Een nieuw begin (Deel 10)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
jeroen0107
Berichten: 64
Lid geworden op: za 23 nov 2013, 00:25
Vul het getal in: 123
Locatie: Deventer

Een nieuw begin (Deel 10)

Bericht door jeroen0107 » wo 15 jan 2014, 22:04

Hieronder het volgende deel van mijn verhaal. Om eerlijk te zijn, voor mij een lastig stuk. Het is ook voor mij nog lastig hoe Thomas zich nou precies voelt. Ik heb wederom mijn best gedaan en ik hoop op positieve reacties. Maar laat ook vooral even je commentaar horen. Dan kan ik er weer wat mee. Reacties op dit verhaal kun je vinden op: http://forum.oliversverhalen.nl/viewtop ... 9&start=40

Een nieuw begin (Deel 10)
Langzaam open ik mijn ogen. Het duurt even voordat ik me realiseer waar ik ben. Ik lig in bed met Matthijs naast me. Op de een of andere manier voel ik een soort van spanning. Ik kijk op de klok. Drie uur nog maar. Zachtjes draai ik me om en kijk naar Matthijs. We liggen nu met onze gezichten dicht bij elkaar. Ik kan zijn ademhaling voelen. Er gaat een rilling door me heen. Hij beweegt. Ineens voel ik dat zijn hand tegen mijn been aan ligt. De spanning die ik net al voelde, is inmiddels vertienvoudigd. Ik blijf Matthijs strak aankijken. Hij heeft zijn ogen dicht, maar aan zijn ademhaling te horen, slaapt hij niet. Ik twijfel nog steeds. Wat zou er gebeuren als ik nu mijn hand op die van hem leg? Of mijn arm om hem heen sla? Ik voel een innerlijke strijd tussen verlangen en angst. Ik wil dit niet verpesten. Als hij mij ook leuk vindt, dan kom ik daar wel achter. Matthijs beweegt een beetje heen en weer. Langzaam komt hij dichter tegen me aan liggen. Ik besluit de stoute schoenen aan te trekken en leg voorzichtig mijn arm om z’n zij. Ik voel de warmte van zijn lichaam en dat maakt dit verlangen alleen maar groter. Geen reactie van Matthijs. Misschien dat hij toch echt slaapt. Ik merk aan mezelf dat ik anders naar hem kijk. Dit is meer dan leuk vinden. Ik ben verliefd op deze jongen en niet een beetje. Ik moet er eigenlijk achter zien te komen of Matthijs mij leuk vindt, zonder het hem direct te vragen. Dat durft ik niet. Na nog wat piekeren val ik dicht bij Matthijs in slaap. Wat een heerlijk gevoel!

“Moet je nou kijken, mam. Wat liggen ze er lief bij…”
“Mark, laat die jongens gewoon. Thomas gaat bij jou ook niet in de deuropening staan kijken als er iemand blijft logeren. Doe die deur dicht!”
Ik ben wel wakker en ik hoor de deur wel, maar er is niets meer aan te doen. Nu is hun verdenking natuurlijk compleet. Matthijs ligt nog steeds dicht tegen me aan. Zijn hand ligt nog steeds op mijn been, mijn hand op z’n zij. Ik kijk naar hem terwijl hij slaapt. Wat belachelijk dat het me niet eerder opgevallen is hoe waanzinnig mooi deze jongen is. Ineens gaan zijn ogen langzaam open, zijn gezicht slechts een paar centimeter van dat van mij.
Ik glimlach voorzichtig. “Goedemorgen…”
Matthijs lacht even terug.
“We liggen wel erg close, hè?” zegt Matthijs voorzichtig.
Na deze opmerking verwacht ik dat hij anders gaat liggen, maar dat doet hij niet. Gelukkig. Iemand die hetero is, blijft zo toch niet tegen een homo aanliggen? Ik besluit er een klein schepje bovenop te doen. Ik wrijf even over z’n zij en zeg: “Ik lig wel erg lekker zo.”
Matthijs wordt een beetje rood. “Ja, ik ook,” zegt hij verlegen, “ik heb echt aan één stuk door geslapen. Hoe laat is het eigenlijk?”
Jammer, hij laat niets blijken. Ik besluit het nu niet te forceren, ik kom er toch wel achter.
“Eigenlijk al te laat”, antwoord ik.
Hij zucht en gaat rechtop zitten. Het dekbed glijdt van hem af. Ik kan het niet laten even snel naar zijn lichaam te kijken. Wow! Ik probeer mezelf te herstellen en zeg:
“Ga jij eerst douchen?”
Matthijs knikt. “Is goed…”
Hij staat op, pakt zijn handdoek en een boxer van mij van de stoel en verdwijnt uit de kamer. Het duurt nog geen paar seconden of de deur gaat weer open. Mark.
Hij glimlacht en komt naast me op het bed zitten. Nog voordat ik iets kan zeggen, zegt hij: “Zo, broertje. Nu ga jij mij precies vertellen hoe het zit tussen jou en Matthijs.”
Dit had ik wel verwacht.
“Het is niet wat het lijkt.”
Mark kijkt me ongelovig aan. “Je denkt toch niet dat ik dat geloof?”
“Het is echt waar,” zeg ik wanhopig, “we zijn gewoon in onze slaap tegen elkaar aan gaan liggen, niets bijzonders.”
Oké, dat is een leugen.
“Dat geloof ik wel,” zegt Mark, “maar hoe komt hij dan in jouw bed terecht terwijl er een matras naast ligt?”
Ik besluit maar eerlijk te zijn, anders gelooft hij me toch niet.
“Ik zat hem ermee te plagen dat mijn bed fijner was dan het matras waar hij op lag. Toen hij zei dat hij bij me zou komen liggen als ik niet ophield, heb ik hem op zich niet tegengehouden, zeg maar.”
Mark heeft een twinkeling in zijn ogen. “Ik zei het je toch, die jongen is echt niet hetero. Ik weet het zeker.”
“Ik weet het niet, Mark. Ik twijfel stiekem ook een beetje.”
“Maar,” zegt Mark ineens enthousiast, “vind je hem leuk?”
“Ik kan niet ontkennen dat ik Matthijs een leuke jongen vind, nee, maar…”
Ik verstijf. Je hebt van die momenten dat je het liefst onzichtbaar wordt. Dit is er één. Ik kijk namelijk recht in het gezicht van een verbaasde Matthijs.

Dit is natuurlijk waanzinnig gênant. Ik probeer de blik van Matthijs nu enigszins te ontwijken en kijk Mark aan. “Mark, ik ga douchen…”
Mark staat op en loopt zonder ook nog maar iets te zeggen langs Matthijs de kamer uit. Hij snapt natuurlijk ook wel hoe vervelend deze situatie is. Verlegen kijk ik Matthijs weer aan. Hij glimlacht terug, pakt zijn spijkerbroek en begint hem aan te trekken. Hij doet net of hij het niet gehoord heeft. Ik besluit er verder niets over te zeggen.
“Ik ben douchen!” roep ik nog snel voordat ik de kamer uit loop. “Ik zie je zo beneden wel!” Voordat Matthijs iets terug kan zeggen, ben ik al bijna in de badkamer. Even uit het zicht. Als ik de deur achter me op slot heb gedaan, ga ik op de dichte wc zitten. Ik kijk voor me uit. Wat stom, zeg. Hij moet het echt gehoord hebben. Hij keek zo verbaasd toen hij me aankeek. Ik weet echt niet wat ik hiermee aan moet. Moet ik er nog over beginnen?


Ik loop de trap af. Ik heb besloten net te doen alsof er niets aan de hand is. Matthijs deed immers precies hetzelfde. Als ik de kamer in loop, zit Matthijs al aan de tafel met mijn moeder en Mark tegenover hem. Die arme jongen! Als ze hem maar niet hebben lopen uithoren of zo.
“Nou, daar ben ik dan!” roep ik zo gewoon mogelijk.
Mijn moeder glimlacht. “We zijn alvast begonnen met ontbijten hoor, Thomas.”
“Geeft niet.”
Normaal ontbijten we bijna nooit samen. Natuurlijk, op een dag dat het voor mij dan niet per se hoeft, doen we dat wel. Mark zegt niet zo veel en kijkt op zijn mobiel. Ik merk dat mijn moeder mijn gedrag bestudeert. Irritant. Vlug prop ik een boterham naar binnen, waardoor ik mijn achterstand snel inhaal. Ik kijk Matthijs aan.
“Zullen we gaan,” zeg ik met mijn mond nog vol, “we zijn een beetje laat.”
Matthijs knikt en staat op.
“Bedankt voor jullie gastvrijheid,” zegt hij beleefd tegen Mark en mijn moeder, “hopelijk tot snel.”
Dat laatste raakt me. Hij is dus niet van plan om niet meer langs te komen. Het is misschien een klein detail dat hij dat zegt, maar ik zoek stiekem gewoon de bevestiging dat ik onze vriendschap nu niet verpest heb met mijn opmerking tegen Mark.

Onderweg praten we over van alles en nog wat. Geen hints van Matthijs en al helemaal geen initiatief van mijn kant. Ik zou niet weten hoe ik moet beginnen. Als we bijna bij school zijn, komt Joris ineens naast ons fietsen.
“Jullie fietsen maar samen tegenwoordig?” vraagt hij enthousiast.
Matthijs knikt. “Ik heb bij Thomas geslapen vannacht.”
Joris kijkt verbaasd. “Oh, wat leuk voor jullie!”
Leuk voor ons? Wat een vreemd antwoord. Dat is niet het eerste wat in mij op zou komen als het om Joris en Matthijs zou gaan. Ik had eerder gevraagd waarom hij ineens bleef logeren, aangezien dat niet het plan was gisteren. Het zal wel aan mij liggen. Ik zeg er verder niets over en begin over iets anders.

In het tussenuur zit ik samen met Anne op het muurtje naast de ingang. Miranda is ziek. We hebben bijna een uur de tijd en dus besluit ik haar te vertellen over mijn vader en alles wat zich de afgelopen dagen afgespeeld heeft. Ze reageert geschokt, boos bijna, als ze hoort hoe mijn vader zich opstelt.
“Thomas, vergeet niet hoe blij je op dit moment met je moeder moet zijn, hè?”
Ze heeft gelijk. Als mijn moeder er niet was, dan weet ik niet waar ik zou staan, waar Mark en ik nu zouden staan.
Ik kijk haar opgewekt aan. “Ik ga mijn moeder verrassen. Dat heeft ze wel verdiend. Ik weet zeker dat Mark daar ook zo over denkt.
Anne knikt. “Dat denk ik ook.”
We praten nog wat verder over wat we dan kunnen kopen voor mijn moeder. Na een kwartier te hebben gebrainstormd, hebben we genoeg ideeën opgedaan. Ik zal vanavond nog even met Mark bespreken wat hij wil. Dan zie ik ineens Matthijs lopen in de verte. Hij loopt naar het fietsenhok. Vreemd, we hebben nog les zo meteen. Anne merkt op dat ik naar Matthijs kijk.
“Je kunt het wel goed vinden met ze, hè?” zegt ze, “met Joris en Matthijs.”
Ik knik. “Ja, klopt, gisteren na school hebben we ook afgesproken. Al de tweede keer deze week.”
Anne kijkt me een beetje balorig aan. “Zo, zo…”
“Wat?” reageer ik een beetje geërgerd.
Anne lacht. “Ik zie wel hoe jij naar Matthijs kijkt.”
Ik kijk haar een beetje verbaasd aan. Is het echt zo erg dat het Anne ook al opvalt? En dat terwijl ik mezelf heb voorgenomen dat ik dit niet wil, dat dit niet handig is.
“Het geeft toch niet?” zegt Anne, “het is ook wel een hele leuke jongen natuurlijk.”
Ik knik. “Ja…”
“Wat is het probleem nou?” vraagt ze.
“Je weet toch hoe ik erover denk?” zeg ik, “verliefd zijn op mensen die ik ken, kan gewoon niet. Dat geeft problemen.”
Anne kijkt een beetje sip. “Maar hij is zo leuk...”
“Ja, wrijf het er nog even in!”
Ze lacht. “Sorry, schat.”
“Hij heeft vannacht bij mij geslapen.”
Nu valt haar mond open van verbazing. “Hij heeft wát?”
Ik vertel precies hoe het is gegaan. Wat er allemaal gezegd is, hoe Mark en mijn moeder reageerden en ook hoe ik me erbij voel. En uiteraard niet te vergeten: mijn blunder van vanochtend. Als ik klaar ben, zegt ze:
“Thomas, het is toch zo duidelijk als wat?”
Ik kijk haar vragend aan.
Ze legt een arm op mijn schouder. “Die jongen vindt jou hartstikke leuk. En jij hem!”
Ik word rood. “Ik weet het niet, Anne.”
“Ik wel,” zegt ze, “geloof me maar. Natuurlijk doe je dat niet, dus ik ga even het één en ander uitzoeken. Ik bel je vanavond nog wel even.”
“Anne, wat ga je doen?”
“Spreek je vanavond!”
Een beetje verbaasd en ongerust blijf ik achter. Ik hoop echt niet dat Anne nu naar Joris of Matthijs gaat om het te vragen, dat is raar. De komende twee uur heb ik economie. Anne heeft een ander profiel dus zij zit niet in hetzelfde lokaal. Ik kan haar dus ook niet ondervragen en als ik haar nu een bericht stuur, antwoordt ze toch niet. Ik zucht. Weer iets om over te piekeren. Fijn.

De rest van de middag kan ik me niet echt meer concentreren. Joris is vrolijk en praat ronduit over van alles. Matthijs is er inderdaad niet. Naar de tandarts volgens Joris. Misschien maar goed ook. Ik voel me nog een beetje ongemakkelijk over vanochtend.

Als ik thuis kom, zit Mark op de bank naar de tv te kijken. Ik plof naast hem neer en vraag hoe zijn dag was.
“Wel prima, ik voelde me lullig over vanochtend.”
Ik knik. “Ja, het was een vervelend moment. Maar jij kan er verder ook niets aan doen. En ik nu ook niet meer. Ik weet niet zo goed wat ik ermee aan moet, Mark.”
Mark knikt. “Dat snap ik.”
“Anne denkt dat hij mij ook leuk vindt”, ga ik verder.
“Ja, dat denk ik ook,” zegt Mark, “ik snap echt niet dat je dat niet ziet, hoor.”
Ik kijk hem aan. “Ik weet het gewoon niet. Misschien kom ik er nog wel achter. Ik hoop alleen niet dat hij nu is afgeschrikt door wat er vanochtend is gebeurd.
“Vast niet, niet te veel piekeren, Thomas.”
Ik besluit maar even aan andere dingen te gaan denken. School. Ik moet nog een aantal examenopgaven oefenen. “Ik ga naar boven, nog even een paar examens doen…”
“Oké, ik ben zo even naar Jochem, denk ik. Trouwens, zullen we vanavond op mijn kamer een film kijken?”
Mark heeft een hele grote flatscreen op zijn kamer met een heel mooi geluidssysteem.
“Is goed, lijkt me gezellig”, zeg ik en ik loop naar boven.

Het is een goede afleiding. Ik ben echt even serieus een paar uur met school bezig. Zelfs zonder te piekeren over van alles. Als mijn moeder ineens van beneden roept dat we gaan eten, sla ik tevreden mijn map dicht. Ik berg mijn spullen alvast op in mijn tas en loop de trap af. Mark en mijn moeder zitten al aan tafel.
“Hoi”, zeg ik.
“Leuke dag gehad, Thomas?” vraagt mijn moeder.
Ik haal mijn schouders op. “Gaat wel, niets bijzonders.”
Mark kijkt me schuldig aan. “Ik heb mama verteld van vanochtend. Sorry.”
Ik kijk hem een beetje boos aan. Mijn moeder kijkt een beetje schuldig. “Ik heb doorgedramd, je kent me.”
Een beetje geïrriteerd zeg ik: “Nu even niet hoor, ik had het net even van me afgezet.”
Mijn moeder kijkt begripvol. “Je moet niet zoveel piekeren, jongen. Dingen komen vanzelf wel goed. Trouwens, er is iets anders wat ik met jullie wil bespreken.”
Nu kijken Mark en ik haar beide verbaasd aan.
“Myrthe heeft mij gebeld vandaag,” gaat ze verder, “ze wil vanavond langskomen om te praten. Wat vinden jullie daarvan?”
Ik kijk Mark aan. Hij knikt. Ik haal mijn schouders op. “Prima.”
Eigenlijk heb ik er nu helemaal geen zin in. Maar dit onderwerp moeten we ook maar eens proberen af te sluiten en zonder enige vorm van communicatie met het vader-front gaat dat natuurlijk niet lukken.
“Heeft ze gezegd wat ze precies wil bespreken?” vraagt Mark nieuwsgierig.
“Dat kun je toch wel raden, Mark?” zeg ik.
“Ja, dat snap ik wel, maar ik bedoel eigenlijk of ze verder nog iets gezegd heeft aan de telefoon.”
Mijn moeder schudt haar hoofd. “Nee, en ik heb het ook niet gevraagd. Laat haar maar even langskomen. Misschien is het wel goed. Jullie vader komt niet mee, dat is op zich jammer, maar wie weet wat Myrthe te vertellen heeft.”
Mark en ik zwijgen. Ik kan wel raden wat hij denkt. Mijn vader blijft bij zijn punt. Daar ben ik ook wel bang voor. Maar we moeten afwachten.
“Hoe laat komt ze?” vraag ik.
Mijn moeder kijkt naar de klok. “Over een uurtje.”
Dat is al best snel. Voor mijn gevoel is de keuken net leeg als de deurbel gaat. Daar zal je haar hebben. Ik loop al naar de voordeur. “Ik doe wel even open!”
Als ik de voordeur opendoe, zie ik Myrthe staan. Ze glimlacht. “Dag, Thomas. Wat fijn dat ik langs mag komen.”
Ik glimlach terug. “Geen probleem, kom binnen.”
Wat ze precies komt doen weet ik niet, maar ik merk aan mezelf dat ik het waardeer dat ze er is.

Mijn moeder is vriendelijk tegen haar en biedt haar gelijk een kop koffie aan. Als Myrthe in de stoel tegenover ons gaat zitten, begint ze over mijn vliegopleiding.
“Zo, Thomas, je bent dus aangenomen op de opleiding, heb ik begrepen van je vader?”
“Klopt,” knik ik trots, “ik begin al in augustus.”
Ze glimlacht. “Wat leuk voor je! Heb je er zin in?”
“Ja, zeker weten. Mama en ik gaan binnenkort eens op de campus kijken. Je zult wel gehoord hebben dat de opleiding naar Maastricht is verplaatst voor de eerste acht maanden?”
“Ja,” zegt Myrthe, “ik heb het gehoord. Vind je het jammer dat je zover weg gaat wonen dan?”
Ik schud mijn hoofd. “Nee, ik vind het wel leuk, denk ik.”

Als mijn moeder de koffie voor haar neerzet, knikt ze beleefd. “Dank je…”
“Geen dank,” zegt mijn moeder, “maar, vertel. Waar kom je voor?”
Daar hou ik van. To the point.
Myrthe zucht een keer. “Het gaat om Peter en de jongens. Ik ben van mening dat de situatie zoals het nu is, niet gezond is. En vooral onnodig.”
Mijn moeder fronst. “Ik ben het met je eens, maar ik vind dat de bal bij Peter ligt en niet bij ons.”
Myrthe knikt. “Ja, dat vind ik ook. Maar Peter vindt van niet. Dat is ook de reden van onze problemen.”
Ik kijk verbaasd. “Wat voor problemen?”
“Jouw vader en ik hebben een heftige ruzie gehad over deze situatie. Je moet weten, ik sta aan jullie kant.”
Ik glimlach. “Dat is heel aardig van je, maar ik wil niet de oorzaak van jullie problemen zijn. Wat vind jij, Mark?”
“Ja, dat is wel zo,” zegt hij, “maar ik vind dat papa zelf de oorzaak is van hun problemen, en niet wij.”
Ik knik. “Oké, daar heb je gelijk in.”
Mijn moeder en Myrthe knikken instemmend.
“Maar,” zegt mijn moeder tegen Myrthe, “wat wil je hieraan gaan doen dan? Praten met Peter is geen optie gebleken.”
Myrthe zucht. “Nee, dat is inderdaad niet gegaan zoals het had gemoeten. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik het niet weet. Maar ik merk wel aan Peter dat hij al heel anders reageert als in het begin. Misschien is het een idee dat de jongens even geen contact met hem zoeken. Ik denk dat hij ze uiteindelijk zelf wel gaat missen en dan de eerste stap neemt.”
Mijn moeder kijkt bedenkelijk. “Zou je denken?”
Myrthe knikt. “Dat denk ik wel, ja.”
Ik kijk Mark aan. “Wat vind jij?”
“Ik ben in ieder geval niet de degene die de eerste stap gaat zetten. Het lijkt me prima even geen contact te hebben.” Hij kijkt Myrthe aan. “Ik heb er gewoon genoeg van, de hele situatie. Snap je?”
Myrthe knikt. “Ja, dat snap ik, Mark. Daarom denk ik dat dit het beste is. Niet om elkaar uit de weg te gaan, maar juist om elkaar de ruimte te geven.”
Na nog een beetje te hebben nagepraat, vertrekt Myrthe weer. Ook al kwam ze eigenlijk niet met iets nieuws, ze bedoelde het goed. Als ze weg is, kijk ik Mark aan.
“Back to the plan, filmpje?”
Hij grijnst. “Lijkt me een goed plan, broertje.”
“Gaan jullie nu nog naar de bioscoop?” vraagt mijn moeder verbaasd.
“Nee joh!” zeg ik. “Op Mark z’n kamer.”
“Gezellig, ik ga nog even aan het werk dan.”
Mark lacht. “Wat een verrassing!”

Gesloten