Een nieuw begin (Deel 9)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
jeroen0107
Berichten: 64
Lid geworden op: za 23 nov 2013, 00:25
Vul het getal in: 123
Locatie: Deventer

Een nieuw begin (Deel 9)

Bericht door jeroen0107 » wo 08 jan 2014, 23:56

Hier weer een nieuw deel van mijn verhaal. Een extra lang deel dit keer omdat jullie wat langer hebben moeten wachten. Er gebeurt een hoop, zeker rondom de Mark en de vader van de jongens. Thomas is een beetje klaar met al het gedoe rondom het homo-zijn. Gelukkig zal hij uiteindelijk inzien dat het zeker ook zijn positieve kanten heeft.

Ik wens jullie veel leesplezier! Laat vooral even je reactie achter op: http://forum.oliversverhalen.nl/viewtop ... 9&start=40

Een nieuw begin (Deel 9)

In de auto vraag ik aan Mark of hij het meent van die aangifte. Hij zegt dat hij de reactie van onze vader wil afwachten, maar dat hij toch aangifte gaat doen als hij niet gaat inzien dat hij fout zit. Het is volgens hem dan de enige manier. Ik ben er persoonlijk niet zo voor. Dan krijg je allemaal mensen van buitenaf over de vloer. Aan de andere kant heeft Mark ook wel weer gelijk. Onderweg is mijn moeder nogal stil. Ik heb het idee dat ze aangeslagen is door dit alles en dat is natuurlijk te begrijpen, maar ik weet niet of het mij ook zo raakt op dit moment. Ik vind het vooral voor Mark heel vervelend.
 
Die middag wordt er niet veel meer over gepraat. En dat is ook wel even goed zo. Ik ben even klaar met het hele gedoe rondom coming-outs, homo zijn, vaders, alles. Ik besluit maar even aan de slag te gaan voor school. Over een maand zijn er al eindexamens. Ik ben er weer veel te laat aan begonnen. Die mentaliteit moet ik straks wel laten varen als ik op de vliegschool zit, denk ik. Eigenlijk wil ik nog even met Mark praten. Er zijn natuurlijk nog genoeg dingen die ik wil weten. Maar ik moet nu echt even iets aan school doen. Ik probeer altijd weer excuses te vinden om even iets anders te doen. Maar als ik nu naar Mark ga, duurt het minstens een uur voordat ik weer achter mijn bureau ga zitten.
 
“Thomas! Eten!”
Dat heb ik toch goed volgehouden, ruim drie uur huiswerk op zondag. Tevreden sla ik het boek dicht. Mark zit al aan tafel als ik de woonkamer in kom. Ik zie pasta op tafel staan. Dat eten we best vaak, maar ik vind het ook echt heel lekker, dus ik klaag niet.

Na het eten ruimt Mark de tafel af. Hij is stil, stiller dan anders. Hij zit er erg mee. Ik blijf nog even aan tafel zitten terwijl ik zogenaamd met mijn telefoon speel, maar eigenlijk denk ik na. Hoe kan ik Mark helpen? Mark is geen prater, maar misschien helpt een goed gesprek. Er is immers nog genoeg wat ik wil weten. Mijn moeder loopt door de woonkamer te ijsberen. Ze is weer aan de telefoon voor haar werk.

Als Mark klaar is met afruimen wil hij naar zijn kamer lopen.
“Mark, wacht!”
Hij staat al bij de deur en kijkt verbaasd om. “Wat is er?”
“Zullen we even naar mijn kamer gaan?”, zeg ik, “Ik wil wel even praten eigenlijk.”
Mark kijkt een beetje bedenkelijk.
“Ik weet niet, ik ben niet echt in een goede bui zoals je waarschijnlijk al gemerkt hebt.”
“Ja, dat heb ik gemerkt, maar dat is toch logisch, daarom is het goed om even te praten.” Ik lach. “Je hebt geen keus hoor, ik blijf toch wel doorzeuren.”
Mark grijnst. “Goed.”
“Kan het wat zachter, jongens? Ik ben aan de telefoon!” roept mijn moeder ineens vanuit de woonkamer.
Ik kijk haar geïrriteerd aan. “We zijn al weg!”
Dat werk ook altijd. Zelfs op zondag als er hier thuis genoeg gebeurt, kan ze niet even rustig met een boek op de bank zitten of zo. Nee, werk. Ik schud mijn hoofd. Als ik weer naar de deuropening kijk, is Mark al weg.

Ik loop de trap op naar boven en loop mijn kamer in. Mark zit achter mijn computer.
“Hier begon het, hè?” Mark kijkt droevig. “Mijn pesterijen.”
“Mark, laat dat nou maar even rusten. Dat is nu niet belangrijk.” Ik ga in kleermakerszit op mijn bed zitten en kijk Mark aan. “Vertel nou eens even precies hoe het verder ging nadat papa je had geslagen.”
Mark zucht. “Weet je Thomas, een normaal mens was op zijn fiets gesprongen en keihard naar huis gereden. Maar ik ben niet normaal. Ik ben naar de stal gerend. Heb daar bij de paarden gezeten. In dat hoekje achter die voerbak, weet je wel?”
Ik knik. “Waarom?”
Mark lacht. “Je weet toch hoe het is daar? Vroeger toen wij klein waren, kwamen we daar ook vaak. Gewoon de rust van de paarden, en als je tegen ze praat, kijken ze je aan alsof ze je begrijpen. Het klinkt misschien raar, maar je snapt me best.”
“Ja”, lach ik, “Dat is zo. Maar hoe lang heb je daar gezeten dan?”
“Wel een paar uur, denk ik”, zegt Mark. “Toen heb ik jou op een gegeven moment een berichtje gestuurd. Daarna ben ik via de achterdeur de stal uit gelopen, want daar stond mijn fiets. Toen ben ik snel het pad afgereden. Vlak voordat ik van het terrein af was, zag ik Myrthe nog in de auto stappen. Die keek nogal verbaasd.”
“Ja, dat kan ik wel begrijpen, die dacht dat je allang weg was natuurlijk!”
Mark knikt. “Ik vind haar nog steeds wel een beetje vreemd, maar volgens mij bedoelt ze het niet slecht. Toch vind ik het vreemd dat ze vandaag zei dat ze van niets wist.”
Ik denk na. “Het zou wel kunnen hoor, Mark. Ze had nachtdienst. Dus die is heel vroeg thuis gekomen. Ze moet net uit bed zijn gekomen toen wij aankwamen. Die heeft papa helemaal niet gesproken, denk ik.”
Mark kijkt bedenkelijk. “Maar toen het gisteren allemaal gebeurde, was ze nog wel boven. Dat weet ik zeker. Kan niet anders dan dat ze dat gehoord heeft. Dan heeft ze toch wel aan papa gevraagd wat er was?”
Ik knik. “Ja, daar heb je een punt. Het zou me niets verbazen als ze nog iets van zich laat horen, ze nam het immers voor ons op!”
“Ja,” zegt Mark, “we zullen zien… Maar Thomas, even iets anders.”
Ik kijk hem verbaasd aan. “Ja?”
Mark lacht. “Hoe zit het nou met jou, heb je een vriendje?”
“Een vriendje? Ik? Nee hoor, geen denken aan!”
Mark begint te grinniken. “Waarom niet? Dat had toch best gekund gewoon?”
“Ja dat klopt, had gekund, maar ik ben er nog niet klaar voor. En jij?” vraag ik zo gewoon mogelijk.
Mark krijgt een rood hoofd. “Ik ben nog single...”
Het kwam er nogal twijfelend uit.
“Nog?” vraag ik verbaasd.
“Nee, laat maar”, zegt Mark. “Dat wordt toch niets...”
Nu ben ik nieuwsgierig. “Wat niet?”
“Jochem en ik”, zegt Mark met een onzekere blik.
Nu val ik echt bijna van mijn bed af van verbazing. Jochem en Mark? Hebben we het nu over dezelfde stoere Jochem waarvan ik altijd heb gedacht dat hij hetero was? Die leuke, knappe, mooie Jochem? Ik voel meteen een soort van jaloezie die misschien wel onterecht is.
“Jij en Jochem?” vraag ik verbaasd.
“Je wilt het niet weten Thomas…”
Ik ga rechtop zitten en kijk hem balorig aan. “Jazeker wel!”
Mark zucht. “Ik vind hem heel leuk. Maar, het is mijn beste vriend, dus dat is gewoon niet handig.”


Het is al 8 uur en ik zit op de fiets naar school. Van mijn vader hebben we niets meer gehoord. Niet dat ik anders had verwacht. Vandaag is weer zo’n dag vol examentrainingen en proefexamens. Ik zal blij zijn als de examens achter de rug zijn. Ik heb dan ruim twee maanden vrij voordat ik aan de opleiding tot piloot ga beginnen. Daar heb ik echt zin in! Nieuwe mensen ontmoeten, nieuwe omgeving. Ik moet een beetje uit de negatieve sleur, denk ik. Onderweg wacht ik even bij de kruising. Ik heb met Anne afgesproken het laatste stukje te fietsen. Als ze er is, praat ze vol lof over haar nieuwe laptop die ze dit weekend van haar ouders heeft gekregen. Mooi, een beetje afleiding. Ik besluit dan ook even niets te vertellen over mijn vader en Mark. Dat kom wel. Trouwens, een uitgebreid gesprek over een persoonlijk onderwerp heeft geen zin, want zodra we op school aankomen is het eerste wat we zien: schoothondje Miranda. Geen twijfel mogelijk.

Na een paar saaie lessen is het eindelijk pauze. Ik zit aan een tafeltje in de aula met Anne en Miranda als Joris zich bij ons voegt.
“Hey allemaal! Joo, Thomas, alles goed?”
“Joo, ja prima hoor, met jou?”
“Ja, klaar met die proefexamens. Ik vond het trouwens echt super gezellig zaterdag!” roept Joris.
Voor ik kan antwoorden, begint Miranda alweer.
“Wat hebben jullie gedaan zaterdag dan?”
“We zijn naar de stad geweest”, zeg ik kortaf.
Op een of andere manier kan ik het niet opbrengen om gemaakt vriendelijk tegen haar te doen.
“Zo is het, en dat gaan we vaker doen, buiten school afspreken. Was super!” zegt Joris.
“Wij zijn al bijna van school af hè?”, zeg ik.
Joris kijkt beteuterd.
“Ja, dat is zo…. maar we blijven toch allemaal in de buurt studeren, dus er verandert niet veel.”
“Ik niet...”, zeg ik enigszins terneergeslagen.
“Maar jij gaat toch gewoon naar Amsterdam?”, vraagt Anne verbaasd.
“Nee, het eerste deel van de opleiding is in Maastricht. Ik heb vorige week een brief van school gehad.”
“Dat vind ik niet leuk…”, zegt Anne.
“Ik ook niet…”, zegt Joris.
Miranda blijft stil. Die vindt dat niet erg natuurlijk. Ze mag me niet en zo heeft Anne ook meer aandacht voor haar in de vakantie.
“Maar ik kom wel in de weekenden thuis, denk ik hoor!”, zeg ik.
“ ’t Is je geraden!” zegt Anne vrolijk en ze gooit een pakje kauwgom naar me toe.
“Stille hint?”, lach ik.
“Had gekund, maar in dit geval is het gewoon om je verslaving te voeden”, roept ze lachend.
Zo zitten we nog een kwartier met z’n vieren flauwe grapjes te maken. Dan gaat de bel.

Tijdens de laatste les zit ik een beetje voor me uit te staren. Acht uur les op een dag is gewoon teveel. Ik kan me dan echt niet meer concentreren. Ik kijk naar buiten. Allemaal leerlingen die lekker tegen een muurtje staan te hangen of hun fiets pakken om naar huis te gaan. Zucht, nog dertig minuten. Dan ineens valt me iemand op. Gele rugtas, donkerbruine leren jas. Het is Mark. Hij loopt alleen. Dat is zeldzaam. Misschien heeft hij het wel verteld aan zijn stoere vrienden. Nee, vast niet.

Normaal heb ik geen hekel aan school, maar vandaag ben ik wel heel erg blij als de laatste bel gaat. Eindelijk naar huis. Tenminste, dat had ik in mijn hoofd. Joris had andere plannen.
“Zeg Thomas, ga je met ons mee naar huis? Lekker gamen of zo!”
Ik ben een beetje verbaasd. Normaal spraken we nooit af buiten school en nu zou het al de tweede keer in een week worden. Gek genoeg heb ik er wel zin in. Eigenlijk heb ik nog een werkstuk af te maken waar ik natuurlijk nog niet aan ben begonnen. Maar een middagje optrekken met Joris en Matthijs lijkt me op dit moment veel gezelliger eigenlijk.
“Lijkt me gezellig, ik pak mijn spullen even uit mijn kluisje, zie jullie zo wel.”
“Tot zo.”, zegt Joris vrolijk.

Binnen vijf minuten zitten we op de fiets richting het huis van Joris. Onderweg praten we vooral over de examens. Joris is nog wel onzeker over een aantal vakken. Matthijs en ik zien het allemaal wel zitten. Als ik Joris zo hoor, ben ik blij dat ik totaal geen moeite heb met leren. Dat zou ik er nu ook niet bij kunnen hebben. We rijden het tuinpad op. Vanzelfsprekend ben ik hier nog nooit geweest. Als we binnen zijn, pakt Joris een paar glazen en een fles cola.
“Kom!”, roept hij.
Matthijs en ik volgen hem de trap op naar boven. Ik loop achter Matthijs. Goh, wat heeft die jongen een lekker kontje, zeg! Nee, stop. Fout. Niet aan denken. Niet bij mensen van school of uit mijn persoonlijke omgeving, heb ik mezelf voorgenomen. Dat kan alleen maar voor problemen zorgen.

We ploffen op het bed neer van Joris. Matthijs zet de PlayStation al aan en pakt de controllers.
“Ik ga eerst tegen jou, Thomas. Dan weet ik zeker dat ik win”, zegt hij met een valse blik.
“Dat dacht je, ik maak je in hoor!”, roep ik lachend.
Het is een leuke middag. Ik heb helemaal niet door dat het allang etenstijd is. Pas als de moeder van Joris ineens roept: “Joris, ik ben thuis en heb chinees mee, kom je eten?”, bedenk ik me dat ik mijn moeder ook niets heb laten weten.
“Zullen wij maar gaan dan?”, vraagt Matthijs aan mij.
Ik knik, leg de controllers terug op hun plek en volg samen met Matthijs Joris naar beneden. Nu loop ik achter Joris. Gewoon uit voorzorg. Als we beneden komen, kijkt de moeder van Joris verbaasd.
“Als ik geweten had dat je bezoek had, had ik wel meer meegenomen”, zegt ze tegen Joris.
“Ja, vergeten…”, zegt Joris.
“Jou ken ik nog niet. Marijke”, zegt ze tegen mij en ze steekt haar hand uit.
“Thomas”, zeg ik een beetje verlegen en ik geef haar een hand.
“Nou, eet smakelijk”, zegt Matthijs tegen Joris en zijn moeder en hij loopt de gang in voor zijn jas.
“Tot volgende keer”, zeg ik beleefd.
“Dag, Thomas, leuk je een keer gezien te hebben!”, roept ze vriendelijk.
Joris loopt nog mee de gang in en zwaait ons uit als we het pad af fietsen. Matthijs woont bij ons in de wijk, dus we fietsen het langste stuk samen.
“Hoe lang weet je al dat je op jongens valt?”, vraag Matthijs vanuit het niets.
Ik ben even stil. Dat kwam onverwacht.
“Je hoeft het niet te vertellen als je niet wilt hoor, ik ben gewoon benieuwd.”
“Nee dat maakt niet uit, hoor. Ik was 12 of 13 jaar oud, denk ik. Ik weet het best lang.”
“Wow, en dan heb je al die tijd met een geheim gelopen? Heftig.”
“Ik zie het niet als een echt geheim, hoor. Ik was er voor mezelf toch niet uit wat ik ermee wilde. Dus ik vond het prima dat niemand iets wist. Geen gezeur aan mijn hoofd.”
“Sorry…”, zegt Matthijs.
“Nee! Zo bedoel ik het niet, nu vind ik het niet erg om er over te praten.”
Dat is natuurlijk niet helemaal waar. Het gaat nu bijna elke dag over mijn geaardheid. Terwijl ik meer ben dan alleen homo natuurlijk. Maar het is nieuw voor mijn omgeving, dus dat zal ik toch even moeten accepteren.
Matthijs vraagt verder niet door. Ik begin maar over morgen, we moeten nog een werkstuk inleveren en ik heb het nog niet af. Matthijs wel. Zucht, ik moet nog de hele avond werken, anders krijg ik het natuurlijk niet af.
“Moet ik je helpen vanavond anders? Ik heb niets te doen.” zegt hij ineens.
Ik kijk hem dankbaar aan.
“Zou wel fijn zijn eigenlijk. Wil je dan ook bij ons eten? Mijn moeder maakt toch altijd teveel.”
“Lijkt me gezellig, bij ons is niemand thuis, dus ik zou toch maar een pizza opwarmen.”
Ik vind het leuk dat hij meegaat. Oké, ik ken hem niet zo goed, maar het voelt wel vertrouwd. En het is natuurlijk ook wel eens leuk om niet weer alleen achter mijn bureau te gaan zitten. We hadden dit veel eerder moeten doen. Ik vraag me af waarom ik niet eerder met Joris en Matthijs buiten school heb afgesproken. Ik moet mezelf het antwoord schuldig blijven.

Samen met Matthijs loop ik via de achterdeur ons huis in. Mijn moeder is er nog niet zo te zien. Dat is mooi, dan kunnen we meteen even aan de slag.
“Nog niemand thuis,” zeg ik, “zullen we dan maar alvast even aan het werkstuk gaan?”
“Ja is goed, dan hebben we misschien vanavond nog tijd over voor andere dingen”, antwoord Matthijs.
Andere dingen? Blijkbaar heeft Matthijs nog allemaal plannen. Ik besluit niet te vragen wat hij bedoelt, maar het gewoon op me af te laten komen. We lopen naar boven en gaan samen aan mijn bureau zitten. Terwijl ik de tekst uit mijn duim zuig, is Matthijs op zijn tablet alle plaatjes en aanvullende informatie aan het verzamelen. We zijn een goed team. Als we ongeveer op de helft zijn, hoor ik beneden de deur open gaan. Dat zal mijn moeder wel zijn.
“Zullen we even gedag zeggen? Dan weet ze gelijk dat je mee-eet.”
“Oké.”
We lopen de trap af. Matthijs loopt achter me aan. Als ik de woonkamerdeur open doe, kijk ik verbaasd in de ogen van Mark.
“Ben je nu pas thuis?”, vraag ik.
Ik had hem natuurlijk al weg zien gaan vanmiddag terwijl ik nog in de les zat. En vandaag heeft hij geen training of zo.
“Ja, was nog even bij Jochem.”
“Oké, leuk! Dit is Matthijs trouwens, een jongen uit mijn klas.”
“Hoi, Matthijs.”
“Mark”, zegt Mark en ze schudden elkaar de hand.
“Zal ik wat drinken voor ons inschenken, Matthijs?”
“Ja, lekker, doe maar cola.”
Ik loop naar de keuken. Ik voel dat Mark achter me aanloopt. Eenmaal in de keuken draai ik me om en Mark komt vlak bij me staan. Net als ik wil vragen wat hij nou wil, zegt hij:
“Is dat je vriendje?”
Ik kijk hem verbaasd aan.
“Denk je dat echt? Haha! Nee joh, een gewone vriend. Hij is niet eens homo.”
“Weet je dat of denk je dat?”, vraagt Mark met een vrolijke grijns op zijn gezicht.
Ik heb het hem nog nooit gevraagd natuurlijk. Dus ik weet het niet helemaal zeker. Maar nee, Matthijs is gewoon hetero.
“Ik weet het”, zeg ik snel.
“Wat jij wil!” en met een grijns op zijn gezicht en hij loopt naar de kamerdeur.
Ik blijf een beetje verbaasd achter in de keuken en denk aan de woorden van Mark. Matthijs? Ik weet het niet. Ik zal er eens op letten.

“Kijkt u eens, meneer!”, zeg ik lachend terwijl ik Matthijs zijn cola aangeef.
“Dank u vriendelijk!” is het antwoord.
We lopen weer naar boven. Gek dat mijn moeder er nog steeds niet is. Ik loop nog even langs de kamer van Mark om te vragen of hij weet waar mama is. Maar Mark weet het ook niet.
“Matthijs, ik kom zo, ik bel even mijn moeder waar ze blijft.”
Hij knikt en loopt alvast weer mijn kamer in. Fijn dat hij me zo helpt. Ik loop naar beneden en pak de huistelefoon. Hij gaat een paar keer over en dan krijg ik de voicemail van mijn moeder. Het zint me niet. Ze is wel vaker laat, maar dan laat ze het wel weten.

Als ik weer de trap op loop, trilt mijn telefoon. Een berichtje van mijn moeder, gelukkig. Er staat dat ze nog even bezig is met iets en dat ze er pas over een uurtje is. Of wij alvast iets te eten klaar willen maken. Daar hadden Matthijs en ik nu echt geen tijd voor. Ik loop naar Mark zijn kamer.

“Mark, wil jij even wat eten maken voor ons en mama? Ze stuurde net een berichtje dat ze wat later is. Wij moeten echt nog even aan school werken.”
“Ja best, heb niets te doen’’.
“Ze is er over een uurtje,” zeg ik.
“Prima…”
Ik kijk hem dankbaar aan en ik loop terug naar mijn eigen kamer.
Als ik weer op mijn kamer ben, zie ik dat Matthijs achter mijn computer is gaan zitten.
“Even snel iets aanvullen hoor.”
Ik lach. Hij zit heel geconcentreerd te werken en het puntje van zijn tong hangt uit zijn mond. Wat ziet hij er toch schattig uit zo. Ik twijfel weer, zou Mark gelijk hebben? Hij is wel altijd nieuwsgierig naar alles, hij vraagt best veel.
“Thomas?” hoor ik ineens.
“Ja, sorry, wat zei je?” zeg ik snel.
Matthijs lacht. “Waar zit je met je gedachten?”
“Niets belangrijks…”
Hij wijst naar het beeldscherm. “Goed zo?”
Ik ga achter hem staan en lees het rustig door terwijl ik half over hem heen hang.
“Dank je, het ziet er prima uit”, zeg ik vriendelijk en ik leg even kort mijn hand op zijn schouder.
Matthijs kijkt om en glimlacht. Even voel ik een spanning tussen ons. Ik ga naast hem zitten en kijk naar het scherm.
“Thomas, zullen we nu de rollen omdraaien? Jij plaatjes opzoeken en ik typen.”
Ik knik. “Is goed…”

Als we bijna klaar zijn hoor ik de voordeur opengaan.
“Jongens, ik ben thuis!” roept m’n moeder en ik hoor haar de woonkamer inlopen.
Ik kijk Matthijs aan. “Zullen we even naar beneden? We gaan nu toch zo eten.”
“Ja, is goed”, zegt Matthijs. “Ik heb echt honger trouwens, jij?”
Ik kijk naar de klok. Het is al bijna half negen.
“Ja, het is ook al vrij laat”, zeg ik.
We lopen naar beneden. Zo te horen staat Mark al te koken, want ik hoor de afzuigkap. Mijn moeder kijkt een beetje verbaasd als ze Matthijs achter mij aan ziet lopen, de woonkamer in.”
“Hé, wat leuk!” roept ze vrolijk. “Je hebt iemand meegenomen!”
Ik vind het leuk dat ze zo reageert.
“Hallo mevrouw, ik ben Matthijs.”
“En hij is nog beleefd ook. Ik ben Laura, de moeder van Thomas.”
Matthijs geeft mijn moeder netjes een hand. Als het voorstellen achter de rug is, kijk ik naar mijn moeder. Ik ken haar langer dan vandaag. Ze denkt natuurlijk hetzelfde als Mark. Ze denkt dat Matthijs mijn vriendje is.
“Matthijs helpt mij met mijn werkstuk”, zeg ik.
“Dat is fijn. Ben je weer te laat begonnen?”
Ik knik schuldig. Matthijs lacht.
De sfeer is ontspannen. Zelfs Mark is spraakzaam. Matthijs en ik hangen nog een beetje voor de tv terwijl mijn moeder de tafel dekt en Mark de laatste hand legt aan onze maaltijd. Terwijl we naar de tv kijken, kijk ik tussendoor stiekem even naar Matthijs. Hij lacht heel blij. Ik merk aan mezelf dat ik smelt. Hoe kan dit nou? Ik keek nooit op zo’n manier naar hem. Ik raak een beetje in de war van mezelf. Toch voel ik me wel vrolijk. Ik besluit er verder niet over na te denken. Gewoon even genieten van deze avond.

Mark heeft lekker gekookt. Tijdens het eten is het erg gezellig. Matthijs en ik vertellen wat dingen over school. Mijn moeder is vrolijk en ontspannen. Als ik een flauwe grap over Matthijs maak, prikt hij me hard in mijn zij als straf. Ik schiet in de lach en kietel terug. Als we klaar zijn met klieren, zie ik Mark en mijn moeder allebei met dezelfde blik kijken. Ze lachen.

Na het eten ruimen Matthijs en ik samen de tafel even af. Inmiddels is het al bijna tien uur. Gelukkig is het werkstuk zo goed als af. Alleen nog maar een inhoudsopgave. Dat doe ik morgenochtend nog wel, want we zijn toch het eerst uur vrij.
“Nou, volgens mij zijn we klaar hier”, zegt Matthijs.
Ik kijk tevreden rond. “Ja, ik vind het goed zo. Zullen we nog even naar boven?”
Matthijs vindt het een goed plan. “Ik maak die inhoudsopgave nog even af. Dan kan je hem morgen zo inleveren.”
Ik kijk hem aan met een glimlach. “Dank je.”

Het werkstuk zit in een mapje en ik stop het in mijn tas. “Zo, klaar. Bedankt voor je hulp, Matthijs!”
“Geen dank,” zegt hij vrolijk, “ik doe het graag!”
Ik glimlach. Ineens voel ik me een beetje ongemakkelijk. Het is al laat, het werkstuk is af, maar stiekem wil ik nog niet dat Matthijs weggaat.
Matthijs kijkt me vragend aan. “Zal ik maar eens gaan dan?”
Ik twijfel. Als ik zeg dat ik wil dat hij blijft, is het misschien raar. Maar als ik nu instem, dan gaat hij weg.
“Moet je om een bepaalde tijd thuis zijn?” negeer ik zijn vraag.
Matthijs lacht. “Nee, mijn ouders zijn een weekje weg, dus ik ben alleen thuis.”
“Wow!” roep ik enthousiast, “dat is echt relaxed!”
“Ja klopt, ik kan de hele week uitnodigen wie ik wil, slapen bij wie ik wil.”
Heel even schiet er door mijn hoofd dat hij wel bij mij mag slapen in mijn redelijk nieuwe tweepersoonsbed. Ik moet die gedachte echt uit mijn hoofd gaan krijgen.
“Nou, dan blijf je gezellig slapen toch?” flap ik er ineens uit.
Waarom zei ik dat nou? Ik word soms zo moe va...
“Echt?” vraagt Matthijs vrolijk.
Ik kijk hem aan. Verbaasd door zijn reactie. “Ja,” zeg ik opgewekt, “waarom niet? Het is tenslotte al erg laat.”
Matthijs knikt. “Maar vindt je moeder dat wel goed, denk je?”
Oké, dat is een puntje. Ik weet niet of mijn moeder zo enthousiast zal zijn over ons spontane idee.
“Ik vraag het even, wacht maar even.”
Ik loop naar beneden. Als ik de woonkamerdeur opendoe, zie ik dat mijn moeder net alle spullen van het werk aan het verzamelen is.
“Hé Thomas, ik ga net naar bed. Ik dacht dat jij ook al sliep.”
Ik kijk verbaasd. “Hoe kan dat nou, Matthijs is er toch nog?”
Nu is het mijn moeder die verbaasd kijkt. “Ik dacht dat hij al weg was.”
“Nee, anders had hij toch wel gedag gezegd?”
Mijn moeder knikt. “Ja, maar ik was net heel lang aan de telefoon, toen hoorde ik de voordeur, dus ik dacht dat hij alvast was gegaan.”
“Nee, wij zijn alleen maar boven geweest hoor. Misschien is Mark even naar buiten?”
Mijn moeder schudt haar hoofd. “Hij was net nog even beneden.”
“Mam…?” vraag ik voorzichtig.
“Ja?”
“Kan Matthijs blijven slapen? Het is laat geworden en we moeten morgen toch allebei het tweede uur naar school.”
Ik kijk haar vol verwachting aan. Ik ben heel enthousiast over ons mogelijke logeerpartijtje.
Mijn moeder kijkt bedenkelijk. “Is dat wel zo handig? Morgen is een gewone schooldag, hè?”
“Ja, ik weet het,” antwoord ik, “maar Matthijs is toch maar alleen thuis.”
Mijn moeder denkt even na en zegt dan iets wat ik even niet zag aankomen.
“Is Matthijs je aanstaande vriendje?”
Ik ben even verbaasd. Maar ik snap wel dat ze dat denkt. Dat zag ik al tijdens het eten.
“Nee mam, gewoon een vriend.”
Ze lacht. “Maakt niet uit hoor, Thomas. Ik ben gewoon benieuwd. Maar goed, laat hem maar hier blijven dan. Er ligt nog een nieuwe tandenborstel in het kastje naast de wastafel en ik neem aan dat hij van jou wel sokken en ondergoed kan lenen?”
Ik knik. “Ja natuurlijk, dat is geen probleem. Dank je wel, mama!”
Ik geef haar een knuffel en loop weer naar boven. Onderweg naar mijn kamer denk ik aan een praktisch dingetje. Het slapen. Moet ik vragen of hij op een apart matras wil slapen of zal ik hem aanbieden bij mij in bed te kruipen? Nee, dat is raar. Ik besluit het matras alvast uit de logeerkamer te halen en sleep het onhandige ding mijn slaapkamer in.
Matthijs lacht als hij me ziet binnenkomen. “Ik gok dat dit een ja is?”
“Klopt,” zeg ik, “het is geen probleem.”
Ineens kijkt Matthijs naar de deur. Ik draai me om en zie dan waarom. Daar staat Mark met een enorme grijns op zijn gezicht.
“Zo, Thomas, heb jij een logeerpartijtje?”
“Ja, klopt, welterusten Mark”, zeg ik met een beetje geïrriteerde toon.
Ik weet natuurlijk precies waar hij op doelt.
Mark ziet dat ik me een beetje irriteer en besluit er subtiel nog een schepje bovenop te doen.
“Doe je voorzichtig met mijn broertje, Matthijs?” zegt hij tegen Matthijs met een valse blik.
“Ik eeh….eehm...”, stamelt hij.
“Niet antwoorden, Matthijs!” roep ik en ik kijk Mark boos aan. “Dag, Mark!”
Hij begrijpt de hint, want hij verdwijnt uit de deuropening en sluit de deur achter zich. Mooi, die is weg.
“Sorry, hij is soms vervelend”, zeg ik tegen Matthijs.
“Het geeft niet, hoor”, zegt hij. “Het had toch gekund, dat wij iets hebben?”
Ik ben even verbaasd door zijn opmerking, maar herstel me snel.
Een beetje verlegen zeg ik: “Ja, dat is waar. Wil jij je eerst even opfrissen in de badkamer? Dan maak ik het bed wel op.”
“Is goed…” en weg is hij.
Jeetje, wat raak ik in de war van die jongen. Ik vond het altijd wel een knappe jongen, maar hij is ook nog eens heel lief en aardig. Het lijkt wel of ik spontaan voor hem begin te vallen. Altijd heb ik me voorgenomen om nooit iets te beginnen met mensen van school. Dat geeft alleen maar problemen. Ik denk dat ik er in de loop der tijd goed in ben geworden om niet op die manier te kijken naar jongens die ik ken. Maar nu faal ik keihard. Dan komt er ook nog eens de twijfel over zijn geaardheid bij. Hij maakt soms opmerkingen waardoor ik denk dat hij ook homo is. Maar misschien beeld ik me dat alleen maar in omdat ik het wil zien.
“Ik ben klaar”, hoor ik ineens naast me.
Ik kijk Matthijs aan. “Sorry, ik stond even in gedachten. Ik zal even snel het bed opmaken.”
Hij pakt de lakens uit mijn handen. “Laat mij maar, jij zit toch alleen maar aan mij te denken.”
Ik word rood. “Nee… nee, echt niet”, stamel ik.
Nu lacht Matthijs. “Het feit dat je uit de kast bent, hoeft niet te betekenen dat je je er meteen op die kast moet laten jagen natuurlijk!”
“Gemeen ben jij!” lach ik en ik geef hem een por in zijn zij.
Nu lachen we allebei. Ik besluit me maar even snel op te frissen in de badkamer en binnen een paar minuutjes ben ik weer terug in mijn kamer. Matthijs ligt al op het matras met de deken over zich heen. Naast hem ligt zijn spijkerbroek en blouse op de grond. Jammer dat ik die verkleedpartij net even heb gemist.
“Dat doe je snel”, zeg ik.
Matthijs knikt. “Ik ben wel jaloers dat jij zo’n groot zacht bed hebt, hoor.”
Ik lach. “Ja, je hebt altijd baas boven baas natuurlijk!”
Hij lacht en mompelt iets onverstaanbaars. Ik trek mijn kleding uit en houd alleen mijn boxer aan en stap mijn bed in. Als ik eenmaal lig, slaak ik een zucht.
“Ooooo, wat ligt dit bed toch lekker, zeg!” roep ik plagend en doe het licht uit.
“Nou!” roept Matthijs, “jij bent echt gemeen. Als je niet oppast, kom ik bij je liggen, hoor!”
Ik lach. “Doe je toch niet. Ik ben homo hoor, dus kijk maar uit.”
Oké, een beetje uitdagen kan geen kwaad.
“Boeit me niets”, zegt hij en ik hoor hem opstaan van het matras.
Het zou toch niet…
Maar voordat ik ook maar iets kan zeggen of denken, voel ik dat mijn dekbed een stukje opgetild wordt en dat Matthijs naast me komt liggen. Wow! Dat had ik niet verwacht.
“Zo,” zegt hij, “nu kan ik ook van je bed genieten.”
“Je bent wel een beetje gek hoor…” zeg ik.
Hij lacht. “Ja, klopt.”
“Nou, welterusten dan maar”, zeg ik terwijl ik hem aankijk.
“Welterusten, Thomas”.
Voordat ik me om kan draaien, geeft hij me ineens een kus op mijn wang.
“Ik vond het gezellig vandaag, dank je.”
Ik ben verbaasd. “Ik ook”, zeg ik en ik besluit hem een kus op zijn wang terug te geven.
Hij grinnikt een beetje verlegen. Schattig. Wat een dag. Eindelijk even een leuke dag zonder gezeur. En dan eindigt de dag ook nog eens met een hele leuke jongen naast me in bed. Ik moet mezelf inhouden om niet even mijn hand op z’n zij te leggen of even door zijn haar te strelen. Met die gedachten val ik in een diepe slaap.

Gesloten