VERVOLG Donkere dagen dl.15

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

VERVOLG Donkere dagen dl.15

Bericht door Hans Bernard » ma 09 dec 2013, 07:24


Lieve lezers,

Aan mijn verhaal, het experiment een feuilleton schrijven, kwam onverwacht een abrupt einde. Ik had er geen vrede mee, en zeker niet met de laatste aflevering 25 en besloot het verhaal te herschrijven en de tegenstrijdigheden / onduidelijkheden eruit te halen. De tijdsdruk, iedere dag een aflevering heeft mij parten gespeeld.
De strekking van het verhaal is hetzelfde gebleven maar 'Donkere dagen' is een gewoon verhaal geworden van tot nu toe 14 delen, dus geen feuilleton van 25 afleveringen.

Ik ga een kort vervolg schrijven dat begint met deel 15, dat in feite bestaat uit het begin van de laatste aflevering 25 maar totaal anders verloopt.
Wie het oude verhaal gelezen heeft kan zonder problemen doorgaan met onderstaand deel 15
Hoeveel delen het worden weet ik nog niet maar een ding is zeker het einde zal niet abrupt zijn.
Ik ga proberen minimaal twee delen per week te publiceren.

Veel leesplezier met dit vervolg, Hans

Op deze site staat de nieuwe versie van 'Donkere dagen' en is de oude verdwenen.



VERVOLG

'Donkere dagen' 15



De laatste weken van het jaar, de donkere dagen voor Kerstmis zijn druk, hectisch maar heerlijk. Weliswaar zien Wouter en Rein elkaar alleen op de zaak en moeten zij het hebben van de momenten dat ze samen even alleen zijn. Na lang wikken en wegen zijn ze beiden tot de conclusie gekomen dat overhaast het huis verlaten en samen gaan wonen niet direct dé oplossing is. Ook willen ze niet de nu aanvaardbare thuissituatie teniet doen nu bij Rein thuis de lucht aardig opgeklaard is en pa en Rein weer met elkaar praten. Er is geen sprake meer van huisarrest maar op bezoek gaan bij Wouter is voor pa nog onbespreekbaar. Dat dit tot gevolg heeft dat Rein niet bij Wouter kan zijn buiten de uren dat ze werken, nemen ze op de koop toe. De dagen rijgen zich aaneen en de verhuizing wordt vooruit geschoven.

Op een dinsdagmiddag, in de week na Sint Nicolaas, is het weer zo slecht dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gezegd kan worden dat het een slap middagje zal worden in de herenmodezaak. Mark, die al dagen met het plan in zijn hoofd loopt om met de ouders van Rein te gaan praten, besluit deze middag het erop te wagen. Hij verdeelt de taken, vertrekt en pakt vanwege het weer zijn auto.
Daar is het huis. Hij zet zijn auto voor de deur en loopt het tuinpad op. De deur gaat al open en hij wordt begroet door Reins moeder. Zij neemt zijn jas aan en gaat hem voor naar de kamer, waar het behaaglijk warm is en de vader van Rein op hem zit te wachten. Mark heeft voor hij wegging met hem gebeld of het uitkomt dat hij binnen een half uur langs komt om te praten. Nu hij hier zit, vraagt hij zich nog af waar hij de moed vandaan heeft gehaald. Na een kop koffie en het uitwisselen van wat algemeenheden over het weer, komt Mark tot de reden van zijn bezoek:
“Ik kom met u praten over de homoseksuele geaardheid van uw zoon en zijn relatie met Wouter.” Pa wil opstaan maar zijn vrouw legt haar hand op zijn arm en beduidt hem te blijven zitten. Mark gaat uitgebreid in op de situatie op de zaak. Nu zij nog steeds elkaar buiten het werk niet mogen zien, benutten zij ieder vrij moment op de zaak om elkaar op te zoeken.
“Ik vind dat ík hen dan maar de gelegenheid moet geven om bij elkaar te kunnen zijn. Al blijft het niet beperkt tot wat schaarse momenten als het in de winkel niet druk is. Dit geeft echter een onvrije sfeer in de zaak. Als Rein en Wouter in de kantine, in het magazijn, op mijn kantoor samen zijn kunnen mijn andere medewerkers niet naar achteren. Ik begin te merken dat dit ergernis op roept. Daarom wil ik u vragen om het verbod op te heffen zodat ook op de zaak alles weer normaal gaat draaien. Bovendien gebeurt het allemaal buiten uw medeweten en heb ik het gevoel in het geniep bezig te zijn. Dit stuit me tegen de borst. Ik wil het niet meer, deze ongezonde situatie.
Pa heeft zonder Mark te onderbreken, zitten luisteren en tot nu toe geen woord gezegd. Van zijn gezicht valt niets af te lezen. Hij schraapt zijn keel en zegt:
“Hoewel ik vind dat u zich bemoeit met zaken die u niet aangaan, bewonder ik uw durf en uw inzet om de huidige toestand te doen eindigen. Dat u alles doet om in de zaak een goede sfeer te kweken voor het personeel en dat u er zelfs het thuisfront erbij betrekt als dit nodig is, vind ik prijzenswaardig. Het personeel mag blij zijn met zo'n chef.”
Hij stopt een ogenblik en Mark ziet dat de man het vreselijk moeilijk heeft.
“Ik heb het er wel moeilijk mee dat mijn zoon zo is, maar uit artikelen, die ik deze dagen heb gelezen, uit het gesprek met onze huisarts en uit uw verhaal begrijp ik dat homoseksualiteit een gegeven is dat in je zit. Ik heb zware dagen achter de rug, waarbij ik met mezelf gestreden heb over het accepteren van mijn zoon. Ik kan het niet. Het is ongezond. God heeft de mens niet geschapen om in zondigheid te leven.”
Pa wint zich steeds meer op en moeder probeert hem te kalmeren.
Mark zit teleurgesteld te luisteren en langzaam dringt het tot hem door, dat zijn missie voor niets is geweest. Dat het zo zou lopen had hij kunnen bedenken, dat het niet van een leien dakje zou gaan.
Het wordt nog een heel gesprek dat de beide mannen voeren. Ook ma mengt zich nu in de conversatie. Het lost uiteindelijk niets op en Mark keert onverrichter zaken terug naar de heren- modezaak. Hij vraagt zich vertwijfeld af of hij er wel goed aan heeft gedaan zich zo met de hele zaak te bemoeien. Een ding hoopt hij wel dat zijn bezoek geen verkeerde uitwerking heeft op het gedag van de vader van Rein.
Als hij zijn kantoor binnen stapt ziet hij tot zijn verrassing Karel achter het bureau zitten met een air of hij hier de grote man is. Hij is ineens weer de arrogante bedrijfsleider en probeert op die manier Mark te imponeren. Dit is wel het laatste waar Mark op zit te wachten en na deze onaangenaam verlopen middag en alles wat hij van Wouter gehoord heeft over Karels gedrag op die bewuste avond is dit de druppel die de emmer doet overlopen.
Waar hij de moed vandaan haalt, weet hij niet maar met ingehouden woede sommeert hij Karel zijn jas te pakken en te verdwijnen:”Hoe haal je het in je hoofd na die onverkwikkelijke affaire hier zomaar binnen te komen vallen en je te gedragen alsof er niets gebeurd is. Wij zullen eerst een hartig woordje met elkaar moeten spreken nadat ik overleg heb gehad met het hoofdkantoor”.
Karel trekt wit weg, staat op en loopt op Mark toe. Hij sist tussen zijn tanden:
“O ja, jij miezerig mannetje, jij denkt mij de zaak uit te kunnen werken. Wel dan zul jij van een koude kermis thuiskomen, dat beloof ik je. Wie denk je wel dat je bent. Ik maak je kapot”en hij loopt briesend het kantoor uit.
Mark zakt uitgeblust in de dichtstbijzijnde stoel. Dan gaat de deur, die Karel met een klap achter zich heeft dicht gegooid, open en steekt Wouter zijn hoofd om de hoek.
“Gaat het een beetje, zal ik een kop koffie brengen? Sorry, ik heb alles gehoord, de deur stond half open. Trek het je niet aan Mark, het is een vuile rat. Wij staan allemaal achter jou, dat je het maar weet en niemand krijgt jou uit je functie want daar zullen wij voor zorgen, desnoods bezetten we de zaak.”
Ondanks alles moet Mark daar wel om lachen. Een ding weet hij echter zeker, twijfelde hij tot nu toe of hij de directie moest inlichten over het laakbare gedrag van Karel, nu is er geen ontkomen meer aan.

's Avonds hebben de ouders van Rein nog een stevig gesprek. Ma heeft nadat Mark weg is gegaan zich in de keuken teruggetrokken en alles op een rij gezet. Ze kan begrijpen dat pa het er nog steeds moeilijk mee heeft, maar dat hebben zij en Rein ook. Ze is dan wel blij dat pa en Rein weer met elkaar praten maar ze vindt na het gesprek van vanmiddag dat ze moet proberen pa zover te krijgen dat Rein weer gewoon zijn gang kan gaan, wat onder meer inhoud dat hij uit kan gaan waar en naar wie hij wil en geen verantwoording hoeft af te leggen over zijn doen en laten.
Dus zet ze na het nieuws de TV uit en vertelt pa wat ze besloten heeft. Ze laat er geen twijfel over bestaan dat er niet over te praten valt.
“Jij mag erover denken zoals je wilt, ik hoop dat je nog eens verandert van mening maar ook hier in huis wil ik een goede sfeer en normale verhoudingen. Rein is oud en wijs genoeg om niet in zeven sloten tegelijk te lopen en heeft het recht op een eigen leven. Het is onze zoon en we houden van hem. Ik hoop dat ik duidelijk geweest ben en verder wil ik er niets meer over horen. Ik ga nu naar boven om Rein van ons besluit op de hoogte te stellen.”
Hoewel ze zonder stemverheffing heeft gesproken en haar besluit kalm en rustig heeft meegedeeld weet pa dat het haar ernst is en legt hij zich neer bij haar wil. Hij heeft een lieve, meegaande vrouw en is gelukkig met haar. Hij weet echter ook wanneer zij zonder meer wil dat haar wens gerespecteerd wordt. Dat is nu het geval.
Als ze een kwartier later de kamer in komt, loopt Rein met zijn jas aan achter haar aan.
“Hoe laat moet ik thuis zijn”, vraagt hij, zoals hij altijd doet als hij weg gaat, “ik ga naar Wouter”.
“Maak het niet te laat”, zegt pa diplomatiek, ofschoon het hem wel moeite kost.

Gesloten