken dat Anne goed nieuws had.
Anne ziet het en slaat een arm om me heen. “Er is dus werk aan de winkel voor je!”
“Wat?” vraag ik.
“Met Matthijs praten natuurlijk!” roept ze uit.
Ik frons mijn wenkbrauwen. “Ik ben toch niet gek? Ik heb geen zin in dezelfde ruzie als Matthijs en Joris. Ik ga de band die ik met Matthijs heb nu niet verpesten.”
Vlug sta ik op. “Ik pieker er niet over!”
Anne kijkt me verbaasd aan. “Wat is dan je plan? Wachten tot hij zelf naar je toekomt?”
“Als het moet”, zeg ik.
Ze schudt haar hoofd. “Dan kan je lang wachten, vrees ik. Die jongen moet praten. Net als jij toen met mij deed.”
“Dat was anders”, zeg ik.
“Ja?” vraagt Anne. “Want?”
Hier heb ik geen antwoord op. Ik probeer me er onderuit te praten, maar ik moet toegeven dat Anne gelijk heeft. Als ik wil weten hoe het zit, zal ik met hem moeten praten. Subtiel maar doeltreffend, zeg maar.
Ze lacht. “Je weet dat ik gelijk heb.”
Ik knik kort. “Hoe moet ik dat aanpakken dan? Ik heb echt geen idee.”
“Dat weet ik ook niet, Thomas. Gewoon wachten tot het juiste moment. En geloof me, dat moment komt wel. Niets forceren.”
“Inderdaad,” zeg ik, “vanavond heb ik alle tijd van de wereld.”
Ze kijkt me vragen aan.
“Hij blijft weer slapen. Hij is alleen thuis en er is ingebroken bij de buren. Nu durft hij daar niet alleen te blijven.”
Anne denkt na. Dan zegt ze: “Vreemd, volgens mij gebeurt er nooit iets in die buurt.”
“Nou, hij zal het vast niet verzinnen”, verdedig ik Matthijs.
Anne zegt niets en kijk op haar telefoon.
“Ik loop nog even langs Miranda, ze vroeg me of ik haar nog een som wil uitleggen.”
Ik knik. “Ga maar, bedankt voor je hulp. Ik hou je wel op de hoogte.”
Ze knipoogt naar me. “Dat is je geraden, Thommie!”
En weg is ze.
Die middag loop ik samen met Matthijs naar de fietsen. Ik voel me een beetje gespannen. Eigenlijk is daar geen reden voor, want ik heb nog niets gezegd tegen Matthijs. We praten nog wat over de inbraak bij de buren. Volgens Matthijs is het gebeurd bij het huis dat naast dat van hen staat. Er woont een ouder echtpaar volgens hem. Ik snap wel dat hij het dan niet fijn vindt om helemaal alleen daar te blijven. We fietsen naar zijn huis en parkeren de fiets in de voortuin.
Matthijs opent de voordeur. “Ik pak wel even snel wat spullen, ben zo weer buiten!”
“Is goed”, antwoord ik.
Natuurlijk ben ik totaal niet nieuwsgierig, maar toch kan ik het niet laten even bij het huis naast dat van Matthijs te kijken. Ik kijk naar de voordeur, niets aan te zien. Geen kapotte ramen, niets. Zouden de dieven een sleutel hebben gehad? Of via de achtertuin? Al zijn die heggen hier achter wel heel hoog om overheen te klimmen. Dan valt me iets op. Ik zie beton op de vloer liggen in de gang. Ik loop een stukje opzij en kijk door het raampje naar binnen. Het huis staat leeg.
Verbaasd staar ik naar het huis.
“Kom je?” roept Matthijs ineens.
Ik kijk om. “Ja… eeeh… ik… ja...”
Een beetje in de war stap ik op de fiets en volg ik Matthijs. Ik kijk om me heen. Nee, er staan geen andere huizen naast dat van hem. Vreemd dit. Heel vreemd. Moet ik hier nou iets achter zoeken? Vast niet, ik zal me wel vergissen. Of heeft hij dit misschien verzonnen om…
“Moet jij nog iets aan school doen?” onderbreekt Matthijs mijn gedachten.
Ik schud mijn hoofd. “Nee, jij?”
Hij lacht. “Vandaag even niet.”
Een nieuw begin (Deel 11)
-
- Berichten: 64
- Lid geworden op: za 23 nov 2013, 00:25
- Vul het getal in: 123
- Locatie: Deventer