Donkere dagen dl 14

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

Donkere dagen dl 14

Bericht door Hans Bernard » ma 09 dec 2013, 07:21

deel 14

Eindelijk is het maandag. Om 1 uur vanmiddag gaat de winkel open en ziet Wouter Rein, als hij komt. Hij heeft nog langs zijn neus weg aan Mark gevraagd of die wat van Rein gehoord heeft maar het antwoord is negatief. Dus afwachten.
Wouter voelt zich zenuwachtig in het vooruitzicht van de ontmoeting, hoe zal Rein reageren?
Mark heeft hem geadviseerd:“Overval hem niet meteen met een gesprek. Kijk het rustig een paar dagen aan en geef Rein de kans zich weer op zijn gemak te voelen. Hij begrijpt natuurlijk dat er het een en ander bij zijn collega's bekend is en vraagt zich zeker af hoe zij zich nu zullen gedragen”

Als het personeel 's middags zich om half een verzameld heeft in de kantine voor het overleg vooraf, neemt Mark het woord, zegt blij te zijn dat Rein er weer is, behandelt vervolgens de punten waarop vandaag gelet gaat worden om een goede omzet te halen, maakt een rondje langs de verkopers om te horen en of er nog vragen zijn en eindigt met de verrassende mededeling dat Karel ontslagen is uit het ziekenhuis en vast van plan is nog voor de kerstdagen zijn werkzaamheden op de zaak te hervatten. Mark meent bij sommigen een teleurgestelde blik op hun gezicht te lezen en gaat verder met de belangrijke mededeling dat hem gevraagd is een deel van Karel zijn taken over te nemen en wel met name de winkelverkoop en het personeelsbeleid. Een zucht van verlichting gaat door de kantine. Mark weet nu zo goed als zeker dat men hem als bedrijfsleider wel ziet zitten.

Rein kijkt voor zich uit. Allerlei gedachten spelen door zijn hoofd. De sfeer thuis is langzamerhand weer dragelijk geworden. Er wordt nergens meer over gepraat en zijn moeder heeft hem ingefluisterd ook maar niet over zijn geaardheid te beginnen met pa en voorlopig de hele zaak te laten rusten. Er is ook niet meer gesproken over doktersbezoek noch over solliciteren. Dat hij het huis uit wil heeft hij niet verteld, bang opnieuw de sfeer te verpesten. Lang zal het niet meer duren voor hij er over begint, want zijn voornemen staat vast, voor het nieuwe jaar wil hij thuis weg zijn. Hij heeft een plannetje maar dan moet hij Wouter ook zo ver zien te krijgen. Bovendien zal hij hem nog moeten uitleggen dat het briefje door pa gedicteerd is.
Hij heeft erg uitgekeken naar vandaag. Hij heeft Wouter ontzettend gemist en het feit dat hij hem vanmiddag ziet brengt voor het eerst een blij gevoel teweeg. Hij is met opzet vroeg van huis gegaan want misschien kunnen ze dan even voor het overleg met elkaar praten. Wouter is er echter nog niet en Rein gaat teleurgesteld aan tafel zitten. De helft van wat Mark verteld gaat langs hem heen alleen zijn aanstaande benoeming tot bedrijfsleider vangt zijn aandacht. Hij is blij dat ze niet meer met Karel te maken krijgen. Hij is niet meer zo zenuwachtig nu. Wouter heeft toen hij binnen kwam naar hem geknipoogd en ook zijn collega's hebben stuk voor stuk een praatje met hem gemaakt.
Iedereen staat op, het is bijna half twee en de winkel moet nu open. Mark die Rein in de gaten heeft gehouden besluit eerst een gesprek met hem te hebben en vraagt hem mee te gaan naar zijn kantoor.
Rein stort zijn hart uit. Hij weet dat hij vrijuit kan praten. Mark luistert verbijsterd toe. Hij staat perplex. Gaandeweg het gesprek krijgt hij een steeds duidelijker beeld van wat zich allemaal afgespeeld heeft. De laakbare houding van Karel, het dreigement over relaties op de werkvloer en zijn absoluut niet te tolereren houding tijdens de bewuste avond waarop hij zich laveloos heeft gedronken. Mark neemt zich voor met hem een stevig gesprek hierover te hebben. Het kan natuurlijk niet dat dit onbesproken blijft want een excuus van Karel aan de jongens is wel het minste. Misschien staat zijn functioneren hier wel ter discussie. Hij staat in dubio of hij de directie moet inlichten.

Het is gezellig druk die middag. Nog twee dagen en het is Sint Nicolaas. Naarmate de middag vordert, raakt Rein steeds mee op zijn gemak. Iedereen is aardig tegen hem en hij is blij dat zijn collega's nu ook weten wat ze aan hem hebben. Hij heeft al enkele goede klanten gehad en staat nu even stil. Er zijn maar een paar mensen op dit moment en die worden allemaal al geholpen. Mark vraagt hem in het magazijn wat riemen te gaan halen want in de winkel zijn ze bijna op. Als hij achter in het magazijn aan het zoeken is waar de doos met riemen staat,hoort hij de deur van het magazijn weer opengaan. Een van zijn collega's zal wel naar het toilet moeten.
Daar staat de doos die hij hebben moet. Als hij die wil pakken, voelt hij plotseling twee armen om zich heen. Hij schrikt en kijkt om, recht in het lachende gezicht van Wouter. Ongelovig staart hij hem aan. Dan begint hij te lachen en te huilen tegelijk. Alle opgekropte spanning komt er uit. Wouter laat hem uithuilen en fluistert lieve woordjes tegen hem. De hele middag heeft hij al uitgekeken naar een gelegenheid om alleen te zijn met Rein. Hij weet dat Mark gezegd heeft Rein voorlopig wat met rust te laten. Hij houdt het echter niet uit. Hij wil zo graag Rein in zijn armen nemen en hem zeggen dat alles goed komt. Hij is dan ook stomverbaasd dat hij een seintje krijgt van Mark dat hij naar het magazijn mag waar Rein op dat moment alleen is.
“Ga er maar achteraan. Ik geef jullie 10 minuten. Het kan nu wel even“, heeft Mark gezegd. Wouter kan zijn geluk niet op. Zachtjes is hij naar Rein toegelopen en heeft hem vast gepakt. Nu staan ze, elkaar stevig vasthoudend in het magazijn. Rein pakt zijn zakdoek en droogt zijn tranen.
“Ik hou van jou en laat je nooit meer gaan en Wouter mag ik niet bij jou komen wonen”, komt er meteen, haperend, achteraan.
“O lieverd, ik wil niet liever. Ik heb het er al met Ellen over gehad en zij heeft geen bezwaar. Ik mag zelfs een slaapkamer van haar erbij hebben zodat jij daar kunt slapen”, zegt Wouter met een ernstig gezicht.
“Jij lelijkerd, ik kom bij jou slapen en anders kom ik niet”. Rein geeft hem een stomp en verliefd kijkt hij hem aan.
“Denk erom, anders kom ik helemaal niet”, plaagt hij Wouter.
“Dat wil ik wel eens zien” en opnieuw geeft hij Rein een stevige knuffel.
“We moeten terug naar de winkel. Mark heeft ons vijf minuten gegeven en we staan hier al een kwartier”.
Nog gauw een steelse kus en Wouter verdwijnt naar de winkel waar Mark hem quasi boos in het oor fluistert: “Dat was geen vijf minuten, jongeman”.
“Je bent een schat”, zegt Wouter en kijkt hem dankbaar aan. Dan beseft hij wat hij tegen Mark zegt en kleurt rood tot achter zijn oren. En Mark? Die is alleen maar blij dat zijn ingeving om ze niet te laten wachten voor een gesprek op zijn kantoor maar ze even in het magazijn de kans te geven alleen te zijn, goed heeft uitgepakt. Ze lopen tenminste allebei met hun hoofd in de wolken.

Gesloten