Geloof, hoop & liefde | deel 14

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Michael87
Berichten: 458
Lid geworden op: za 17 aug 2013, 08:22
Vul het getal in: 123
Contacteer:

Geloof, hoop & liefde | deel 14

Bericht door Michael87 » di 01 okt 2013, 20:48

Eén verkeerde opmerking…


Thomas en ik waren inmiddels al bijna drie weken bij Nicolas op vakantie. Voor het eerst sinds we hier waren, scheen de zon. Weliswaar nog een beetje waterig, maar toch… De afgelopen weken had ik, ondanks het voortdurende slechte weer, mijn oude gewoonte om ‘s ochtends een uurtje te gaan hardlopen weer opgepakt. Nicolas genoot ervan de tijd die ik weg was samen met mijn zoon door te brengen. En Thomas? Die was stapelgek op Nicolas! Nicolas las hem elke dag voor en leerde hem zo spelenderwijs nieuwe Franse woordjes, hij speelde en stoeide met hem en hij troostte hem toen hij een keer gevallen was. Thomas voelde zich volkomen op zijn gemak bij Nicolas, hij was voor hem inmiddels een niet weg te denken persoon in zijn leventje geworden. En dat deed me goed, dat maakte dat ik me zielsgelukkig voelde!
Voor Thomas was het duidelijk, eigenlijk al heel snel. Hij wilde Nicolas ook als papa, daar had hij me ondertussen al een paar keer om gevraagd. Maar goed, Thomas kon de gevolgen daarvan natuurlijk niet overzien. En ik? Ik begon langzamerhand aan het idee te wennen dat we in de toekomst met z’n drieën misschien wel een gezin zouden gaan vormen. Ik voelde me steeds relaxter in bijzijn van andere mensen, begon er aan te wennen dat Nicolas, ook als er anderen bij waren, liet merken dat hij van me hield. En hij had gelijk, niemand keek er raar van op als ze ons hand in hand zagen lopen. Sterker nog, soms leek het wel of mensen het echt leuk vonden! Het had me oprecht verbaasd, ik kon me niet voorstellen dat mensen thuis zo op ons zouden reageren…

“Papa gaat vandaag niet hardlopen,” deelde ik Thomas tijdens het ontbijt mee.
“Maar ik wil met Nicolas spelen,” reageerde hij teleurgesteld.
“Niet vandaag,” zei ik geheimzinnig.
Nicolas zat er lachend bij.
“Vandaag gaan we wat anders doen,” ging ik verder.
Verwachtingsvol keek Thomas van mij naar Nicolas.
“Ik heb jou gisteravond toch over piraten verteld?” haakte Nicolas in.
Thomas knikte enthousiast.
“Die gaan we vandaag opzoeken,” ging Nicolas verder.
Met grote ogen keek Thomas hem aan. “Echte piraten?” vroeg hij verbaasd.
Nicolas knikte.

Gisteravond was hij met het idee gekomen. Hij had Thomas een verhaaltje over piraten voorgelezen. Thomas vond het allemaal vreselijk spannend en dat had Nicolas op een idee gebracht. Toen Thomas later op bed lag, vertelde hij me dat niet al te ver bij ons vandaan een stadje lag met een rijke piratengeschiedenis. In de haven van dat stadje lag een echt (nou ja, echt…) piratenschip en dat kon je bezoeken. Alles aan boord was exact zoals het in de tijd van de piraterij was geweest, tot en met de bemanning toe, zelfs die liepen er als echte piraten bij! Nicolas had me er snel van overtuigd dat Thomas het geweldig zou vinden! Omdat het weer eindelijk beter werd, besloten we om dan maar meteen de volgende dag te gaan.

“Gaan we dan ook op een piratenschip? vroeg Thomas opgewonden.”
“Zeker weten,” glunderde Nicolas. Hij was duidelijk blij dat Thomas er wel zin in had.
“Maar eerst gaan we even langs de winkel," lachte ik. "Drinken en eten kopen voor onderweg. En misschien nog wel wat lekkers. Dus nu even opschieten Thomas, we moeten nog een heel eind rijden voor we er zijn,” maande ik mijn zoon om door te eten.

“Pak jij alvast een karretje, schat?” vroeg Nicolas terwijl hij zich over Thomas heen boog om de autogordel los te maken.
Het was nog vroeg en daardoor rustig bij het winkelcentrum. Ik viste een euromuntje uit m’n portemonnee en liep richting de overkapping met de winkelwagentjes.
“Nicolas!” hoorde ik achter me ineens iemand roepen. Nieuwsgierig draaide ik me om en zag twee mij onbekende mannen op Nicolas aflopen. Enthousiast kusten ze hem ter begroeting.
“Ça va?”
“Philip! Maurice! Ça va bien. Très bien…”
“Da’s lang geleden man! Waar heb jij de afgelopen tijd gezeten?” vroeg de langste van de twee.
Lachend keken ze elkaar aan. Thomas kroop verlegen tegen Nicolas’ been aan.
“Dat is er toch niet één van jouw zus, of wel?” vroeg Philip verbaasd, wijzend op Thomas.
Nicolas schoot in de lach. “Nee man, dat zie je toch zo. Die van Valerie zijn allemaal donker. Dit hier is Thomas… En dat daar is zijn papa,” zei hij, mijn kant op wijzend.
“En wie mag dat dan wel zijn? Gewoon een kennis, of moet ik er meer achter zoeken?” knipoogde Philip.
“Wat jij wil, jongen, wat jij wil,” grijnsde Nicolas. “Voor mij is hij in ieder geval de liefste en leukste vent op de hele wereld,” voegde hij er lachend aan toe terwijl zijn ogen me niet loslieten.
Ik glimlachte toen ik het hem hoorde zeggen, werd er helemaal warm van…
“Wow, toe maar… Meneer doet het niet voor minder, pikt gelijk de liefste én de lekkerste in!” antwoordde Philip plagend.
“Jaloers?” reageerde Nicolas met pretlichtjes in zijn ogen.
Philip lachte. “Maar zonder gekheid…” ging Philip verder. “Heb jij een nieuwe vriend? Waarom wisten wij daar niks van? Wou je hem helemaal voor jezelf houden? Stiekemerd!”
Maurice grijnsde om Philip’s opmerking. Hij was duidelijk te stille van de twee.
“We kennen elkaar nog niet zo lang hoor,” antwoordde Nicolas. Hij wenkte me. “Schat, kom eens, ik wil je graag voorstellen aan mijn twee oudste en beste vrienden.”
Nieuwsgierig draaiden twee paar ogen mijn kant op.
“Dit hier is Philip…” Hij wees de langste van de twee mannen aan. “Philip en ik kennen elkaar al vanaf dat we in de luiers zaten. En dit hier is Maurice. Die ken ik ‘pas’ sinds de kleuterschool,” lachte hij.
“Bonjour,” zei ik.
“En dit jongens, dit is Michael,” zei Nicolas vol trots.
“Michael!” Spontaan werd ik door zowel Philip als Maurice gekust.
Philip nam me goedkeurend in zich op. “Of hij lief is, kan ik zo niet beoordelen, maar lekker is hij zeker!” knipoogde Philip naar Nicolas.
Ik verschoot van kleur…
“Als je d’r maar van afblijft,” grinnikte Nicolas.

“Papa?” trok Thomas ineens mijn aandacht naar zich toe. Hij kroop achter Nicolas’ been vandaan en pakte mijn hand vast. “Wie zijn dat?” Zijn grote ogen keken me vragend aan.
“Dat zijn Philip en Maurice,” legde ik Thomas uit. “Vrienden van Nicolas.”
“Jullie komen niet uit Frankrijk?” vroeg Philip verbaasd toen hij Thomas en mij in het Nederlands met elkaar hoorde praten.
“Nee, Thomas en ik komen uit Nederland,” reageerde ik.
“Michael stapte een week of zeven geleden op de eerste dag van zijn vakantie bij mij de receptie binnen. Ik was meteen verkocht,” verklaarde Nicolas vrolijk. Glunderend trok hij me naar zich toe en sloeg zijn arm om me heen.
Ik kreeg er een rooie kop van.…
Philip en Maurice staarden ons verbaasd aan.
“Nee zonder gekheid, ik heb het echt zwaar te pakken van deze jongen." Hij grijnsde breeduit. "Zo erg zelfs, dat ik een week op bed heb liggen janken toen hij weer terug naar huis was. Uiteindelijk ben ik hem van pure ellende maar op gaan halen…”
Ik verslikte me bijna. Hoe kreeg hij dat toch voor elkaar? Gewoon op de parkeerplaats bij het winkelcentrum tussen neus en lippen door. Oké, hij liet de achterliggende reden volkomen in het midden maar maakte toch in een paar zinnen even heel duidelijk wat ik voor hem betekende…
“En nou laat ik hem nooit meer gaan,” voegde hij er zuchtend aan toe. Verliefd keek hij me aan.
Ik lachte naar hem…
Philip staarde volkomen overdonderd van mij naar Nicolas. “Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen,” bracht hij uiteindelijk uit.
“Wat dacht je van ‘Gefeliciteerd’?” stelde Nicolas voor.
“Ja natuurlijk! Man! Ik ben vreselijk blij voor je. Voor jullie… Gefeliciteerd kerel!” Lachend klopte hij Nicolas op zijn schouder.
“Maar eh, wij moeten verder jongens. Kom anders binnenkort een keertje langs, dan kunnen jullie Michael en Thomas wat beter leren kennen,” nodigde Nicolas zijn vrienden uit.
“Komen jullie vrijdag niet dan?” reageerde Philip teleurgesteld. Ik ben jarig, weet je nog? Feestje… Of was je dat vergeten?“ Philip grinnikte.
Nicolas schoot prompt weer in de lach. “Zijn schuld,” en hij wees naar mij. “Ik kan nog maar aan één ding denken,” zuchtte hij theatraal. “Maar eh, natuurlijk komen we,” zei hij er snel achteraan. "Tenminste…" Hij keek me vragend aan.
Ik knikte instemmend.
“Ok, tot vrijdag dan!” reageerde Philip vrolijk.
Met een wederzijds ‘Salut’ namen we afscheid.
“Leuke gasten,” merkte ik op.
“Ik ken alleen leuke gasten, jongen. Maar de allerleukste, dat ben jij!” Dromerig keek hij me aan.
Ik smolt… En voor ik er erg in had, kuste ik hem. Zomaar… Midden op de parkeerplaats bij het winkelcentrum.

Een paar uur later reden we het parkeerterrein naast het piratenschip op. Al vanaf dat we de brug over waren gereden, had Thomas het schip in het vizier gehad. Hij bestookte Nicolas met vragen. Of er echte piraten waren en of die dan gevaarlijk waren, of de boot ook ging varen… Van alles wilde hij weten. Het voelde zo waanzinnig goed Thomas en Nicolas zo met elkaar bezig te zien!

Met z’n drieën liepen we niet veel later achter elkaar de loopplank van het fregat op, Thomas voorop. Hij vond het geweldig! De kanonnen aan dek, de hangmatten beneden waar hij zelf ook even in mocht liggen… Hij genoot van de verhalen van de ‘piraten’ aan boord, liet zich door hun schminken en vertelde ons glunderend dat piraten veel cooler waren dan ridders. Het einde van de riddertijd was in zicht…

Met Thomas tussen ons in slenterden we een uur later door de smalle straatjes van het nabijgelegen stadje. Thomas wilde een bandana, net als de piraten aan boord van het schip, dus liepen we het eerste het beste souvenirwinkeltje in waar ze die dingen verkochten. Trots als een pauw stond hij zichzelf even later te bewonderen in de spiegel.
“Jij ook één, schat,” plaagde Nicolas mij. Hij greep een zwarte bandana met doodskoppen erop uit het rek.
“Nee, gek! Hou op!” Lachend duwde ik hem van me af toen hij het ding om m’n hoofd probeerde te knopen.
“Hier komen,” zei hij streng. Hij pakte me bij m’n arm. “En nou stilstaan jij…”
Thomas trok natuurlijk weer meteen partij voor Nicolas. Opgewonden sprong hij op en neer. “Ja papa! Jij ook…” riep hij.
Ik schoot in de lach. “Vooruit dan maar,” zuchtte ik met gespeelde wanhoop.
Geduldig bleef ik staan tot Nicolas de bandana om m’n hoofd geknoopt had. Hij pakte me bij m’n schouders vast en draaide me om. “En? Wat vind je ervan?” grinnikte hij terwijl hij over m’n schouder mee stond te kijken naar m’n spiegelbeeld.
Ik voelde zijn adem in m’n nek, van het één op het andere moment leek het wel alsof ik onder stroom stond. In een opwelling leunde ik wat naar achteren. Onmiddellijk sloeg hij zijn armen om me heen en drukte een kus in m’n nek. Heel even sloot ik m’n ogen. Zijn vingers streelden me zachtjes. Ik zuchtte., genoot van zijn warmte… Zijn strelende vingers…
“Kunt u het vinden?” klonk ineens een stem.
Plotseling was ik terug op aarde… Ik draaide me om, deed geen enkele moeite Nicolas van me af te duwen. In tegendeel, ik bleef lekker tegen hem aanstaan toen ik de verkoper aankeek. “We zoeken er nog zo één voor mijn vriend,” zei ik, m’n tong naar Nicolas uitstekend. Ik zou hem krijgen! Ik met zo’n ding op m’n kop, dan hij ook!
Nicolas kon moeilijk weigeren nu die verkoper zo behulpzaam was. En het stond hem geweldig! Alsof hij regelrecht uit ‘Pirates of the Caribbean’ kwam… En zo verlieten we niet veel later, alledrie met een bandana, het winkeltje.

Ontspannen wandelden we over de bijna twee kilometer lange muur rond het oude stadje. Hand in hand… Thomas huppelde voor ons uit. Zo nu dan kneep Nicolas even zachtjes in mijn hand om me te laten voelen hoe fijn hij het vond. Hij tilde Thomas op de kantelen om hem het fort op het eilandje vlak voor de kust te laten zien. Ik stond vlak achter hem, een hand op zijn heup, met m’n andere hand Thomas’ handje vasthoudend. Wat voelde dit goed!
Ik zag mensen wel naar ons kijken. Maar ze lachten en knikten alleen maar. Ik kreeg er gewoon vreselijke vlinders van in m’n buik.

Op het overdekte terras van een crêperie op de muur streken we neer om wat te eten. Thomas naast me. Nicolas tegenover me. Zijn been drukte onder tafel zachtjes tegen het mijne. We lachten. Thomas kletste ons de oren van de kop maar het drong niet echt door. Tenminste, niet bij mij. Ik had alleen maar oog voor Nicolas. Oogverblindend mooi… Sexy, met die bandana op z’n kop…
“Heeft u een keuze kunnen maken?” De stem van de als piraat verkleedde ober trok ons terug naar de werkelijkheid.
Prompt schoot ik de lach. Dat was al de tweede keer vandaag…
“Doet u maar vast twee koffie en een chocolademelk,” bestelde Nicolas alsof er niks aan de hand was. “We kijken nog even wat we verder willen…”
Grinnikend pakten we beide een menukaart uit de houder die op tafel stond.
“Moeilijk kiezen. Ze hebben er hier gewoon te veel,” grinnikte ik.
Aandachtig bestudeerden we het aanbod van galettes.
“Doe mij maar een ‘Complète’ met champignons en uien,” koos ik uiteindelijk.
“Lekker, maar ik neem toch maar die met tomaat,” besloot Nicolas.
“En jij Thomas? Wil jij ook? Of heb je liever wat anders?” vroeg ik mijn zoon.
Thomas dacht er even over na. Hij hield wel van pannenkoeken maar dan liever zoete. “Hebben ze ook pannenkoeken met stroop papa?”
Ik schudde mijn hoofd. "Wel met honing. Is dat ook goed?”
Hij knikte.
Nicolas wenkte de ober en gaf de bestelling door.

Tegen de tijd dat de galettes geserveerd werden, zaten Nicolas en ik al weer op onze roze wolk. Verliefd staarden we elkaar aan… Onder tafel had Nicolas mijn benen ondertussen stevig tussen de zijne geklemd.
“Proeven?” lachte hij terwijl hij zijn vork met daaraan een stukje van zijn galette voor m’n neus hield.
“Lekker!” Ik opende m’n mond, liet me zomaar door hem voeren…
“Ik ook!” riep Thomas.
Lachend gaf Nicolas ook hem een hapje van zijn galette.
“Ewh… Bah,” riep Thomas.
Wij lachen dubbel om het vieze gezicht dat hij trok!

“Als we nog naar het fort willen, moeten we nu wel gaan,” merkte Nicolas op toen we de galettes achter de kiezen hadden. “Voor de vloed opkomt moeten we terug zijn anders zitten we vast op het eiland.”
“Hoe lang hebben we nog?” vroeg ik.
“Geen idee. Uurtje of twee, schat ik zo.”
“Laten we dan maar opstappen.”
We rekenden af en vervolgden onze weg over de muur. Thomas pakte Nicolas’ hand vast. Ik sloeg een arm om zijn schouder. Trots… Dit waren mijn vriend, en mijn zoon… Ik hield van ze en het kon me geen barst schelen wat anderen daarvan vonden!
Het grappige was dat zelfs oudere mensen ons glimlachend nakeken. Ik verbaasde me er mateloos over, werd er gewoon helemaal vrolijk van. En die enkele afkeurende blik, die deed me niks, hun probleem! Voor het eerst in jaren voelde ik me gewoon goed over mezelf. Nicolas had het in de gaten, voorzichtig schoof hij een arm achter me langs en legde zijn hand op m’n heup. We keken elkaar aan en lachten.
“Ik hou van je,” fluisterde ik heel zachtjes.
“Ik van jou,” fluisterde hij net zo zachtjes terug.

Nadat we het fort bekeken hadden, wist Thomas het zeker, hij wilde ook piraat worden als hij later groot was. En dan ging hij op een boot wonen en natuurlijk zou hij een hele grote schat vinden… En dan ging hij een héél groot kasteel voor ons kopen…
Genietend van de woeste plannen van Thomas, zat ik tussen Nicolas’ benen. Volkomen op m’n gemak leunde ik tegen hem aan. Zachtjes streelde hij me. Thomas stond voor ons, opgewonden te vertellen wat hij later als piraat allemaal ging doen. Ik glimlachte, zo moest het gewoon altijd blijven…

Plotseling schalde een stem over het eilandje. Een man met een megafoon maande iedereen terug te gaan. De strook strand tussen het vaste land en het eiland werd snel smaller door de opkomende vloed. We hesen onszelf overeind en slenterden op ons dooie gemak terug, ons niet realiserend hoe snel de vloed opkwam. Natuurlijk waren we te laat! Dus schoenen en sokken uit, broekspijpen opgerold en waden maar… Thomas vond het prachtig! Hij deed zijn uiterste best ons en zichzelf zo nat mogelijk te maken door hard in het water te springen. Gelukkig scheen het zonnetje lekker, dus zakten we nog even op het strand neer om een beetje op te drogen. Zo nat de auto in was ook maar niks…

Op de terugweg zochten we een plekje langs de kust om wat te eten. De koelbox achterin de auto zat vol lekker dingen. Koude kip, weliswaar kant en klaar gekocht in de supermarkt maar ondanks dat toch heel smakelijk, uiteraard stokbrood en wijn, wat kaas en fruit. Al met al genoeg om niet om te komen van de honger.

“Vond je het leuk vandaag, Thomas?” vroeg ik m’n zoon.
‘Hm hm,’ humde Thomas met volle mond.
Met z’n drieën zaten we op een rots op het strand. Ik leunde lekker tegen Nicolas aan.
“Wat vond je het leukste?” vroeg ik verder.
Thomas dacht even na. “Toen Nicolas piraat werd,” zei hij heel beslist.
Ik schoot in de lach, was het wel met hem eens.
“Misschien kunnen we van de logeerkamer wel een piratenkamer voor jou maken,” stelde Nicolas hem spontaan voor.
“Ja!” brulde Thomas wild enthousiast.
Overdonderd keek ik Nicolas aan. Een kamertje voor Thomas maken? Was dat niet een beetje erg snel? Over een paar weken zat de zomervakantie er al weer op en moest Thomas weer naar school, dan moesten we weer terug. Of niet?
Ik slikte. Eigenlijk wilde ik zelf niks liever dan hier blijven. Van het één op het andere moment kreeg ik het vreselijk benauwd. Kon ik dat wel maken? Thomas uit zijn vertrouwde omgeving weghalen? Het leek allemaal zo simpel, maar was het dat wel?

“Ik wil naar huis,” zei ik plotseling. Mijn goeie zin was ineens helemaal weg.
Nicolas merkte het meteen. “Is er iets jongen?”
“Laat me maar even.”
Nicolas keek me onderzoekend aan. “Ok, Thomas, inpakken knul. We gaan naar huis,” zei hij resoluut. Hij begon op te ruimen en in te pakken. “Help je even, Thomas?” vroeg hij terwijl hij mij in de gaten hield.
Ik lachte flauwtjes naar hem en begon alvast terug te lopen naar de auto. Ik kon het niet helpen, van het één op het andere moment was mijn twijfel terug. En het was nog wel zo leuk geweest vandaag… Met tranen in m’n ogen liep ik door. Wat moest ik nou? De knoop doorhakken en gewoon hier blijven? Het voelde zo goed bij Nicolas… Maar wat als Thomas heimwee zou krijgen? Als hij zijn opa en oma vreselijk zou missen? Hij kwam al vier en een half jaar bijna dagelijks bij mijn ouders. Voor hem waren opa en oma niet weg te denken uit zijn leventje.
Ik zuchtte. Het ging niet alleen om Nicolas en mij, Thomas was er ook bij betrokken. Hij was stapelgek op Nicolas maar was dat genoeg voor hem? En wat als het over een tijdje, als de eerste verliefdheid over zou zijn, niet meer zo leuk zou zijn? Dan had ik wel Thomas uit zijn vertrouwde omgeving weggehaald… Kon ik Nicolas dan niet beter vragen met ons mee naar Nederland te gaan? Hij had tegen m’n vader gezegd dat hij dat zonder nadenken zou doen. Dat kon ik toch ook niet maken? Van hem vragen om alles wat hij hier opgebouwd had, voor ons op te geven? Maar wat was het alternatief? Heen en weer reizen tussen Nederland en Frankrijk? Dat was toch ook geen optie?
Ik zuchtte nogmaals. Waar was ik in hemelsnaam aan begonnen? Wat deed ik ons aan?
Ondertussen waren Thomas en Nicolas bij de auto aangekomen.
“Ik moet straks even met je praten,” fluisterde ik in Nicolas' oor.
Hij wreef met zijn hand over m’n rug. “Natuurlijk schat,” glimlachte hij.
Hij voelde mijn stemming heel goed aan en deed zijn best Thomas bezig te houden zodat ik tijd voor mezelf had. Tijd om na te denken…

Thuisgekomen bracht Nicolas Thomas naar bed. Terwijl Nicolas en Thomas boven waren, liep ik beneden te ijsberen. Het was weer zover, ik zag het weer helemaal niet zitten. Waarom moest het nou allemaal zou ingewikkeld zijn? Ik wilde toch alleen maar gelukkig zijn?

“Vertel,” begon Nicolas toen hij weer beneden was. Hij plantte me aan de keukentafel neer, zette verse koffie en ging tegenover me zitten.
Ik wist echt niet waar ik moest beginnen en keek hem alleen maar heel lang aan.
“Heb je twijfels?” vroeg hij uiteindelijk maar.
Schoorvoetend knikte ik.
“Wil je ermee stoppen?”
“Ik weet niet,” antwoordde ik zachtjes. “Ik weet gewoon niet of ik dit wel kan,” vervolgde ik aarzelend.
“Of je wat kunt?” reageerde Nicolas.
Hij deed zijn best kalm te blijven maar ik weet zeker dat hij op dat moment vreselijk bang was dat ik er een punt achter zou zetten. Dat mijn opmerking ‘Ik wil naar huis’ echt betekende dat ik naar huis wilde. Toch liet hij niks merken.
“Thomas is gewoon zo blij hier,” zei ik zonder een direct antwoord te geven op zijn vraag. “En dan vertel jij hem dat je van de logeerkamer een piratenkamer voor hem wilt maken… Dat voelt zo definitief.” Ik staarde hem aan, zuchtte diep.
Hij zei niks.
“Jij bent er volgens mij al lang uit, hè?" ging ik verder. "Als ik jou zeg dat we hier blijven, vind jij het prima, of niet?”
Nicolas knikte instemmend. “Als iets goed voelt, moet je er gewoon voor gaan,” zei hij simpel.
“Ik ben er nog lang niet uit,” zuchtte ik opnieuw. “Eerlijk gezegd vind ik het doodeng. Weet je, Thomas heeft me al een paar keer gevraagd wanneer we jou gaan vragen of je zijn papa wil worden. Diep in m’n hart zou ik niks liever willen. Maar dan? Het gaat ook allemaal zo snel… En Thomas kan toch totaal niet overzien wat de gevolgen zijn? Hij beseft toch nog helemaal niet wat er dan allemaal gaat veranderen? Nog niet eens alleen maar als we hier zouden blijven, maar ook als jij met ons mee zou gaan. Ik begin me zo langzamerhand af te vragen of het wel zo’n goed idee was om Thomas hier al in te betrekken.”
Nicolas schrok, ik zag hem nadenken.
“We hadden weinig keuze, of niet soms?” zei hij uiteindelijk. “Kijk, als je vlak bij elkaar woont, is het niet zo moeilijk om elkaar te leren kennen en een kind daar voorlopig buiten te houden. Maar in ons geval… Wat had je dan gewild? Ik in een hotelletje bij jou in de buurt en elkaar dan stiekem zien? Dat had toch ook niet gewerkt?”
Er verscheen zowaar een glimlach op m’n gezicht. Ineens zag ik het voor me… Thomas bij m’n ouders ‘dumpen’ en dan zelf stiekem naar Nicolas toe. Nee, dat had zeker niet gewerkt.
“Of jij elke vakantie bij mij? En elkaar dan tussendoor vreselijk missen,” ging hij verder.
“Misschien hadden we verstandiger moeten zijn,” merkte ik op. “Hadden we onze kop er bij moeten houden. Misschien klopte het gevoel dat ik in het begin had wel. Dat het gewoon niet kan…” Ik zuchtte verdrietig.
“Hé! Doe eens niet zo raar man! De hele dag zag je het nog helemaal zitten. Waarom nu ineens niet meer?”
“Weet ik veel, misschien omdat het begint door te dringen dat het niet alleen om ons gaat…" Wanhopig keek ik hem aan.
Hij zei niks.
“Ik wil dit gewoon niet zo,” ging ik met een klein stemmetje verder. “Ik heb geen zin in al dat moeilijke gedoe. Ik wil alleen maar een beetje geluk in mijn leven. En ik wil dat Thomas het fijn heeft.”
“Lieve schat, vertel me alsjeblieft wat ik kan doen om dat voor elkaar te krijgen. Want ik wil niks liever dan dat jij en Thomas gelukkig zijn.” Nicolas pakte m’n handen vast. “Jongen, ik hou van jou. En van Thomas, dat is me inmiddels ook wel duidelijk. Ik wil jullie absoluut niet kwijt. Kan me echt geen moer schelen welke keuze jij maakt, ik pas me wel aan.”
Tranen schoten spontaan in m’n ogen. “Ik hou ook van jou. Dat is het niet, dat weet je ook wel. Als ik heel eerlijk ben, wil ik het liefste bij jou blijven. Samen met Thomas. Alleen zou ik die stap geloof ik wel durven zetten. Maar ik ben zo bang voor Thomas. Stel nou dat het op den duur toch fout loopt tussen ons? Dan heb ik hem wel uit zijn vertrouwde omgeving weggehaald. Dan is hij al wel van jou gaan houden. Ziet hij jou ook als zijn papa… Dat kan ik toch niet maken? Of dat hij heimwee krijgt? Zijn opa en oma mist? Moet hij dan, omdat ik bij jou wil zijn, ongelukkig zijn?”
“Schat,” begon hij bedachtzaam. “Weet je wel zo zeker dat het je om Thomas gaat? Want volgens mij vindt Thomas het alleen maar leuk hier. Hij went er echt wel aan hoor. Zou het misschien kunnen dat jij diep in je hart zelf nog helemaal niet zeker van je zaak bent? Dat jij gewoon nog niet weet of ik wel de persoon ben met wie jij je leven wilt delen? Of dat je er nog niet voor honderd procent van overtuigd bent dat ik dat wel echt wil?
Ik schrok van zijn rechtstreekse vraag. Diezelfde vraag was ook al door mijn hoofd geschoten. Tranen prikten achter mijn ogen. D’r gebeurde ook zoveel de laatste paar weken…
“Misschien sla je daar wel de spijker op z’n kop,” fluisterde ik met trillende stem.
Nicolas schoot overeind, schoof zijn stoel met kracht naar achteren en banjerde door de keuken. “Verdomme,” uitte hij zijn frustratie. “Ik wil je niet kwijt. Snap dat nou eens man!” schreeuwde hij ineens. “En jij wilt dat ook niet! Je bent alleen maar bang, gek! Bang omdat je maar niet kunt geloven dat jij gelukkig kunt zijn! Soms heb ik wel eens het idee dat je het gewoon lekker vindt om zielig te zijn!”
Ik kromp in elkaar. Zijn felle reactie kwam hard aan.
“Weet je wat jij doet? Je zoekt het maar even zelf uit. Ik ga naar bed!” Met die woorden stoof hij de trap op, mij in tranen achterlatend.

Ik kon me wel voor m’n kop slaan! Wat was ik in Godsnaam aan het doen? Wat wilde ik nou? We hadden zo’n leuke dag gehad… Waarom durfde ik nou ineens niet verder? Het was ook allemaal zo verwarrend, zoveel verschillende gevoelens… Geluk, angst, liefde, twijfel, trots, schaamte… Weet ik veel… Alles door elkaar heen. Ik snapte er geen biet meer van…
Was het waar wat hij zei? Voelde ik me inderdaad gewoon prettig in de slachtofferrol waarin ik al jaren zat? Omdat het bekend was? Omdat ik daar mee om kon gaan? Zat ik liever in m’n eentje thuis zielig te zijn? Kon ik het me inderdaad niet voorstellen dat ik ook gelukkig kon zijn? Ging ik er onbewust vanuit ging dat mijn geluk alleen maar van korte duur kon zijn? Omdat ik diep in mijn hart nog steeds vond dat ik het niet verdiende? En dat ik nu Thomas naar voren schoof om me achter te verschuilen?
Hoe kwam ik in Godsnaam ooit van dat kutgevoel af?

Alles maalde door m’n kop, helder denken was onmogelijk. Ik voelde alleen maar paniek. Paniek omdat ik hem kwijtraakte als ik niet oppaste… En dat was wel het laatste wat ik wilde! Wanhopig legde ik m’n hoofd op de tafel. Natte watten in m’n kop. Ik kon niet meer nadenken, kon het niet meer opbrengen. Wat ik ook deed, wat ik ook zou beslissen, altijd zat de kans er in dat het verkeerd was. Tranen drupten op de tafel…


wordt vervolgd...

© Michael87, 2014
[i]**Als je alles loslaat, heb je twee handen vrij om de toekomst te grijpen**[/i]

Gesloten