Een nieuw begin (Deel 7)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
jeroen0107
Berichten: 64
Lid geworden op: za 23 nov 2013, 00:25
Vul het getal in: 123
Locatie: Deventer

Een nieuw begin (Deel 7)

Bericht door jeroen0107 » vr 27 dec 2013, 15:30

Inmiddels alweer deel 7 van het verhaal. Dingen zijn niet altijd als het lijkt in de eerste instantie. Kijk naar de omslag van de moeder van Thomas. Die omslag zie je vaak na een coming out en hier toch ook weer. Lijkt wel of ouders dan even aan het idee moeten wennen maar uiteindelijk beseffen dat het toch niet verandert. Thomas is natuurlijk blij met de reactie van zijn moeder. Toch blijft het spannend hoe ze uiteindelijk op Mark zal reageren. Hij heeft natuurlijk wat uit te leggen...

Reacties op dit verhaal: http://forum.oliversverhalen.nl/viewtop ... 9&start=30

Een nieuw begin Deel 7

Ik kijk haar verbaasd aan. Moeders voelen dat soort dingen op een of andere manier toch. Ik twijfel even maar zeg dan:
“Vast niet…” en loop de deur uit, op naar de kamer van Mark. Ik sla met een vlaag de deur open.
“Lekker, nu gaat mama mij uit zitten horen. Ik blijf niet liegen hoor tegen haar, dan weet je dat!”
“Sorry, Thomas, ik snap het. Ik wil er gewoon even over nadenken, hoe ik het haar ga vertellen.”
“Als je dat maar snel doet…welterusten…”

Het is inmiddels al laat en heb nog geen zin om te slapen. Ik besluit nog even lekker achter mijn bureau te gaan zitten. Beetje facebooken, sites bekijken. Ik merk dat het een waanzinnige bende is in mijn kamer. Ik kan bijna niet bij het toetsenbord! Ik schuif alles opzij tot ik ineens die brief weer zie van de vliegschool. Ik lees hem nog eens door. Ik ben het helemaal vergeten om het te vertellen aan mijn moeder. Stom. Maar, aan de andere kant is er ook wel erg veel gebeurd de laatste dagen. Ik zal het er morgen wel eens met mama over hebben.

Het is zaterdag. Fijn, de hele dag thuis en niets te doen. Ik ben natuurlijk vroeg wakker want ja, als je er vroeg uit moet wil je tot 10 uur slapen, en andersom. Althans, wel als je Thomas heet. Ik besluit toch maar mijn bed uit te gaan. Ondanks dat ik klaarwakker ben heb ik ruim een half uur nodig voordat ik dan eindelijk op de bank neerplof met een boterham. Net als ik de TV aan wil zetten gaat mijn telefoon. Joris. Daar heb ik eigenlijk geen zin in, maar aangezien het pas 9 uur is en zaterdag ochtend zal er wel iets dringends zijn.

“Met Thomas…”
“Heey Thomas, Joris hier! Lag je nog te pitten?”
“Nee ik ben al wakker hoor…”
“Oke, nou mooi. Matthijs en ik vroegen ons af of je vandaag zin hebt om mee te gaan naar Amsterdam. Gewoon dagje lekker eten, winkelen, je kent het wel..”
Interessant. Normaal zie ik Joris en Matthijs bijna nooit na school, en nu willen ze ineens dat ik mee ga. Eigenlijk heb ik niet zoveel zin, maar het alternatief is nog veel saaier natuurlijk.
“Ja is goed, ik ga wel mee. Wat spreken we af dan?”
“11 uur op het station goed?”
“Prima, tot zo!”
Ik sluit het gesprek af. Als ik er even over nadenk krijg ik toch stiekem wel zin om even een dagje weg te gaan. Ik besluit alvast lekker te gaan douchen en ruim op tijd zit ik op de fiets richting het station. Het is prachtig weer, ze hebben het goed gepland moet ik zeggen. Eenmaal op het station aangekomen wacht ik in de grote hal. Het duurt niet langer dan twee minuten voordat ik de jongens aan zie komen lopen.
“Jooow” roept Joris vrolijk.
“Hey, hallo!” zeg ik tegen hem en knik naar Matthijs.
“Zullen we de eerst volgende trein pakken, die halen we nog net als we even rennen.” zegt Matthijs.
Ik kijk op het bord. Inderdaad, maar dan moeten we wel snel zijn. We besluiten snel naar de trein te hollen en net als het fluitje van de conducteur gaat spingen we de trein in. Enigszins uitgeput van deze kort maar intensieve sprint zoeken we een rustig plekje op. Dat is op dit tijdstip ook niet zo heel moeilijk natuurlijk.

We lopen al bijna twee uur door de winkelstraten van Amsterdam als Joris met het idee komt om even wat te gaan eten.
“Goed idee, Joris, ik sterf van de honger!” roept Matthijs.
“Inderdaad zeg!” val ik bij.
We lopen het eerste en beste eet-cafe in en maken het onszelf gemakkelijk in een rustig afgezonderd hoekje. Vanaf hier kunnen we lekker mensen kijken die buiten langslopen. Dat vind ik altijd leuk om te doen.

Onder het genot van een lekker drankje en een broodje zitten we te gieren van het lachen om alle vreemde mensen die voorbij komen. De één is nog gekker gekleed dan de andere. Er loopt zelfs een vrouw met een paarse hanekam. Ongelooflijk. Dan ineens loopt er een blonde jongen voorbij, slank en prachtige blauwe ogen en super leuk haar. Ik ben er even stil van en heb niet door dat ik de jongen helemaal nakijk.
“Leuke jongen hè?” zegt Joris ineens.
Ik kijk hem enigszins verschrikt en met grote ogen aan, wat moet ik hier nu mee? Ik heb een halve seconde de tijd tussen de keuze: Eerlijk zijn of liegen.
“Ja ik vind hem wel leuk, ja…” probeer ik zo gewoon mogelijk te zeggen.
“Dus je valt op jongens?”
Matthijs zegt niets en kijkt alleen maar vol afwachting naar mij. Joris kijkt verwachtingsvol maar vriendelijk.
“Klopt…”
“Oké, dat had ik al op school gehoord hoor, maar nu had ik mooi even de kans om het te vragen.”
Joris klinkt gewoon, alsof we het over een doodnormaal onderwerp hebben. Dat is natuurlijk ook wel zo maar het voelt toch anders.
“Wat vind je er van dan?” vraag ik toch maar ter bevestiging
“Nou, gewoon… ik vind er niet echt iets van eigenlijk. Ik vind meisjes leuk, jij jongens. Boeien!”
Hij kijkt er vrolijk bij. Dit had ik niet verwacht. Onverwacht een coming out en dan ook nog eens met zo’n reactie. Dit geeft een goed gevoel.
“Wat vind jij dan, Matthijs?” vraagt Joris.
“Ja mij maakt het ook niet uit hoor Thomas. Maar ik ben wel benieuwd hoe je daar nou achter bent gekomen eigenlijk.”
“Ja dat gaat vanzelf, eerst twijfelen, dan op een gegeven moment kan je er voor jezelf niet meer omheen..”
“Lijkt me best moeilijk..” zegt Matthijs bedenkelijk.
“Ja op sommige momenten is dat ook wel zo, maar je kunt er niets aan veranderen hoor!”
Ik merk aan mezelf dat ik vrolijk word van dit gesprek. Ze tonen begrip en ik kan gewoon mezelf zijn, eerlijk zijn. Super dit!

We praatte nog wat verder over het homo-zijn en alles wat er op school is gebeurd. Ik besluit niets te zeggen over Mark. Dat is wat te persoonlijk. Ik moet altijd uitkijken, als ik vrolijk word verander ik langzaam in een flapuit. Dat moet ik niet doen.

Na een lange en gezellige middag staan we weer op ons treinstation in onze woonplaats.
“Het was gezellig jongens, doen we nog eens over!” roept Joris vrolijk
“Zeker, was tof!” antwoord Matthijs.
“En ook bedankt dat jullie zo reageerden, hè!”
“Ja, dat spreekt voor zich, Thomas!” zegt Matthijs.

Ik zit op de fiets terug naar huis. Vrolijk, dankbaar. Mijn dag kan niet meer stuk. Ik ga onderweg nog even langs Anne heb ik besloten. Ik moet haar natuurlijk even bijpraten over alles. Ze weet het natuurlijk ook nog niet van Mark, hoe het nu thuis gaat. Het is eigenlijk al bijna etenstijd dus ik hoop dat ze nog niet aan tafel zitten. Ik zet mijn fiets tegen de lantaarnpaal in de straat en loop naar de voordeur van het huis van Anne. Er doet niemand open. Jammer! Dan vanavond nog maar een keer proberen. Ik fiets door naar huis. Als ik eenmaal binnen ben zie ik dat mijn moeder al druk aan het koken is.
“Hoi mam, wat ben je aan het maken?”
“Hee Thomas, we eten spaghetti..”
“Ooh, lekker. Hoe lang nog voor we gaan eten?”
“20 minuten ofzo, ik ben net begonnen.”
“Oké, dan loop ik nog even naar Mark. Hij is boven neem ik aan?”
“Nee Mark is er niet, hij is bij jullie vader.”
Dat is vreemd. Mark en mijn vader zijn nou niet de beste match. Geen idee waarom hij daar dan ineens zou heen gaan.
“Waarom dan?”
“Weet ik niet. Hij was al weg voordat ik iets kon vragen. Misschien heeft jullie vader weer iets met zijn computer. Dat zal ook niet de eerste keer zijn.”
“Dat zal het dan wel zijn. Ik ga nog even proberen Anne te bellen, kom zo wel weer beneden..”
Ik loop de trap op en bel Anne op. De telefoon gaat over maar er word niet opgenomen. Misschien is ze een dagje weg of zo. Anders komt het morgen wel. Ik hoop in ieder geval dat Mark zo thuis komt. Ik heb nog genoeg aan hem te vertellen over vandaag. Het is voor hem waarschijnlijk ook fijn om te horen dat er ook mensen zijn die zo positief reageren.

Ik loop weer naar beneden en neem gelijk de brief van de vliegschool mee.
“Mam, ik heb een brief van de vliegschool gekregen. Het gaat over de opleidingslocatie. Die wordt verplaatst.”
Mijn moeder pakt verbaasd de brief vast en begint aandachtig te lezen.
“Wat vind je daarvan?” zegt ze als ze klaar is met lezen.
“Ik weet het niet. Het heeft zijn nadelen maar misschien vind ik het wel fijn om hier eens even weg te zijn.”
Het klinkt misschien niet zo aardig als ik dat zo zeg maar het is wel eerlijk. Ik vind het namelijk ook niet zo heel erg.
“Ach, weet je, Thomas. Iedereen gaat een keer ergens studeren. Dat is een onderdeel van het volwassen worden vind ik, samen met studiegenoten ergens wonen, op jezelf zijn aangewezen. Ik vind het wel goed hoor!”
Ik ben het met haar eens. We besluiten binnenkort een keer een dagje naar Maastricht te gaan om daar de campus even te gaan bekijken. Dan weet ik in ieder geval een beetje waar ik terecht kom.

Na het eten besluit ik Mark maar even te bellen over wat hij nou bij papa aan het doen is. Maar helaas neemt hij niet op. Van Anne had ik ook nog niets gehoord dus ik besluit er nog even langs te gaan. Dat was ik toch al van plan. Als ik aanbel doet haar moeder open.
“Hey! Is Anne thuis?”
“Ja ze is boven, loop maar door hoor!” zegt ze vriendelijk.
Ik loop de trap op en klop op de kamerdeur van Anne.
“Jaaaa…..” klinkt het vragend.
Ik zwaai de deur open en kijk haar vrolijk aan.
“Verassing!”
“Hee Thom, wat leuk! Ik had je niet verwacht.”
“Ik had je al gebeld en geappt, maar geen gehoor….”
“Ooh, ja die telefoon is weer stuk. Sorry, had je nog een facebook berichtje willen sturen.”
“Hoe is het nou thuis?” begint Anne.
Ik vertel haar alles. Het is fijn om even mijn hart te kunnen luchten, al is er nu voor mij niet zo veel meer aan de hand natuurlijk. Mijn moeder accepteert het, Mark is niet langer de vijand, als ik het zo even mag noemen.
“Goh, er gebeurt wel een hoop zeg! Maar Mark… had ik niet gedacht hoor..”
“Ja ik ook niet, al had ik de laatste dagen toen hij zo raar deed wel een beetje een vermoeden in die richting eigenlijk.”
“Maar je moeder weet het dus nog niet?”
“Nee, Mark wil er nog over denken, hoe hij het wil vertellen.”
“Nou die kans had hij jou dan ook wel mogen geven zeg!”
“Ja is zo. Maar ik ga me niet gedragen als hem. Ik weet hoe rot het is om het niet op je eigen manier te kunnen doen. Laat hem maar, volgens mij heeft hij het er moeilijker mee dan ik toen en nu…”
“Je bent toch een lieverd hoor!” roept Anne vrolijk.
Ik bloos ervan. Toch als we het zo over Mark hebben maak ik me zorgen om hem. Hij moet niet te negatief gaan denken. En ik vind het ook vreemd dat hij ineens naar mijn vader is gegaan. Hij en onze vader was niet altijd de beste match. Dat contact is eigenlijk nog verder verwaterd de laatste tijd. Zou hij naar hem toe zijn om het te vertellen? Advies te vragen? Ik hoop het niet, want als ik het zo inschat denk ik dat mijn vader dat niet zo kan waarderen. Met mij heeft hij ook geen contact meer gezocht sindsdien. Ik ook niet met hem, dat dan ook weer. Maar ik heb eigenlijk geen idee wat ik zeggen moet.

Op weg naar huis krijg ik een berichtje van Mark. Er staat dat hij weer thuis is en dat we dringend moeten praten. Mijn vermoeden dat er bij onze vader iets is voorgevallen wordt alleen maar sterker. Als ik de woonkamer inloop schrik ik. Mark zit op de bank met mijn moeder bezorgd naast hem. Ik snap niet zo goed waarom totdat Mark me aankijkt. Hij heeft een behuild gezicht en… heeft hij nou een bloedneus gehad?
“Mark, wat is er gebeurd?”

Gesloten