Liefde hfdst 16.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfdst 16.

Bericht door dkz09 » ma 14 okt 2013, 13:22

“Hey wacht even mijn ketting is er af.”, roept Tim.
“Nee, he?”, reageert Koen, als hij remt.
“Ik zeg het voor de lol, nou goed!”, zegt Tim wat bozig.
“Wat zijn we snel aangebrand.”, blijft Koen vrolijk.
“Gaan jullie maar vast.”, zegt Tim.
“Nee, we wachten wel op je en Koen kan je helpen.”, beslist Sofie.
“Dat hoeft niet gaan jullie nou maar vast.”, ontwijkt Tim, terwijl hij zijn fiets omdraait.
“Tim, samen uit is samen thuis en daarbij ik laat jou hier niet alleen achter.”, zegt Koen vastberaden.
“Wat jullie willen.”, moppert Tim nog, terwijl hij bezig is met zijn ketting er weer op te leggen.

Vijf minuten later is de fiets van Tim weer gemaakt en stappen ze alle drie weer op de fietsen. Sofie wordt opnieuw geholpen door Tim bij het achterop springen bij Koen. Daarna springt Tim snel op zijn fiets en maakt een kort sprintje tot hij naast Koen en Sofie fietst.
“Straks op school maar even mijn handen wassen.”, mijmert Tim.
“Lijkt mijn een goed plan.”, zegt Koen met een blik op Tims handen.
“Als we nog tijd zat hebben?”, vraagt Tim in het algemeen.
“We hebben daar nog tijd zat voor.”, antwoordt Sofie.
“Als jouw vrienden maar niet boos zijn.”, twijfelt Tim tegen Sofie.
“Waarom zouden ze boos moeten zijn?”, vraagt Sofie.
“Nou, omdat ze op jou staan te wachten met je kaartje.”, herinnert Tim haar.
“Nee, hoor dat staan ze niet.”, blijft Sofie overtuigd van zichzelf.
“Ik snap het even niet meer.”, zegt Tim enigzins verward.
“Gewoon heel simpel, Tim, Sofie heeft haar kaartje.”, zegt Koen.
“Oké, dan heb ik niks gezegd.”, zegt Tim.

Als een kleine tien minuten later bij school arriveren, is het een drukste van jewelste. Als ze hun fietsen weg zetten, staat Tim wat te emmeren met zijn slot.
“Lopen jullie maar vast naar binnen, ik kom er zo aan.”, zegt Tim.
“Toch niet weer je ketting?”, vragen Sofie en Koen in koor.
“Nee, mijn slot wil weer eens niet.”, lacht Tim.
“Wordt het niet eens tijd voor een nieuw slot?”, vraagt Koen.
“Ach, vraag er wel eentje voor mijn verjaardag.”, lacht Tim terug.

Koen en Sofie lopen alvast naar binnen, zoals Tim hun gevraagd heeft. Als hij na vijf minuten de strijd met zijn fietsslot heeft gewonnen, gaat hij ook naar binnen, waar Koen en Sofie netjes op hem wachten.
“Zullen we de zaal maar binnen gaan?”, vraagt Tim als hij bij de twee staat.
“Zou jij niet eerst even je handen wassen?”, vraagt Sofie een beetje streng.
“O, ja dat zou ik nog doen.”, antwoordt Tim.
“Ga dat dan doen, wij wachten wel.”, commandeert Koen. Hij is ook net zo streng als Sofie.
“Oké, ben zo terug.”, zegt Tim braafjes en loopt richting de toiletten.

‘Waarom word je daar nou altijd zo vies van.’, verliest Tim zich in zijn gedachtenwereld.
‘Wat haat ik dit.’
‘Waarom moest die ketting er juist nu af vallen?’
‘Maar hopen dat ik het er af krijg.’
‘Voor hij mij met zulke vieze handen ziet.’
‘Want zag ik dat nou net goed?’
‘Ben ik niet in de war met vanochtend?’
‘Nee, want Sofie was bij hem en Koen.’
‘Die was er vanochtend niet bij.’
‘Dus hij is er.’
‘Maar zit hij in de zaal of is hij in de aula?’, denkt Tim bij zich zelf.

“Hey dagdromer, zijn je handen nu nog niet schoon?”, vraagt Koen, die zijn vriend weer terug naar de aarde haalt.
“Uhm.”, zegt Tim en kijkt naar zijn handen, “Ja, die zijn eindelijk schoon.”, blijft hij verlegen.
“Kom dan, anders zijn we te laat.”
“Mag ik eerst even mijn handen drogen?”, vraagt Tim netjes en loopt richting de handdroger om zijn handen te drogen.
“Ja, natuurlijk maar schiet wel op.”
“Ja, ik ben al klaar.”
“Ja, kom dan anders zijn we te laat.”, zegt Koen gehaast.

Als ze even later de theaterzaal in lopen, kijkt Tim om zich heen of hij ergens Jasper ziet zitten. Maar het zit al aardig vol. Sofie loopt vooruit. Hij heeft de kaartjes aan haar geven. Dan staat ze stil bij een rij.
“Dit is de rij, waar wij zitten jongens.”, zegt Sofie.
“Weet je het zeker?”, vraagt Koen lollig.
“Ben je leukste thuis?”, vraagt Sofie net zo speels terug.
“Weet niet, moet je maar eens vragen aan mijn ouders.”, zegt hij terug.
“Blijven we hier staan of gaan we nog zitten?”, vraagt Tim.
“Uhm laten we maar gaan zitten.”, zegt Koen.
“Ja, want Tom, Sandra en Jasper zitten er al.”, zegt Sofie.

Dan kijkt Tim ineens de rij in en ziet Jasper al zitten.
‘Yes, hij is er ook.’, denkt hij bij zichzelf.
‘Wat als ik naast hem mag zitten?’
‘Daar heb ik geen zin in.’
Maar gelukkig besluit Sofie naast Jasper te gaan zitten. Dan Koen en dan komt hij pas. Dan raken Jasper en Sofie aan de praat en lachen wat. Maar lang lachen ze niet. Want dan klinkt er ineens een stem uit de speakers en begint de musical. Zo’n drie uur later is het afgelopen.
‘Waarom is Jasper er mee gestopt?’, mijmert Tim voor zich uit, ‘Hij had dan zo’n applaus gekregen.’

“Hey dagdromer, zullen we?”, vraagt Koen.
“Uhm, ja is goed.”, komt Tim weer terug in het nu en hier.
Dan loopt Tim richting de uitgang van de zaal met Koen en Sofie achter zich aan. Als ze met zijn drieën de aula binnen lopen, is het een enorme drukte, vooral bij de bar. Sofie en Koen besluiten om gelijk te gaan dansen. Tim kijkt ze na en voor hij het weet, hangen er weer een bende meisjes om heen.
‘Waarom ben ik niet gewoon naar huis gegaan?’, denkt hij bij zich zelf.

“Wil je met mijn dansen Tim?”, vraagt Anne.
“Nee, ik heb even geen zin om te dansen.”, blijft Tim netjes en beleefd.
Dan loopt Tim in de richting van de bar. Als hij even later met een drankje langs de dansvloer staat, komen Koen en Sofie naar hem toe.
“Hey Tim, waarom ben jij niet aan het dansen?”, vraagt Sofie.
“Even geen zin en had dorst, vandaar het drankje.”
“Drinken, dat moet ook gebeuren.”, zegt Koen lollig, terwijl hij een slook uit Tims glas neemt.
“Maar schatje, gaan wij weer dansen?”, vraagt Sofie aan Koen.
“Is goed.”, antwoordt Koen, terug kijkend naar Tim.
“Joh, ga gewoon dansen, ik ga dat ook misschien zo doen.”, zegt Tim.

Dan lopen Sofie en Koen de dansvloer weer op. Tim kijkt ze na en drinkt zijn glas leeg. Als hij het glas op een tafel heeft gezet, komt Anne weer naar hem toe gelopen.
“Wil nu wel dansen?”, vraagt ze aan Tim.
“Ja, is goed.”
“Ik wou je net vragen om te gaan dansen.”, zegt een ander meisje, dat er bij is komen staan.
“Ik ook.”, zegt weer een ander meisje. Tim ziet nog zo’n stuk of tien meisjes, die hetzelfde willen.
“Als we nou allemaal om de beurt met hem dansen.”, stelt Anne voor.

Daar zijn alle meisjes mee eens. Ook is iedereen mee eens dat Anne als eerste mag. Want tenslotte vroeg zij als eerste aan Tim of hij met haar wilde dansen. Tim en Anne lopen de dansvloer op en beginnen te bewegen. Als het nummer is afgelopen, wordt Anne afgewisseld door één van de andere meisjes. Zo gaat het een hele tijd door. Tim vindt het leuk, hij kan goed dansen. Als hij met Annelies aan het dansen is, ziet hij Jasper, Tom en Sandra de aula binnen lopen.
‘Wat ziet hij er toch knap uit.’, denkt Tim bij zichzelf.
Hij houdt Jasper in de gaten. Maar Jasper verdwijnt in de mensenmassa. Als het nummer is afgelopen, probeert Tim te kijken of hij ergens Jasper ziet. Maar helaas, hij kan hem niet vinden. Dan wordt er een schuifelnummertje opgezet en komt Dorien zijn kant op. Het is nu haar beurt om met hem te dansen. Al heeft Tim daar nu geen zin in. Maar voor hij iets kan zeggen of doen, heeft Dorien haar handen al om hem heen geslagen en staan ze te schuifelen. Dan ineens komt Jasper wel dicht hun kant op. Of gaan hij juist zijn kant op. Maar gelukkig schuifelen ze weer een eindje weg van Jasper. Als het nummer is afgelopen, laat Dorien los en tikt af. Dan loopt Tim weer richting de bar om wat te drinken te halen. Maar dan komen Sofie en Koen zijn kant op gelopen met drie drankjes.
“Koen, wist niet dat je helderziende was.”, zegt Tim lollig.
“Ach, wij hadden dorst gekregen van al het dansen.”, antwoordt Sofie.
“En we dachten, dat jij dat ook wel had.”, vult Koen haar aan.
“Dan hebben jullie dat goed gedacht.”, zegt Tim en neemt een flinke slok van zijn cola.
“Nou, wij gaan weer de dansvloer op.”, zeggen Sofie en Koen tegelijk, als ze hun drankjes op hebben.
“Is goed, ik ga even rustig zitten.”, meldt Tim en neemt de glazen van de twee aan.
Als hij éénmaal zit, struint hij met zijn ogen de aula af om te zien of hij ergens Jasper ziet. Dan ineens aan de andere kant van de aula ziet hij Jasper staan, die staat te praten met twee oudere jongens. De ene kent hij wel. Die stond net op het podium en kwam ook de gymzaal binnen, toen Jasper een epileptisch aanval had. Als hij het goed had onthouden, heet die jongen Niels en is de assistent van meneer Kostuum. Maar wie die andere is, weet hij niet. Dan kijkt Tim naar de dansvloer om te kijken of hij ergens Koen en Sofie ziet dansen. Hij ziet wel Tom en Sandra dansen. Maar Koen en Sofie ziet hij niet zo snel. Dan kijkt hij weer in de richting van Jasper en ziet, dat Jasper alleen nog staat te praten en lachen met die Niels. Die andere jongen staat er niet meer bij. Maar hij ziet, dat er een andere jongen komt aan lopen. Die mengt zich kort in het gesprek en dan loopt die jongen samen met Niels weg.

“Hey Tim zullen wij nog een dansje doen?”, vraagt Dorien, die naast hem is komen staan.
“Uhm waarom ook niet.”, antwoord Tim terug en in zichzelf, ‘Als er nu maar weer niet een schuifelnummer word opgezet.’
Maar gelukkig er word een temponummer opgezet. Na zo’n tien minuten vindt Tim het wel welletjes. Hij loopt weg van Dorien in de richting van Koen en Sofie, die met een volgend drankje staan.
“Zo, zo, was je weer aan het dansen met Dorien?”, vraagt Koen aan zijn vriend.
“Ja, ze vroeg of ik nog een keer met haar wou dansen.”

“O hier ben je.”, zegt Dorien, die hem heeft gevolgd, inmiddels naast hem staat en haar arm om hem legt. Dan probeert ze Tim een kus te geven. Alleen Tim wendt zijn gezicht van haar af.

“Waar gaat Jasper nou naar toe?”, vraagt Sofie ineens.
“Het lijkt er op dat hij weg gaat.”, zegt Koen.
“Of hij gaat naar de wc.”, zegt Sofie weer.
“Gaan we ons nu druk maken om iemand anders?”, vraagt Dorien ineens.
“Hou jij je kop dicht en ga weg.”, zegt Tim boos.
Dorien schrikt hier zo van, dat ze Tim gelijk loslaat en kwaad wegloopt.

“Tim gaat het?”, vraagt Koen voorzichtig.
“Ja, het gaat zijn gangetje.”
“Ga anders naar hem toe.”, stelt Koen voor.
“Hang het aan de grote klok.”, zegt Tim.
“Hoe bedoel je?”, vraagt Koen verbaasd.
“Sofie?”, vraagt Tim.
“O, zij is even naar Tom en Sandra gelopen.”, geeft Koen aan, waar zijn vriendin uithangt.
“O, sorry had het niet gemerkt.”, zegt Tim.
“Geef niet, maar ga naar hem toe.”, zegt Koen.
“Waarom?”, vraagt Tim.
“Omdat ik merk, dat jij naar hem toe wilt. Dus ga gewoon, Tim.”, zegt Koen.
“Oké’, dan ga ik.”
“Maar eerst even een sms’je versturen.”, zegt Tim en hij pakt zijn telefoon tevoorschijn.
“Dat kan toch ook straks.”, zegt Koen.
“Nee, je weet toch, wat ik al maanden zeg.”, helpt Tim zijn vriend herinneren.
“Ja, dat weet ik.”, antwoord Koen terug.
“Dus moet ik eerst even sms’en.”
“Ga je het ze via een sms vertellen?”, vraagt Koen voorzichtig.
“Neem ik vraag of ze willen kijken of ik mijn computer heb uitgezet.”
“Waarom ga je ze dat vragen?”, vraagt Koen.
“Omdat er een envelop tegen mijn computerscherm staat voor hen.”, legt Tim uit.
“Ah, ik snap hem.”, zegt Koen.
“Nou dan ga ik maar, wens me geluk.”, zegt Tim.
“Het komt allemaal goed.”, zegt Koen en steek zijn beide duimen in de lucht.

Dan loopt Tim even de zaal uit en typt het berichtje in. Dan wacht hij nog even.

Tim drukt op verzenden.

‘Kunnen jullie kijken of mijn computer uit staat?
Liefs Tim.’
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten