Liefde hfdst. 20 (slot)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfdst. 20 (slot)

Bericht door dkz09 » do 26 dec 2013, 11:58

“Ik heb niet gelogen - Ik hou echt van je.”, zegt Tim en geeft daarop een kus op Jaspers mond en klemt Jasper stevig tegen zich aan en zegt, “Ik laat je nooit meer alleen … Want ik hou van je voor de rest van mijn leven.”
Dan komt er een ambulance de hoek om gescheurd en met piepende banden tot stilstand. De ambulancebroeders pakken hun spullen, springen uit de auto en rennen richting Jasper, terwijl Niels en Koen bezig zijn om Tim van Jasper weg te krijgen. Maar hij laat Jasper niet los.
“Jasper, ik heb er echt niks mee te maken.”, zegt Tim.
“Ga weg, laat mij gewoon met rust - voor altijd.”, fluistert Jasper, waarna zijn ogen dicht vallen en hij flink begint te schokken.
“Hou hem nog maar even vast.”, zegt een ambulancebroeder.
“Waarom?”, vraagt Tim zachtjes.
“Hij heeft een epileptisch aanval … en omdat jij hem nu vasthebt … is het handiger, dat je hem vasthoudt, tot hij weer bij is gekomen. Anders kan het zijn, dat hij onnodig verwondingen oploopt.”, legt de ambulance broeder uit.
“Maar waarom doet u nu niks?”, vraagt Tim stuurs.
“Zo lang hij buiten westen is, mogen we niet aan hem zitten … voor onze en zijn eigen veiligheid … omdat hij ongecontroleerde bewegingen maakt.”, legt de ambulance broeder verder uit.
Tim doet wat de ambulance broeder vraagt. Hij laat Jasper niet los. Intussen vraagt de ambulance broeder aan Niels, Koen en Tom wat er gebeurd is, want de broeder heeft het idee, dat Tim daar niet toe in staat is. Koen doet het hele verhaal. Niet alleen de broeder, maar ook Niels en een agent luisteren aandachtig. De agent noteert het gelijk allemaal. Als Koen het hele verhaal heeft gedaan, vraagt de broeder of iemand de ouders of familie van Jasper kunnen bellen. Hierop meldt Niels, dat de zus van Jasper hier ook op school zit en wijst in haar richting. De broeder knikt.
“Maar het is ook handiger, als de ouders worden ingelicht.”, zegt de broeder.
“Tom, bel jij zijn moeder?”, vraagt Niels.
“Dat ga ik doen.”, zegt Tom en hij pakt zijn mobiele telefoon en belt naar Jaspers moeder.

Verderop besluit de agent om met de dames naar binnen te gaan. Als mevrouw Klaver de deur open doet, ziet ze dat mevrouw Londen en een aantal andere docenten de toegang van de aula geblokkeerd hebben om te voorkomen, dat leerlingen naar buiten gaan om te kijken wat er aan de hand is. De directeur staat in de hal en loopt gelijk op het groepje af. Hij groet kort de agent en mevrouw Vos. Daarna gaat hij ze voor en brengt ze naar de directiekamer. Als de iedereen de kamer binnen is, doet de directeur de deur dicht. Hij stelt dan voor om allemaal te gaan zitten en loopt zelf nog even de kamer uit. Als hij even later met een dienblad met een kan water en glazen terugkomt en het dienblad op tafel heeft gezet, schenkt hij voor iedereen een glas water in. Dan als iedereen een glas heeft, gaat hij ook zitten. Dan vraag de agent, wat er precies buiten is gebeurd. Sofie voert het woord. Als Sofie halverwege is met haar verhaal, wordt er op de deur geklopt en geopend. Dan stappen meneer Kostuum, meneer Blakkere, meneer Vos, Tom en Koen de directiekamer binnen. Zodra zij ook plaats hebben genomen aan de tafel, gaat Sofie verder met haar verhaal.

Niels en Bart zijn buiten gebleven om niet alleen Tim op te vangen, maar ook om mevrouw Gunther op te wachten. Als er een auto bij het plein stopt en een dame uitstapt, loopt Niels richting de ingang van het plein.
“Waar is mijn zoon?!”, roept mevrouw Gunther.
“Komt u maar mee.”, zegt Niels.
“Ik wil naar mijn zoon!”, roept mevrouw Gunther.
“Dat kan nu nog niet … Hij is nog buiten bewustzijn.”, zegt Niels rustig.
“Wat is hier gebeurd?”, vraagt mevrouw Gunther wanhopig.
“Een paar dronken jongeren hebben uw zoon in elkaar geslagen.”, zegt Niels rustig.
“Wat is dit voor een school … Er wordt gewoon alcohol geschonken!”, roept mevrouw Gunther kwaad.
“Totaal niet … De jongeren, die u zoon in elkaar geslagen hebben … zitten, zover nu bekend is, niet bij ons op school. Vermoedelijk liepen ze hier langs en hebben uw zoon samen met Tim zien zoenen. Ze waren samen buiten.”, zegt Niels net zo kalm als eerder.
“Waarom waren ze dan buiten?”, vraagt mevrouw Gunther.
“Omdat Jasper het binnen benauwd kreeg. Dus is hij naar buiten gegaan. Tim heeft dat gezien en is achter hem aan gegaan. Nadat ze een tijdje gepraat hebben, is Tim naar binnen gegaan. Dat hebben die jongens gezien en zijn blijkbaar toen op Jasper afgegaan.”, legt Niels in het kort uit.
“Maar wie is daar bij mijn zoon?”, vraagt mevrouw Gunther, terwijl ze richting Jasper wijst.
“Dat is Tim Vos.”, antwoord Niels.
“Is dit de moeder van de jongeman?”, vraagt de ambulancebroeder, die naar hun toe gelopen komt.
“Dit is mevrouw Gunther, de moeder van de jongen.”, antwoord Niels.
“Hoe is het met hem?”, vraagt mevrouw Gunther aan de broeder.
“Zoals wij nu kunnen zien alleen wat kneuzingen, blauwe plekken en een bloedneus. Hij heeft momenteel een epileptisch aanval, waardoor we hem nog niet goed kunnen onderzoeken.”, legt de broeder snel en kort uit.
Dan wordt hij geroepen door zijn collega, waarop de broeder zich omdraait en gelijk naar zijn collega loopt. Intussen is er agent bij Niels en mevrouw Gunther komen staan. Deze noteert wat gegevens en licht nog wat dingen toe.

Binnen is intussen Sofie klaar met het verhaal. De directeur is flink kwaad en laat dat ook merken.
“Kunt u mij zo snel mogelijk de namen laten weten van die dronken jongens?”, vraagt de directeur aan de agent.
“Uhm, eigenlijk niet. Ik zal het zo snel mogelijk doorgeven.”, antwoordt de agent.
“Alvast bedankt, want als er een paar van school bij zitten, dan kan ik daar maatregelen tegen nemen.”, zegt directeur boos.
“Ik zal gelijk gaan navragen bij collega’s.”, antwoord de agent en staat op. De man loopt de kamer uit om naar het bureau te bellen voor informatie over de dronken jongens.
“Mevrouw en meneer Vos, maakt u zich geen zorgen. Dit soort dingen worden hier niet geaccepteerd … Homoseksualiteit word hier geaccepteerd … Pesten en discrimineren worden hier niet getolereerd.”, zegt de directeur.

Dan komt de agent weer binnen met een briefje waar de namen van de dronken jongeren op staan. De directeur bekijkt het briefje aandachtig. Maar geen van de namen zegt hem zo iets snel. Nou ja, half. Twee namen zeggen hem wel iets, want dat zijn oud-leerlingen. Maar de andere twee zou hij niet weten. Hij geeft het briefje aan mevrouw Klaver, meneer Blakkere en meneer Kostuum met de vraag of hen die twee namen iets zeggen.
“Ja, Hendrik van der Heide zit hier op school … Hij zit bij Koen en Tim in de klas.”, zegt mevrouw Klaver.
“Oké, dat is nummer één die geschorst wordt.”, zegt de directeur.
“Maar die ene zegt mij niks.”, zegt mevrouw Klaver.
“Mij ook niet.”, zegt meneer Kostuum daarna.
“Op Hendrik en die twee oud leerlingen, zeggen die anderen mij ook niks.”, antwoord meneer Blakkere na een kleine stilte.
“Mooi, dan ga ik nu even mededeling doen in de aula.”, zegt de directeur, als hij is opgestaan en richting de deur loopt, “U kunt hier allen blijven zitten ik kom zo terug.”
Maar op het moment dat de directeur de deur wil openen, gaat deze al open en stappen Bart en een agent naar binnen.
“Ik heb een mededeling.”, zegt Bart.
“Toch niks ernstig?”, vraagt Sandra.
“Nee, Jasper heeft zo te zien alleen wat kneuzingen, blauwe plekken en een bloedneus.”, deelt Bart mee.
“Moet hij mee naar het ziekenhuis?”, vraagt Sandra.
“Dat weten ze nog niet.”, antwoord Bart.
“Waar is mijn moeder?”, vraagt Sandra dan ineens.
“Die is buiten bij Niels.”, antwoord Bart.
“En waar is mijn zoon Tim?”, vraagt mevrouw Vos.
“Die is ook buiten … Want hij mag momenteel Jasper niet los laten … Want Jasper heeft een epileptisch aanval.”, legt Bart uit.
“Zijn er nog juridische gevolgen voor Tim?”, vraagt meneer Vos.
“Nee, hem wordt niks aangerekend … Hij moet wel een getuigenverklaring afleggen … En Jasper ook, maar hij moet ook aangifte doen.”, legt de agent naast Bart uit.
“Net als iedereen die hier nu zit. Jullie moeten ook een verklaring afleggen.”, zegt de andere agent.
Iedereen knikt begrijpend, waarop de agenten besluiten om gelijk van iedereen een verklaring af te nemen. De directeur hoeft geen getuigenis af te leggen. Hij loopt de kamer uit. Op weg naar de aula om iedereen te infomoren.

“Jasper, ik heb er echt niks mee te maken. Ik hou ontzettend veel van je. Waarom heb ik jou ook alleen achter gelaten? Waarom heb ik nooit eerder iets tegen je gezegd? Ik hou ontzettend veel van...”, zegt Tim emotioneel.
“Ik hou ook van jou.”, fluistert Jasper huilend, terwijl hij weer bij zijn positieven komt.
“Ik laat je nooit meer gaan.”, zegt Tim en geeft Jasper voorzichtig een kus op de mond.
“Jij mag even niet antwoorden … Want dit is een standaard proces.”, zegt de broeder tegen Tim, die op zijn beurt knikt.
“Jongeman, hoe heet je?”, vraagt de broeder aan Jasper terwijl hij met een lampje in zijn ogen schijnt.
“Jasper Gunther.”
“Hou oud ben je?”
“Achttien jaar.”
“Wat voor dag is het vandaag?”
“Veertien februari.”
“Waar ben je op dit moment?”
“Op het schoolplein.”
“Wat is er gebeurd?”
“Tim en ik hebben gepraat … Toen hebben we gezoend … Toen is hij naar binnen gegaan om zijn jas te halen … Omdat ik het koud had … Vlak daarna werd ik van achteren vast gepakt … Toen wat stemmen en voor ik het wist had ik een stomp in mijn maag … Ze riepen ook van alles naar mij.”, zegt Jasper zachtjes.
“Blijf maar even rustig liggen … Dan onderzoeken we je … Heb je ergens pijn?”, vraagt de broeder.
“Mijn neus doet zeer … Ook wat pijn in mijn maag en verder doet het in mijn armen en benen pijn.”, antwoord Jasper.
“Oké.”, zegt de broeder en begint met het onderzoek, terwijl zijn collega de bloedneus van Jasper verzorgt. Inmiddels staan Niels en mevrouw Gunther vlakbij het viertal. Bij Niels wordt een getuigenis afgenomen door een agent. Ook Tim geeft een verklaring af aan de agent. Met mevrouw Gunther wordt er afgesproken dat de politie in de loop van de week langskomt voor een verklaring en aangifte van Jasper.
“Nou, het zijn alleen wat kneuzingen en blauwe plekken.”, zegt één van de broeders als ze bijna klaar zijn met hun onderzoek.
“Moet hij mee naar het ziekenhuis?”, vraagt mevrouw Gunther.
“Ja en nee … Wat betreft de verwondingen hoeft het niet … Maar omdat hij ook een tijdje buiten westen was is het misschien wel verstandig.”, legt de broeder uit.
“We hebben niet eens gedanst.”, zegt Tim een beetje teleurgesteld.
“Doen we dan een andere keer.”, zegt Jasper.
“Niks ervan! Jullie dansen vanavond nog.”, zegt mevrouw Gunther resoluut.
“Uh, hoe bedoelt u, mevrouw Gunther?”, vraagt Tim verbaasd.
“Nou, Jasper gaat niet naar het ziekenhuis … Ik hou hem zelf in de gaten … Als het echt niet gaat … dan gaat hij mee naar huis of ik breng hem zelf naar het ziekenhuis.”, zegt mevrouw Gunther.
“Dat mag ook.”, zegt de broeder, terwijl zijn collega de spullen opruimt.
Jasper word zowel door Tim als Niels overeind geholpen. Intussen krijgt mevrouw Gunther nog wat advies. Als Tim en Niels Jasper op twee benen hebben staan, slaat Tim gelijk zijn armen om Jasper heen.

“Zo heren en volgens mij willen jullie mij nog wat vertellen?”, vraagt mevrouw Gunther als het gesprek met de broeder is afgerond en de ambulance en politie is vertrokken.
“Mam, mag ik je voorstellen, dit is Tim Vos, mijn vriendje.”, zegt Jasper.
“Aangenaam kennis met u te maken.”, zegt Tim.
“Laat dat ge-u weg en noem me maar Marijke.”, zegt mevrouw Gunther.

Dan komen meneer en mevrouw Vos, Sandra, Sofie, Koen, Tom en Bart naar buiten en lopen op het viertal af. Ze zijn opgelucht dat het goed is afgelopen met Jasper. Niels slaat zijn arm om Bart heen en geeft hem een kus op de wang.
“Pap en mam, mag ik jullie voorstellen aan Jasper Gunther, mijn vriendje.”, zegt Tim trots.
“Aangenaam kennis met u te maken.”, zegt Jasper als voorzichtig de handen schudden.
“Zeg maar jij en noem ons maar Dennis en Karin.”, zegt meneer Vos.
“Dan bent u zeker de moeder van Jasper.”, zegt mevrouw Vos als ze haar hand uitsteekt naar mevrouw Gunther.

Iedereen is blij, dat Jasper en Tim eindelijk iets hebben. Vooral Koen, Sofie, Tom, Niels en Bart zijn blij.
“Ik heb het nog steeds koud.”, zegt Jasper een beetje lollig.
“Dan gaan we samen naar binnen.”, zegt Tim en slaat voorzichtig zijn arm om Jasper heen. Samen lopen ze richting de ingang van de school. Met Sandra en Tom voor hen. Maar helemaal voorop lopen Niels en Bart heel gelukkig. Dan ineens schiet Sofie iets te binnen.
“Wat was dat net in de theaterzaal?”, vraagt Sofie waardoor iedereen gelijk stil staat.
“Bart heeft mijn ten huwelijk gevraagd … Ja, wij zijn ook homo.”, zegt Niels.”
“En wat heeft Niels geantwoord?”, vraagt Jasper.
“JA!”, roept een dolblije Bart.
“Bij deze zijn jullie allemaal uitgenodigd voor ons huwelijk.”, zegt Niels.
“Ook meneer en mevrouw Vos en mevrouw Gunther.”, zegt Bart er nog bij.

Inmiddels staat de directeur op het podium. De muziek word gepauzeerd. Waardoor er wat geroezemoes en boe geroepen word. Maar als iedereen ziet wie er op het podium staat, is iedereen gelijk stil, want de directeur ziet er niet vrolijk uit. Als het helemaal stil is, begint de directeur zijn mededeling.
“Er is vanavond iets vervelends gebeurd hier op het schoolplein … Een leerling van deze school is in elkaar geslagen door vier dronken jongeren … Waarvan twee oud leerlingen, een onbekende jongen van deze school en door Hendrik van der Heide … Deze laatste is ook voor onbepaalde tijd geschorst … Want homofobie kunnen wij hier missen … Pesten en discriminatie om wat dan ook wordt hier niet geaccepteerd en hard tegen op getreden … Want Jasper Gunther is vanavond door onder andere Hendrik in elkaar geslagen … Omdat Jasper homo is … En buiten heeft staan zoenen met Tim Vos … Jasper heeft wat kneuzingen, blauwe plekken en een bloed neus aan over gehouden … Ik ben diep geschokt dat dit soort geweld hier op school plaats vindt … Even als dat sommige leerlingen hier drank nuttige wat verboden is … Ook wil ik gelijk duidelijk benadrukken dat wel elke soort van geweld, pesten en discriminatie afkeuren … Iedereen is hier welkom ongeacht geloofsovertuiging, geaardheid en afkomst … Wie toch pest of discrimineert wordt hart aangepakt … Laat dat duidelijk zijn … Ondanks wat er buiten is gebeurd gaat het feest gewoon door … Maar bij deze is iedereen ingelicht en gewaarschuwde.”, deelt de directeur mee.
Als hij klaar is en de muziek weer aan gaat, staat iedereen nog geschokt stil van het nieuws, wat hun directeur zojuist heeft meegedeeld. Maar dan ineens beginnen er een aantal mensen te klappen. Na een tijdje klapt iedereen. Want Jasper en Tim en alle andere komen de aula binnen gelopen. De hele menigte maakt plaats en ruimte. Dan slaat Jasper zijn armen om Tim heen en beginnen samen te dansen. Tim kan het niet laten om Jasper een kus te geven. Wat op heel veel gejuich kan rekenen. De directeur groet mevrouw Gunther en bespreekt met haar wat dingen in verband met haar zoon. Maar ook mevrouw en meneer Vos worden bij het gesprek betrokken. Intussen danst iedereen. Maar iedereen geeft Jasper en Tim wel de ruimte. Niels hangt tegen zijn Bart aan. En beide knipogen tegelijk naar Jasper als Jasper en Tim hun kant op kijken.

“Jasper, I love you for ever!”, zegt Tim en kust hem.
“I love you to for ever!”, kust Jasper terug.
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten