Liefde hfdst. 17

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfdst. 17

Bericht door dkz09 » di 05 nov 2013, 11:20

“Meneer Kostuum waar bent u?”, roept Niels, die de donkere theaterzaal binnenloopt.
Het is stil in de zaal.
“Mick, waar is meneer Kostuum?”, vraagt Niels, als meneer Kostuum geen antwoord geeft.
“Mick waarom zeg je niks en waarom is het zo donker?”, vraagt Niels, als hij geen reactie krijgt van Mick.
“Meneer Kostuum waar bent u?”, roept Niels nog maar een keer.
Maar weer geen reactie.
“Is er iemand hier?”, roept hij dan maar.
Niemand reageert. Niels weet niet, wat hij hier doet. Net op het moment, dat hij weg wil gaan, springt een spot boven het toneel aan. Een witte cirkel vormt zich op het toneel. Dan hoort hij romantische muziek uit een film. Dan ineens ziet hij een schim op het toneel bewegen.
“Wie is daar?”, vraagt Niels, maar het blijft stil.
“Ik vraag het nog maar één keer. Wie is daar?”, roept Niels, maar de schim beweegt niet.

Het blijft een tijdje stil. Niels voelt zich niet op zijn gemak. Hij kan niet ontdekken, waar de muziek vandaan komt. Hij durft ook niet richting het toneel te lopen, waar nog altijd een witte cirkel te zien is. Dan... ineens beweegt de schim op het podium. Tot de schim aan de rand van de cirkel blijft staan. Alleen een deel van de schoenen en benen zijn zichtbaar.
“Wie is daar?”, vraagt Niels opnieuw.

De romantische muziek klinkt nog steeds. Maar stopt na een tijdje. Dan begint de schim te praten.
“Elke dag ben ik de gelukkigste jongen van de wereld.”, zegt de schim.
“Ben jij dat Bart?”, vraagt Niels.
“Het lijkt steeds of ik je gisteren voor het eerst durfde aan te spreken.”, gaat de schim verder.
“We hebben veel leuke en minder leuke dingen beleefd.”
“Sinds vier jaar heb ik je vierentwintig uur zeven dagen per week bij mijn.”
De schim laat tussen elke zin pauzes vallen. Niels luistert.
“Sinds vier word ik elke ochtend wakker naast je.”
“En als ik jou dan zie.”
“Dan kan ik het gewoon nog steeds niet geloven, dat wij bij elkaar zijn.”
“Ik kan mijn geen leven zonder jou voorstellen.”
“Zou je naar het toneel willen komen?”, vraagt de schim aan Niels.
Niels doet, wat de schim hem vraagt. Zodra hij bij het toneel staat, vraagt de schim of hij op het toneel wil komen. Als Niels twee tellen later op het podium staat, gaat de schim verder.
“Lieve Niels, dit toneel hier, dat is jouw passie.”
“Drama, theater is het gene waar jij gelukkig van wordt.”
“En als jij gelukkig bent dan ben ik dat ook.”, zegt de schim, terwijl hij zich beweegt.
De schim staat nu recht tegenover Niels. Maar Niels ziet nog steeds niet wie het is, ook al heeft hij wel een idee gekregen.
“Niels, zou je tot aan de lichtcirkel willen lopen?”
Niels doet opnieuw, wat hem gevraagd wordt. Nu hij recht tegenover de schim staat, kan hij nog altijd niet zien, wie het is, ook al heeft hij een vermoeden. Dan start ineens die romantische muziek weer.

“Al zeven jaar zijn we samen.”, begint de schim.
“Waarvan we al vier jaar samenwonen.”
“Ook al heb jij het soms druk.”
“Voor mijn heb je altijd de tijd.”
“Ik hou je ook met beide benen op de grond.”
“Elke dag hou ik meer en meer van je.”
“Daarom heb ik een besluit genomen.”, zegt de schim en na wat geritsel, gaat de schim op zijn knieën in de lichtcirkel. Dan ziet Niels, dat het Bart is. Maar voor Niels iets kan zeggen, is Bart al weer aan het woord.
“Omdat theater jouw passie is.”
“Leek mijn dit de beste plek.”, zegt Bart liefdevol naar Niels terwijl hij een vierkant doosje achter zijn rug opent. Voor hij het geopende doosje van achter zijn rug vandaan haalt, slikt Bart nog een keer en stelt dan de vraag.

“Aller liefste Niels, wil je met me trouwen?”
“Ja, natuurlijk!”, zegt Niels emotioneel.
Dan haalt Bart de ring uit het doosje en schuift deze om de vinger van Niels. Op dat moment vallen er rode rozenblaadjes naar beneden. Vanaf de zijkant klinkt er gejuich en applaus. Daar staan meneer Kostuum en Mick allebei met een grote glimlach op hun gezicht.

Zo vrolijk en blij als het in de theaterzaal is, zo is het buiten het schoolgebouw totaal anders. Geen vrolijkheid en blijheid, maar juist het rumoer vanuit het schoolgebouw en de geluiden van de omgeving. Ergens bij een bankje op het schoolplein komt gesnik vandaan.

‘Daar zit hij.’
‘Huilt hij nu?’, denkt Tim bij zichzelf, als hij buiten staat.
‘Wat moet ik doen?’
‘Op hem afstappen of gewoon weer naar binnen gaan?’
‘Maar ja, ik heb die sms al verstuurd.’
‘Dus terug naar binnen is geen optie.’
‘Kan toch moeilijk op hem afstappen?’
‘Ik moet wel, er is geen weg terug.’
‘Ja, oké, ik moet me omdraaien en terug naar binnen gaan.’
‘Maar die sms kan ik niet terug halen.’
‘Waarom is het zo’n puinhoop in mijn hoofd?’, vraagt Tim zich af.

Plotseling beginnen zijn voeten zich te bewegen. Zonder dat hij het doorheeft, loopt hij in de richting van het bankje. Bij elke stap, die hij dichterbij zet, wordt het snikkende geluid steeds duidelijker. Dan ineens blijft Tim stil staan. Zo’n meter of drie voor het bankje, waar Jasper op zit.

‘Waar ben ik mee bezig?’ denkt Tim bij zich na.
‘Ik weet niet eens, wat ik tegen hem moet zeggen.’
‘Wat heb ik naar dit moment uitgekeken.’
‘En nu het zover is, weet ik niet eens, wat ik moet zeggen.’
‘Maar dat is toch wel vaker?’
‘Dan is daar dat ene moment, waar je alleen maar van kan dromen.’
‘En dan weet je gewoon niet, wat je moet zeggen.’

Ineens schrikt Jasper op. Hij hoort geritsel achter zich en spitst zijn oren. Hij heeft het idee, dat er iemand vlak bij hem staat. Maar dan voelt hij de wind.
‘Ach het is de wind maar.’, denkt Jasper bij zichzelf, ‘die het vuil over het plein blaast.’
‘Nee, volgens mij is er wel iemand.’
‘Wat dat geluid maakt de wind niet.’
‘Het leek wel of iemand op een krant of papier stapte.’
‘Maar het lijkt mijn stug, dat er iemand buiten is.’
‘Het is binnen gezellig en warm.’
‘En hier is het het tegenovergestelde.’
Dan hoort hij weer het geluid.
“Wie daar ook is, ga weg!”, roept Jasper.
“Wil even helemaal niemand zien of spreken!”, roept hij er achteraan.

Hier schrikt Tim van. Hij weet totaal niet, wat hij nu moet doen. Heel voorzichtig zet Tim een paar stappen naar achteren.
‘Wat moet ik nou?’ denkt Tim, ‘Hij wil niemand in zijn buurt.’
‘Oh mijn god wat is dit toch moeilijk.’
‘Zouden mijn ouders de brief gelezen hebben?’
‘Hoe zullen ze er op reageren?’
‘Maar wat moet ik nu?’, vraagt Tim zich af.

Zo een kilometer of acht van school is er romantiek en warmte in het huis van de familie Vos. De ouders van Tim profiteren lekker van de tijd, terwijl hun zoon niet thuis is. Althans, tot de mobiele telefoon van mevrouw Vos afging.
“Schat, stond zijn computer uit?”, vraagt mevrouw Vos, als ze haar man naar beneden hoort komen.
“Ja, die stond uit.”, meneer Vos komt hoofdschuddend terug.
“Oké, maar wat heb je daar in je hand?”, vraagt mevrouw Vos haar man.
“Dit stond tegen zijn beeldscherm van zijn computer.”
“Maar wat zit er in?”, vraagt mevrouw Vos.
“Dat weet ik niet. Maak jij het maar open.”, zegt meneer Vos, terwijl hij de enveloppe aan zijn vrouw geeft.
Ze maakt de envelop open en haalt de brief eruit. Dan begint ze stilletjes te lezen. Als ze de brief heeft gelezen, staan er tranen in haar ogen. Ze geeft de brief aan haar man, die de brief op zijn beurt leest.

‘Lieve Pap en Mam,

Jullie hebben wel gemerkt, dat ik de laatste tijd erg in mijzelf was gekeerd. Dit heeft met iets te maken. Ik draag al maanden een geheim met mij mee. Eigenlijk bedoel ik, dat ik al mijn hele leven een geheim met me meedraag. Heb dit geheim zelf een paar maanden geleden ontdekt. Om voor jullie wat duidelijker te zijn: Ik heb dit geheim in september aan het begin van dit schooljaar ontdekt.
Alleen Koen weet hier van. Omdat ik het hem verteld heb. Nou ja, verteld. Hij heeft het uit mij moeten halen. Ik schaamde mij er eerst voor. Maar na een paar weken heb ik het aanvaard. Het is misschien nog wat vaag, daarom kom ik maar ter zake.

Ik ben homo en ben al sinds het begin van dit schooljaar verliefd op een andere jongen van school. Hij heet Jasper en zit in hetzelfde jaar als Koen en mij, maar wel in een andere klas. Maar ik weet niet zo goed, hoe ik het moet aanpakken. Want ik ben bang dat Jasper geen homo is. Koen zegt, dat Jasper ook homo is. Want dat heeft Sofie verteld aan hem. En Sofie is een goede vriendin van die Jasper. Maar ik vertrouw het niet helemaal.

Maar goed, ik heb besloten niet langer meer te liegen tegen jullie. Jullie moeten weten, dat ik het erg moeilijk heb gehad met het aanvaarden van mijn geaardheid. Heb zo erg getwijfeld aan mijzelf, soms zelfs eraan gedacht om zelfmoord te plegen. Omdat ik bang ben voor jullie reactie, maar ook die van de andere mensen om mij heen. Maar ook omdat ik bang ben, dat ik gepest zal worden, omdat ik homo ben.

Ondanks dat jullie er altijd voor mij zijn, net als Koen en zijn ouders, voel ik mij toch altijd alleen. Maar ik heb besloten, dat ik vanavond Jasper aan ga spreken. Weet alleen nog niet hoe. Maar ik wil niet langer meer bang zijn. En me verstoppen voor wie dan ook.

Ik hou nog altijd van jullie. Hopelijk accepteren jullie mij, zoals ik ben. Want ik ben nog altijd dezelfde Tim. Alleen val ik op jongens.

Veel liefs van,
Tim Vos
Jullie zoon.’

“Dat wisten we toch al lang.”, zegt meneer Vos zachtjes voor zich uit.
“Je hebt gelijk schat.”, zegt zijn vrouw tegen niemand speciaal.
“Weet je wat?”
“Wat moet ik weten?”, vraagt mevrouw Vos aan haar man, terwijl ze haar neus snuit.
“We gaan naar Tim toe.”, besluit meneer Vos.
“Is dat wel zo handig? We kunnen ook een sms sturen.”, stelt mevrouw Vos voor.
“Waarom wil je niet naar hem toe?”, vraagt meneer Vos.
“Denk je nou echt, dat hij op onze komst staat te wachten?”, reageert zijn vrouw.
“Denk het niet, dat van die sms is wel een goed idee.”
“Wat zal ik er in zetten?”, vraagt mevrouw Vos.

Tim haalt zijn telefoon uit zijn broekzak, als deze geluid maakt. Als hij op zijn telefoon kijkt, ziet hij, dat hij een berichtje heeft gekregen van zijn moeder. Maar op het moment dat hij het wil lezen, kijkt hij eerst in de richting van Jasper. Dan merkt hij, dat Jasper hem met tranen in zijn ogen aankijkt.

“Hoi.”, zegt Tim, terwijl hij zijn telefoon weer in zijn zak doet.
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten