Liefde hfdst. 15

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfdst. 15

Bericht door dkz09 » za 28 sep 2013, 12:48

Als Jasper, Sandra en Tom bij school aankomen, is het al aardig druk. Nadat ze hun fietsen hebben weggezet, lopen ze richting het theater voor de première van de schoolmusical ‘Het verdrietige Valentijns hart’. Meneer Kostuum heeft hem zelf geschreven, geproduceerd en geregisseerd. Dus dat belooft wel wat. Jasper weet wel, wat men kan verwachten. Maar dat is ook niet zo gek - ze waren al sinds oktober bezig met de repetities. Oké, hij heeft drie weken geleden de handdoek in de ring gegooid. Want het ging al sinds het begin van dit kalenderjaar niet meer zo goed tijdens de repetities. Hij moest steeds meer aan Tim denken. Terwijl hij tijdens de eerste drie maanden daar bijna geen last van had. De eerste weken was het juist een afleiding. Maar daarna begonnen zijn gedachten vaak toch af te dwalen naar Tim. Toen na de kerstvakantie de repetities werden hervat, kon hij alleen maar aan Tim denken. Waardoor hij al zijn teksten vergat. Hij weet nog heel goed, dat meneer Kostuum er niet om kon lachen, ook al heeft hij meneer Kostuum zoveel mogelijk proberen te vermijden. Ach, meneer Kostuum had gelukkig dezelfde dag nog iemand anders gevonden voor zijn rol.

“Hey Jasper kom nou!”, zegt Sandra, die al met Tom hun plekken hebben ingenomen in de zaal.
“Ik kom, ik kom.”, zegt Jasper wat geïrriteerd.
“Reageert hij altijd zo?”, vraagt Sandra zachtjes aan Tom.
“Ja, vooral als hij met zijn gedachten ergens anders is.”
“Laat me raden? Als hij aan die Tim denk?”, vraagt ze zachtjes.
“Ja, ik hou van je, Sandra.”, zegt Tom, die een gebaar met zijn hoofd maakt.
Sandra vindt het raar en kijkt dan naast haar. Dan ziet ze dat haar broertje naast haar zit.

“Nou, hopelijk is Sofie nog op tijd.”, zegt Jasper in het algemeen.
“Hij komt samen met Koen, weet je nog?”, reageert Tom.
“Ja, dat weet ik. Maar toch.”
“Dus hij zal zowel komen.”
“Moet je dan niet bij de ingang op haar wachten?”
“Waarom zou ik dat doen?”
“Uhm, misschien omdat jij de kaartjes hebt?”
“Nee, die heb ik niet meer. Die heeft ze zelf.”
“Waarom dan?”, vragen Sandra en Jasper lollig tegelijk.
“Ja, dag, ik ga het niet nog een keer zeggen.”, zegt Tom wat licht geïrriteerd.
“Volgens mij komt ze met Koen.”, zegt Jasper vrolijk tegen zijn zus.
“Zou je denken?”, vraagt zijn zus half lachend terug.
“Nou ik weet het niet zeker.”
“We zullen het wel zien.”
“Kunnen jullie nou stoppen, kleuters?”, vraagt Tom bijna smekend.
“Nou Sandra, nu hoor je het ook eens van een ander.” zegt Jasper nog steeds vrolijk.
“Hij bedoelt jouw broertje.”, kaatst zijn zus terug.
“Jullie allebei, bedoelde ik. Maar vooral Jasper.”
“En bedankt!”, zeggen broer en zus tegelijk.
Maar wel op een manier, dat het lijkt, alsof ze gekwetst zijn. Hierop begint Tom te lachen, waardoor ook Jasper en zijn zus moeten lachen.
“Maar goed, ze mag wel opschieten. Het begint zo.”, zegt Jasper als ze uitgelachen zijn.
“Als je het over de duivels hebt.”, zegt Tom en wijst in richting van het gangpad.

Als Jasper naar het gangpad kijkt, ziet hij niet alleen Sofie en Koen, maar ook Tim.
‘Oh mijn god.’
‘Houd het dan nooit op?’
‘Hopelijk zit hij naast mij.’
‘Nee, liever niet.’
‘Anders durf ik niet te bewegen.’, denkt Jasper bij zichzelf.
Maar gelukkig komt Sofie als eerste de rij ingelopen, met achter haar aan Koen en daar achter Tim.
“Hoi allemaal.”, groet Sofie de broer, zus en vriend.
“Hoi.” zeggen de drie in koor.
“Jullie zijn net op tijd.”, merkt Jasper tegen Sofie op.
“Ja, sorry, we hadden wat oponthoud onderweg.”
“Oké, maar gelukkig zijn jullie nog op tijd.”, houdt Jasper de vrolijke sfeer vast.
“Zeg dat wel.”
Dan beginnen ze te lachen. Maar lang kan dat niet, want ze schrikken van een stem uit de speakers.

“Goedenavond en welkom bij de première van de musical ‘Het verdrietige Valentijns hart.”
“Wij verzoeken jullie vriendelijk om jullie mobiele telefoons uit te zetten.”
“Het maken van foto’s, geluid en beeldmateriaal is niet toegestaan.”
“Het orkest staat onder leiding van Mick Klinker.”
Waarna een applaus klinkt uit de zaal. Terwijl de lichten in de zaal langzaam uitgaan, begint het orkest te spelen en gaat het doek open.
Na zo’n bijna drie uur met een pauze ertussen, neemt de cast het applaus in ontvangst. De bloemen worden uitgedeeld door docenten. Daarna komen meneer Kostuum, Niels en de andere medeverantwoordelijken het podium op voor hun applaus, ook zij krijgen bloemen. Dan buigt iedereen op het podium nog laatste keer en sluit het doek. Zodra de lichten aangaan, loopt iedereen de zaal uit. Sofie, Koen en Tim zijn ook meteen opgestaan en weggelopen, terwijl Jasper, Sandra en Tom nog bij hun plaatsen staan. Ze wachten tot het grootste deel de zaal heeft verlaten.
Als ze even later de aula in lopen, heerst er een drukte van een jewelste. Overal langs de kant staan verliefde stelletje te zoenen. Op de dansvloer word er flink gedanst.
“Hey Jasper, je vindt het toch niet erg als Sandra en ik gaan dansen?”, vraagt Tom.
“Nee, ga lekker dansen. Ik wilde toch wat te drinken halen.”, antwoordt Jasper terug.
“Oké, we zien je zo weer.”

Daar gaan Tom en Sandra. Ze mengen zich in de dansende menigte. Dan loopt Jasper in de richting van de bar en kijkt of hij ergens Sofie ziet staan. Maar ineens blijft hij stil staan, zo’n tien meter van hem vandaan staat Tim te dansen met een meisje. Jasper kijkt snel de andere kant op en loopt verder naar de bar. Even later staat hij met een drankje aan de zijkant van de dansvloer en wordt er een schuifelnummertje opgezet. Bijna iedereen begeeft zich naar de dansvloer of begint aan de zijkant te schuifelen. Hij ziet Tom en Sandra samen schuifelen. Dan ineens ziet hij ook Sofie en Koen schuifelen. Dan schuifelt, zo’n meter of drie voor hem, Tim voorbij - nu met een ander meisje.

‘Wat doe ik hier in Gods naam?’ vraagt hij zich af.
‘Dit wou ik dus voorkomen.’
‘Waarom ben ik niet gewoon na de voorstelling gelijk naar huis gegaan?’
‘En ja, hoor hij staat al weer met een andere te schuifelen.’
Jasper is zo diep in zichzelf verzonken, dat hij niet doorheeft, dat Niels en en een andere jongen naast hem zijn komen staan.

“Hey Jasper.”, zegt Niels met zijn hand zwaaiend voor Jaspers ogen.
“Uhm, Ha die Niels.”, zegt Jasper wat warrig tegen Niels, die naar de andere jongen kijkt.
“Jij moet Bart zijn?”
“Dat is juist.”, zegt Bart.
“Nou, aangenaam, ik ben Jasper.”, zegt Jasper een beetje overbodig, maar zo heeft het nu eenmaal geleerd van zijn ouders
“Wat vond je van de musical?”, vraagt Bart.
“Wel prima.”
“Schat, ik heb je verteld, dat Jasper in eerste instantie de hoofdrol zou spelen.”, zegt Niels.
“O ja, sorry, was ik even vergeten.”, verontschuldig Bart zich.
“Geeft niet.” zegt Jasper.
“Maar hoe staat het met die jongen, die je echt leuk vindt?”, vraagt Niels.
“Heb je al iets tegen hem gezegd?”, vraagt Bart er gelijk achter aan.
“Nee, heb nog niks tegen hem gezegd.”, reageert Jasper teleurgesteld, “Heeft ook geen zin.”
“Hoezo?” vragen Niels en Bart tegelijk.
“Omdat hij staat te dansen met meisjes.”
“Maar dat hoeft nog niks te zeggen, dat weet je.”, zegt Bart.
“Ook als die steeds met een ander meisje staat te dansen.”, zegt Jasper terug.
“Waarom heb je dan niks tegen hem gezegd?”, vraagt Niels.
“Omdat ik geen zin heb om voor schut te staan voor de hele school.”
“Denk je dat echt?”, vraagt Bart.
“Ja, dat denk ik echt.”
“Dat zal wel mee vallen.”, probeert Bart hem over te halen.
“Ben vroeger al veel gepest, en heb daar niet opnieuw zin in, om weer het slachtoffer te worden van pesterijen.”, zegt Jasper.
“Oké, dat snap ik wel.” zegt Bart terug.
“Schat, doe even rustig.”, zegt Niels.
“Weet je wat, ik ga wel wat te drinken halen.”, zegt Bart.
“Is goed, schat.”, antwoordt Niels. Dan richt Niels zich tot Jasper, “Jasper, luister, Bart bedoelt het goed.”
“Dat weet ik ook wel.”
“Maar hij kan er gewoon niet tegen als mensen zich in de kast blijven verstoppen.”
“Dat heb ik inmiddels ook wel gemerkt.”
“Maar ik snap je wel en dat weet je.”
“Tenminste één iemand die mij begrijpt.”
“Het kan komen, doordat wat ik mee gemaakt hebt, nu jij meemaakt.”
“Of het kan komen omdat we allebei homo zijn.”, fluistert Jasper terug.
Hier op beginnen ze te lachen. Dan komt Mick aan lopen.

“Niels, kan je even met mee lopen?”, vraagt Mick.
“Wat is er dan?”, vraagt Niels.
“Er is iets aan de hand in de theaterzaal.”
“Waarom ga je dan niet naar meneer Kostuum?”, vraagt Niels.
“Dat is het juist.”, zegt Mick.
“Ik kan je even niet meer volgen.”
“Meneer Kostuum is gevallen in de theaterzaal en hij zei dat ik jou moest halen.”
“Nou dan ga ik er maar heen.”
“Jasper?”, vraagt Niels.
“Ja zeg het maar?”
“Weet jij waar Bart gebleven is?”
“Die ging wat te drinken halen.”
“O ja, dat is ook zo.”
“Maar waarschijnlijk haalt hij het van de andere kant van de wereld.”, zegt Jasper vrolijk.
“Nou, wil je als je hem ziet, zeggen dat ik in de theaterzaal ben.”
“Is goed, geef ik door, als ik hem zie.”
Dan lopen Mick en Niels richting de theaterzaal.

Jasper denkt er over na om op zoek te gaan naar Bart. Maar zodra hij dat wilt doen, komen Sandra en Tom hand in hand naar hem toe gelopen. Ze zien er gelukkig uit. Zodra de tortelduifjes bij hem staan, worden er weer tempo nummers opgezet.

“Zo zijn jullie het nou al zat?”, plaagt Jasper.
“Nee, maar we kregen dorst.”, zeggen de twee in koor.
“Daar is de bar.” zegt Jasper en wijst naar de geïmproviseerde bar aan de andere kant van de zaal.
“En als je toch heen gaat, ik lust nog wel een water.”, probeert Jasper vrolijk te blijven.
“Ja ja ik heb het al weer begrepen.” zegt Tom en loopt richting de bar.
Als hij even later terug is met een water en twee cola’s, proosten ze met zijn drieën.

“Heb jij Sofie nog gezien?” vraagt Tom aan Jasper.
“Ja, die staat al de hele avond op dansvloer met Koen.”, antwoordt Jasper terug.
“Maar wij hebben ze net niet gezien.”, zegt Sandra.
“Dat komt omdat ze daar verderop wat staan te drinken.”, zegt Jasper en wijst naar de ander kant van aula. Maar dan ziet Jasper dat Tim inmiddels bij Sofie en Koen staat. Er staat er nog meisje bij, die haar arm om Tim heeft gelegd en hem probeert te zoenen. Jasper merkt aan zichzelf, dat hij even niet helemaal lekker wordt.

“Jongens, ik ga even naar buiten.”, zegt hij tegen zijn zus en Tom.
“Is goed.”, zegt Tom.
“Zal ik even met je mee lopen?”, vraagt Sandra aan haar broertje.
“Nee, is niet nodig.”, geeft hij terug.
“Weet je het zeker?”, vraagt zijn zus bezorgd en voor de zekerheid nog een keer.
“Ja, ik weet het heel zeker, ik wil gewoon even een frisse neus halen.”, zegt Jasper.

Hij loopt weg richting de ingang op weg naar buiten. Zodra hij buiten is, loopt hij naar een bankje en laat zich er op neer ploffen.

Dan begint hij heel zachtjes te huilen.
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten